Tussenstand en vooruitzichten
AUGUSTUS 2024
‘Nee, daar doen we niet aan mee.’ Ik hoor het ons nog zeggen, zoveel jaren geleden, toen de lijnnummers voor het eerst ter sprake kwamen. Tijdens opzoekingen voor een van onze dossiers, en niet alleen op het internet, waren we allerlei tegenstrijdigheden tegengekomen, niet in het minst met betrekking tot die vermaledijde lijnnummers. En dat terwijl we daar, intern dan, zelf gebruik van maken om onze documentatie op een gestroomlijnde manier te kunnen ordenen. Om het nog gekker te maken kwam daar de grote discrepantie bij tussen de 19e en 20e eeuwse lijnnummers. Gelijk beseften we dat dit ons heel wat parten kon spelen, zeker wanneer nieuwe documentatie tegen beter weten in op het verkeerde nummer terecht zou komen. Uiteindelijk besloten we al die missers op te lijsten, een soort richtsnoer als je wilt, en ze stap voor stap op onze website te plaatsen, zij het op een discrete plek, niet bereikbaar via de keuzebalk. En zo geschiedde. Tot we na verloop van tijd mochten vaststellen dat deze verdoken pagina ondanks alles regelmatig geraadpleegd werd en er dus zeker belangstelling voor was. Hiermee was de laatste weerstand gebroken en werd ‘lijnnummers’ rechtstreeks bereikbaar op de onthaalpagina (home).
Gaandeweg is dit al bij al ondergeschikte thema geëvolueerd van louter opsommend naar historisch-analytisch, waarbij van een bepaald lijnnummer desgevallend het meervoudig gebruik wordt overlopen, vanaf 1900 tot nu (of tot de finale opbraak). Wel komen de betrokken spoorlijnen hier evengoed ter sprake, zij het vrij summier. Al deze gegevens worden een voor een opgezocht en gestaafd door liefst meer dan één officieel of betrouwbaar document, en dat voor een zo correct mogelijke reconstructie. Daar we niet over alle historische documenten kunnen beschikken is deze werkwijze evenwel niet waterdicht en moeten we tussendoor meer dan eens een en ander bijwerken. Intussen zijn we bij sommige lijnen stelselmatig gaan uitbreiden naar de sleutelmomenten in hun geschiedenis, al is het lijnnummer hier nog steeds de essentiële leidraad.
En ja, nog steeds stuiten we op onvoorstelbare tot absurde toestanden in de lijnnummering zelf. Met op kop de inmiddels gekende distorsie tussen de reizigerstabellen, die van de goederendiensten en de ‘officiële’ lijnnummers. Of nog de omwisseling van tabelnummers in de beginperiode van het huidige systeem, althans in bepaalde regio’s. En dan zijn er nog die ‘ongebruikte’ nummers! Om die enkele maar te noemen. Genoeg voer dus voor rasechte lijnnummerfreaks.
Het is al ruim een half jaar geleden dat ons dossier over lijn 138 werd opgestart. Eindelijk, want het zat al enkele jaren een beetje als een blok aan ons been hierop te wachten. Maar waarom nog langer uitstellen? De meeste gegevens hadden we immers al binnen – dachten we. Zeven maanden later weten we wel beter. In die mate dat we ons verplicht zagen dit dossier eerst in twee, maar al gauw in drie delen op te splitsen (138, MC en 138A). Inmiddels hebben we het eerste kunnen afwerken – eindelijk! Allicht tot vreugde van hen die het ons niet meteen in dank afnemen dat we zo lang zo’n groot deel van onze energie in dat ene dossier stopten. Maar wat wil je. Eens de machine in gang is valt ze nog moeilijk te stoppen. En ze later opnieuw opstarten is niet vanzelfsprekend daar wie er mee bezig was al wat inmiddels vergaard werd opnieuw moet afstoffen en terug instuderen, jawel. Hoe dan ook, nu dit eerste dossier afgewerkt is duwen we even op de pauzeknop, maar niet te lang. Dat van lijn 138A daarentegen is van een ander gehalte, en kan gerust wat later aangepakt worden. Wat ons mogelijk de gelegenheid zal geven nog eens tot ginder te gaan – en in het voorbijgaan hier en daar iets na te trekken (double check) over, jawel, het zopas afgewerkte eerste deel. Verwacht dan ook niet meteen witte rook, toch niet voor dit najaar. We werken liever secuur en grondig dan rap-rap iets af te haspelen om de goegemeente te plezieren, en dat later toch herdaan moet worden.
Gelijk met het gat dat onvermijdelijk volgde op de afwerking van dossier 138, halfweg deze zomer, kwamen we op het idee om dit meteen op te vullen met, voor het derde jaar op rij, een ‘zomers’ thema - na de reis door regionaal Frankrijk in 2022 en de korte verkenning van de Parenzana (Istrië) in 2023. Niet dat beide thema’s veel belangstelling mochten oogsten, ondanks of precies door hun toeristisch-spoors karakter, maar we zitten hier wel met een aantal buitenlandse reportages met heel wat beeldmateriaal waar anders niemand iets aan heeft. Om niet zoals de meesten de verzengende hitte in het zuiden te gaan opzoeken zochten we uiteindelijk wat afkoeling in het Zweedse ‘hoge’ noorden – virtueel dan. Het eerste idee om ons te beperken tot een opeenvolging van beelden met hooguit plaats en datum lieten we al gauw varen. Er was immers te veel dat ons waardevol genoeg leek over een gebied dat weinig bekend is en waarover al bij al toch heel wat aan te stippen valt, zowel onderweg als over de spoorlijn zelf. En ja, meteen gingen we weer aan de slag. Van de regen in de drop? Niet echt. Vergeleken met het dossier van lijn 138 is het onderzoek naar de verre Inlandsbanan al bij al een makkie. Echt waar! We zijn trouwens al tot de Noordpoolcirkel geraakt. Nu nog ‘slechts’ 107 km te gaan van de in totaal 746 km tot Gällivare. Goede reis!
Railations, 21 augustus 2024
‘Nee, daar doen we niet aan mee.’ Ik hoor het ons nog zeggen, zoveel jaren geleden, toen de lijnnummers voor het eerst ter sprake kwamen. Tijdens opzoekingen voor een van onze dossiers, en niet alleen op het internet, waren we allerlei tegenstrijdigheden tegengekomen, niet in het minst met betrekking tot die vermaledijde lijnnummers. En dat terwijl we daar, intern dan, zelf gebruik van maken om onze documentatie op een gestroomlijnde manier te kunnen ordenen. Om het nog gekker te maken kwam daar de grote discrepantie bij tussen de 19e en 20e eeuwse lijnnummers. Gelijk beseften we dat dit ons heel wat parten kon spelen, zeker wanneer nieuwe documentatie tegen beter weten in op het verkeerde nummer terecht zou komen. Uiteindelijk besloten we al die missers op te lijsten, een soort richtsnoer als je wilt, en ze stap voor stap op onze website te plaatsen, zij het op een discrete plek, niet bereikbaar via de keuzebalk. En zo geschiedde. Tot we na verloop van tijd mochten vaststellen dat deze verdoken pagina ondanks alles regelmatig geraadpleegd werd en er dus zeker belangstelling voor was. Hiermee was de laatste weerstand gebroken en werd ‘lijnnummers’ rechtstreeks bereikbaar op de onthaalpagina (home).
Gaandeweg is dit al bij al ondergeschikte thema geëvolueerd van louter opsommend naar historisch-analytisch, waarbij van een bepaald lijnnummer desgevallend het meervoudig gebruik wordt overlopen, vanaf 1900 tot nu (of tot de finale opbraak). Wel komen de betrokken spoorlijnen hier evengoed ter sprake, zij het vrij summier. Al deze gegevens worden een voor een opgezocht en gestaafd door liefst meer dan één officieel of betrouwbaar document, en dat voor een zo correct mogelijke reconstructie. Daar we niet over alle historische documenten kunnen beschikken is deze werkwijze evenwel niet waterdicht en moeten we tussendoor meer dan eens een en ander bijwerken. Intussen zijn we bij sommige lijnen stelselmatig gaan uitbreiden naar de sleutelmomenten in hun geschiedenis, al is het lijnnummer hier nog steeds de essentiële leidraad.
En ja, nog steeds stuiten we op onvoorstelbare tot absurde toestanden in de lijnnummering zelf. Met op kop de inmiddels gekende distorsie tussen de reizigerstabellen, die van de goederendiensten en de ‘officiële’ lijnnummers. Of nog de omwisseling van tabelnummers in de beginperiode van het huidige systeem, althans in bepaalde regio’s. En dan zijn er nog die ‘ongebruikte’ nummers! Om die enkele maar te noemen. Genoeg voer dus voor rasechte lijnnummerfreaks.
Het is al ruim een half jaar geleden dat ons dossier over lijn 138 werd opgestart. Eindelijk, want het zat al enkele jaren een beetje als een blok aan ons been hierop te wachten. Maar waarom nog langer uitstellen? De meeste gegevens hadden we immers al binnen – dachten we. Zeven maanden later weten we wel beter. In die mate dat we ons verplicht zagen dit dossier eerst in twee, maar al gauw in drie delen op te splitsen (138, MC en 138A). Inmiddels hebben we het eerste kunnen afwerken – eindelijk! Allicht tot vreugde van hen die het ons niet meteen in dank afnemen dat we zo lang zo’n groot deel van onze energie in dat ene dossier stopten. Maar wat wil je. Eens de machine in gang is valt ze nog moeilijk te stoppen. En ze later opnieuw opstarten is niet vanzelfsprekend daar wie er mee bezig was al wat inmiddels vergaard werd opnieuw moet afstoffen en terug instuderen, jawel. Hoe dan ook, nu dit eerste dossier afgewerkt is duwen we even op de pauzeknop, maar niet te lang. Dat van lijn 138A daarentegen is van een ander gehalte, en kan gerust wat later aangepakt worden. Wat ons mogelijk de gelegenheid zal geven nog eens tot ginder te gaan – en in het voorbijgaan hier en daar iets na te trekken (double check) over, jawel, het zopas afgewerkte eerste deel. Verwacht dan ook niet meteen witte rook, toch niet voor dit najaar. We werken liever secuur en grondig dan rap-rap iets af te haspelen om de goegemeente te plezieren, en dat later toch herdaan moet worden.
Gelijk met het gat dat onvermijdelijk volgde op de afwerking van dossier 138, halfweg deze zomer, kwamen we op het idee om dit meteen op te vullen met, voor het derde jaar op rij, een ‘zomers’ thema - na de reis door regionaal Frankrijk in 2022 en de korte verkenning van de Parenzana (Istrië) in 2023. Niet dat beide thema’s veel belangstelling mochten oogsten, ondanks of precies door hun toeristisch-spoors karakter, maar we zitten hier wel met een aantal buitenlandse reportages met heel wat beeldmateriaal waar anders niemand iets aan heeft. Om niet zoals de meesten de verzengende hitte in het zuiden te gaan opzoeken zochten we uiteindelijk wat afkoeling in het Zweedse ‘hoge’ noorden – virtueel dan. Het eerste idee om ons te beperken tot een opeenvolging van beelden met hooguit plaats en datum lieten we al gauw varen. Er was immers te veel dat ons waardevol genoeg leek over een gebied dat weinig bekend is en waarover al bij al toch heel wat aan te stippen valt, zowel onderweg als over de spoorlijn zelf. En ja, meteen gingen we weer aan de slag. Van de regen in de drop? Niet echt. Vergeleken met het dossier van lijn 138 is het onderzoek naar de verre Inlandsbanan al bij al een makkie. Echt waar! We zijn trouwens al tot de Noordpoolcirkel geraakt. Nu nog ‘slechts’ 107 km te gaan van de in totaal 746 km tot Gällivare. Goede reis!
Railations, 21 augustus 2024
JUNI 2024
Hebben we niet te veel hooi op onze vork genomen? Dit is het gevoel dat ons soms bekruipt wanneer we weer eens in ons dossier van lijn 138 duiken. Zeker, we wisten dat het complex zou zijn, maar niet dat we onderweg nog zoveel meer zouden vinden. Een paar kleine ontdekkingen, dat wel, maar ook puzzelstukjes die gaandeweg tot een groter geheel samenvielen, niet in het minst over die mysterieuze MC (Morialmé-Châtelineau) waar anders zo weinig over te vinden is. En dat vooral dankzij de onverhoopte verrijzenis van de website Cartesius die zo lang onbereikbaar was, wat ons meteen toeliet allerlei oude documenten te raadplegen. Niet alleen topografische kaarten, maar ook luchtfoto’s en zelfs gemeentelijke perceelplannen, met daarop – jawel – enkele MC-stationnetjes, op een soms heel verrassende locatie, zwart op wit! Ook het mogelijk hypothetische MC-tracé doorheen Gerpinnes hebben we aan deze website te danken. Maar hoe meer we zochten, hoe meer aanwijzingen we vonden dat dit spoorwegtracé toch niet hypothetisch maar wel heel kortstondig moet geweest zijn. De rest van het MC-tracé kenden we al, maar ditmaal dankzij ons eigen kaartmateriaal, of gewoon met wat geluk zoals bij Hanzinelle of nog verderop, bij het station Oret. Daar zijn we vandaag beland, met de vraag hoe dit kluwen zo aanschouwelijk mogelijk te brengen. Want inmiddels zijn we tot de slotsom gekomen dat we niet anders meer kunnen dan dit dossier te splitsen, en dat terwijl Est-Belge (de latere lijn 138) en Morialmé-Châtelineau (MC) innig verweven zijn en blijven, met heel veel interferenties tussen beide. Toch is dit MC-dossier een must geworden, niet in het minst omdat daar zo weinig over geweten is - of toch over geschreven en/of gepubliceerd. Al zal dit dossier noodgedwongen beperkt blijven tot de reeds bekende MC-saga, maar vooral het vergeten spoorwegtracé en de al even vergeten stationnetjes. Maar verder niets over het materieel en de exploitatie. En of dit alles nog niet genoeg was moeten we nu al nóg een bijkomend dossier in overweging nemen, namelijk over het baanvak Florennes-Givet, de latere lijn 138A, virtueel afgesplitst in 1912, officieel pas decennia later, na WO2, terwijl het einde al in de sterren geschreven stond. Anders wordt het echt te veel. Maar zoals het er nu voorstaat wordt dit een opdracht voor ten vroegste dit najaar, mogelijk zelfs later…
Dan de lijnnummers. Een grondig gewetensonderzoek heeft ons doen besluiten de genummerde restlijnen niet langer als dusdanig in ons overzicht op te nemen, kwestie van het risico op verwarring te vermijden die we vaker tegenkomen op het internet. Daar worden voormalige hoofdlijnen en restlijntjes meer dan eens lustig door elkaar gehaspeld, zonder veel kennis of inzicht in de evolutie van het spoorwegnet – denk maar aan het doodleuk toewijzen van al lang verdwenen spoorlijnen uit de 20e eeuw aan het pas in 2005 opgerichte Infrabel. Bedenk dan dat deze restlijnen inmiddels zo goed als allemaal verdwenen zijn, met inbegrip van hun al bij al tijdelijke lijnnummers. Door deze te blijven vermelden, zelfs met de noodzakelijke verwijzing, creëer je de verkeerde indruk dat dit aparte spoorlijnen zijn, enkel en alleen al door dat andere lijnnummer. Toch mogen we het verleden niet weggommen, en dus blijven we deze restlijnen vermelden, zij het elk bij het oorspronkelijke lijnnummer.
Wie geen boodschap heeft aan lijn 138 en nog minder aan die vermaledijde lijnnummers kunnen we geruststellen: tussendoor wordt wel degelijk verder gewerkt aan andere items, zoals o.m. statige bogen, oude stelplaatsen, buurtspoor over water, en heel binnenkort zelfs een heuse spookstation, om die enkele maar te noemen. En neen, we kunnen niet alles tegelijk, daarvoor is ons ‘aanbod’ te wijd vertakt. En ja, sommige thema’s raken achterop of zelfs helemaal in de vergetelheid. Maar dat is nu eenmaal de keerzijde van de medaille voor een website die volledig met eigen middelen wordt opgebouwd. Daar is geen ontkomen aan. Je moet dan ook niet verwonderd zijn dat we amper de tijd vinden om zo nu en dan een paar van onze meer dan 90 pagina’s na te kijken, enigszins te actualiseren, eventueel aan te vullen of zelfs te herschikken. Toch gebeurt zo’n grondige aanpak wel degelijk, zij het heel af en toe, doorgaans op een minder druk moment of in een vlaag van opborrelende ijver, zoals onlangs nog met onze infopagina, of anderhalf jaar geleden met het dossier Nivelles-Virginal. Daartegenover staan dan weer heel wat thema’s die enige actualisering vragen, soms met toestanden die inmiddels al even voltooid verleden tijd zijn. Maar ja, wat doe je eraan?
Al een geluk dat we correspondenten hebben die af en toe in hun pen kruipen of zelfs actuele beelden doorsturen, zoals onlangs nog voor Halluin en Smuid. Hun bijdrage is voor ons van onschatbare waarde, en we kunnen hen hierbij niet genoeg bedanken.
Railations, 17 juni 2024
Hebben we niet te veel hooi op onze vork genomen? Dit is het gevoel dat ons soms bekruipt wanneer we weer eens in ons dossier van lijn 138 duiken. Zeker, we wisten dat het complex zou zijn, maar niet dat we onderweg nog zoveel meer zouden vinden. Een paar kleine ontdekkingen, dat wel, maar ook puzzelstukjes die gaandeweg tot een groter geheel samenvielen, niet in het minst over die mysterieuze MC (Morialmé-Châtelineau) waar anders zo weinig over te vinden is. En dat vooral dankzij de onverhoopte verrijzenis van de website Cartesius die zo lang onbereikbaar was, wat ons meteen toeliet allerlei oude documenten te raadplegen. Niet alleen topografische kaarten, maar ook luchtfoto’s en zelfs gemeentelijke perceelplannen, met daarop – jawel – enkele MC-stationnetjes, op een soms heel verrassende locatie, zwart op wit! Ook het mogelijk hypothetische MC-tracé doorheen Gerpinnes hebben we aan deze website te danken. Maar hoe meer we zochten, hoe meer aanwijzingen we vonden dat dit spoorwegtracé toch niet hypothetisch maar wel heel kortstondig moet geweest zijn. De rest van het MC-tracé kenden we al, maar ditmaal dankzij ons eigen kaartmateriaal, of gewoon met wat geluk zoals bij Hanzinelle of nog verderop, bij het station Oret. Daar zijn we vandaag beland, met de vraag hoe dit kluwen zo aanschouwelijk mogelijk te brengen. Want inmiddels zijn we tot de slotsom gekomen dat we niet anders meer kunnen dan dit dossier te splitsen, en dat terwijl Est-Belge (de latere lijn 138) en Morialmé-Châtelineau (MC) innig verweven zijn en blijven, met heel veel interferenties tussen beide. Toch is dit MC-dossier een must geworden, niet in het minst omdat daar zo weinig over geweten is - of toch over geschreven en/of gepubliceerd. Al zal dit dossier noodgedwongen beperkt blijven tot de reeds bekende MC-saga, maar vooral het vergeten spoorwegtracé en de al even vergeten stationnetjes. Maar verder niets over het materieel en de exploitatie. En of dit alles nog niet genoeg was moeten we nu al nóg een bijkomend dossier in overweging nemen, namelijk over het baanvak Florennes-Givet, de latere lijn 138A, virtueel afgesplitst in 1912, officieel pas decennia later, na WO2, terwijl het einde al in de sterren geschreven stond. Anders wordt het echt te veel. Maar zoals het er nu voorstaat wordt dit een opdracht voor ten vroegste dit najaar, mogelijk zelfs later…
Dan de lijnnummers. Een grondig gewetensonderzoek heeft ons doen besluiten de genummerde restlijnen niet langer als dusdanig in ons overzicht op te nemen, kwestie van het risico op verwarring te vermijden die we vaker tegenkomen op het internet. Daar worden voormalige hoofdlijnen en restlijntjes meer dan eens lustig door elkaar gehaspeld, zonder veel kennis of inzicht in de evolutie van het spoorwegnet – denk maar aan het doodleuk toewijzen van al lang verdwenen spoorlijnen uit de 20e eeuw aan het pas in 2005 opgerichte Infrabel. Bedenk dan dat deze restlijnen inmiddels zo goed als allemaal verdwenen zijn, met inbegrip van hun al bij al tijdelijke lijnnummers. Door deze te blijven vermelden, zelfs met de noodzakelijke verwijzing, creëer je de verkeerde indruk dat dit aparte spoorlijnen zijn, enkel en alleen al door dat andere lijnnummer. Toch mogen we het verleden niet weggommen, en dus blijven we deze restlijnen vermelden, zij het elk bij het oorspronkelijke lijnnummer.
Wie geen boodschap heeft aan lijn 138 en nog minder aan die vermaledijde lijnnummers kunnen we geruststellen: tussendoor wordt wel degelijk verder gewerkt aan andere items, zoals o.m. statige bogen, oude stelplaatsen, buurtspoor over water, en heel binnenkort zelfs een heuse spookstation, om die enkele maar te noemen. En neen, we kunnen niet alles tegelijk, daarvoor is ons ‘aanbod’ te wijd vertakt. En ja, sommige thema’s raken achterop of zelfs helemaal in de vergetelheid. Maar dat is nu eenmaal de keerzijde van de medaille voor een website die volledig met eigen middelen wordt opgebouwd. Daar is geen ontkomen aan. Je moet dan ook niet verwonderd zijn dat we amper de tijd vinden om zo nu en dan een paar van onze meer dan 90 pagina’s na te kijken, enigszins te actualiseren, eventueel aan te vullen of zelfs te herschikken. Toch gebeurt zo’n grondige aanpak wel degelijk, zij het heel af en toe, doorgaans op een minder druk moment of in een vlaag van opborrelende ijver, zoals onlangs nog met onze infopagina, of anderhalf jaar geleden met het dossier Nivelles-Virginal. Daartegenover staan dan weer heel wat thema’s die enige actualisering vragen, soms met toestanden die inmiddels al even voltooid verleden tijd zijn. Maar ja, wat doe je eraan?
Al een geluk dat we correspondenten hebben die af en toe in hun pen kruipen of zelfs actuele beelden doorsturen, zoals onlangs nog voor Halluin en Smuid. Hun bijdrage is voor ons van onschatbare waarde, en we kunnen hen hierbij niet genoeg bedanken.
Railations, 17 juni 2024
MEI 2024
Al drie lange maanden dat Châtelineau-Givet het leeuwendeel van onze aandacht trekt. En het is nog niet gedaan. Neen, we werken daar niet dag en nacht aan. Maar toch… Inmiddels zijn we eindelijk voorbij Hanzinne geraakt, in een amper bewoond en heel verlaten gebied, waar het goed zoeken is om toch maar iets van het oude spoorwegtracé terug te vinden. Toch is het daar, en ook verderop, dat we destijds de interessantste ontdekkingen deden. Ook al was dat 14 jaar geleden, toch is er zo te zien amper iets veranderd: het gebied ligt er nog steeds even verlaten bij en een verlenging van de asfaltpiste voorbij Gerpinnes is zo te zien niet aan de orde. Meer vertellen we er niet over: binnenkort volgt meer. Waarom het niet sneller gaat? Die vraag hebben we al vaker op ons bord gekregen - zie eerdere ‘Tussenstanden’. Toch wel dit: ondanks heel wat zoekwerk valt er op het net en elders bitter weinig te vinden over lijn 138. Precies of deze dubbele tak van het knooppunt Florennes weinigen kan begeesteren, zelfs niet of amper op het vlak van de exploitatie. Of is dit verhaal misschien te complex? Alvast een van de redenen waarom we het telkens weer uitgesteld hebben. Bovendien kunnen we niet overal tegelijk zijn, kunnen we onmogelijk op de hoogte zijn van elke nieuwe publicatie over dit specifieke onderdeel, als die er al is, en zou een zoektocht via plaatselijke archieven inderdaad heel wat meer kunnen opleveren, maar dan mits bergen monnikenwerk. Dus blijven we focussen op de vaste installaties en/of de restanten ervan, en daarvoor zijn terreinonderzoek en kaartstudie nog steeds de beste en meest betrouwbare bronnen.
En ja, andere thema’s blijven in de coulissen almaar stof vergaren. Toch hebben we weer enkele items bijeen om onze rubrieken 'statige bogen' en ‘buurtspoor over het water’ verder aan te vullen. Ook voor de oude stelplaatsen blijft na Edingen nog een handvol locaties over, terwijl een aantal andere duidelijk aan opfrissing of actualisering toe is. Daarnaast blijft een tiental over dat nog bezocht moet worden, maar deze liggen zodanig verspreid dat een systematische verkenning alleen haalbaar is in combinatie met andere thema’s, afgezien dan van de stelplaatsen in de stedelijke agglomeraties die we totnogtoe aan de kant hielden. Anderzijds denken we nu ook aan al langer verdwenen stelplaatsen, al is dit vooralsnog louter toekomstmuziek. Bedenk wel dat we totnogtoe al ruim 130 van deze oude stelplaatsen bezocht hebben…
De verdwenen stations dan, ruim een vijftigtal tot nu toe. Omdat dit aanvankelijk niet goed overkwam hebben we onlangs de volgorde ‘omgedraaid’ – per lijn ipv alfabetisch – wat beter afgestemd is op de spoorse realiteit. Inmiddels hebben we voor dit dossier een pauze ingelast om ons de gelegenheid te geven meer aandacht te besteden aan andere dossiers die stilaan aan een update of een herschikking toe zijn. Gelijk laat dit ons ook toe om na te gaan op welke manier we wat meer concrete informatie kunnen geven over al die verdwenen stations. Maar wees gerust, dit thema is zeker niet afgesloten. Later komt er nog.
Ondanks dit alles blijven we nog steeds denken aan nieuwe of vernieuwde rubrieken. Enerzijds omdat de tijd niet stilstaat en inmiddels weer nieuwe thema’s zijn komen opdagen. Maar ook omdat onze horizon verder reikt dan het kleine België en zijn grensgebieden, en we ook verderop heel wat materiaal hebben liggen. En er komt steeds maar bij. Wat dan? Een vluchtige blik naar onze ‘buitenlandse’ dossiers leert ons dat de belangstelling van de modale bezoeker hier opvallend beperkt blijft. Daar zijn genoeg verklaringen voor, niet in het minst omdat ook ‘anderen’ zich daarop gooien, denk maar aan o.m. Artouste, de regionale items in Frankrijk en de Parenzana. Moeten wij hier dan ons hoofd in het zand steken? Zeker niet. Te meer daar we in hoofdzaak focussen op oude infrastructuren, wat lang niet overal het geval is, zodat we toch enigszins het verschil kunnen maken.
Een andere of meer creatieve aanpak dan maar? Ook voor sommige andere thema’s? Waarom niet?
Railations, 6 mei 2024
Al drie lange maanden dat Châtelineau-Givet het leeuwendeel van onze aandacht trekt. En het is nog niet gedaan. Neen, we werken daar niet dag en nacht aan. Maar toch… Inmiddels zijn we eindelijk voorbij Hanzinne geraakt, in een amper bewoond en heel verlaten gebied, waar het goed zoeken is om toch maar iets van het oude spoorwegtracé terug te vinden. Toch is het daar, en ook verderop, dat we destijds de interessantste ontdekkingen deden. Ook al was dat 14 jaar geleden, toch is er zo te zien amper iets veranderd: het gebied ligt er nog steeds even verlaten bij en een verlenging van de asfaltpiste voorbij Gerpinnes is zo te zien niet aan de orde. Meer vertellen we er niet over: binnenkort volgt meer. Waarom het niet sneller gaat? Die vraag hebben we al vaker op ons bord gekregen - zie eerdere ‘Tussenstanden’. Toch wel dit: ondanks heel wat zoekwerk valt er op het net en elders bitter weinig te vinden over lijn 138. Precies of deze dubbele tak van het knooppunt Florennes weinigen kan begeesteren, zelfs niet of amper op het vlak van de exploitatie. Of is dit verhaal misschien te complex? Alvast een van de redenen waarom we het telkens weer uitgesteld hebben. Bovendien kunnen we niet overal tegelijk zijn, kunnen we onmogelijk op de hoogte zijn van elke nieuwe publicatie over dit specifieke onderdeel, als die er al is, en zou een zoektocht via plaatselijke archieven inderdaad heel wat meer kunnen opleveren, maar dan mits bergen monnikenwerk. Dus blijven we focussen op de vaste installaties en/of de restanten ervan, en daarvoor zijn terreinonderzoek en kaartstudie nog steeds de beste en meest betrouwbare bronnen.
En ja, andere thema’s blijven in de coulissen almaar stof vergaren. Toch hebben we weer enkele items bijeen om onze rubrieken 'statige bogen' en ‘buurtspoor over het water’ verder aan te vullen. Ook voor de oude stelplaatsen blijft na Edingen nog een handvol locaties over, terwijl een aantal andere duidelijk aan opfrissing of actualisering toe is. Daarnaast blijft een tiental over dat nog bezocht moet worden, maar deze liggen zodanig verspreid dat een systematische verkenning alleen haalbaar is in combinatie met andere thema’s, afgezien dan van de stelplaatsen in de stedelijke agglomeraties die we totnogtoe aan de kant hielden. Anderzijds denken we nu ook aan al langer verdwenen stelplaatsen, al is dit vooralsnog louter toekomstmuziek. Bedenk wel dat we totnogtoe al ruim 130 van deze oude stelplaatsen bezocht hebben…
De verdwenen stations dan, ruim een vijftigtal tot nu toe. Omdat dit aanvankelijk niet goed overkwam hebben we onlangs de volgorde ‘omgedraaid’ – per lijn ipv alfabetisch – wat beter afgestemd is op de spoorse realiteit. Inmiddels hebben we voor dit dossier een pauze ingelast om ons de gelegenheid te geven meer aandacht te besteden aan andere dossiers die stilaan aan een update of een herschikking toe zijn. Gelijk laat dit ons ook toe om na te gaan op welke manier we wat meer concrete informatie kunnen geven over al die verdwenen stations. Maar wees gerust, dit thema is zeker niet afgesloten. Later komt er nog.
Ondanks dit alles blijven we nog steeds denken aan nieuwe of vernieuwde rubrieken. Enerzijds omdat de tijd niet stilstaat en inmiddels weer nieuwe thema’s zijn komen opdagen. Maar ook omdat onze horizon verder reikt dan het kleine België en zijn grensgebieden, en we ook verderop heel wat materiaal hebben liggen. En er komt steeds maar bij. Wat dan? Een vluchtige blik naar onze ‘buitenlandse’ dossiers leert ons dat de belangstelling van de modale bezoeker hier opvallend beperkt blijft. Daar zijn genoeg verklaringen voor, niet in het minst omdat ook ‘anderen’ zich daarop gooien, denk maar aan o.m. Artouste, de regionale items in Frankrijk en de Parenzana. Moeten wij hier dan ons hoofd in het zand steken? Zeker niet. Te meer daar we in hoofdzaak focussen op oude infrastructuren, wat lang niet overal het geval is, zodat we toch enigszins het verschil kunnen maken.
Een andere of meer creatieve aanpak dan maar? Ook voor sommige andere thema’s? Waarom niet?
Railations, 6 mei 2024
MAART 2024
Na maandenlange afwezigheid is de website ‘Cartesius.be’ sinds begin maart opnieuw bereikbaar. Voor ons een uiterst waardevol instrument met tal van historisch en recenter kaartmateriaal waaruit we heel wat informatie kunnen putten, o.m. voor heel wat dossiers met enige historische inslag, in het bijzonder rond de spoorwegknoop van Florennes. Hoe dan ook, dit kon op geen beter tijdstip vallen, precies op het moment dat we verwoed probeerden het volgende hoofdstuk in ons dossier over lijn 138 enig gehalte te geven. Gelijk konden we hierdoor een tip van de sluier oplichten over het tracé en de stations van de mysterieuze MC-lijn, de voorloper van de latere spoorlijn Châtelineau-Givet. Een hele stap vooruit die ons toelaat wat meer klaarheid te brengen in dit complexe dossier, ook al blijven heel wat vragen vooralsnog onbeantwoord.
Hierbij kunnen we niet genoeg benadrukken hoe belangrijk al die kaarten wel zijn voor tal van onze dossiers. Al mogen we onze andere ankerpunten niet vergeten: het historisch beeldmateriaal (originele foto’s, zichtkaarten), tal van officiële en interne spoorwegdocumenten, en niet in het minst het terreinonderzoek – ter plaatse maar ook op luchtfoto, dit laatste evenwel onder voorbehoud. Toch moeten deze vier pijlers telkens opnieuw met de nodige scepsis aangewend worden omdat ze lang niet altijd hetzelfde verhaal vertellen. Zelfs het kaartmateriaal niet. Vergeten we niet dat ruim anderhalve eeuw geleden, ten tijde van de MC, de fotografie nog in haar kinderschoenen stond, de luchtfotografie nog moest worden 'uitgevonden', om nog maar te zwijgen van satellieten en digitale technieken. Wat betekent dat de inhoud van topografische kaarten op het terrein zelf moest worden vastgesteld en gemeten, en pas daarna overgetekend. Door deze omslachtige procedure beperkte een volgende uitgave zich doorgaans tot de meest relevante aanpassingen aan de voorgaande, waardoor de minder opvallende evoluties onder de radar bleven, ook op spoorwegvlak. Reden te meer dus om deze historische gegevens met de nodige voorzichtigheid aan te wenden, en voor lijn 138 is dat niet anders. Al een geluk dat sommige overblijfselen hier de tand des tijds trotseerden, maar toch.
En de externe informatie dan? Is er niet genoeg te vinden op het internet? Als je maar blijft zoeken…? Hier stelt zich echter een groot probleem qua geloofwaardigheid. Want zowel over de MC als over lijn 138 kwamen we nogal wat tegenstrijdige informatie tegen, in die mate zelfs dat op een welbepaald portaal de gegevens in de ene taal deze in de andere taal voor een groot deel tegenspraken! Begin dan maar het kaf van het koren te scheiden. Al bieden onze vier pijlers vaak genoeg een afdoend antwoord op zulke contradicties, en dus ook op het waarheidsgehalte van dergelijke informatie, laat staan op die informatiebronnen zelf.
Al bij al zijn we nog lang niet rond met lijn 138, en dat terwijl bijkomend bezoek ter plaatse stilaan onafwendbaar wordt voor we dit dossier tot een goed eind kunnen brengen. Wat ons evenwel niet doet vergeten dat ook nog andere items in de wachtrij staan. Op dat vlak bood de afgelopen maand februari een zekere afwisseling, ook al merk je dat niet altijd in het 'logboek' omdat doorlopende items zoals lijnnummers en verdwenen stations daarin zelden worden opgenomen. Daarnaast hebben we genoeg materie in ‘voorraad’ om dit nog geruime tijd vol te houden, als daar zijn: verdwenen stations, oude spoorweggebouwen, het vervolg op ‘statige bogen’, nog wat opvallende tunnels, oude (buurt)spoorwegtracés en stelplaatsen, en zo meer. En ja, intussen liggen verschillende rubrieken (regiospoor, kanalen…) al een tijdje stil terwijl een paar nieuwe thema’s vergeefs wachten op een plaatsje aan ons firmament. Vergeten zijn ze niet, maar je kan nu eenmaal niet alles tegelijk bolwerken. En bovendien zijn er prioriteiten, al was het maar om gewoon af te werken waar we mee bezig zijn.
Al zal dat voor Châtelineau-Givet niet voor meteen zijn…
Railations, 12 maart 2024
Na maandenlange afwezigheid is de website ‘Cartesius.be’ sinds begin maart opnieuw bereikbaar. Voor ons een uiterst waardevol instrument met tal van historisch en recenter kaartmateriaal waaruit we heel wat informatie kunnen putten, o.m. voor heel wat dossiers met enige historische inslag, in het bijzonder rond de spoorwegknoop van Florennes. Hoe dan ook, dit kon op geen beter tijdstip vallen, precies op het moment dat we verwoed probeerden het volgende hoofdstuk in ons dossier over lijn 138 enig gehalte te geven. Gelijk konden we hierdoor een tip van de sluier oplichten over het tracé en de stations van de mysterieuze MC-lijn, de voorloper van de latere spoorlijn Châtelineau-Givet. Een hele stap vooruit die ons toelaat wat meer klaarheid te brengen in dit complexe dossier, ook al blijven heel wat vragen vooralsnog onbeantwoord.
Hierbij kunnen we niet genoeg benadrukken hoe belangrijk al die kaarten wel zijn voor tal van onze dossiers. Al mogen we onze andere ankerpunten niet vergeten: het historisch beeldmateriaal (originele foto’s, zichtkaarten), tal van officiële en interne spoorwegdocumenten, en niet in het minst het terreinonderzoek – ter plaatse maar ook op luchtfoto, dit laatste evenwel onder voorbehoud. Toch moeten deze vier pijlers telkens opnieuw met de nodige scepsis aangewend worden omdat ze lang niet altijd hetzelfde verhaal vertellen. Zelfs het kaartmateriaal niet. Vergeten we niet dat ruim anderhalve eeuw geleden, ten tijde van de MC, de fotografie nog in haar kinderschoenen stond, de luchtfotografie nog moest worden 'uitgevonden', om nog maar te zwijgen van satellieten en digitale technieken. Wat betekent dat de inhoud van topografische kaarten op het terrein zelf moest worden vastgesteld en gemeten, en pas daarna overgetekend. Door deze omslachtige procedure beperkte een volgende uitgave zich doorgaans tot de meest relevante aanpassingen aan de voorgaande, waardoor de minder opvallende evoluties onder de radar bleven, ook op spoorwegvlak. Reden te meer dus om deze historische gegevens met de nodige voorzichtigheid aan te wenden, en voor lijn 138 is dat niet anders. Al een geluk dat sommige overblijfselen hier de tand des tijds trotseerden, maar toch.
En de externe informatie dan? Is er niet genoeg te vinden op het internet? Als je maar blijft zoeken…? Hier stelt zich echter een groot probleem qua geloofwaardigheid. Want zowel over de MC als over lijn 138 kwamen we nogal wat tegenstrijdige informatie tegen, in die mate zelfs dat op een welbepaald portaal de gegevens in de ene taal deze in de andere taal voor een groot deel tegenspraken! Begin dan maar het kaf van het koren te scheiden. Al bieden onze vier pijlers vaak genoeg een afdoend antwoord op zulke contradicties, en dus ook op het waarheidsgehalte van dergelijke informatie, laat staan op die informatiebronnen zelf.
Al bij al zijn we nog lang niet rond met lijn 138, en dat terwijl bijkomend bezoek ter plaatse stilaan onafwendbaar wordt voor we dit dossier tot een goed eind kunnen brengen. Wat ons evenwel niet doet vergeten dat ook nog andere items in de wachtrij staan. Op dat vlak bood de afgelopen maand februari een zekere afwisseling, ook al merk je dat niet altijd in het 'logboek' omdat doorlopende items zoals lijnnummers en verdwenen stations daarin zelden worden opgenomen. Daarnaast hebben we genoeg materie in ‘voorraad’ om dit nog geruime tijd vol te houden, als daar zijn: verdwenen stations, oude spoorweggebouwen, het vervolg op ‘statige bogen’, nog wat opvallende tunnels, oude (buurt)spoorwegtracés en stelplaatsen, en zo meer. En ja, intussen liggen verschillende rubrieken (regiospoor, kanalen…) al een tijdje stil terwijl een paar nieuwe thema’s vergeefs wachten op een plaatsje aan ons firmament. Vergeten zijn ze niet, maar je kan nu eenmaal niet alles tegelijk bolwerken. En bovendien zijn er prioriteiten, al was het maar om gewoon af te werken waar we mee bezig zijn.
Al zal dat voor Châtelineau-Givet niet voor meteen zijn…
Railations, 12 maart 2024
FEBRUARI 2024
Het moest er vroeg of laat van komen. Zo’n belangrijk dossier konden we niet eeuwig laten liggen. Te meer daar we ruim 90% van het materiaal al binnen bereik hebben, weliswaar nog niet behandeld. We hebben het uiteraard over de internationale spoorlijn van Châtelineau naar Givet, zoals ze oorspronkelijk heette, later gecatalogeerd als lijn 138 en vanaf WO ll opgesplitst in 138 en 138A. Meteen het laatste en zwaarste luik van het spoorwegknooppunt Florennes. Zwaar want behoorlijk complex, wat niet meteen blijkt uit de schaarse literatuur die we hierover konden vinden. Mogelijk bestaat er meer, maar daar konden we totnogtoe niet de hand op leggen. Zo ja, benieuwd of daarin over de infrastructuur zelf gerept zal worden. Sporenschema's allicht wel. Maar wat met de verschillende tracés? Alvast de reden waarom we zelf op onderzoek gingen, jaren geleden al. Maar ook waarom bijkomend terreinonderzoek nodig is om het geheel in goede orde te kunnen afronden. Het resultaat is zeker niet min, maar dat krijg je pas te zijner tijd op je bord. Hoe dan ook is lijn 138 het obligate sluitstuk van ons dossier over Florennes, en zoals gezegd het meest complexe. Enkele flarden vind je reeds bij de andere lijnen, vooral bij 151 en 136A, over de fameuze driehoek waarover in de ons gekende ‘literatuur’ nergens wat te vinden is. Dit en andere hiaten verklaren waarom dit dossier sowieso niet volledig zal zijn, maar zeker qua tracés maken we ons sterk dat we de essentie op het terrein zelf gelokaliseerd hebben. Zoals bij andere dossiers zal deze slechts heel stapsgewijs tot stand komen naargelang we documentatie en teksten klaar zullen hebben, maar ook de obligate plannetjes die we noodgedwongen zelf moeten realiseren. Eens zover zal lijn 138 wellicht een van de zwaarste dossiers zijn na Clabecq-Ecaussinnes en Gouvy-SanktVith, en het geheel rond Florennes ontegensprekelijk onze allerzwaarste.
Naast dit alles gaan onze andere (kleinere) projecten gewoon door. Zoals de verdere herwerking van enkele tunneldossiers, nu en dan een ‘nieuwe’ buurtspoorwegstelplaats, tussendoor een herwerkt of bijkomend lijnnummer, of nog een nieuwe foto uit ons uitgebreid archief. Precies dit laatste bracht ons op het spoor van een amper ontgonnen thema, dat van de verdwenen spoorwegstations (NMBS en andere), met tal van nooit eerder gepubliceerde foto’s - naast enkele andere die voordien al onze pagina’s haalden. Vandaar het idee om er een apart dossier aan te wijden, zij het enkel met fotomateriaal, alfabetisch gerangschikt, met stationsnaam, lijnnummer en datum als enige uitleg. Een eerste reeks van 9 foto’s kreeg al gauw de nodige belangstelling en werd meteen gevolgd door verdere aanvullingen, met op dit ogenblik toch al 18 foto’s op de teller. Hebben we dan echt niet méér te bieden? Toch wel, maar de meeste van die documenten moeten eerst nog gescand en dan bijgewerkt worden om ze enigszins presentabel te maken. En dat vraagt behoorlijk wat tijd. Vandaar. Ook hier dus: geduld. Daarnaast zou Railations Railations niet zijn moest het concept al enigszins worden bijgesteld omdat bepaalde foto’s echt om een minimum aan duiding vragen. Vandaar dat sterretje bij sommige, om onderaan in telegramstijl een en ander te verduidelijken of nog te verwijzen naar een andere pagina. Bovendien rijst nu al de vraag of die alfabetische volgorde wel de goede werkwijze is. Waarom niet per lijnnummer? Of nog per provincie? Of nog… Je ziet het, discussiestof genoeg. Tot nader bericht houden we het alfabetisch. Daarna zien we wel.
En dan zijn er nog die andere dossiers die vergeefs om onze aandacht smeken. We gaan ze hier niet nog eens opsommen, niet in het minst omdat lijn 138 ze momenteel opzij duwt. Toch zijn er enkele aanvullende items die niet zoveel werk behoeven en tussendoor best eens van onder het stof gehaald worden, o.m. voor de zeer succesvolle rubriek ‘vergeten sporen’, maar ook elders. Genoeg intenties dus, en soms brengt dit naast flink wat teleurstelling (ook voor ons) een of andere verrassing op.
Afwachten dus.
Railations, 3 februari 2024
Het moest er vroeg of laat van komen. Zo’n belangrijk dossier konden we niet eeuwig laten liggen. Te meer daar we ruim 90% van het materiaal al binnen bereik hebben, weliswaar nog niet behandeld. We hebben het uiteraard over de internationale spoorlijn van Châtelineau naar Givet, zoals ze oorspronkelijk heette, later gecatalogeerd als lijn 138 en vanaf WO ll opgesplitst in 138 en 138A. Meteen het laatste en zwaarste luik van het spoorwegknooppunt Florennes. Zwaar want behoorlijk complex, wat niet meteen blijkt uit de schaarse literatuur die we hierover konden vinden. Mogelijk bestaat er meer, maar daar konden we totnogtoe niet de hand op leggen. Zo ja, benieuwd of daarin over de infrastructuur zelf gerept zal worden. Sporenschema's allicht wel. Maar wat met de verschillende tracés? Alvast de reden waarom we zelf op onderzoek gingen, jaren geleden al. Maar ook waarom bijkomend terreinonderzoek nodig is om het geheel in goede orde te kunnen afronden. Het resultaat is zeker niet min, maar dat krijg je pas te zijner tijd op je bord. Hoe dan ook is lijn 138 het obligate sluitstuk van ons dossier over Florennes, en zoals gezegd het meest complexe. Enkele flarden vind je reeds bij de andere lijnen, vooral bij 151 en 136A, over de fameuze driehoek waarover in de ons gekende ‘literatuur’ nergens wat te vinden is. Dit en andere hiaten verklaren waarom dit dossier sowieso niet volledig zal zijn, maar zeker qua tracés maken we ons sterk dat we de essentie op het terrein zelf gelokaliseerd hebben. Zoals bij andere dossiers zal deze slechts heel stapsgewijs tot stand komen naargelang we documentatie en teksten klaar zullen hebben, maar ook de obligate plannetjes die we noodgedwongen zelf moeten realiseren. Eens zover zal lijn 138 wellicht een van de zwaarste dossiers zijn na Clabecq-Ecaussinnes en Gouvy-SanktVith, en het geheel rond Florennes ontegensprekelijk onze allerzwaarste.
Naast dit alles gaan onze andere (kleinere) projecten gewoon door. Zoals de verdere herwerking van enkele tunneldossiers, nu en dan een ‘nieuwe’ buurtspoorwegstelplaats, tussendoor een herwerkt of bijkomend lijnnummer, of nog een nieuwe foto uit ons uitgebreid archief. Precies dit laatste bracht ons op het spoor van een amper ontgonnen thema, dat van de verdwenen spoorwegstations (NMBS en andere), met tal van nooit eerder gepubliceerde foto’s - naast enkele andere die voordien al onze pagina’s haalden. Vandaar het idee om er een apart dossier aan te wijden, zij het enkel met fotomateriaal, alfabetisch gerangschikt, met stationsnaam, lijnnummer en datum als enige uitleg. Een eerste reeks van 9 foto’s kreeg al gauw de nodige belangstelling en werd meteen gevolgd door verdere aanvullingen, met op dit ogenblik toch al 18 foto’s op de teller. Hebben we dan echt niet méér te bieden? Toch wel, maar de meeste van die documenten moeten eerst nog gescand en dan bijgewerkt worden om ze enigszins presentabel te maken. En dat vraagt behoorlijk wat tijd. Vandaar. Ook hier dus: geduld. Daarnaast zou Railations Railations niet zijn moest het concept al enigszins worden bijgesteld omdat bepaalde foto’s echt om een minimum aan duiding vragen. Vandaar dat sterretje bij sommige, om onderaan in telegramstijl een en ander te verduidelijken of nog te verwijzen naar een andere pagina. Bovendien rijst nu al de vraag of die alfabetische volgorde wel de goede werkwijze is. Waarom niet per lijnnummer? Of nog per provincie? Of nog… Je ziet het, discussiestof genoeg. Tot nader bericht houden we het alfabetisch. Daarna zien we wel.
En dan zijn er nog die andere dossiers die vergeefs om onze aandacht smeken. We gaan ze hier niet nog eens opsommen, niet in het minst omdat lijn 138 ze momenteel opzij duwt. Toch zijn er enkele aanvullende items die niet zoveel werk behoeven en tussendoor best eens van onder het stof gehaald worden, o.m. voor de zeer succesvolle rubriek ‘vergeten sporen’, maar ook elders. Genoeg intenties dus, en soms brengt dit naast flink wat teleurstelling (ook voor ons) een of andere verrassing op.
Afwachten dus.
Railations, 3 februari 2024
DECEMBER 2023
11 kaarsjes. Die hebben we nog maar pas uitgeblazen. Toch hebben we evenmin als vorig jaar de feestneus bovengehaald. Niet dat we in een sombere stemming zitten, al gaf het verzopen weer van de afgelopen herfst ons daar meer dan genoeg reden toe. Maar er is nu eenmaal ook leven buiten onze website, en daarin neemt Railations lang niet altijd de belangrijkste plaats in. Dat merk je o.m. aan heel wat intenties van de voorbije maanden (en jaren) en wat er uiteindelijk van terechtkwam. Toch zijn we, naast de grote viaducten (‘Statige bogen’), er in geslaagd om met Piéton-Leval een behoorlijk lijvig dossier van onder het stof te halen, hiertoe aangezet door een van de weinige verkenningsrondes van het jongste voorjaar (2023). De opvallende belangstelling voor ‘Statige bogen’ gaf ons het idee om deze formule door te trekken naar een subdossier ‘Verdwenen tunnels’. Liever dan alweer een nieuwe pagina op te starten hebben we dit thema ingekapseld in de hoofdrubriek ‘Oude spoorwegtunnels’ die sinds haar ontstaan 10 jaar geleden amper evolueerde en waarin we nu de klemtoon enigszins verleggen. Hierdoor ging binnen deze rubriek wel van alles aan het schuiven. Het resultaat vind je in de keuzebalk bovenaan, waarin enkele tunneldossiers plaats ruimden voor een paar nieuwkomers met daarin amper nieuwe items, maar wel een andere invalshoek. Al bij al weinig meer dan oude wijn in nieuwe zakken, zij het met een aantal updates – denk maar aan wat de jongste tijd gebeurde in Hombourg, Dalhem en Bohan. Maar of hier nu alles gezegd werd is verre van zeker. Afwachten dus.
Of er verder nog nieuwe dossiers op het getouw staan hangt van te veel factoren af om daarover nu al uitsluitsel te kunnen geven. Zo moesten we meer dan eens een mooie intentie weer inslikken omdat we op een niet onbelangrijke hiaat stootten die we niet zomaar met de beschikbare gegevens konden dichten. Soms moesten we hiervoor teruggrijpen naar een externe bron die echter op haar beurt moest worden nagetrokken om niet op het verkeerde spoor terecht te komen. Want met o.m. data, afstanden, afmetingen en beschrijvingen is de nodige voorzichtigheid geboden, niet in het minst omdat deze bron per bron nogal kunnen verschillen. Doe zelf maar de proef. En anders hebben we geen andere keus dan, waar mogelijk, een (nieuw) terreinonderzoek. Dit is alvast het geval voor het volgende hoofdstuk in het dossier Florennes, maar ook voor ons onderzoek naar het tracé van de oude buurtlijn Vossem-Tienen. Van haar kant is de saga rond het kanaal Brussel-Charleroi al een tijdje grijsgedraaid, maar hier gaan we na of we ons niet beter beperken tot één welbepaald onderdeel ervan.
Dit brengt ons op het langlopende project over de oude stelplaatsen dat de jongste tijd nogal wat vertraging opliep, niet in het minst bij gebrek aan nieuwe terreinverkenningen - ook al zijn sommige items aan een opfrissing toe. Let wel: op een handvol na hebben we van meet af aan meer dan 200 stelplaatsen – of toch de site ervan – eenduidig kunnen lokaliseren, zowel op oude kaarten als op recente luchtfoto’s. Maar vaak genoeg hebben we mogen ervaren dat op die manier lang niet alle restanten zomaar tot uiting komen. En dus blijft er niets anders over dan al dat moois één voor één ter plaatse te gaan opzoeken: meteen de reden waarom “het zo lang duurt”. En het is er nog niet mee gedaan! Zo hebben we nog maar pas een kleine ronde van het Waasland achter de rug. Niet dat daar nog veel overblijft, helaas, maar het bracht ons toch een handvol oude stelplaatsen op, waarvan de eerste al voor heel binnenkort is. Onlangs echter vroeg iemand ons of we ook niet kunnen focussen op al die compleet verdwenen locaties, kwestie van volledigheid! Bedenk dan eens hoeveel moeite het kost om in allerlei plaatselijke en andere archieven iets terug te vinden over één enkele van al die ruim een halve eeuw geleden verdwenen stelplaatsen…
In deze periode van oprechte wensen en vrome intenties hebben we nog eens onze wachtlijst doorgenomen… en dan weer opgeborgen. Liever dan ons vast te pinnen op een paar soms veraf gelegen projecten geven we er de voorkeur aan om aan te pakken en/of af te werken wat momenteel haalbaar en bereikbaar is. Met het volgende voorjaar voor de deur blijven we hopen op wat opportuniteiten en niet al te rot weer om enkele al lang geplande verkenningen uit het slop te halen en een paar andere af te ronden. Daarna zien we wel.
Met dit hoopvol vooruitzicht wensen we jullie een prettig maar sereen eindejaar toe.
Railations, 22 december 2023
11 kaarsjes. Die hebben we nog maar pas uitgeblazen. Toch hebben we evenmin als vorig jaar de feestneus bovengehaald. Niet dat we in een sombere stemming zitten, al gaf het verzopen weer van de afgelopen herfst ons daar meer dan genoeg reden toe. Maar er is nu eenmaal ook leven buiten onze website, en daarin neemt Railations lang niet altijd de belangrijkste plaats in. Dat merk je o.m. aan heel wat intenties van de voorbije maanden (en jaren) en wat er uiteindelijk van terechtkwam. Toch zijn we, naast de grote viaducten (‘Statige bogen’), er in geslaagd om met Piéton-Leval een behoorlijk lijvig dossier van onder het stof te halen, hiertoe aangezet door een van de weinige verkenningsrondes van het jongste voorjaar (2023). De opvallende belangstelling voor ‘Statige bogen’ gaf ons het idee om deze formule door te trekken naar een subdossier ‘Verdwenen tunnels’. Liever dan alweer een nieuwe pagina op te starten hebben we dit thema ingekapseld in de hoofdrubriek ‘Oude spoorwegtunnels’ die sinds haar ontstaan 10 jaar geleden amper evolueerde en waarin we nu de klemtoon enigszins verleggen. Hierdoor ging binnen deze rubriek wel van alles aan het schuiven. Het resultaat vind je in de keuzebalk bovenaan, waarin enkele tunneldossiers plaats ruimden voor een paar nieuwkomers met daarin amper nieuwe items, maar wel een andere invalshoek. Al bij al weinig meer dan oude wijn in nieuwe zakken, zij het met een aantal updates – denk maar aan wat de jongste tijd gebeurde in Hombourg, Dalhem en Bohan. Maar of hier nu alles gezegd werd is verre van zeker. Afwachten dus.
Of er verder nog nieuwe dossiers op het getouw staan hangt van te veel factoren af om daarover nu al uitsluitsel te kunnen geven. Zo moesten we meer dan eens een mooie intentie weer inslikken omdat we op een niet onbelangrijke hiaat stootten die we niet zomaar met de beschikbare gegevens konden dichten. Soms moesten we hiervoor teruggrijpen naar een externe bron die echter op haar beurt moest worden nagetrokken om niet op het verkeerde spoor terecht te komen. Want met o.m. data, afstanden, afmetingen en beschrijvingen is de nodige voorzichtigheid geboden, niet in het minst omdat deze bron per bron nogal kunnen verschillen. Doe zelf maar de proef. En anders hebben we geen andere keus dan, waar mogelijk, een (nieuw) terreinonderzoek. Dit is alvast het geval voor het volgende hoofdstuk in het dossier Florennes, maar ook voor ons onderzoek naar het tracé van de oude buurtlijn Vossem-Tienen. Van haar kant is de saga rond het kanaal Brussel-Charleroi al een tijdje grijsgedraaid, maar hier gaan we na of we ons niet beter beperken tot één welbepaald onderdeel ervan.
Dit brengt ons op het langlopende project over de oude stelplaatsen dat de jongste tijd nogal wat vertraging opliep, niet in het minst bij gebrek aan nieuwe terreinverkenningen - ook al zijn sommige items aan een opfrissing toe. Let wel: op een handvol na hebben we van meet af aan meer dan 200 stelplaatsen – of toch de site ervan – eenduidig kunnen lokaliseren, zowel op oude kaarten als op recente luchtfoto’s. Maar vaak genoeg hebben we mogen ervaren dat op die manier lang niet alle restanten zomaar tot uiting komen. En dus blijft er niets anders over dan al dat moois één voor één ter plaatse te gaan opzoeken: meteen de reden waarom “het zo lang duurt”. En het is er nog niet mee gedaan! Zo hebben we nog maar pas een kleine ronde van het Waasland achter de rug. Niet dat daar nog veel overblijft, helaas, maar het bracht ons toch een handvol oude stelplaatsen op, waarvan de eerste al voor heel binnenkort is. Onlangs echter vroeg iemand ons of we ook niet kunnen focussen op al die compleet verdwenen locaties, kwestie van volledigheid! Bedenk dan eens hoeveel moeite het kost om in allerlei plaatselijke en andere archieven iets terug te vinden over één enkele van al die ruim een halve eeuw geleden verdwenen stelplaatsen…
In deze periode van oprechte wensen en vrome intenties hebben we nog eens onze wachtlijst doorgenomen… en dan weer opgeborgen. Liever dan ons vast te pinnen op een paar soms veraf gelegen projecten geven we er de voorkeur aan om aan te pakken en/of af te werken wat momenteel haalbaar en bereikbaar is. Met het volgende voorjaar voor de deur blijven we hopen op wat opportuniteiten en niet al te rot weer om enkele al lang geplande verkenningen uit het slop te halen en een paar andere af te ronden. Daarna zien we wel.
Met dit hoopvol vooruitzicht wensen we jullie een prettig maar sereen eindejaar toe.
Railations, 22 december 2023
OKTOBER-NOVEMBER 2023
Amper drie maand na zijn lancering is ons dossier ‘spooktracés’ alweer verleden tijd. Of toch weer niet, vermits alleen de naam veranderde in ‘onvoltooide tracés’. Daar ging een stevige gedachtenwisseling aan vooraf omdat wij het gevoel hadden dat die vlag een verkeerde lading dekte, zeker wanneer men zou gaan denken dat we hiermee (buurt)spoorlijnen ter berde brengen die niet verder dan de tekentafel geraakten. Neen dus, wel integendeel. Want in dit dossier overlopen we een aantal lijnprojecten waarvan de grondwerken destijds opgestart of zelfs volledig uitgevoerd werden, maar waarop nooit sporen kwamen, en waarvan nog steeds restanten te vinden zijn. Een aantal ervan werd inmiddels al eens bezocht, een paar andere wachten nog op een eerste verkenning. Ook in de buurlanden vindt men trouwens dergelijke projecten, vooral dan (maar niet uitsluitend) in Frankrijk.
Voor de opstart van dit dossier hebben we ons evenwel beperkt tot een korte samenvatting van elk item, maar zonder illustraties, op een paar schema’s na. Dit omdat we het hoog tijd vonden om er eindelijk mee te starten, hoewel we om praktische redenen nog niet aan de verdere uitwerking toe zijn. Het resultaat is navenant, want totnogtoe bleef de belangstelling zo goed als uit. Niet geheel onverwacht, gezien de grote respons voor een flink aantal andere, rijk geïllustreerde dossiers, zoals Bohan en Maastricht-Vaals. Wie echt geïnteresseerd is in dit specifieke onderwerp zal dus nog het nodige geduld moeten opbrengen, niet in het minst omdat er nog andere prioriteiten zijn en we onszelf nu eenmaal niet kunnen voorbijsteken.
Een ander dossier dat weinig belangstelling oogst is dat van de Parenzana. Ligt Istrië misschien te ver van ons bed? Of bood dit lange en druk bezochte spoorwegtracé ondanks zijn 9 tunnels te weinig mysterie en avontuur? Wie zal het zeggen? Een verdere verkenning van dit tracé, zij het aan de hand van ‘externe’ documenten, hebben we dan maar weer opgeborgen en dit dossier gelijk afgesloten. Al bij al was de gelegenheid te mooi om zomaar te laten liggen. Bovendien is zij lang niet de enige, denk maar aan de Valnerina en Artouste, om die twee maar te noemen. Hoe dan ook, er komen er vast en zeker nog van dat slag.
En dan hebben we onze ‘statige bogen’, grote viaducten waarvan we aanvankelijk een twintigtal vonden met 7 openingen of (veel) meer. Met dat van Villers-la-Ville klokten we echter af op 27, tot nu toe toch. Wel zijn we tussendoor al begonnen met de eerste voorbereiding van een volgende reeks, nu met 5 of 6 bogen. Al is het ook hier nog een tijdje wachten.
Inmiddels werken we aan een grondige herschikking van onze pagina over de oude tunnels, met als blikvanger een inventaris van de verdwenen spoorwegtunnels in België, ruim een 15-tal. De meeste werden eerder al besproken, zij het behoorlijk lang geleden en in verspreide slagorde, waardoor ze al bij al amper opvielen. Met deze opfrissingsbeurt plaatsen we ze dus wat meer in het daglicht, ook al is dit maar figuurlijk.
Terwijl de echte herfst door de klimaatopwarming slechts heel schoorvoetend zijn intrede doet zijn we toch weer aan het plannen. Niet dat we dwingend op zoek moeten naar nieuwe onderwerpen, verre van, maar sommige locaties kunnen we maar best opzoeken voor het te laat is, wie weet. Zo zijn in Vlaanderen de nog in bedrijf zijnde voormalige NMVB-stelplaatsen aangeschoten wild, denken we maar aan wat reeds gebeurde met o.m. Tongeren, Kalken, O.L.V.-Tielt en Ieper. Tegelijk wordt het bij de NMBS door de tabula rasa almaar moeilijker om nog oude seinhuizen, wachthuisjes en goederenloodsen te vinden. Ook de (nog) niet-geasfalteerde spoorbeddingen die er in Wallonië nog te vinden zijn worden almaar schaarser. En dan mogen we niet vergeten dat er nog een paar onvoltooide buurtspoorwegtracés op ons programma staan (zie hoger). Een hele klus dus. Wat niet kan beletten dat zo nu en dan wat tussendoortjes opduiken: kleine godvergeten items uit ons archief of van recenter allooi die we totnogtoe over het hoofd zagen en waarvan sommige een plaatsje verdienen in ons almaar uitdijend Railations-bestand.
Maar dat merk je wel wanneer hun tijd gekomen is.
Railations, 30 oktober 2023
Amper drie maand na zijn lancering is ons dossier ‘spooktracés’ alweer verleden tijd. Of toch weer niet, vermits alleen de naam veranderde in ‘onvoltooide tracés’. Daar ging een stevige gedachtenwisseling aan vooraf omdat wij het gevoel hadden dat die vlag een verkeerde lading dekte, zeker wanneer men zou gaan denken dat we hiermee (buurt)spoorlijnen ter berde brengen die niet verder dan de tekentafel geraakten. Neen dus, wel integendeel. Want in dit dossier overlopen we een aantal lijnprojecten waarvan de grondwerken destijds opgestart of zelfs volledig uitgevoerd werden, maar waarop nooit sporen kwamen, en waarvan nog steeds restanten te vinden zijn. Een aantal ervan werd inmiddels al eens bezocht, een paar andere wachten nog op een eerste verkenning. Ook in de buurlanden vindt men trouwens dergelijke projecten, vooral dan (maar niet uitsluitend) in Frankrijk.
Voor de opstart van dit dossier hebben we ons evenwel beperkt tot een korte samenvatting van elk item, maar zonder illustraties, op een paar schema’s na. Dit omdat we het hoog tijd vonden om er eindelijk mee te starten, hoewel we om praktische redenen nog niet aan de verdere uitwerking toe zijn. Het resultaat is navenant, want totnogtoe bleef de belangstelling zo goed als uit. Niet geheel onverwacht, gezien de grote respons voor een flink aantal andere, rijk geïllustreerde dossiers, zoals Bohan en Maastricht-Vaals. Wie echt geïnteresseerd is in dit specifieke onderwerp zal dus nog het nodige geduld moeten opbrengen, niet in het minst omdat er nog andere prioriteiten zijn en we onszelf nu eenmaal niet kunnen voorbijsteken.
Een ander dossier dat weinig belangstelling oogst is dat van de Parenzana. Ligt Istrië misschien te ver van ons bed? Of bood dit lange en druk bezochte spoorwegtracé ondanks zijn 9 tunnels te weinig mysterie en avontuur? Wie zal het zeggen? Een verdere verkenning van dit tracé, zij het aan de hand van ‘externe’ documenten, hebben we dan maar weer opgeborgen en dit dossier gelijk afgesloten. Al bij al was de gelegenheid te mooi om zomaar te laten liggen. Bovendien is zij lang niet de enige, denk maar aan de Valnerina en Artouste, om die twee maar te noemen. Hoe dan ook, er komen er vast en zeker nog van dat slag.
En dan hebben we onze ‘statige bogen’, grote viaducten waarvan we aanvankelijk een twintigtal vonden met 7 openingen of (veel) meer. Met dat van Villers-la-Ville klokten we echter af op 27, tot nu toe toch. Wel zijn we tussendoor al begonnen met de eerste voorbereiding van een volgende reeks, nu met 5 of 6 bogen. Al is het ook hier nog een tijdje wachten.
Inmiddels werken we aan een grondige herschikking van onze pagina over de oude tunnels, met als blikvanger een inventaris van de verdwenen spoorwegtunnels in België, ruim een 15-tal. De meeste werden eerder al besproken, zij het behoorlijk lang geleden en in verspreide slagorde, waardoor ze al bij al amper opvielen. Met deze opfrissingsbeurt plaatsen we ze dus wat meer in het daglicht, ook al is dit maar figuurlijk.
Terwijl de echte herfst door de klimaatopwarming slechts heel schoorvoetend zijn intrede doet zijn we toch weer aan het plannen. Niet dat we dwingend op zoek moeten naar nieuwe onderwerpen, verre van, maar sommige locaties kunnen we maar best opzoeken voor het te laat is, wie weet. Zo zijn in Vlaanderen de nog in bedrijf zijnde voormalige NMVB-stelplaatsen aangeschoten wild, denken we maar aan wat reeds gebeurde met o.m. Tongeren, Kalken, O.L.V.-Tielt en Ieper. Tegelijk wordt het bij de NMBS door de tabula rasa almaar moeilijker om nog oude seinhuizen, wachthuisjes en goederenloodsen te vinden. Ook de (nog) niet-geasfalteerde spoorbeddingen die er in Wallonië nog te vinden zijn worden almaar schaarser. En dan mogen we niet vergeten dat er nog een paar onvoltooide buurtspoorwegtracés op ons programma staan (zie hoger). Een hele klus dus. Wat niet kan beletten dat zo nu en dan wat tussendoortjes opduiken: kleine godvergeten items uit ons archief of van recenter allooi die we totnogtoe over het hoofd zagen en waarvan sommige een plaatsje verdienen in ons almaar uitdijend Railations-bestand.
Maar dat merk je wel wanneer hun tijd gekomen is.
Railations, 30 oktober 2023
SEPTEMBER 2023
Met de herfst voor de deur breekt weer de tijd aan voor uitgekiende verkenningen. Niet dat deze in het hoogseizoen niet kunnen, maar zijn dan meestal ingegeven door vakantieomstandigheden of gewoon door toeval. Dit was o.a. het geval voor de Parenzana in Istrië, die enkelen van ons geheel onverwacht en onvoorbereid op hun bord kregen. Met als enige leidraad onduidelijke luchtbeelden, en hier en daar wat niet gelokaliseerde foto’s, dit alles op het internet. Toch slaagden zij er in om twee baanvakken te vinden die enkele tunnels en een paar kunstwerken te bieden hebben. Maar gelijk lieten ze een oud stationsgebouw en een andere tunnel aan hun neus voorbijgaan, gewoon bij gebrek aan eenduidig kaartmateriaal met voldoende informatie. Dit alles maakt duidelijk wat de zin en het nut zijn van een degelijke voorbereiding. Zelfs dan laten we meer dan eens interessante plekken links liggen, alweer bij gebrek aan informatie (zoals de brug van Arquennes), maar doen we evengoed onverwachte ontdekkingen, wat onze uitstap de nodige pit geeft. En ja, soms hebben we geen andere keus dan terug te keren naar wat we over het hoofd zagen. Naar Henegouwen of de Ardennen lukt nog wel. Maar zomaar terug naar Kroatië is een ander verhaal…
Het voorbije Belgische zomerweer was niet van die aard om uitgebreid op zoek te gaan naar deze of gene locatie – voor zover doenbaar – maar liet ons wel toe om enkele lopende dossiers verder aan te vullen of af te werken, in het bijzonder Piéton-Leval. Gelijk werden ook een paar nieuwe thema’s aangesneden, zoals het voordien al aangekondigde dossier over de Parenzana, dat wellicht zijn beslag zal krijgen in de eerste weken van oktober. Maar ook dat van de onafgewerkte spoorlijnen, onder de titel ‘Spooktracés’. Op zich geen nieuwigheid, gezien het aantal onvoltooide projecten dat hier reeds behandeld werd (zie o.m. Een spooklijn langs de Tarn). Wel zochten we naar een geschikte manier om al die andere op te lijsten die we totnogtoe niet konden verkennen, om welke reden ook, of waarover we amper informatie konden vinden. In eigen land vonden we voor de spoorwegen enkel nog de oorlogslijn Sankt Vith-Losheim, waarvan de eerste werken meteen weer stopgezet werden als gevolg van de wapenstilstand in november 1918. Voor de buurtspoorwegen daarentegen vonden we een zestal projecten, waarvan enkel Nivelles-Soignies voldoende stof opleverde om een omstandig dossier uit te werken. Hoewel voor de meeste van de vijf andere nog heel wat opzoekings- en verkenningswerk nodig is, kunnen we nu toch al enkele krachtlijnen neerpennen – iets wat je de komende tijd mag verwachten, in afwachting van ruimere informatie, voor zover we die inmiddels kunnen vinden. En dan is er nog de betrekkelijk lange lijst van gelijkaardige projecten in de buurlanden, vooral dan (maar niet uitsluitend) in zuidelijk Frankrijk. Maar hierover kunnen we ons vooralsnog niet uitspreken. Nog niet.
Tijd en middelen, het blijft een eeuwig refrein. Toch vinden we tussendoor wat tijd om hier en daar een item op te frissen of zelfs bij te werken, met onlangs nog de stelplaats Casteau, waar we vorig jaar de kans kregen om die ook eens van dichtbij te gaan bekijken. Ook andere locaties staan nog steeds op de wachtlijst en zullen vroeg of laat in dit lijvige dossier worden opgenomen. Nieuwe projecten zijn er genoeg, maar komen vooralsnog niet aan de bak, om steeds dezelfde reden. Toch hebben we ons voorgenomen om vanuit onze luie zetel eindelijk eens werk te maken van een goed gestoffeerde fotoreportage op een verlaten tracé ergens in zuidelijk Europa. Die foto’s werden al jaren geleden gemaakt en de informatie inmiddels vergaard, zodat we als het ware zo meteen zouden kunnen starten.
Waar wachten we dan nog op?
Railations, 13 september 2023
Met de herfst voor de deur breekt weer de tijd aan voor uitgekiende verkenningen. Niet dat deze in het hoogseizoen niet kunnen, maar zijn dan meestal ingegeven door vakantieomstandigheden of gewoon door toeval. Dit was o.a. het geval voor de Parenzana in Istrië, die enkelen van ons geheel onverwacht en onvoorbereid op hun bord kregen. Met als enige leidraad onduidelijke luchtbeelden, en hier en daar wat niet gelokaliseerde foto’s, dit alles op het internet. Toch slaagden zij er in om twee baanvakken te vinden die enkele tunnels en een paar kunstwerken te bieden hebben. Maar gelijk lieten ze een oud stationsgebouw en een andere tunnel aan hun neus voorbijgaan, gewoon bij gebrek aan eenduidig kaartmateriaal met voldoende informatie. Dit alles maakt duidelijk wat de zin en het nut zijn van een degelijke voorbereiding. Zelfs dan laten we meer dan eens interessante plekken links liggen, alweer bij gebrek aan informatie (zoals de brug van Arquennes), maar doen we evengoed onverwachte ontdekkingen, wat onze uitstap de nodige pit geeft. En ja, soms hebben we geen andere keus dan terug te keren naar wat we over het hoofd zagen. Naar Henegouwen of de Ardennen lukt nog wel. Maar zomaar terug naar Kroatië is een ander verhaal…
Het voorbije Belgische zomerweer was niet van die aard om uitgebreid op zoek te gaan naar deze of gene locatie – voor zover doenbaar – maar liet ons wel toe om enkele lopende dossiers verder aan te vullen of af te werken, in het bijzonder Piéton-Leval. Gelijk werden ook een paar nieuwe thema’s aangesneden, zoals het voordien al aangekondigde dossier over de Parenzana, dat wellicht zijn beslag zal krijgen in de eerste weken van oktober. Maar ook dat van de onafgewerkte spoorlijnen, onder de titel ‘Spooktracés’. Op zich geen nieuwigheid, gezien het aantal onvoltooide projecten dat hier reeds behandeld werd (zie o.m. Een spooklijn langs de Tarn). Wel zochten we naar een geschikte manier om al die andere op te lijsten die we totnogtoe niet konden verkennen, om welke reden ook, of waarover we amper informatie konden vinden. In eigen land vonden we voor de spoorwegen enkel nog de oorlogslijn Sankt Vith-Losheim, waarvan de eerste werken meteen weer stopgezet werden als gevolg van de wapenstilstand in november 1918. Voor de buurtspoorwegen daarentegen vonden we een zestal projecten, waarvan enkel Nivelles-Soignies voldoende stof opleverde om een omstandig dossier uit te werken. Hoewel voor de meeste van de vijf andere nog heel wat opzoekings- en verkenningswerk nodig is, kunnen we nu toch al enkele krachtlijnen neerpennen – iets wat je de komende tijd mag verwachten, in afwachting van ruimere informatie, voor zover we die inmiddels kunnen vinden. En dan is er nog de betrekkelijk lange lijst van gelijkaardige projecten in de buurlanden, vooral dan (maar niet uitsluitend) in zuidelijk Frankrijk. Maar hierover kunnen we ons vooralsnog niet uitspreken. Nog niet.
Tijd en middelen, het blijft een eeuwig refrein. Toch vinden we tussendoor wat tijd om hier en daar een item op te frissen of zelfs bij te werken, met onlangs nog de stelplaats Casteau, waar we vorig jaar de kans kregen om die ook eens van dichtbij te gaan bekijken. Ook andere locaties staan nog steeds op de wachtlijst en zullen vroeg of laat in dit lijvige dossier worden opgenomen. Nieuwe projecten zijn er genoeg, maar komen vooralsnog niet aan de bak, om steeds dezelfde reden. Toch hebben we ons voorgenomen om vanuit onze luie zetel eindelijk eens werk te maken van een goed gestoffeerde fotoreportage op een verlaten tracé ergens in zuidelijk Europa. Die foto’s werden al jaren geleden gemaakt en de informatie inmiddels vergaard, zodat we als het ware zo meteen zouden kunnen starten.
Waar wachten we dan nog op?
Railations, 13 september 2023
JUNI-JULI 2023
Ons dossier over de langste booggewelfviaducten op het Belgische spoornet nadert stilaan zijn voltooiing. Dachten we. Tot we er zopas nog twee ‘ontdekten’. Samen met de twee andere die we intussen ook al gevonden hadden brengt dit het totaal op 24. Opgestart einde februari (2023) leek dit dossier een eenvoudige klus, al moesten we hiervoor eerst nog een aantal verkenningen uitvoeren. Het pakte anders uit. Door het barslechte weer, andere prioriteiten en onvoorziene omstandigheden moesten we ons tevreden stellen met slechts twee verkenningen: L’Estrée en Solre-St-Géry. Vooral deze laatste bleek een schot in de roos, niet in het minst door de avontuurlijke zoektocht doorheen laag bos en kreupelhout eer we de voet van het kunstwerk konden bereiken. Dit alles betekent wel dat je in afwachting van beter je hooguit wat postkaartafdrukken en oude foto’s opgediend krijgt.
En hierna? Wordt dan een punt gezet achter deze reeks? Niet noodzakelijk, al was het maar omdat we nooit kunnen uitsluiten dat we hier of daar nog eentje over het hoofd zagen (cfr. hierboven). Daarnaast, om het beheersbaar te houden, hadden we het minimum aantal viaductbogen lukraak vastgelegd op zeven. Niets belet ons om dat nu te verlagen tot zes of vijf. Wel moeten we hiervoor opnieuw het hele net afspeuren, zij het virtueel (digitaal en cartografisch) want om zoiets op het terrein te gaan uitzoeken hebben we mààànden, zo niet jàààren nodig! Eens zover zien we wel.
Een ander dossier dat ons nauw aan het hart ligt is Piéton-Leval. Na een laatste verkenning dit voorjaar hebben we de lijvige eerste helft van deze vergeten spoorlijn, ruim 3 km, kunnen afwerken. Het andere stuk zal echter nog een tijdje op zich laten wachten. Afgezien van de eerste teksten moeten we nog een paar duistere punten ophelderen, het verzamelde beeldmateriaal selecteren en afwerken, een situatieplan tekenen (het derde!) en maken dat ook de Franse versie wordt opgesteld. Wat betekent dat je voor half juli geen witte rook moet verwachten, hopelijk niet veel later.
Over al die andere dossiers die niet van start geraken of momenteel op waakvlam staan gaan we het nu niet hebben. Wel over de zomerperiode, waarin we nu al enkele jaren zuidwaarts trekken, althans virtueel. De jongste jaren kwam zuidelijk Frankrijk vrij uitvoerig aan de beurt. Dit jaar denken we er aan nog wat verder te trekken, richting Italië of zelfs verderop. Wat precies willen we nu nog niet kwijt, dit om geen ijdele verwachtingen uit te lokken. Weet echter dat we voor één bepaald dossier het beeldmateriaal al een tijdje in huis hebben, en dat het stilaan tijd wordt om daar eindelijk werk van te maken. Uiteraard moeten er ook teksten geschreven en een paar plannetjes getekend worden, en dat kan ons al gauw tot eind augustus of zelfs de nazomer brengen. Vorig jaar was dat trouwens niet anders.
Tot slot is het eigenlijk nog te vroeg om het nu al over het najaar te hebben. Wel dat we nog geen concrete plannen hebben om in de herfst een of ander te gaan verkennen – afgezien dan van de misgelopen viaducten (zie hierboven). Veel zal afhangen van de weersomstandigheden, maar ook van onverwachte mogelijkheden of noodwendigheden die pas op de laatste minuut zullen opduiken. Hopelijk weten we in augustus al wat meer.
Tot zolang een rustige en ontspannen zomervakantie toegewenst.
Railations, 26 juni 2023
APRIL-MEI 2023
Is Railations aan het krimpen? Dit is wat je zou denken wanneer je het aantal ‘uitgewiste’ pagina’s zou kunnen natellen: dat zijn er exact 26. Daarvan zijn er de jongste weken alweer 3 uit het ‘aanbod’ verdwenen! Wat is er toch aan de hand?
Al enige tijd zijn we - weliswaar zo nu en dan - bezig deze webstek te vereenvoudigen en ruimte vrij te maken voor nieuwe thema’s. Belangrijkste ingreep is het wegwerken van de eentalige pagina’s. Aanvankelijk deden we dit door de Franse tekst gewoon vlak na de Nederlandse basistekst te plaatsen. Maar gaandeweg zijn we hem alinea per alinea tussen de Nederlandse gaan schuiven, vooral dan bij de nieuwe items. Om verwarring tussen beide te voorkomen wordt de Franse tekst systematisch cursief en in kleiner lettertype weergegeven, en waar mogelijk ook verschrankt t.o.v. de Nederlandse. Dit heeft het ons mogelijk gemaakt om 14 pagina’s te elimineren zonder dat hun inhoud – grotendeels met dezelfde beelden – verloren ging, zoals zopas gebeurde met de Franstalige pagina van de buurtlijn naar Braine-le-Comte. De twee eentalig Franse pagina’s die nu nog overblijven (Gouvy-SVith en Lozère) zijn te uitgebreid om zomaar te kunnen inwerken zoals de 14 andere. Een andere ingreep is het samenbundelen van relatief kleine dossiers, zoals o.a. enkele jaren geleden met een aantal grensovergangen, of recent nog met de tunnel van Braine-le-Comte en de ‘stille getuigen’ – deze laatste integraal overgeplaatst op de korte titelpagina ‘Vestigia’. Nog een paar andere zitten in de pijplijn, maar of ze ook dezelfde weg opgaan staat momenteel ter discussie. eel deze operatie is geen gevolg van een of ander plaatsgebrek, maar van onze intentie om het hele content van Railations – dat op zeker ogenblik ruim 100 pagina’s telde – wat overzichtelijker te maken.
Zo te lezen zijn er dus heel wat nieuwe dossiers op til? Ho ho, niet te vlug hiermee. Een euro kun je geen tweemaal uitgeven, en het handvol geïnteresseerden dat zich met Railations inlaat – elk met zijn/haar beperkingen – kun je niet zomaar met een muisklik verdubbelen. Een van die ‘nieuwe’ pagina’s zal allicht dienen om de rubriek ‘Vergeten sporen’ beter in te delen en (zo mogelijk) nog meer ruggengraat te geven. We zien wel. Daarnaast is het zo dat we de voorbije jaren heel wat nieuw beeldmateriaal verzameld hebben over diverse thema’s. Maar goed ook, want niet alles blijft tot in eeuwigheid wachten op de sloophamer of de bulldozer (cfr. ex-lijn 138), of nog op de almaar verder oprukkende begroeiing met haar niets ontziende braamtapijten. En ja, sommige van die toestanden zijn vandaag niet meer zo herkenbaar, maar vergeet niet dat we dit alles slechts met mondjesmaat kunnen verwerken. Dit is de stilaan beruchte ‘reserve’ die jaar na jaar stof zit te vergaren. Een werkbaar alternatief hebben we echter niet. En dat terwijl de afwerking van sommige dossiers almaar blijft aanslepen, zoals Florennes (met diezelfde lijn 138) of de voormalige grens-overgangen, en sommige nieuwe dossiers, al dan niet in de ontwerpfase, voortijdig afgevoerd of op de lange baan geschoven moeten worden.
Anderzijds zitten we hier al jaren met een stapel gegevens én beeldmateriaal over de Henegouwse regio Le Centre, geprangd tussen de Borinage en de Pays Noir. Heel wat daarvan kregen we in handen bij ons diepgaand onderzoek naar LaLouvière-Bascoup, maar belandde in de wachtkamer omdat we ons niet meteen wilden vastpinnen op nog eens dezelfde regio. Maar door het barslechte voorjaar en enkele persoonlijke omstandigheden hebben we onze actieradius noodgedwongen moeten beperken en zijn we veeleer bij toeval opnieuw in Le Centre beland. Wat ons meteen de gelegenheid gaf sommige duistere punten op te helderen en enkele hiaten in te vullen. Gekoppeld aan een aantal vondsten in ons archief, zoals Thiarmont, geeft dit ons genoeg stof om daar verder op te werken.
Niet dat je volgende week al witte rook mag verwachten. Wij gaan nu eenmaal niet over één nacht ijs, en zeker niet wanneer een en ander nog eens moet gecheckt worden. Liever dat dan een halfbakken eenheidsworst.
Intussen loopt ons viaductendossier verder, zij het in vertraagd tempo omdat het weer ons meer dan eens parten speelde. Wat heb je immers aan beeldmateriaal bij donker weer, gesausd met druil- en slagregen of zelfs mist? En dus moeten we ons hier en daar tevreden stellen met wat we in ons archief of elders kunnen vinden, te meer daar de begroeiing nu weer volop in gang schiet en het zicht op bijv. een 10- of 12-bogige viaduct zo goed als onmogelijk maakt. In L’Estrée was het nog nipt, maar verder…
Dan maar later!
Railations, 20 april 2023
Is Railations aan het krimpen? Dit is wat je zou denken wanneer je het aantal ‘uitgewiste’ pagina’s zou kunnen natellen: dat zijn er exact 26. Daarvan zijn er de jongste weken alweer 3 uit het ‘aanbod’ verdwenen! Wat is er toch aan de hand?
Al enige tijd zijn we - weliswaar zo nu en dan - bezig deze webstek te vereenvoudigen en ruimte vrij te maken voor nieuwe thema’s. Belangrijkste ingreep is het wegwerken van de eentalige pagina’s. Aanvankelijk deden we dit door de Franse tekst gewoon vlak na de Nederlandse basistekst te plaatsen. Maar gaandeweg zijn we hem alinea per alinea tussen de Nederlandse gaan schuiven, vooral dan bij de nieuwe items. Om verwarring tussen beide te voorkomen wordt de Franse tekst systematisch cursief en in kleiner lettertype weergegeven, en waar mogelijk ook verschrankt t.o.v. de Nederlandse. Dit heeft het ons mogelijk gemaakt om 14 pagina’s te elimineren zonder dat hun inhoud – grotendeels met dezelfde beelden – verloren ging, zoals zopas gebeurde met de Franstalige pagina van de buurtlijn naar Braine-le-Comte. De twee eentalig Franse pagina’s die nu nog overblijven (Gouvy-SVith en Lozère) zijn te uitgebreid om zomaar te kunnen inwerken zoals de 14 andere. Een andere ingreep is het samenbundelen van relatief kleine dossiers, zoals o.a. enkele jaren geleden met een aantal grensovergangen, of recent nog met de tunnel van Braine-le-Comte en de ‘stille getuigen’ – deze laatste integraal overgeplaatst op de korte titelpagina ‘Vestigia’. Nog een paar andere zitten in de pijplijn, maar of ze ook dezelfde weg opgaan staat momenteel ter discussie. eel deze operatie is geen gevolg van een of ander plaatsgebrek, maar van onze intentie om het hele content van Railations – dat op zeker ogenblik ruim 100 pagina’s telde – wat overzichtelijker te maken.
Zo te lezen zijn er dus heel wat nieuwe dossiers op til? Ho ho, niet te vlug hiermee. Een euro kun je geen tweemaal uitgeven, en het handvol geïnteresseerden dat zich met Railations inlaat – elk met zijn/haar beperkingen – kun je niet zomaar met een muisklik verdubbelen. Een van die ‘nieuwe’ pagina’s zal allicht dienen om de rubriek ‘Vergeten sporen’ beter in te delen en (zo mogelijk) nog meer ruggengraat te geven. We zien wel. Daarnaast is het zo dat we de voorbije jaren heel wat nieuw beeldmateriaal verzameld hebben over diverse thema’s. Maar goed ook, want niet alles blijft tot in eeuwigheid wachten op de sloophamer of de bulldozer (cfr. ex-lijn 138), of nog op de almaar verder oprukkende begroeiing met haar niets ontziende braamtapijten. En ja, sommige van die toestanden zijn vandaag niet meer zo herkenbaar, maar vergeet niet dat we dit alles slechts met mondjesmaat kunnen verwerken. Dit is de stilaan beruchte ‘reserve’ die jaar na jaar stof zit te vergaren. Een werkbaar alternatief hebben we echter niet. En dat terwijl de afwerking van sommige dossiers almaar blijft aanslepen, zoals Florennes (met diezelfde lijn 138) of de voormalige grens-overgangen, en sommige nieuwe dossiers, al dan niet in de ontwerpfase, voortijdig afgevoerd of op de lange baan geschoven moeten worden.
Anderzijds zitten we hier al jaren met een stapel gegevens én beeldmateriaal over de Henegouwse regio Le Centre, geprangd tussen de Borinage en de Pays Noir. Heel wat daarvan kregen we in handen bij ons diepgaand onderzoek naar LaLouvière-Bascoup, maar belandde in de wachtkamer omdat we ons niet meteen wilden vastpinnen op nog eens dezelfde regio. Maar door het barslechte voorjaar en enkele persoonlijke omstandigheden hebben we onze actieradius noodgedwongen moeten beperken en zijn we veeleer bij toeval opnieuw in Le Centre beland. Wat ons meteen de gelegenheid gaf sommige duistere punten op te helderen en enkele hiaten in te vullen. Gekoppeld aan een aantal vondsten in ons archief, zoals Thiarmont, geeft dit ons genoeg stof om daar verder op te werken.
Niet dat je volgende week al witte rook mag verwachten. Wij gaan nu eenmaal niet over één nacht ijs, en zeker niet wanneer een en ander nog eens moet gecheckt worden. Liever dat dan een halfbakken eenheidsworst.
Intussen loopt ons viaductendossier verder, zij het in vertraagd tempo omdat het weer ons meer dan eens parten speelde. Wat heb je immers aan beeldmateriaal bij donker weer, gesausd met druil- en slagregen of zelfs mist? En dus moeten we ons hier en daar tevreden stellen met wat we in ons archief of elders kunnen vinden, te meer daar de begroeiing nu weer volop in gang schiet en het zicht op bijv. een 10- of 12-bogige viaduct zo goed als onmogelijk maakt. In L’Estrée was het nog nipt, maar verder…
Dan maar later!
Railations, 20 april 2023
FEBRUARI-MAART 2023
Een bevlieging was het niet echt, maar toch. Werd het na de merkwaardige kunstwerken in Zuid-Frankrijk niet tijd om eens uit te kijken naar iets dergelijks bij ons? Zo ontstond het idee om ook hier op zoek te gaan naar grote spoorwegviaducten. Maar al gauw realiseerden we ons dat de vergelijking niet zomaar opgaat, al was het maar door de grote verschillen in reliëf tussen beide landen. Bovendien was het zeker niet de bedoeling om betonnen HST-constructies en naoorlogse aanverwanten in de verf te zetten. En dus kozen we voor de klassieke boogconstructies, gemetseld of gegoten, al dan niet in dienst. Omdat het er al bij al heel veel zijn en om het toch doenbaar te houden stelden we de limiet lukraak vast op 7 bogen minimum. Zo kwamen we uit op een twintigtal kunstwerken, waarvan de drie eerste inmiddels al online staan. Aanvankelijk speelde hun lengte voor ons geen rol, maar al gauw beseften we dat van alle bouwkundige kenmerken deze dimensie landschappelijk en cartografisch het grootste zichtbare impact heeft. En hier wordt het moeilijk, want hoe moet je die bepalen? Ze een voor een gaan opmeten heeft geen zin. De tijdrovende zoektocht naar bouwplannen, voor zover beschikbaar en toegankelijk, evenmin. Het internet dan maar? Tot we moesten vaststellen dat die gegevens – als ze al te vinden zijn, en niet zomaar ergens afgeschreven - niet altijd overeenkomen met de topografische realiteit, hier op kaart of luchtfoto. Tot overmaat van ramp zijn zelfs deze laatsten niet 100% betrouwbaar, niettegenstaande de digitale technieken. Zo vinden we op een en dezelfde website DRIE verschillende afmetingen voor het viaduct van Herbeumont, zelfs na herhaalde metingen. En dus kunnen we moeilijk anders dan met benaderde of gemiddelde lengten te werken. Dat deze niet altijd kloppen met de ‘gevestigde’ bronnen zal ons worst wezen. Wanneer men zich niet eens de moeite geeft om dit topografisch na te trekken dan weten wij hoe laat het is. Inmiddels, omdat ‘Bruggen en Viaducten’ hierdoor te zwaar zou worden, hebben we de ‘merkwaardige kunstwerken’ in een eigen pagina ondergebracht.
Dan is er de rubriek ‘vergeten sporen’, veruit de meest bezochte van de bijna 100 pagina’s op deze website, en die stilaan verzadigd geraakt, te meer daar we nog enkele opgegeven maar (nog) niet opgebroken sporen of spoorlijnen in de wachtkamer hebben. Ook hier dringt een splitsing zich op, mogelijk tussen de her en der gevonden stukjes spoor aan de ene kant, en de langere baanvakken (zoals lijn 86) anderzijds. In theorie kan dit vrij vlug gebeuren, maar omdat we geen strakke planning hebben kan het evengoed nog wat aanslepen. We zien wel.
Het is nu al eind februari en nog steeds staan verschillende voorjaarsverkenningen in de wachtrij, enkele zelfs van voor corona. Maar omdat er van alles kan tussenkomen, zoals in 2020, blijven we voorzichtig en stellen dus prioriteiten. Meteen een van de redenen waarom sommige plannen vertraging oplopen, zoals het eindelijk opgestarte ‘buurtspoor over de grens', of gewoon stof blijven vergaren, niet in het minst zoals de saga rond het Kanaal van Charleroi – al wanhopen we hier niet, nog steeds niet. Het refrein is intussen grijsgedraaid: tijd, gelegenheid, middelen… Ook de langlopende projecten blijven de laatste tijd wat haperen, zoals dat van de oude stelplaatsen. Aan Waalse kant staat nog een handvol in de wachtrij, maar aan Vlaamse kant moeten we dringend nog eens de boer op. Hopelijk dit voorjaar nog?
Tot slot nog dit. 10 jaar geleden, in het prille begin van ‘Railations’, zijn we noodgedwongen gestart met een ‘gemengde’ aanpak, met naast de zuiver thematische items, zoals tunnels, viaducten, stations, enz. ook de meer gebruiksvriendelijke lijn- of tracébeschrijvingen – gebruiksvriendelijk omdat dit je doorgaans toelaat om zelf zulk tracé te gaan verkennen. Vermits we slechts stap voor stap en met mondjesmaat werken kon het ook moeilijk anders, en zijn die behoorlijk zware lijndossiers zoals Gouvy-S. Vith en Florennes veeleer uitzondering dan regel. Inmiddels blijkt nu dat van bepaalde tracés gaandeweg zoveel aparte items verschenen zijn dat uiteindelijk een samenbundeling ervan in één dossier meer voor de hand ligt, en daar zijn we ons wel degelijk van bewust. Alleen vraagt dit alweer een hoop werk, waardoor andere projecten in het gedrang dreigen te komen.
Hoe dan ook, we houden dit alles in gedachten, maar voor wanneer?
Railations, 26 februari 2023
JANUARI 2023
Nog maar pas hebben we het nieuwe tweetalige dossier over de buurtlijn Nivelles-Virginal eindelijk afgerond. We wisten dat het lastig zou zijn, en schoven het almaar voor ons uit. Niet dat een nieuwe verkenning hier nodig was. Maar het in 2016 uitgebrachte dossier werd uiteindelijk veel te schraal bevonden en het destijds opgestapelde fotomateriaal kwam amper tot zijn recht. Met bovendien twee aparte documenten, een in het Nederlands, de ander in het Frans, telkens met andere beelden – een werkwijze die we stelselmatig afgebouwd hebben, op een paar specifieke uitzonderingen na. Tot iemand het welletjes vond en we er eindelijk invlogen. Nu ja, invliegen… Al drie maand waren we ermee bezig. En nog is het niet gedaan, want de uitlopers naar Braine-le-Comte en Rebecq blijven wat ze waren tot we hiervoor genoeg tijd en energie gevonden hebben.
Allicht klinkt dit allemaal nogal defaitistisch, te meer daar onze andere rubrieken al die tijd op waakvlam stonden, of zo goed als. Alleen het al lang aangekondigde dossier over de grensovergangen bij de buurtspoorwegen ging eindelijk van start, ook al zijn onze gegevens hierover verre van compleet. Maar voor het grensgebied met Nederland spreken we van een 90 jaar oud verhaal, waarvan we vooral aan de overkant bitter weinig terugvinden, heel anders dan in het meer afgelegen zuidoostelijk grensgebied met Frankrijk dat stedenbouwkundig zo verschillend oogt van dat met onze noorderburen.
Een terugblik op het jongste halfjaar geeft al gauw de indruk dat Railations zich almaar meer is gaan toespitsen op wijlen de buurtspoorwegen. Een weloverwogen strategie is dit nochtans niet. Jarenlang zijn de ‘grote’ spoorwegen bij ons ruim aan bod gekomen. Denk maar aan de verlaten tunnels, de grensovergangen, de oude lijntracés zoals de Preuswaldroute, al kregen de buurtspoorwegen met hun voormalige stelplaatsen ook hun plek aan het firmament. Toch waren ze veel meer dan hooguit een meterspoor in of naast de straatweg. Het zijn precies die eigen spoorbeddingen die wij opzoeken, of toch wat ervan overblijft. Veel meer dan men doorgaans aanneemt, zeker wanneer je bedenkt dat vooral de latere projecten meer en meer op eigen bedding doorheen het landschap liepen, zoals o.m. Nivelles-Soignies. Wat er ook van zij, enkele van deze tracés liggen al een tijdje op een nieuw dossier te wachten. Maar ja, zoiets start je niet zomaar op, te meer daar in dergelijk geval een laatste bezoek geen luxe is… En voor wie het liever zoekt bij de ‘grote’ spoorweg, ook hier liggen een paar projecten in de wachtrij, zoals lijn 138 rond het knooppunt Florennes, om de Borinage niet te vergeten. Probleem hier is echter de aanhoudende asfaltering, wat paradoxaal genoeg onze mogelijkheden drastisch beperkt. Immers, op dergelijk tracé valt nog maar weinig te beleven, laat staan te ontdekken, niettegenstaande wat armzalige relicten hier en daar, zoals op ex-lijn 126 tussen Marchin en Ciney – de gerestaureerde wachthuisjes niet te na gesproken.
Tenslotte nog dit. Voor ons item over de 50 jaar geleden opheffing van de laatste buurtlijn naar Leerbeek en haar stelplaats hebben we enkele beelden met tramvoertuigen opgediept. Toeval of niet, sindsdien kent deze rubriek een opvallende belangstelling, te meer daar we bij wijze van proef zo’n beeld op onze homepagina hebben laten staan. Niet geheel onverwacht dus. Betekent dit dat we ook deze weg moeten inslaan? Wat zoekwerk in ons archief leverde alvast interessante mogelijkheden op. Toch willen we deze boot (tram) liefst afhouden. Niet dat we dit de belangstellenden misgunnen, verre van. Maar wat zoekwerk op het internet leverde meteen een overvloed aan vergelijkbare beelden op, waardoor de meerwaarde van onze archiefbeelden uiteindelijk niet opweegt tegen het bijkomende werk dat dit ons zou kosten. En we zitten al behoorlijk krap.
Een andere keer dan maar?
Railations, 28 januari 2023
30 NOVEMBER 2022 - 10 JAAR RAILATIONS
Precies 10 jaar geleden, op 30 november 2012, legden we de laatste hand aan wat diezelfde avond nog de website ‘Railations’ zou worden, met als eerste thema de tunnelsite van Huccorgne, gelijk met een overzichtsplan van alle afgedankte spoorwegtunnels in België. Niet dat dit item ons leitmotiv moest worden, maar dit leek ons de beste manier om met de deur in huis te vallen. Wat we her en der over die oude tunnels konden vinden bleek lang niet altijd te kloppen met onze eigen ervaringen op het terrein, laat staan hun werkelijke afmetingen. Bovendien ondervonden we alle moeite om in de gangbare literatuur en geëigende ‘vakbladen’ genoeg informatie te vinden over al wat niet rechtstreeks te maken heeft met de exploitatie en het rollend materieel – op wat toevaltreffers na. Vandaar het idee om zelf op onderzoek te gaan en onze bevindingen meteen te delen met wie daar enige belangstelling voor heeft, plus hier en daar wat tips om zelf op verkenning te gaan.
Al gauw nam dit de tijd die we daaraan konden besteden helemaal in beslag, en moesten we o.m. de oorspronkelijke optie om in drie en later in vier talen te publiceren vrij vlug laten vallen. Al goed dat we op de medewerking van een Franstalige redacteur kunnen rekenen want, geloof ons of niet, een verstaanbare tekst in een andere taal bekom je niet met een gewoon vertaalprogramma, toch niet over dergelijke materie vol specifieke terminologie. Meteen de vraag of we ons niet beter zouden beperken tot fotoreeksen met hooguit een locatie, een datum, en desgevallend een summiere beschrijving. Dit geldt misschien voor gekende (al dan niet grijsgedraaide) thema’s, maar wanneer je met nieuwe, laat staan controversiële items op de proppen komt dan is een minimum aan duiding zeker geen overbodige luxe. Vooral wanneer je begint te morrelen aan wat al jarenlang als vaststaande feiten en toestanden beschouwd wordt, niet zomaar om keet te schoppen, maar omdat het met alles wat je in handen hebt niet anders meer kan. De geschiedenis en de realiteit op het terrein hebben nu eenmaal hun rechten. Dit alles hebben we alvast ondervonden bij de opmaak van ons succesvol dossier over het verdwenen spoorwegtracé tussen Verviers en Battice, en dit is lang niet het enige. Daarnaast bekleedt het beeldmateriaal wel degelijk een vooraanstaande plaats op deze website, niet in het minst om waar nodig een en ander duidelijk te maken, al is hier en daar wat sfeerschepping nooit veraf. Zo kwamen we niettegenstaande een uiterst strenge selectie al aan ruim 4000 illustraties in april van dit jaar (2022), vooral foto’s, maar ook zelf getekende plannetjes en schema’s – niet om een of ander te verbloemen, maar omdat het gebruik van officiële kaartuittreksels ons te veel administratieve rompslomp en gebruiksrechten zou kosten.
Wie nu uitkijkt naar een of andere stunt om deze verjaardag te ‘vieren’, zoals een gloednieuwe homepagina, een originele collage, een sensationele verkenning of nog een historisch overzicht van 10 jaar Railations, die moeten we teleurstellen. Voor dit laatste verwijzen we meteen naar onderaan onze welkompagina, waarop je met engelengeduld de volledige evolutie van onze website kunt volgen vanaf de allereerste dag. Voor dat andere hebben we daar niet de tijd noch de middelen voor, en geven we onze bezoekers en correspondenten nog liever het vertrouwde onthaal dan wat flitsende verjaardagsbeelden. Toch blijven we, naast nieuwe thema’s en items, en kleine verbeteringen hier en daar, ook zoeken naar andere invalshoeken en presentaties. Tussendoor proberen we onze oudste dossiers enigszins te actualiseren en beter begrijpelijk en/of genietbaar te maken voor onze bezoekers, zeker wat het beeldmateriaal betreft, zoals momenteel met het lijvige dossier rond Virginal het geval is.
Op voor de volgende 10 jaar Railations? Zo vermetel zijn we niet. Alles berust nu eenmaal op vrijwillige inzet, en een kleine kink in de menselijke kabel kan al gauw diepgaande gevolgen hebben. Hooguit duimen dus dat alles verder mag verlopen zonder al te grote storingen onderweg.
Tot binnenkort.
Railations, 30 november 2022
OKTOBER 2022
Het zal je maar gebeuren, al is daar op zich niets mis mee. Al jaren lag de juiste ligging van de stopplaats Fleury, op spoorlijn 126, ons op de maag (zie ‘Tunnels rond Huy’). Tegen beter weten in hadden wij die gelokaliseerd tussen het viaduct van Chinet en de tunnel van Duresse, hiertoe aangezet door de benaming ‘Tunnel de Fleury’ die weleens opduikt, en het redelijk imposante wachtershuis aan de overweg op die plek, typisch voor zo’n stopplaats. Een blik op de luchtfoto deed ons weer twijfelen, vooral door de veel te korte afstand tussen beide kunstwerken. In een naoorlogse dienstregeling ontdekten we dat Fleury op slechts 1 km van Marchin lag, goed voor amper 2 minuten rij- en stoptijd. Gelijk viel ons oog op een huizengroep op die plek. Maar verder niets over Fleury als plaatsnaam, tenzij dan op een oude kaart, voor de eveneens verdwenen ‘Papeterie de Fleury’ daar vlakbij, even voorbij de tunnel van Duresse. Langer moesten we niet twijfelen om in dit dossier de nodige correcties aan te brengen. Iets dat in een gedrukte uitgave niet meer mogelijk is, tenzij met een ‘errata et addenda’. Na verloop van tijd is ook dit niet langer haalbaar, met als spijtig gevolg dat de lezers opgezadeld blijven met verkeerde informatie, en deze op de duur een eigen leven gaat leiden. Denken we maar aan het vaak (en tot vervelens toe) herhaalde voorbeeld van de sterk overdreven lengte van de Chic-Chactunnel in Verviers.
Inmiddels zul je gemerkt hebben dat het ons nog niet gelukt is een van onze twee zomerdossiers af te ronden, niet in het minst omdat we het werkvolume voor dit 70 km lange tracé vol kunstwerken langsheen de Tarn schromelijk onderschat hebben. Nieuwe terreingegevens over het laatste stuk, langs de Dourdou, heeft ons wel vertraagd, maar weinig nieuws bijgebracht, en dus mag je een dezer dagen de afsluiter verwachten. Tegelijk zijn we alweer, zoals elk jaar, enkele bestanden aan het herschikken of zelfs hele mappen aan het samenvoegen, daar waar zulks aangewezen en/of haalbaar is. Dit alles voor een betere presentatie, of gewoon om onze website – meer dan 90 pagina’s – overzichtelijk te houden en tegelijk wat ruimte vrij te maken voor nieuwe dossiers. Zo zijn de voorbije jaren al meer dan 20 pagina’s stilletjes verdwenen, meer dan de helft ervan door de Franse tekst in de originele Nederlandstalige pagina in te lassen zonder tekst of inhoud te moeten prijsgeven. Op die manier zijn vandaag bijna alle dossiers in beide landstalen opgesteld. Het oorspronkelijke plan om dit ook in de derde landstaal (Duits) en het Engels te doen hebben we al na amper één jaar moeten opgeven door de veel te hoge werkdruk, maar vooral omdat niemand van ons beide talen (of één van beide) voldoende onder de knie heeft om degelijke teksten te redigeren. We zeggen dus niet: vertalen. Hiervoor zijn er genoeg vertaalprogramma’s te vinden, al is voor deze specifieke materie het resultaat gewoon schabouwelijk. Gelukkig hebben we iemand die voldoende onderlegd is om de Franse teksten te kunnen redigeren.
Tenslotte, zoals steeds, wat brengt het najaar? Qua dossiers denken we er aan om het experiment van deze zomer doorheen het Centraal Massief te kunnen herhalen, zij het voor andere contreien. Wel vraagt dit nogal wat voorbereiding, inclusief opzoekingwerk, zodat we niets beloven en ons nog minder op een tijdbestek kunnen vastpinnen. Zonder meer hele fotoreeksen tonen is natuurlijk leuk, en gemakkelijk, maar daar danken wij voor. Het binnenland dan. De tot nu toe gestrande projecten gaan we niet opnieuw opsommen, dit schept alleen maar vergeefse verwachtingen. Verder ideeën genoeg, al beperken deze zich vaak tot kleinere items, o.m. uit ons archief of voor het verder aanvullen van bestaande dossiers. Minidossiers, zoals lijn 86 voorbij Ronse, vragen ook tijd en voorbereiding, maar kunnen vlotter worden afgerond, voor zover we hiervoor genoeg materiaal hebben of kunnen vinden. En dan zijn er de langlopende projecten, zoals de grensovergangen – nu al 9 jaar – en de oude stelplaatsen, ook al 6 jaar bezig. Het eerste wacht op een paar nieuwe verkenningen, voorzien voor het komende laagseizoen. Voor het andere hebben we nog genoeg ‘reserve’, wat ons niet belet verder uit te kijken naar nieuwe locaties.
Veel meer kunnen we hierover niet kwijt, tenzij dan dat er nog (héél) veel te verkennen is, al moeten we hiervoor ook meer en meer over onze landsgrenzen (durven) kijken. Wie vindt dat we gemakshalve nogal vaak naar Frankrijk trekken moet weten dat voor de specifieke materie op deze website de belangstelling voor andere landen niet echt overweldigend is. Nochtans valt ook daar heel wat te ontdekken, en niet zo’n klein beetje.
Enfin, we zien wel wat de komende maanden ons zullen brengen.
Railations, 14 oktober 2022
SEPTEMBER 2022
Het gebeurt wel meer dat een pas uitgebrachte tekst (soms ook het item zelf) na een nieuwe lezing daags of kort na verschijning wordt aangepast, zoals onlangs nog langs de Tarn, en zelfs nu in deze tekst. Meestal taalkundig, soms ook inhoudelijk, o.a. wanneer we op de valreep aanvullende of nieuwe gegevens vinden, of een inhoudelijke correctie zich opdringt. Want meestal, en dit in tegenstelling tot gedrukte uitgaven, betekent de publicatie niet meteen het einde. Bovendien blijft het thema nog uren of zelfs dagenlang in de hoofden tollen. Dit heeft alles te maken met de wording van het item, waar we niet over één nacht ijs gaan. Waarnemingen en feiten worden gecontroleerd, foto’s publiceerbaar gemaakt, teksten meermaals nagelezen en aangepast, soms een of meer plannetjes getekend en bijgewerkt. De Franse tekst komt daar ook nog bij, meestal later, soms ook (bijna) gelijktijdig, zeker voor items over de Franse grens. En dan moet de lay-out nog beginnen, vaak genoeg in de late uurtjes. Dan moet je niet verwonderd zijn dat een omvangrijk thema, zoals diezelfde spooklijn langs de Tarn, in verschillende etappes wordt uitgebracht, en hierbij meer dan eens wordt teruggekoppeld naar de vorige hoofdstukken. Hopelijk begrijp je nu waarom “het zo lang duurt” en we er op het einde van de zomer nog lang niet mee klaar zijn. Te meer daar we zo vermetel waren om gelijktijdig ook nog een ander Frans verhaal te brengen, per regiotrein doorheen het Centraal Massief, dat evenwel op zijn laatste wielen loopt, daar het eindhoofdstuk en gelijk ook de slotbeschouwing in de uitwerkingsfase zitten. Wel moet de Franse tekst nog geredigeerd worden (nee, letterlijk vertalen doen we niet)! Al bij al een goed gevuld zomerprogramma, hier en daar doorspekt met kleinere items, zoals het wachthuisje van Eernegem of het einde van de stelplaats Leerbeek, nu een halve eeuw geleden.
Daar volgens de meteorologen de zomer ten einde is - wat voor de doorsnee burger pas rond 21 september het geval is (en door de klimaatopwarming allicht nog heel wat later) - zouden we nu moeten uitkijken naar onze najaarsplanning. Te meer daar de bladerval al begonnen is, al heeft dat vooral te maken met de lange droogte. Maar om de hoger vermelde redenen zijn we daar nog niet aan toe. Jawel, we hebben nog genoeg in onze koelkast om vele maanden of zelfs langer te vullen. Maar sommige toestanden verdragen geen uitstel meer. En willen we niet achter het net vissen dan is dit najaar de uitgelezen kans – als het weer, al dan niet extreem (zoals in 2021), ons geen stokken in de wielen steekt. En ja, uit respect voor de slachtoffers en ontheemden hebben we één jaar lang de Vesdervallei en de hele regio daar rondom met rust gelaten. Maar stilaan steekt hier en daar weer iets nieuws de kop op, zoals onlangs in Raeren, of nog in de omgeving van het zwaar geteisterde Trooz, ons maar al te goed bekend. Ook aan de andere kant van het land staan heel wat locaties op ons te wachten, en wordt het stilaan tijd voor een uitgebreider bezoek aan beide Vlaanderen dan onlangs het geval was. Om nog te zwijgen van het onverzadigbare Henegouwen, of nog – nu de toeristische druk wat afneemt – nog eens de Belgische Ardennen, laat staan iets verderop.
Je ziet het al, genoeg brood op de plank, al is dit allesbehalve een vastomlijnd programma, en nog minder wat je bij ons de eerstkomende maanden op je bord krijgt. Omdat we ons voor alles laten leiden door de waan van de dag, door de actualiteit – althans wat onze thematiek betreft, of nog door wat sommige correspondenten ons te bieden hebben. Want die zijn er ook, en hun inbreng kan heel verrassend zijn, zoals je dit voorjaar al hebt kunnen merken.
Eens we zover zijn zie je het wel. Tot zolang.
Railations, 4 september 2022
SEPTEMBER 2022
Het gebeurt wel meer dat een pas uitgebrachte tekst (soms ook het item zelf) na een nieuwe lezing daags of kort na verschijning wordt aangepast, zoals onlangs nog langs de Tarn, en zelfs nu in deze tekst. Meestal taalkundig, soms ook inhoudelijk, o.a. wanneer we op de valreep aanvullende of nieuwe gegevens vinden, of een inhoudelijke correctie zich opdringt. Want meestal, en dit in tegenstelling tot gedrukte uitgaven, betekent de publicatie niet meteen het einde. Bovendien blijft het thema nog uren of zelfs dagenlang in de hoofden tollen. Dit heeft alles te maken met de wording van het item, waar we niet over één nacht ijs gaan. Waarnemingen en feiten worden gecontroleerd, foto’s publiceerbaar gemaakt, teksten meermaals nagelezen en aangepast, soms een of meer plannetjes getekend en bijgewerkt. De Franse tekst komt daar ook nog bij, meestal later, soms ook (bijna) gelijktijdig, zeker voor items over de Franse grens. En dan moet de lay-out nog beginnen, vaak genoeg in de late uurtjes. Dan moet je niet verwonderd zijn dat een omvangrijk thema, zoals diezelfde spooklijn langs de Tarn, in verschillende etappes wordt uitgebracht, en hierbij meer dan eens wordt teruggekoppeld naar de vorige hoofdstukken. Hopelijk begrijp je nu waarom “het zo lang duurt” en we er op het einde van de zomer nog lang niet mee klaar zijn. Te meer daar we zo vermetel waren om gelijktijdig ook nog een ander Frans verhaal te brengen, per regiotrein doorheen het Centraal Massief, dat evenwel op zijn laatste wielen loopt, daar het eindhoofdstuk en gelijk ook de slotbeschouwing in de uitwerkingsfase zitten. Wel moet de Franse tekst nog geredigeerd worden (nee, letterlijk vertalen doen we niet)! Al bij al een goed gevuld zomerprogramma, hier en daar doorspekt met kleinere items, zoals het wachthuisje van Eernegem of het einde van de stelplaats Leerbeek, nu een halve eeuw geleden.
Daar volgens de meteorologen de zomer ten einde is - wat voor de doorsnee burger pas rond 21 september het geval is (en door de klimaatopwarming allicht nog heel wat later) - zouden we nu moeten uitkijken naar onze najaarsplanning. Te meer daar de bladerval al begonnen is, al heeft dat vooral te maken met de lange droogte. Maar om de hoger vermelde redenen zijn we daar nog niet aan toe. Jawel, we hebben nog genoeg in onze koelkast om vele maanden of zelfs langer te vullen. Maar sommige toestanden verdragen geen uitstel meer. En willen we niet achter het net vissen dan is dit najaar de uitgelezen kans – als het weer, al dan niet extreem (zoals in 2021), ons geen stokken in de wielen steekt. En ja, uit respect voor de slachtoffers en ontheemden hebben we één jaar lang de Vesdervallei en de hele regio daar rondom met rust gelaten. Maar stilaan steekt hier en daar weer iets nieuws de kop op, zoals onlangs in Raeren, of nog in de omgeving van het zwaar geteisterde Trooz, ons maar al te goed bekend. Ook aan de andere kant van het land staan heel wat locaties op ons te wachten, en wordt het stilaan tijd voor een uitgebreider bezoek aan beide Vlaanderen dan onlangs het geval was. Om nog te zwijgen van het onverzadigbare Henegouwen, of nog – nu de toeristische druk wat afneemt – nog eens de Belgische Ardennen, laat staan iets verderop.
Je ziet het al, genoeg brood op de plank, al is dit allesbehalve een vastomlijnd programma, en nog minder wat je bij ons de eerstkomende maanden op je bord krijgt. Omdat we ons voor alles laten leiden door de waan van de dag, door de actualiteit – althans wat onze thematiek betreft, of nog door wat sommige correspondenten ons te bieden hebben. Want die zijn er ook, en hun inbreng kan heel verrassend zijn, zoals je dit voorjaar al hebt kunnen merken.
Eens we zover zijn zie je het wel. Tot zolang.
Railations, 4 september 2022
JULI 2022
Waar is de tijd dat Railations al in juni overschakelde op ‘vakantiemodus’? En nu heeft het er alle schijn van dat we al sinds begin dit jaar in dergelijke modus verkeren. Waar blijven de spectaculaire ontdekkingen? De stevige dossiers? De niet aflatende nieuwigheden? Niet in het minst buiten de grenzen van dit kleine landje? En daar bovenop de verdere afwerking van langlopende dossiers zoals de grenslijnen en de oude stelplaatsen? Om nog te zwijgen van de vergeethoek waarin tal van ronkende vooruitzichten gesukkeld zijn?
Kijk, een en ander hebben we in de loop van mei al toegelicht, en daar komen we niet op terug. Nog liever blikken we vooruit naar de eerstkomende maanden, en niet naar ronkende projecten in een verre toekomst. Geïnspireerd door het succesvol dossiertje van vorige zomer over merkwaardige viaducten in zuidelijk Frankrijk, werken we op dit ogenblik aan TWEE nieuwe dossiers in dezelfde regio – een van de meest gegeerde en belopen toeristische bestemmingen – zij het ver van al die drukte en daterend van een junimaand in een nog niet al te ver verleden. Het eerste is iets compleet nieuw voor Railations: de volledige reportage van een treinreis doorheen Frankrijk, vanuit de Pyreneeën tot in België, maar wel doorheen het Centraal Massief, dus niet met auto, TGV of vliegtuig. Een ontluisterend treinverslag, dat wel, over de erbarmelijke toestanden op het regionale spoor in dat land – een thema dat we voordien al meermaals aansneden maar dat de jongste tijd wat in de vergeethoek geraakt was. Niet bij gebrek aan materiaal, wel integendeel, maar gewoon door al die andere prioriteiten. Het tweede ligt meer in de lijn van wat je bij ons al jarenlang gewoon bent. Daarin volgen we het volledige tracé (70 km) van een 90 jaar geleden aangelegde spoorlijn waar echter nooit sporen gelegd werden. Deze reportages dateren resp. van 2012 en 2010 maar zijn nog steeds heel actueel (en geverifieerd), en bevatten telkens heel wat beeldmateriaal dat we wel eerst nog gebruiksklaar moeten maken. Daar zijn we nu volop mee bezig, en ook de tekstredactie is reeds gestart. Liever dan te wachten tot alles beklonken is zullen ze allebei in verschillende afleveringen verschijnen al naargelang de ene of de andere rijp is voor publicatie. Reken er maar op dat dit het grootste deel van de zomer in beslag zal nemen – tussen onze specifiek zomerse activiteiten door. En voor de sceptici: dat we er nu al mee uitpakken betekent inderdaad dat we er effectief mee bezig zijn! Uiteraard krijg je tussendoor nog wel enkele andere (deel)thema’s opgediend, zij het telkens in functie van beschikbare tijd en gelegenheid, volgens het gekende refrein.
Veel meer gaan we daar niet aan toevoegen. Uiteraard zijn verrassingen nooit uitgesloten, maar ook dat is navenant. En tegen dat we zover zijn is de zomer allicht bijna voorbij en kunnen we stilaan uitkijken naar het tiende najaar van Railations, jawel!
Tot slot nog een oprecht woord van dank aan al diegenen die zich de moeite getroosten hun appreciatie, hun kritiek of gewoon hun commentaar aan ons over te maken, maar ook hun bevindingen, al dan niet vergezeld van het nodige beeldmateriaal, wat ons onlangs nog in staat stelde twee waardevolle items aan onze bestanden toe te voegen. We kijken er verder naar uit!
Railations, 4 juli 2022
MEI 2022
Het beperkte aantal nieuwe items van de jongste tijd kan, voor wie deze website af en toe raadpleegt, de indruk wekken dat we stilaan uitgepraat zijn. We zijn echter geen medium dat frequent en in strakke cadans telkens opnieuw allerlei nieuwigheden in de aanbieding heeft of wil hebben – als we dat al zouden kunnen. Neen dus. En inderdaad, vergeleken met de voorbije jaren was het afgelopen laagseizoen behoorlijk kalm, ook op het vlak van terreinverkenningen. Al waren de enkele die we konden uitvoeren goed gevuld met nieuwe waarnemingen en ontdekkingen. Waarom je daarvan vooralsnog niet veel te zien kreeg is al langer bekend, ook al liet het ons toe om naast een paar kleine items het dossier over de kanaalsite van Malmaison (vlakbij de Franse grens) tot een goed eind te brengen. En ja, ook het kanaal Brussel-Charleroi zag ons graag komen, al laat dit ons nog altijd niet toe dit complexe dossier ten gronde aan te pakken. Anderzijds hielp het toeval een handje mee, zoals de recente afbraak van een nooit gebruikte spoorwegbrug vlak over de Duitse grens: meteen het sein om ook dit deeldossier eindelijk zijn beslag te geven. Dat er verder veel aandacht gaat naar de overblijfselen van het vroegere buurtnet hoeft niet te verwonderen, niet in het minst omdat dit nochtans belangrijke aspect van de voormalige NMVB doorgaans onderbelicht blijft. Een inhaalbeweging is hier dan ook meer dan verantwoord, niet in het minst wat betreft de tientallen voormalige secundaire grensovergangen, een dossier dat al geruime tijd hoog op ons lijstje staat, maar vooralsnog zonder resultaat. Volgende keer beter?
Heel onlangs drukte de pertinente vraag van een correspondent over een van onze dossiers ons nog eens met de neus op de soms heel uiteenlopende versies die over een en ander op het net circuleren, zelfs over officiële basisgegevens die nochtans gemakkelijk te vinden zijn, en vaak ook vrij beschikbaar. Het probleem ligt hier evenwel bij de interpretatie ervan door al wie zich geroepen voelt dit allemaal nog eens en voor de zoveelste keer op een rij te zetten, zij het met eigen accenten, soms ook met eigen conclusies, maar zonder veel onderbouw of research, laat staan concrete en steekhoudende argumenten! Wat ons, in een ruimere context, meteen doet denken aan het beproefde recept van willekeurige geruchten die zomaar gelanceerd worden, vooraleer na verloop van tijd helemaal verwrongen terug te keren. Niet dat het in ons segment altijd en overal zo’n vaart loopt, maar wie correcte informatie zoekt oogst op die manier meer dan eens de nodige verwarring, tot zelfs ‘alternatieve’ feiten toe. Al is dit laatste voor zo’n uitgebreide en complexe materie niet altijd te vermijden.
En inderdaad! Ook Railations stuurt heel wat informatie de wereld in die zelfs na grondig onderzoek – vaak ook ter plaatse – niet altijd strookt met de ‘algemeen gangbare’ stand van zaken, daar zijn we ons terdege van bewust. Desondanks zijn we van oordeel dat de geschiedenis zijn rechten heeft, zeker wanneer een scheve interpretatie ervan kan leiden tot verdere misvattingen, zelfs in het heden. Precies om die reden, zeker bij de grotere dossiers, vermelden we zoveel mogelijk onze primaire bronnen, indien beschikbaar, tenzij ons eigen terreinonderzoek uiteindelijk de enige bron blijkt te zijn! Ook het hiervoor geraadpleegde (officiële) cartografisch materiaal krijgt hier zijn plaats, al durven we dit weleens te vergeten, uit tijdgebrek of gewoon uit nalatigheid. Daarentegen wordt afgeleide (=door anderen verwerkte) informatie, voor zover betrouwbaar, alleen gebruikt wanneer geen andere bron beschikbaar is, en steeds onder het nodige voorbehoud.
Of we hiermee geloofwaardig genoeg zijn laten we verder aan ieders oordeel over. Al bij al staat het iedereen vrij om ons hierover aan te spreken, dit alles zelf te onderzoeken of, waar mogelijk, zelf op pad te gaan en ter plaatse na te trekken wat we niet zorgvuldig of geloofwaardig genoeg hebben uitgebracht.
En dus, in het licht van dit alles, is de kritische vraagstelling van deze en andere correspondenten volkomen verantwoord.
Railations, 19 mei 2022
MAART 2022
Een vluchtige blik op ons logboek onderaan de Homepagina zal je wellicht de indruk geven dat Railations in een soort winterslaap gesukkeld is. Niet helemaal onterecht, althans wat de webstek zelf betreft, maar toch: schijn kan bedriegen. Naast het logboek, dat focust op nieuw items, heb je ook de rubriek ‘nieuws & update’ voor kleine of minder kleine aanpassingen en aanvullingen voor bestaande thema’s, nieuwe items voor de rubriek ‘Lijnnummers’ (onlangs nog de spoorlijnen 83 en 85), en een korte melding van een of ander feit dat ons al dan niet toevallig ter ore kwam. Kunnen we beide lijsten dan niet samenbundelen? Deze vraag werd intern ook al gesteld, maar het resultaat zou een weinig overzichtelijke mengelmoes geven van alles en nog wat. Precies daarom blijven we ervoor gaan om de essentie en het minder belangrijke uit elkaar te houden. Al bij al zijn beide slechts één muisklik van elkaar verwijderd…
Bij de lijnnummers zul je al veel vroeger gemerkt hebben dat we van louter informatie over de lijnnummers zelf geëvolueerd zijn naar meer duiding hierover, en in een aantal gevallen zelfs naar historische reconstructies. Niet dat dit voor ons de essentie is, maar sommige toestanden schreeuwen hier gewoon om, en dan kun je moeilijk anders dan even terug te blikken in de tijd. Maar ook al konden we de hand leggen op wat spoorboekjes, netkaarten en interne documenten, toch blijven we met tal van hiaten zitten, en moeten we noodgedwongen teruggrijpen naar niet altijd even eenduidige, laat staan betrouwbare bronnen. En dus is het soms spitsroeden lopen, tot een gelukstreffer ons toelaat om een of meer koerscorrecties door te voeren.
Gelukkig zijn er de oude stafkaarten en luchtfoto’s op Cartesius, een schat aan informatie. Maar ook hier is lang niet alles koek en ei, zoals in het bijzonder complexe dossier over het Kanaal van Charleroi, waar DRIE verschillende tracés elkaar overlappen, de bronnen bijzonder schaars zijn, laat staan betrouwbaar, en de officiële kaarten ons lang niet alles vertellen. Zo verwonderlijk is dat ook niet. In een tijd dat de kanaalwerken ettelijke decennia vergden, de toenmalige stafkaarten haast manueel getekend werden en de wijzigingen op het terrein zelf moesten worden waargenomen, bleven ettelijke nieuwigheden onderbelicht en ging men zelfs zover om sommige plannen reeds op kaart uit te tekenen, al dan niet in hun beginfase, met het reële risico dat inmiddels doorgevoerde wijzigingen onder de radar bleven. Dit is pijnlijk duidelijk gebleken in een ander dossier, waar een nooit uitgevoerde buurtspoorwegproject toch maar op de toenmalige stafkaarten ingetekend werd, met taluds, kunstwerken en al! Een gegeven dat door meerdere onafhankelijke bronnen bevestigd werd. Waar sta je dan met je historisch speurwerk? En met je terreinprospectie, soms meer dan een eeuw nadien?
Inmiddels vordert ons onderzoek in dit bewuste kanaaldossier gestaag verder, maar veel te traag om nu al met hapklare gegevens op de proppen te komen. Voordien al hebben we iets op de algemene kanaalpagina gezet, maar dit is nog te fragmentair om hierover al een volwaardig dossier op te starten, enkele (heel) recente vondsten ten spijt. Maar wees gerust, we blijven bij de leest, en ooit komt het er wel van.
De enige dossiers waar we de jongste tijd plusminus op koers bleven zijn de archieffoto’s en de oude stelplaatsen. Niet moeilijk, vermits deze documentatie al langer stof ligt te vergaren. Anderzijds wacht meer dan één project nog slechts op een (voor)laatste bezoek ter plaatse. Nu extra nattigheid en windkracht vooralsnog achter ons liggen – voor hoelang? – kunnen we terug op pad, voor zover het studieobject er niet verzopen bijligt, zoals we nog maar pas mochten ondervinden. En zo is er altijd iets, daar niet van. Misschien doen we er beter aan niet te veel illusies te koesteren, en ons zo nu en dan te laten verrassen door een of meer onverwachte meevaller(s). Anderzijds zul je wel al gemerkt hebben dat heel wat pas opgediste fotodocumenten stilaan gedateerd dreigen te raken. Maar wat zijn enkele jaren vertraging vergeleken met de halve of volle eeuwen die er voordien al overheen gingen. Een bulldozer heeft echter zo lang niet nodig om zelfs waardevolle relicten gewoon met de grond gelijk te maken, zoals in Ieper en Mariakerke.
En dus blijft waakzaamheid geboden, en grijpen we zoveel mogelijk de kansen die zich aanbieden, nu het nog kan.
Railations, 7 maart 2022
JANUARI 2022
Ons dossier ‘Neufvilles’ is nog niet af of reeds kijken we uit naar de volgende (gewezen) buurtlijn. Voeg daaraan de voormalige NMVB-stelplaatsen toe: Oostmalle, Zandhoven, Bierwart, plus de recente ‘ontdekking’ van verdwenen sites in Arendonk, Kieldrecht en nu ook in Geel. Is Railations zich dan helemaal aan het omscholen naar het buurtspoor? Dat ook weer niet, maar hoe meer we graven, hoe meer leemtes we tegen het lijf lopen. Niet qua rollend materieel, daar is elders meer dan genoeg over te vinden. Maar in vrijwel alles wat we tegenkomen blijven de vaste installaties – op de sporen na – behoorlijk onderbelicht, en de informatie hierover fragmentarisch. Zeker voor de stelplaatsen blijft het vaak nog puzzelen tegen de sterren op, zopas nog met Bierwart, dat mogelijk een van de oudste stelplaatsen van de NMVB zou zijn. We schrijven wel degelijk ‘mogelijk’, omdat we naderhand meer dan eens op nieuwe feiten stoten en zodoende onze reconstructies moeten aanscherpen. Al is het ook hier oppassen geblazen, gezien het aantal tegenstrijdige gegevens, zelfs in ‘officiële’ documenten! En ja, soms zitten we ernaast, en niet alleen hierdoor. Aan ons om het dan recht te trekken, maar alleen indien echt verantwoord. Maar verder blijft de buurtspoorweg voor ons een boeiend onderwerp, niet alleen met de stelplaatsen, maar ook met de talrijke oude tracés die her en der nog door het landschap kronkelen, of nog met de allures van de ‘grote’ spoorweg, kunstwerken incluis.
Wie onze vorige 'tussenstanden' naleest zal ongetwijfeld op zijn honger blijven. Grenslijnen, oude kanalen, buurlanden, waar blijven al die mooie projecten toch? Daarom doe je er best aan onze vorige tekst – 9 jaar Railations – eens te herlezen. Veel kunnen we daar niet aan toevoegen. Tenzij dan dat weer én klimaat (jawel) en de actualiteit niet altijd van die aard zijn om het ons gemakkelijk te maken. Denk maar aan Covid, de ons dierbare Vesdervallei, of nog de opruiming van een of ander relict dat nog op ons lijstje stond, zoals de stelplaats van Mariakerke. We klagen echter niet, dit is nu eenmaal de huidige gang van zaken, en dit geldt voor ieder van ons. Desalniettemin zijn we zo vermetel om toch weer in onze glazen bol te speuren. Veel zien we echter niet, tenzij dan enkele schimmen. Zoals een (nog) niet geasfalteerde spoorwegzate, een (nog) niet opgeruimde stelplaats, of een van de laatste (nog) niet uitgebroken sporen van een opgegeven spoorlijn.
Concreet nu. De oude grensovergangen en het kanaal van Charleroi staan nog steeds op onze lijst, evenals een niet nader genoemd (buurt)spoorwegtracé, maar absolute topprioriteiten zijn het niet. Dat kunnen we ook niet. Onze werkwijze indachtig (cfr. hieronder) raken we doorgaans veel rapper weg met een archieffoto, een nieuw of bijgespijkerd item over een oude stelplaats, een paar verlaten kunstwerken of stationsgebouwen, of nog een of ander onverwacht opgedoken curiosum dat best niet te lang stof blijft vergaren.
En ja, ondanks corona blaken we nog steeds van enig zelfvertrouwen en wat dadendrang. Maar ‘de wil is sterk, doch het vlees is zwak’, staat ergens geschreven. Mogelijk is dat eveneens op ons van toepassing, wij zijn tenslotte ook maar mensen. Maar voor dit nieuwe jaar beloven we u alvast dat we ons best zullen doen. Zoals voorheen.
Met onze oprechte wensen.
Railations, 8 januari 2022
9 JAAR RAILATIONS
Vandaag is het precies 9 jaar geleden dat we onze webstek ‘Railations’ opstartten. Eén jaar te vroeg om onze tiende verjaardag te vieren. Toch nu al dit. In tegenstelling tot tal van gelijkaardige initiatieven hebben we totnogtoe het hoofd vrij goed boven water kunnen houden. Een wonderrecept hebben we niet, behalve dan dat we enkel en alleen daaraan verder werken wanneer we daar de tijd voor vinden, maar ook de ‘goesting’, inderdaad. Geen strakke tijdschema’s dus, meteen de reden waarom we ruim één jaar geleden, na soortgelijke rubrieken in een vroeger stadium, onze ‘foto van de maand’ afgevoerd hebben. Eveneens een van de redenen waarom sommige dossiers aanslepen, of niet meteen (of helemaal niet) opgestart geraken. Gelijk ook de reden waarom tal van verkenningen pas jaren later online komen, waardoor de foto’s ‘gedateerd’ lijken – al gaan we meestal na, waar mogelijk, of de informatie nog wel klopt. Of nog de reden waarom we er lang niet altijd in slagen om onze reeds gepubliceerde dossiers te actualiseren. En ja, meteen ook de reden waarom sommige vooruitzichten uit onze vorige ‘tussenstanden’ niet altijd uitkomen. En toch hebben we een planning – noem het veeleer een leidraad – maar zijn daar niet de slaaf van. Mede dankzij al deze ‘ongemakken’ zijn we erin geslaagd, op een paar haperingen na, om Railations in stand te houden. En we hopen dat nog lang te kunnen doen.
Ad multos annos.
Railations, 30 november 2021
NOVEMBER 2021
Op een dag kregen we een mailbericht van iemand die ons duidelijk maakte dat in een van onze dossiers de locatie van een al lang verdwenen station onjuist was. Deze zou ruim één kilometer verder liggen, op een plek die hij nauwkeurig beschreef, met straatnamen, voetwegjes en al. Een plek die hij goed kende uit zijn jeugd, want zijn grootouders woonden daar vlakbij. Amper bekomen van onze verbazing, te meer daar we dat station probleemloos hadden kunnen lokaliseren, begonnen we zijn beschrijving na te trekken. Alles klopte perfect, op één onderdeel na: het station zelf. Jawel, er ligt daar een overweghuisje, sindsdien grondig verbouwd, en die destijds ook dienst deed als reizigershalte, maar zeker niet het bewuste station. Hiermee geconfronteerd bleef onze man bij zijn verklaring en stuurde ons bovendien enkele foto’s. Hadden wij ons dan toch vergist? En dus haalden we alles uit de kast, ook letterlijk, om dit verhaal zo correct mogelijk te situeren: stafkaarten van toen, naoorlogse luchtfoto’s met het bewuste station nog duidelijk aanwezig, recente foto’s en digitale kaarten, alsook zijn foto’s, met daar bovenop een oude ansichtkaart van dat station. Een minutieus onderzoek van deze laatste gaf ons alvast een duidelijk oriëntatiepunt in de verte: een kerktoren bovenop een helling, allebei goed te situeren. Klap op de vuurpijl: de invalshoek van de zonneschijn (die enkel in het zuidelijk halfrond uit het noorden kan komen) haalde die man zijn stelling finaal onderuit. We hebben hem dit alles toegestuurd, maar hebben sindsdien niets meer van hem vernomen.
Dit alles om nog eens duidelijk te maken dat we in al onze onderzoeken niet over één nacht ijs gaan. Meteen een van de redenen waarom de opmaak van zo’n dossier behoorlijk lang kan duren. Denk maar aan Verviers-Battice, het kluwen van Zelzate, Walcourt-Morialmé, of recent nog Nivelles-Soignies, waar destijds iemand telkens weer probeerde ons op een dwaalspoor te brengen. En nu is er Neufvilles, waar enkele data uit een publicatie niet blijken te kloppen met de opnamedata van onze eigen archieffoto’s. Niet dat we ons meteen op een datum vastpinnen, tenzij deze dan toch relevant zou blijken, wat hier beslist het geval is. Met dit dossier wijken we voorts een heel stuk af van onze hoofddoelstelling – op zoek naar de (nog steeds) zichtbare restanten van vroegere spoorexploitaties – en zetten hierbij een flinke stap terug in het verleden. Wat we trouwens hier en daar al een tijdje doen, zij het schoorvoetend, en dan vooral in het grote dossier van de oude buurtspoorwegstelplaatsen. Om maar te zeggen dat ook hier nog heel wat werk aan de winkel is.
Zoals je wellicht al gemerkt hebt zijn we onverhoeds op zoek gegaan naar de oude wachtzalen op de perrons van de spoorwegstations. Virtueel dan, want niet veel verder dan in ons eigen archief, maar ook op recente luchtfoto’s, en dat terwijl we eigenlijk naar nog meer oude goederenloodsen zochten, ter aanvulling van zij die al online staan. Die vonden we ook, maar gelijk raakten we in de ban van die wachtzalen en hun kleine broertjes, de perronhuisjes. En omdat daar nog zo weinig van overblijft hebben we ons daar meteen op vastgepind. Geen nood, de goederenloodsen krijgen daarna ook hun beurt, gevolgd door wat we nog konden vinden aan oude seinhuizen, want intussen verdwijnen die als sneeuw voor de zon. Uitkijken dus.
En de grenslijnen dan? Inderdaad, wij gingen daar ons werk van maken, ook bij de buurtspoorwegen (zie vorige tussenstand). Maar zoals je ziet kunnen we niet alles tegelijk doen. Beter zelfs, het ene speurwerk lokt vaak het andere uit. Zoals begin dit jaar, toen onze verkenning van het Kanaal van Charleroi uitmondde in de grondig herwerkte versie van de onafgewerkte buurtlijn naar Soignies. En zopas was dit het geval met het Franse Comines, waar het grensbaanvak naar zijn Belgische evenknie even plaats moest ruimen voor de twee jaar geleden opgedoekte regionale spoordienst uit Lille. Maar geen nood, de documentatie ligt klaar. Nu enkel nog wat zoekwerk eer we de teksten kunnen schrijven.
En terwijl er nog zoveel potentiële dossiers vergeefs liggen te wachten kijken wij al uit naar nieuwe verkenningen. Eerst nog de (reeds ingezette) bladerval, zonder dewelke tal van locaties onzichtbaar, laat staan onbereikbaar blijven.
Nog wat geduld dus.
Railations, 7 november 2021
SEPTEMBER-OKTOBER 2021
Terwijl de mooie nazomer zijn best doet om ons deze wrange zomer enigszins te doen vergeten, blijft het nog wachten op de herfstkleuren. Wrang wanneer we terugdenken aan al die ellende in de Vesdervallei, deze al bij al mooie vallei waarin we nota bene nog drie dossiers op stapel hadden en die we, uit respect voor de vele slachtoffers, voor onbepaalde tijd hebben opgeborgen. Na drie zomers op rij zette de verwachte hitte en droogte zich ditmaal niet door, maar wat we ervoor in de plaats kregen oogt zeker niet beter, integendeel. Zoals voorheen bleven onze verkenningen hoe dan ook beperkt, vakantie oblige. Wel konden we dankbaar gebruik maken van onze documentatie voor de grondige herschikking van de grensovergangen naar Noord-Frankrijk, tot dan uitgespreid over niet minder dan 5 pagina’s, maar voortaan verdeeld over twee geografisch goed afgebakende bestanden: naar het Franse ‘département du Nord’ en naar de overige grensdepartementen. Dit in afwachting van een verdere aanvulling van onze grensdossiers met de talrijke buurtlijnen, zowel naar Nederland als naar Frankrijk, wellicht in een aparte rubriek om het geheel overzichtelijk te houden. Gelijk kwamen we begin augustus op het idee om in ons archief zes opvallende kunstwerken uit te zoeken, eveneens in Frankrijk, maar nu in het zuiden, kwestie van de verwaterde vakantiesfeer wat op te krikken. En zoals steeds zorgde het vele opzoekingwerk ervoor dat het tot einde september duurde eer deze klus rond was.
En zo zijn we aanbeland bij de nabije toekomst. Als alles meezit zullen we het nu al vijfjarige dossier van de voormalige buurtspoorwegstelplaatsen in een iets sneller tempo aanpakken en verder aanvullen met de nog hangende al bezochte locaties, een klein twintigtal, zij het nog steeds in gespreide slagorde. Met daar tussenin de verdere uitbouw van een reeks locaties die totnogtoe beperkt bleven tot één enkele foto en nauwelijks wat uitleg. Sommigen vinden dat dit alles nogal traag verloopt. Bedenk dan wel dat we bij elke stelplaats eerst nog de nodige opzoekingen moeten doen omtrent hun verleden, dat deze gegevens niet zomaar te grabbel liggen, en dat niet alle gevonden informatie zomaar de betrouwbaarheidstoets doorstaat. Neen, simpel is het niet, zeker als je bedenkt dat er meer dan 220 dergelijke stelplaatsen waren. Begin er maar aan!
Daarnaast zouden we graag ons zomerexperiment met de 6 viaducten willen doortrekken naar andere thema’s, niet noodzakelijk kunstwerken en ook niet per se in Frankrijk, al is de bij ons beschikbare documentatie over het spoor in dat land vrij aanzienlijk. We zijn er nog niet helemaal uit, maar we zoeken verder. Een ander dossier, dat begin dit jaar in het slib is blijven steken, is dat van het oude kanaal Brussel-Charleroi. Onlangs hebben enkele toevallige ontdekkingen de waakvlam terug wat aangewakkerd. Let wel, dit riskeert een zeer lijvig geval te worden, en kunnen we niet meteen een totaaldossier garanderen, toch niet op redelijke termijn, maar veeleer een vervolgverhaal met nogal wat tussenpozen.
En dan het regiospoor, waarvoor toch meer belangstelling bestaat dan we dachten. In eigen land kwam de hallucinante toestand in het station Tienen als een duivel uit het doosje onze laatste zomerdagen door elkaar schudden. Ook al is deze chaos een vergeten station in het Franse achterland zeker waard, ligt Tienen nog steeds in België en dan nog wel op een hoofdlijn. Hoe dan ook, zeker gezien de historiek van dit station, hebben we Tienen bij de ‘vervallen stations’ geplaatst (voorheen ‘vergane glorie’). Nu we het over Frankrijk hebben heeft onze reeks over de viaducten in Zuid-Frankrijk ook hier de waakvlam terug wat aangewakkerd, maar recente informatie over het wel en vooral het wee van de regionale lijnen aldaar blijft al bij al beperkt en niet altijd up-to-date. Hierdoor riskeren we af te glijden naar archiefbeelden en inmiddels voorbijgestreefde toestanden, wat niet meteen de bedoeling is (was?) van deze rubriek, maar waar corona wel de nodige stokken in de wielen stak. Tenzij we vlakaf evolueren naar hoe-het-vroeger-was-en-nu-niet-meer en hierover een aparte rubriek ad hoc openen. Maar ook hier moeten we een en ander tegen elkaar afwegen eer we de knoop doorhakken.
Zoals je ziet, stof genoeg, en dan hebben we het nog niet eens over al die kleine tussendoortjes af en toe.
Want die zijn er natuurlijk ook nog.
Railations, 25 september 2021
JULI-AUGUSTUS 2021
Het kan verkeren. Terwijl wij veiligheidshalve rekening hielden met de zoveelste droge hete zomer op rij, dachten de weergoden en de klimaatopwarming daar anders over, met de catastrofale watersnood in het zuiden van het land als gevolg. Hoeft het gezegd dat we vooral getroffen werden door de hevigheid van het natuurgeweld en het leed van de mensen aldaar, niet in het minst op al die plaatsen die we al vaker verkend hebben, in het bijzonder in het dal van de Vesdre. Intussen maken we van de zomerse luwte gebruik om onze website nog eens onder handen te nemen. En terwijl het aangekondigde nazicht stilaan naar zijn einde loopt maken we van de gelegenheid gebruik om hier en daar de indeling van onze rubrieken te herschikken en meer eenduidigheid te scheppen. Dit geldt in het bijzonder voor de oude grensovergangen naar Frankrijk die niet minder dan 5 verschillende hoofdstukken voor hun rekening namen. Eens deze operatie achter de rug zullen daar juist geteld nog twee van overblijven: het nog maar pas opgestarte dossier over de grenslijnen naar het Franse Nord, en dat van de overige grensovergangen naar Frankrijk. Gelijk wordt de Franse versie bij de oorspronkelijke teksten gevoegd, wat voordien al gebeurde voor de meeste andere dossiers. Het gebruik van twee verschillende lettertypes laat ons toe beide teksten wat uit elkaar te houden en gelijk alle illustraties onder ogen te krijgen, zonder telkens te moeten klikken naar een andere pagina. Ook qua inhoud en beheer krijgt deze werkwijze veruit de voorkeur. Inhoudelijk verandert er echter weinig – op wat nieuwe foto’s na – daar in al die jaren ter plaatse amper iets veranderd is. En ja, er ontbreken nog enkele oude grenslijnen, maar die volgen pas later. Wat ook nog komt zijn de grensovergangen op de voormalige buurtlijnen, vooral naar Frankrijk, maar ook naar Nederland. Veel oude beddingen ga je daar niet vinden, en dus zullen we ons doorgaans beperken tot de specifieke grensgebouwen. En ook al zijn er daarvan al heel wat verdwenen, wat overblijft is beslist de moeite waard.
En ja, hoewel we al halfweg zijn en de dagen almaar korter worden, kan deze kwakkelende zomer toch nog voor verrassingen zorgen, hopelijk geen catastrofen meer. Wat ons niet belet nu al uit te kijken naar het najaar, kwestie van stilaan een minimum aan planning op te bouwen. Qua grote dossiers blijven we voorlopig nog in het ongewisse, want daar begin je niet zomaar aan. Eerst voldoende informatie bijeen sprokkelen vooraleer ter plaatse een en ander na te kijken en het beschikbare fotobestand verder aan te vullen. Afwachten dus. Daarnaast blijft er in de Borinage, het Pays Noir en rond Florennes nog van alles te doen, o.m. rond lijn 138 (Grand Central Belge). Bovendien is het najaar hét seizoen van de bietenoogst, en dan denken we meteen aan Haspengouw, voorlopig nog maar een denkpiste. We hadden er graag de tunnels en steunmuren in de Vesdervallei bijgenomen, maar dit is niet het moment om daar in de weg te gaan lopen. Verder zijn er nog heel wat kleinere items en locaties om op te zoeken – of nog eens na te kijken – maar dat laten we over aan de omstandigheden van het ogenblik, kwestie van geen te strak keurslijf op te bouwen, want er zijn nog andere prioriteiten in het leven. Wel blijven we hopen dat de pandemie stilaan onder controle komt, niet in het minst wat onze nabije buurlanden betreft, al blijft de situatie daar nog steeds onzeker. Dit betekent geenszins dat we binnenkort door onze ‘voorraad’ binnenlandse thema’s geraken, verre van. Maar er is daarbuiten nog zoveel meer te ontdekken dat het zonde zou zijn dit allemaal zomaar te laten liggen.
En wordt het ook niet stilaan tijd om onze rubriek ‘Regio’ opnieuw wat leven in te blazen?
We zien wel.
Railations, 30 juli 2021
JUNI 2021
Stilte na de storm… Kunnen we eindelijk eens opgelucht “oef” prevelen na het afsluiten van onze twee voorjaarsdossiers? Of hebben we gewoon wat last van de eerste zomerhitte? Nochtans was Walcourt-Morialmé al voor een groot deel op punt sinds vorig jaar, toen corona uitbrak (lente 2020). En was Nivelles-Soignies al bij al hooguit een herkauwsel van wat we zes jaar geleden al uitgespit hadden, met wat meer foto's erbij, toch? Wat niet belet dat we beide tracés dit voorjaar nog maar eens verkend hebben, en dat heeft ons geen windeieren opgebracht, getuige de nieuwe ‘vondsten’ die ons voor allebei te beurt vielen. Geen spectaculaire ontdekkingen, dat niet, maar toch interessant genoeg en zeker de moeite waard om ons enkele nieuwe inzichten bij te brengen. Met bovenal de nuchtere vaststelling dat dergelijke dossiers nooit echt afgewerkt zijn: er blijft altijd wel iets dat ons ontgaan is en dat zich – heel misschien – binnen afzienbare tijd zal openbaren.
Nu staan we voor de zoveelste warme en (hopelijk niet al te) droge zomer op rij. Dit zijn alvast de verwachtingen. En neen, deze periode is niet de beste tijd om op zoek te gaan naar het amper vindbare. Te veel begroeiing – niet alleen ondergroei – waardoor tal van potentiële sites amper bereikbaar zijn, of helemaal niet, en het op de koop toe niet altijd mogelijk is een en ander duidelijk voor de lens te krijgen. Dan is deze tijd beter geschikt voor reeds gekende locaties, zoals oude stations en stelplaatsen, en dan nog… Of nog om ergens een regionale lijn (opnieuw) te verkennen, voor zover ze nog bereden wordt – we denken hierbij vooral aan Frankrijk dat blijkbaar weer toegankelijk is. En waarom geen toeristische spoorlijn? Want ook hier zijn verrassingen verre van uitgesloten. Enfin, we zien wel. Al bij al gaan we nu een kalmere periode tegemoet, op het ritme van eventuele hittegolven. Geen grote dossiers, hooguit hier en daar wat aanvullingen, met tussendoor mogelijk toch nog een donderslag – een of ander vergeten item dat na zoveel jaren om publicatie smeekt en nu eindelijk een plaatsje krijgt onder de zon.
Toch nog even dit. Hier en daar stellen we een lichte verspringing vast in de opmaak van de pagina’s, blijkbaar doordat onze provider alweer wat gemorreld heeft aan de basissjablonen. O, geen grote rampen, het blijft binnen de perken. Maar omdat we deze kalme periode te baat nemen om een flink deel van onze ruim 90 pagina’s grondig na te kijken is dit het geknipte moment om deze schoonheidsfoutjes discreet weg te werken. En hier en daar iets recht te zetten of aan te vullen, waarom niet?
’t Is maar dat je het weet.
Railations, 20 juni 2021
APRIL-MEI 2021
De relatief koude maand april, de koudste sinds 1986, was al bij al een buitenkans voor onze laatste voorjaarsverkenningen. Door de vertraagde bladgroei, vooral in de Ardennen, konden we na een tegenvallende maand maart toch nog enkele buurtspoorwegtracés opzoeken die we in volle zomerseizoen onmogelijk zo duidelijk hadden kunnen vastleggen, laat staan verkennen. Zo is onze door corona gedeeltelijk geflopte voorjaar 2020 dan toch enigszins goedgemaakt, met als orgelpunt een vriendelijk lentezonnetje op de steile afdaling naar Bouillon. Na de Naamse citadelle allicht het meest indrukwekkende en toch zo discrete spoorwegtracé van dit land - met amper een paar kleine kunstwerken – waar de twee lussen van Hermanmont nauwelijks kunnen aan tippen. Blijft natuurlijk de vraag hoe je dit het best aan de man/vrouw brengt. Naar beneden? Naar boven? Of allebei? Daar zijn we nog niet uit, en maar goed ook, want we hebben zo al genoeg omhanden.
Zo is het derde luik van ons dossier rond Florennes - Walcourt-Morialmé - zo goed als afgewerkt en volgt de ontknoping een dezer dagen. Voor het volgende deel – lijn 138 – werd het gros van de terreinverkenningen al jaren geleden uitgevoerd, maar zoals steeds moet een en ander toch nog worden nagekeken en desnoods aangevuld, en dat brengt ons wegens de begroeiing meteen naar het volgende voorjaar. Het zuidelijk lijngedeelte (de latere 138A) komt allicht nog later, niet in het minst omdat hier nog hele stukken op een eerste verkenning liggen te wachten.
Na een wat langere pauze staat niet lang daarna het vervolg van Nivelles-Soignies op het programma, en hopen we de uitgebreide versie van dit dossier nog voor einde mei af te hebben. Hierdoor echter zal de start van het dossier over het Kanaal van Charleroi nog geruime tijd op zich laten wachten, ook al zijn beide vrij nauw met elkaar verbonden. Want vanaf juni zullen we allicht in zomermodus verzeilen, wat betekent dat we niet meteen nieuwe dossiers opstarten en ons beperken tot kleinere items, meestal ter aanvulling van bestaande rubrieken zoals ‘stille getuigen’, ‘vergane glorie’ of nog ‘grensovergangen’. Deze laatste is de jongste tijd wat op de achtergrond verzeild geraakt en wacht op een nieuw elan. Naast een paar overgangen die al een tijdje op verdere afwerking wachten hebben we inmiddels al heel wat materiaal verzameld over de grensovergangen bij de buurtspoorwegen, genoeg voor een apart dossier over dit thema dat we graag nog dit jaar zouden opstarten, voor zover de omstandigheden dit toelaten.
En tenslotte de oude stelplaatsen. Zonder dat we daar erg in hadden hebben we dit voorjaar de kaap van de 100 reeds gepubliceerde locaties overschreden – sommige met weliswaar één enkele foto, waarvan echter een tiental aan uitbreiding toe is. Een twintigtal andere is reeds bezocht maar wacht nog op publicatie. Samen zijn er dat ‘nog maar’ 120 van de 220, waarvan een vijftigtal echter volledig van de kaart geveegd is. Voor de 50 overige hebben we niet meteen een vastomlijnd verkenningsprogramma – hooguit een toevalstreffer hier of daar – en nog minder voor de stelplaatsen in (groot)stedelijk gebied. En terugvallen op StreetView is, op een paar uitzonderingen na, zeker geen optie.
Eén ding is zeker: er is nog meer dan genoeg brood op de plank, zelfs zonder het al dan niet nabije buitenland, al blijven we hier hopen op een spoedige verbetering van de algemene gezondheidstoestand. En eens het zover is zien we nog wel.
Tot zolang?
Railations, 30 april 2021
MAART 2021
Keer op keer uitgesteld, opnieuw onderzocht en uitgespit, telkens weer gevolgd door een zucht van opluchting: “eindelijk! nu zal het wel lukken zeker?” En ja, het gaat hier wel degelijk om dat dossier over de oude lijn 135, zo te zien weinig meer dan een al bijna 40 jaar geleden verdwenen plattelandslijntje. Maar dan wel een die een hele geschiedenis met zich meetorst. Nee, niet dat van het spoorwegknooppunt rond Florennes – waar dit lijntje in betere tijden maar heel zijdelings bij betrokken was, wat men hier en daar ook mag beweren. Maar wel dat van de ‘Minières’, die kleine ijzerertsontginningen rond Fraire en Morialmé, en waar we enigszins onverwacht terecht kwamen tijdens onze jongste verkenning aldaar, begin deze maand. Nee, niet in de putten zelf, die zijn al veel langer gedempt, maar in het gebied dat daar ooit mee bezaaid was, en dat destijds mee de reden was voor de aanleg van deze historische spoorlijn, nu al bijna 175 jaar geleden. En dat van die Minières? Dat wisten we al veel langer. Maar daar zo onverhoeds in terechtkomen, tussen de bramen door en in het slijk, vlak naast het oude tracé… Wel wat anders dan de modder die ons verleden jaar te beurt viel, vlakbij Morialmé (Minières) – maar daar hoor je later nog wel van.
Feit is dat een nieuwe verkenning nooit te veel is: telkens opnieuw maak je kans op iets te stoten dat je voordien over het hoofd gezien hebt, ook al denk je nu wel alles gevonden te hebben. En dat maakt heel dit onderzoek naar oude relicten juist zo boeiend. Gaan we dan ooit nog terug naar lijn 135 en haar Minières? En waarom niet?
Nagenoeg hetzelfde overkwam ons vorige maand met het onafgewerkte buurtspoorwegtracé tussen Nivelles en Feluy. Een nieuwe (zij het toevallige) verkenning vlakbij het oude kanaal duwde ons met de neus op de restanten van het al 40 jaar verdwenen viaduct. En amper drie weken later – we konden het niet laten! – hadden we alweer prijs, met een verdoken onderdoorgang op nog geen 100 meter daarvandaan. En zo zijn er her en der wellicht nog heel wat relicten en ‘mysteries’ die op ontdekking wachten. Al mogen we de tand des tijds niet vergeten, en dan vooral die voortwoekerende (stikstof)ondergroei die het ons zelfs in dit laagseizoen niet gemakkelijk maakt. Om van de menselijke ingrepen nog maar te zwijgen. Al bij al een kwestie van geluk, véél geluk zelfs.
Tenslotte is er nog Charleroi, dat sinds begin dit jaar zowat het middelpunt is van onze verkenningen, ook de virtuele, zoals Vogenée: het Kanaal van Charleroi, de stelplaats Trazegnies, onze foto uit het archief, het oostelijke steenkoolbekken (lijn 131), industrielijn 260 - de laatste in dit gebied, en ja, ook de streek rond Florennes, amper een boogscheut daarvandaan. Charleroi zelf staat eveneens op ons lijstje. En ook het Pays Noir daar rondom, nog steeds…
Of we genoeg tijd vinden om dit allemaal te gaan opzoeken? Tja, zolang de coronamaatregelen het grensverkeer beperken houden we het inderdaad dicht bij huis. Al een geluk dat hier nog zoveel te verkennen valt, ook elders in het land trouwens.
En daar kunnen we alleen maar wel bij varen.
Railations, 12 maart 2021
FEBRUARI 2021
Hoe een balletje toch rollen kan. Na de onverhoedse start van ‘Stille getuigen’ (zie vorige ‘Tussenstand’) zijn we uiteraard in ons archief op zoek gegaan naar de nodige items om deze nieuwe rubriek verder te stofferen. Zo kwamen we ondermeer uit op de oude kanalen. Daaronder het Kanaal van Charleroi, waarvan de oude tracés al langer op ons lijstje staan maar die wegens de krapte aan historische gegevens hierover tot vandaag zijn blijven aanmodderen (ook letterlijk…). Bijna onvermijdelijk kwamen we hierbij terecht bij ons 8 jaar oude dossier over de onvoltooide buurtlijn Nivelles-Soignies waarvan een deel van het tracé nauw verweven is met het oude kanaalgedeelte vanuit Ronquières. Een dossier dat ons nooit helemaal voldaan heeft door het aantal hiaten dat we hierbij tegenkwamen. In die mate zelfs dat we het verder lieten rusten in afwachting van betere tijden – alsof die zomaar op ons zouden afkomen.
En toch… In de tussentijd ontdekten we de website Cartesius, met een schat aan historische kaarten. Niet dat die ons veel verder helpen, want tot onze teleurstelling vonden we geen enkele waarop het onafgewerkte tracé stond ingetekend – afgezien van de ons reeds gekende papieren kaart uit 1953-61, dezelfde die ons destijds op het spoor bracht van dit tracé. Naast kaarten vind je op Cartesius echter ook luchtfoto’s. De oudste dateren van 1947, toen het MGI (thans NGI) deze aanwendde om de nieuwe reeks naoorlogse stafkaarten op te stellen. En het is op zo’n luchtfoto dat we nog maar pas, einde januari, het destijds aangelegde tracé terugvonden, van Nivelles tot aan het kanaal, dus ook de sindsdien verdwenen doortocht door Monstreux die totnogtoe een groot vraagteken was gebleven. Meteen goed voor een correctie van ons tracéplan van 2013.
Gelijk waren we dan toch eindelijk weer op pad getrokken, vooral dan naar het oude kanaal, maar evengoed voor een routinebezoek aan een deel van het buurtspoorwegtracé, nu we dan toch ter plaatse waren. Zo kwamen we niet alleen terecht op een tot dan ontoegankelijk gewaande deel van dit tracé - wat in de lente- en zomerperiode allicht het geval is - maar ontdekten we ook een overblijfsel van het 40 jaar geleden afgebroken viaduct. O, niets spectaculairs, hooguit een restant van het toen al afbrokkelende uiteinde van het kunstwerk, amper zichtbaar van op straat, verscholen tussen de begroeiing, en totaal onzichtbaar in het hoogseizoen. Maar toch een kleine klauterpartij waard ter bevestiging, en uiteraard voor een aantal foto’s.
Zijn we nu blij met een dode mus? Toch niet, want dit alles was meteen de aanzet voor de volledig hertekening van dit dossier waar al jaren niet naar omgekeken was en dat, laat ons eerlijk zijn, er weinig aantrekkelijk uitzag, met een handvol sombere en veel te kleine beelden – uit de tijd dat we heel zuinig moesten zijn met de ons toegemeten ruimte. In navolging van de oude lijn 106 langs de Sennette daar vlakbij hebben we er dan maar meteen een uitgebreid fotoverslag van gemaakt.
Is hiermee alles gezegd? Toch niet, want het moeilijkste moet nog komen. Hoe zit dat immers met het vervolg van dit tracé? Wel, dat is er nooit geweest, behalve op papier, en dan nog… Bovendien zorgen de weinige door ons gekende documenten, waaronder een paar vage netplannen, voor de nodige verwarring. Wat er ook van zij, verderop zijn er inderdaad enkele kunstwerken gebouwd, waarvan alleen het grote viaduct van Ecaussinnes echt bekend is, met zijn 12 bogen meteen het grootste kunstwerk van de toenmalige NMVB. En de andere constructies dan? Horen ze ja dan neen bij dit gestrande project?
Kijk, wij zijn niet zozeer historici, dan wel terreinmensen. Ons is het vooral te doen om wat (nog) aanwezig is, uiteraard voor zover dit kadert in een specifiek thema, en niet om wat er nooit geweest is, of al dan niet had kunnen zijn. Dit is in dit dossier niet anders, en zullen we dan ook verder toelichten. Maar dat is voer voor een volgende aflevering.
Tot zolang.
Railations, 2 februari 2021
JANUARI 2021
Zeg maar een bevlieging. Tijdens onze zoektocht naar een betere verantwoording voor de pagina ‘Patrimonium’ kwamen we ineens terecht bij ‘Stille getuigen’. Alweer een nieuwe rubriek? En dat terwijl heel wat andere stilaan aan een verjongingskuur toe zijn. Gelijk kwam het besef dat tal van die kleine items totnogtoe in de schaduw bleven bij gebrek aan een geschikte rubriek ad hoc. Meteen was ‘Stille getuigen’ een feit, amper een paar dagen voor het nieuwe jaar, zij het als opvolger van 'Patrimonium'. Meteen de geknipte drager voor onze nieuwjaarswensen. Na de overgang sloop even twijfel binnen. Was het nogal uitgebreide item over de goederenloodsen hier wel op zijn plaats? Laat staan dat over de niet altijd even discrete seinhuizen. Waren we niet te rap van stapel gelopen?
Maar omdat de seinhuizen in de huidige context hetzelfde lot dreigen te ondergaan als pakweg de hele mechanische seininrichting houden wij ze erbij. Van hun kant zijn de meeste goederenloodsen al langer weggedeemsterd en zijn ze meer dan eens de laatste getuige van een verdwenen station of spoorlijn. Wel hebben we hier een aantal buitenlandse gevallen verwijderd, en focussen we nu vooral op locaties waar station of spoorlijn niet langer in normale exploitatie is.
Een nieuwe rubriek brengt uiteraard heel wat zoek-, redactie- en lay-outwerk mee, waardoor enkele op stapel staande items en zelfs hele projecten knarsetandend in de wachtrij blijven staan, of zelfs vergeefs op een eerste ontwerp moeten wachten. Niettemin bevestigen de eerste reacties ons dat ‘Stille getuigen’ goed op weg is om een heuse leemte op te vullen in ons project. Meteen zien we het verdere verloop van dit hoopvolle jaar verwachtingsvol tegemoet. In eerste instantie willen we de komende maanden opnieuw werk maken van onze winterverkenningen, vooralsnog in beperkte mate en in eigen land zolang de algemene toestand zorgwekkend blijft. Gelijk maken we dankbaar gebruik van de voorbije en huidige luwte om orde te scheppen in ons fotoarchief, wat toch al enkele verrassingen opleverde. Het minste wat men echter kan zeggen is dat dit omvangrijke werk nog lang niet af is. Dat belooft! Te meer daar de tijd die we hierin steken meer dan eens ten koste gaat van nieuwe items. Die zijn er nochtans wel degelijk, en te oordelen naar de opnamedatum van heel wat recent uitgebrachte documenten kun je merken dat deze al jaren op hun beurt zaten te wachten om in een of ander dossier te figureren, niet in het minst zolang we niet alle informatie hierover vergaard en nagekeken hadden. En dus willen we u ook nu niet nodeloos opzadelen met die beruchte wachtlijst, gewoon omdat er te vaak van die onverwachte factoren tussenkomen die lang niet allemaal met deze website te maken hebben.
Laat je dus eens te meer verrassen. We maken er werk van!
Railations, 9 januari 2021
Zeg maar een bevlieging. Tijdens onze zoektocht naar een betere verantwoording voor de pagina ‘Patrimonium’ kwamen we ineens terecht bij ‘Stille getuigen’. Alweer een nieuwe rubriek? En dat terwijl heel wat andere stilaan aan een verjongingskuur toe zijn. Gelijk kwam het besef dat tal van die kleine items totnogtoe in de schaduw bleven bij gebrek aan een geschikte rubriek ad hoc. Meteen was ‘Stille getuigen’ een feit, amper een paar dagen voor het nieuwe jaar, zij het als opvolger van 'Patrimonium'. Meteen de geknipte drager voor onze nieuwjaarswensen. Na de overgang sloop even twijfel binnen. Was het nogal uitgebreide item over de goederenloodsen hier wel op zijn plaats? Laat staan dat over de niet altijd even discrete seinhuizen. Waren we niet te rap van stapel gelopen?
Maar omdat de seinhuizen in de huidige context hetzelfde lot dreigen te ondergaan als pakweg de hele mechanische seininrichting houden wij ze erbij. Van hun kant zijn de meeste goederenloodsen al langer weggedeemsterd en zijn ze meer dan eens de laatste getuige van een verdwenen station of spoorlijn. Wel hebben we hier een aantal buitenlandse gevallen verwijderd, en focussen we nu vooral op locaties waar station of spoorlijn niet langer in normale exploitatie is.
Een nieuwe rubriek brengt uiteraard heel wat zoek-, redactie- en lay-outwerk mee, waardoor enkele op stapel staande items en zelfs hele projecten knarsetandend in de wachtrij blijven staan, of zelfs vergeefs op een eerste ontwerp moeten wachten. Niettemin bevestigen de eerste reacties ons dat ‘Stille getuigen’ goed op weg is om een heuse leemte op te vullen in ons project. Meteen zien we het verdere verloop van dit hoopvolle jaar verwachtingsvol tegemoet. In eerste instantie willen we de komende maanden opnieuw werk maken van onze winterverkenningen, vooralsnog in beperkte mate en in eigen land zolang de algemene toestand zorgwekkend blijft. Gelijk maken we dankbaar gebruik van de voorbije en huidige luwte om orde te scheppen in ons fotoarchief, wat toch al enkele verrassingen opleverde. Het minste wat men echter kan zeggen is dat dit omvangrijke werk nog lang niet af is. Dat belooft! Te meer daar de tijd die we hierin steken meer dan eens ten koste gaat van nieuwe items. Die zijn er nochtans wel degelijk, en te oordelen naar de opnamedatum van heel wat recent uitgebrachte documenten kun je merken dat deze al jaren op hun beurt zaten te wachten om in een of ander dossier te figureren, niet in het minst zolang we niet alle informatie hierover vergaard en nagekeken hadden. En dus willen we u ook nu niet nodeloos opzadelen met die beruchte wachtlijst, gewoon omdat er te vaak van die onverwachte factoren tussenkomen die lang niet allemaal met deze website te maken hebben.
Laat je dus eens te meer verrassen. We maken er werk van!
Railations, 9 januari 2021
NOVEMBER 2020
Het zal je maar gebeuren. De inkt van onze tussenstand van eind september was nog niet helemaal droog, of daar kregen we het laconieke bericht dat onze website dreigde binnenkort offline te worden gehaald. Geen hackers of welke cyberaanval ook. Gewoon een onwrikbare administratieve aangelegenheid waar wij, het zij gezegd, geen enkele vat op hadden, hoe wij het ook draaiden of keerden. En terwijl koortsachtig gezocht werd naar een mogelijke oplossing, werden inderhaast een plan B en zelfs een plan C uitgewerkt om toch een zekere continuïteit te verzekeren, zij het langs een andere weg. Best te begrijpen dat die hele toestand ons danig in beslag nam, niet in het minst door het dreigende vooruitzicht van een eventuele heropbouw van de hele website, zij het op een andere plek. Een Herculestaak die ons ettelijke jaren zou kosten, vooral dan door de lay-out die we vanaf nul zouden moeten (her)opstarten, en waarbij een flink aantal dossiers onvermijdelijk op de (heel) lange baan of zelfs in de vergeetput zou belanden. Te midden van dat geharrewar hebben we, na de noodzakelijke afwerking van Clabecq-Ecaussinnes, ons dan maar beperkt tot kleine items zonder veel lay-out, gewoon omdat we onze website niet zomaar wilden laten voor wat hij is, terwijl we onze energie wellicht elders nodig hadden. Tot iemand van ons op het idee kwam om het via een heel andere weg, zeg maar een flinke omweg te proberen. Als je deze boodschap leest weet je meteen dat het ons – eindelijk! – gelukt is.
En nu? Terug naar de orde van de dag? Niets is minder waar. Want terwijl covid-19 er opnieuw lustig op inhakt en onze najaarsverkenningen hierdoor niet langer vanzelfsprekend zijn, kunnen we niet anders dan vaststellen dat de heikele kwestie hierboven ons heel wat fut heeft gekost, en het de nodige tijd zal vergen om onze vroegere elan terug te vinden. Gelukkig lag het dossiertje over het oude spoorwegtracé dwars door Londerzeel al enige tijd te sudderen. Dankzij recente luchtfoto’s bleek een nieuw bezoek ter plaatse niet meteen nodig en mag je het sluitstuk dan ook binnenkort verwachten. Ook het al langer op til zijnde dossier over lijn 135 (Florennes) zal het zonder bijkomende verkenning moeten stellen, al moeten we hier nog even wachten op wat onze cartograaf precies te bieden heeft. Al moeten we in beide gevallen noodgedwongen voor heel even ‘vreemdgaan’ en dus beroep doen op externe documenten.
Met alle coronaonzekerheden die ons nog geruime tijd te wachten staan willen we geen verdere prognoses maken. Mogelijk zien we hierbij de kans om hier en daar wat ‘vergeten’ rubrieken te actualiseren of verder aan te vullen. Je ziet wel wat het wordt. Wat wellicht ook van de komende ongewone eindejaarsdagen mag gezegd worden.
Maak er hoe dan ook en zo goed mogelijk het beste van.
Railations, 25 november 2020
SEPTEMBER 2020
In volle zomerhitte, als een dief in de nacht, kwam daar ineens het grensstation Quévy binnensluipen. Niet gepland, wel al enige tijd op onze wachtlijst. En gelijk de geknipte gelegenheid om de pagina over oude stations wat nieuw leven in te blazen, nu onder de titel ‘Vergane glorie’, geïnspireerd op dat andere grensstation, Deutsch-Avricourt. Niet dat we ons hier exclusief willen wijden aan dit thema, want er zijn her en der in binnen- en buitenland genoeg andere gevallen engelen die onze aandacht verdienen, voor zover en zolang ze er nog staan. Quévy zelf was moeilijk te plaatsen. Als oud station, ongetwijfeld. Als grensstation, evenzeer. Maar wel nog steeds bediend, dat ook. Meteen de reden waarom dit onderwerp uiteindelijk gespreid werd over deze drie verschillende rubrieken, zij het met een aantal tussenlinks. Al bij al een halfslachtige keuze, alleen al omdat we duidelijk onderscheid wilden maken tussen de infrastructuur (het gebouw) en de huidige bediening (regiospoor), en dat terwijl deze grensverbinding nog steeds in gebruik is, maar hoe! Of het op termijn dan toch een aparte pagina wordt met uitsluitend Quévy als onderwerp kunnen we dan ook niet uitsluiten.
Inmiddels, terwijl we einde juni en in juli veeleer in de provincies Luxemburg en Luik vertoefden, virtueel dan, werd verder gesleuteld aan onze archiefrubriek, voordien nog 'foto van de maand', om ze begin augustus te lanceren, ditmaal onder de naam 'Uit ons archief’, of wat dacht je. Het eerste item (Avelgem) is intussen een feit en kreeg dan ook de nodige belangstelling, wat ons meteen aanzet om de ingeslagen weg verder te volgen. Na Avelgem kwamen we evenwel terecht in Vloesberg/Flobecq, eveneens op de grens met Henegouwen dat vanaf dan en tot einde van deze maand ons toevluchtoord werd, nog steeds virtueel, met Quévy en enkele stelplaatsen, maar ook lijn 106, waarvan je binnenkort het sluitstuk mag verwachten.
Wat daarna? Dat zijn we nog aan het uitbroeden. Jawel, daar is lijn 135 (Florennes) dat je nog van ons tegoed hebt, al is een ultiem bezoek aldaar - dat de voorbije lente niet kon doorgaan - niet uit te sluiten, we zien wel. Maar verder ontbreekt het ons niet aan vrome intenties die tot vandaag zonder vervolg bleven – laat staan zonder gevolg. Je vindt er wel hier en daar op een of andere pagina. Welke eerst? Doorgaans hebben we daarover al enig fotomateriaal. Hangt er dus van af of dat genoeg is en of we voldoende en betrouwbare achtergrondinformatie kunnen vinden. En dan hebben we het nog niet over bijkomend onderzoek, waar nodig, online of (zo mogelijk) ter plaatse. Meer dan eens moet er ook nog een kaartje of een plan getekend worden. Daarna is het een kwestie van (vrije) tijd om leesbare teksten te schrijven en het geheel in een presentabele vorm te gieten. Dit alles om je een idee te geven van wat er zoal komt bij kijken voor je weer wat nieuws op je bord krijgt.
Waarom dan niet gewoon wat foto’s online plaatsen? Tja, dat is nu precies het punt. Dergelijke websites zijn er wel meer, al dan niet met een korte beschrijving. We hebben er echter van in het begin voor gekozen om dieper te graven, niet alleen voor meer duiding maar ook voor zo betrouwbaar mogelijke achtergrondinfo. En dat scheelt dan ook heel wat.
Niet wanhopen dus wanneer je een tijdje niets ziet bewegen. Er wordt wel degelijk aan gewerkt.
Tot binnenkort.
Railations, 25 september 2020
AUGUSTUS 2020
Zoek niet, ze zijn er niet meer. Vroeger dan aanvankelijk voorzien hebben we nog maar pas beide pagina’s met de overblijvende “foto’s van de maand” definitief geschrapt. Liever dan de doodsstrijd van deze almaar krimpende bestanden te rekken, vonden we het beter er meteen een eind aan te maken. Te meer daar het alternatief – of de opvolger, zoals je wilt – zo goed als op punt staat: de nieuwe pagina “uit ons archief” die zowat alle maandfoto’s verzamelt die we niet in een van onze thematische rubrieken konden onderbrengen. Inhoudelijk verandert er weinig, het zijn nog steeds dezelfde foto’s, zij het in een andere, thematische volgorde. Wel werden de bestaande teksten zoveel mogelijk ontdaan van allerhande franjes, kwestie van de essentiële basisinformatie beter te doen uitkomen. Geen kleine opdracht, neem dat maar van ons aan, gezien het al bij al omvangrijke redactiewerk, en dat nog wel voor beide landstalen.
En nu? Hoe dan ook, in de rubriek “uit ons archief” blijft het basisprincipe overeind, alleen de timing verandert. Niet langer op de eerste van elke maand, en ook niet langer gebonden aan diezelfde maand in het verleden. Beter dan de standaardformules ‘nu en dan’ of ‘af en toe’, hebben we echter niet. Omdat dit onze lopende rubrieken en dossiers niet mag doorkuisen, laat staan in het gedrang brengen. Maar ook omdat het nog steeds gaat om historische documenten uit ons archief, en waarover in tal van gevallen toch enig opzoekingswerk geboden is. En dat laatste loopt niet altijd even vlot. Wel bestaat het risico dat deze rubriek na verloop van tijd wat zal gaan wegdeemsteren, precies bij gebrek aan zo'n vaste timing. Of nog bij gebrek aan 'urgentie', of hoe je dit ook wilt noemen, wat een tijdlang gebeurde met “Vestigia” of sommige onderdelen ervan, en nu ook met de rubriek “Regio”. Dit is echter meer een kwestie van beschikbare tijd en middelen, of nog van voldoende informatie over de mogelijke items - wat nu eenmaal onlosmakelijk verbonden is met dit soort van projecten zonder (al te) strakke organisatie en zonder veel middelen om toch zoveel mogelijk te doen wat we graag zouden doen.
Tot slot kunnen we enigszins voldaan terugblikken op een maand juli zonder problemen noch uitschieters, op de verdere invulling van Clabecq-Ecaussinnes na, zoals voorzien. Voor augustus – met of zonder hittegolf – zal het niet veel anders zijn, al weet je nooit. In september zien we dan wel weer, voor zover corona het intussen niet te bont maakt.
Hou je goed.
Railations, 5 augustus 2020
JUNI-JULI 2020
Zeven jaar geleden, in een plotse opwelling, lanceerden we onze eerste ‘foto van de maand’. Railations was nog geen jaar oud, en we waren op zoek naar een rubriek om historische documenten die ons interessant en relevant genoeg leken maar toen nergens bij pasten toch aan de man/vrouw te kunnen brengen. En zo begonnen we foto’s uit te zoeken die vele jaren terug maar wel in dezelfde maand gemaakt waren en waarover toch een en ander te vertellen viel. Niet altijd even gemakkelijk, te meer daar voor sommige periodes van het jaar het beschikbare aanbod opvallend beperkt bleef, denk maar aan juni, de examenmaand bij uitstek, of nog december met al die feesten. Al gauw moest blijken dat niet elke keuze, meer dan eens gemaakt op de valreep, even gelukkig was, maar zoals bij de start afgesproken moest ze daar wel de hele maand blijven prijken. En in deze tijd van jachtige communicatie is een maand al gauw een eeuwigheid. Inmiddels kwamen tal van nieuwe dossiers en rubrieken tot stand, waardoor er meer en meer overlapping optrad, wat gelijk onze keuzemogelijkheden nog meer ging inperken.
En dus, liever dan een stroeve en stilaan grijsgedraaide rubriek verder mee te sleuren, hebben wij besloten dat de foto van deze maand juni meteen de laatste was. Jammer voor wie daar telkens weer naar uitkeek, maar de belangstelling hiervoor ging hoe dan ook al geruime tijd achteruit. De pagina zelf zal nog een tijdje beschikbaar blijven, evenals die van de eerste periode (2013-2018) trouwens, zij het in sterk uitgedunde versie daar tal van vroegere items ondertussen al elders werden ondergebracht.
Inmiddels werken we aan een waardige opvolger, nog steeds gefocust op beelden uit ons archief, maar niet langer geprangd in een te strak keurslijf, en dus met heel wat meer keuzemogelijkheden. Uitkijken dus.
MEI-JUNI 2020
Het zal je maar overkomen! De inkt van ons bijgewerkt dossier LaLouvière-Bascoup was nog niet helemaal opgedroogd, of daar vonden we op het internet een werkje uit 1969 over de spoorwegen in dezelfde regio. Grondig uitgespit, goed gedocumenteerd en vrij ordentelijk opgebouwd – heel anders dan wat we tot nu toe in handen hadden. Topografisch leert het ons niets bij: het oude tracé, duidelijk aangegeven op oude kaarten en nog grotendeels zichtbaar op het terrein of op kaarten, is nu eenmaal wat het is, en daar is het ons vooral om te doen. Het grote verschil zit’m in de toenmalige configuratie van de spoorlijn en de stations, en in mindere mate ook in het afbouwverhaal ervan. Toegegeven, geschiedenis is niet meteen onze hoofdbekommernis, maar is gaandeweg zo onlosmakelijk verbonden gebleken met de resultaten van ons terreinwerk dat we ons daarin meer en meer zijn gaan verdiepen: Sankt Vith, Florennes en nu ook Bascoup. Wat er ook van zij, we hebben er geen moeite mee om waar nodig een en ander recht te trekken. En dus komen er binnenkort een aantal aanvullingen en rechtzettingen – in een ander kleurtje dan nog, kwestie van ze niet te laten verdrinken in de reeds verschenen teksten.
Dit duwt ons meteen terug met de neus op Florennes, waar het ineens heel stil geworden is. Nu was het na het onverwacht uit de kluiten gewassen dossier over Ermeton-Senzeille wel nodig om even terug op adem te komen. Een pauze die ons niet alleen wat ruimte gaf om LaLouvière-Bascoup aan te pakken, maar ook om de volgende stap voor te bereiden, lijn 135. Het toeval wil dat beide (Bascoup en Morialmé) structureel heel wat overeenkomsten vertonen: tot stand gekomen met Brits kapitaal, als zijlijn van een nog in opbouw zijnde hoofdlijn (118 en 132), vooral bedoeld ter ontsluiting van lokale grondstoffen (steenkool en ijzererts), met een reeks tussenstations heel kort na elkaar, elk met hooguit één of twee zijsporen, sommige uitsluitend gericht op goederenverkeer, met van meet af aan ook reizigersverkeer op het grootste deel van het parcours. Maar ook allebei koplijnen die na zekere tijd verlengd of verlegd werden naar een inmiddels aangelegde spoorlijn daar vlakbij (113 en 138) (zie ook de rubriek ‘lijnnummers’). Voor de rest van het verhaal verwijzen we naar beide dossiers – dat van Walcourt-Morialmé weliswaar nog in voorbereiding maar toch al heel ver gevorderd, wellicht al voor in de loop van juni.
Dat tal van andere (deel)projecten hierdoor onverbiddelijk opzij geduwd worden is onvermijdelijk gebleken, de oude stelplaatsen en Clabecq-Ecaussinnes uitgezonderd. Met zo nu en dan een ‘tussendoortje’ wanneer tijd en gelegenheid zich voordoen. Al een geluk dat we er na Nieuwjaar in geslaagd waren enkele uitgekiende verkenningsrondes uit te voeren, want op 13 maart kwam de lockdown, pal op het voor ons gunstigste tijdstip van het jaar, met langer wordende dagen en nog zonder bladgroei. Al goed dat we nog wat materie overhebben van voorgaande jaren: enkele grenslijnen, meerdere vergeten kunstwerken en oude stationsgebouwen, nog wat laatste eindjes en vergeten sporen, noem maar op. Zo kunnen we er nu en dan iets tussenschuiven, soms met weinig meer dan een vermelding in de rubriek ‘nieuws & update’ waar door de omstandigheden amper terreinnieuws te melden valt. Wel werd deze inforubriek de jongste tijd overstelpt met tal van ‘lijnnummernieuws’, te danken aan alweer andere online ontdekkingen, die van enkele naoorlogse NMBS-documenten vol informatie over dit thema. Al moeten we onze cijferaar hier echt wat intomen, kwestie van ons niet te ver te laten meeslepen, ver van de essentie van ons project - voor wie dit zou vergeten zijn: de zoektocht naar de overblijfselen uit het spoorwegverleden.
Tot slot blijft er nog zoveel te ontdekken en aan te brengen van over de landsgrenzen, al mogen we hier niet alles in de schoenen schuiven van corona. Na de pauzeknop van vorige zomer heeft het aantal en vooral het volume van onze binnenlandse dossiers hiervoor nog nauwelijks tijd en gelegenheid overgelaten. Of hier beterschap in zicht is, los van het opnieuw opengaan van de landsgrenzen, dat durven we niet beloven noch voorspellen. We kunnen het alleen maar hopen.
Met alvast veel hoop op betere tijden.
Railations, 30 mei 2020
APRIL 2020
We zullen het even niet over corona hebben. Of toch zo weinig mogelijk. Dat doen de media wel voor ons. Dat ons verkenningsprogramma in maart en begin april hierdoor volledig in duigen viel wist je al, of kon je wel vermoeden. Op zich geen drama omdat we nog genoeg materiaal in voorraad hebben. Nadeel: wanneer deze documentatie eindelijk online komt is ze mogelijk al wat verouderd, maar momenteel zien we geen mogelijkheid voor wat update ter plekke - zie hierna bij Mariemont. Intussen loopt het verder uitwissen gestaag voort, zoals onlangs nog in Wevelgem. Gelukkig is er nog de bekende luchtfotografie die ons meer dan eens toelaat een (kleine) sprong in het nabije verleden te maken, dan weer een virtueel bezoek ter plaatse, zij het op een gegeven datum, niet altijd even interessant voor ons. Wellicht zul je gemerkt hebben dat we bij uitzondering een paar van deze documenten hebben overgenomen, uiteraard met bronvermelding. In beide aangehaalde gevallen een kwestie van overmacht – wegens tijdgebrek hadden we in 2019 een tweede bezoek aan Wevelgem links laten liggen – maar zeker geen nieuwe wending in onze werkwijze. Wat je zelf ter plaatse onderzoekt en vastlegt biedt nu eenmaal zoveel meer waardevolle informatie die je vaak nergens anders kunt vinden.
Dat laatste ondervonden we maar al te goed rond Florennes. Getuige het gaandeweg uit de kluiten gewassen dossier over lijn 136A dat bij elk nieuw bezoek nog verder aandikte. En nu deze laatste zo goed als afgewerkt is, lonkt lijn 135 naar Morialmé om de hoek. Ook hier moest ons onderzoek uit 2009 verder bijgespijkerd worden, en dat is ons grotendeels gelukt ook. Wel blijven er een paar kleine onduidelijkheden over die we graag nog eens wilden gaan bekijken, maar dat zal dan voor later zijn. Wat we voordien al gevonden hadden is intussen bevestigd, en dat is beslist de moeite waard, want daar vind je nergens anders iets over, op geen enkele website, in geen enkele publicatie, hoe ernstig ook. Alleen ter plaatse, in de voorjaarse regen en modder, tussen bramen en struikgewas door, dat wel, maar dat is nu eenmaal de prijs van zo’n onderzoek.
Intussen hebben we het eerste deel van Clabecq-Ecaussinnes kunnen invullen en afwerken. Nu nog het spoorwegtracé zelf, tussen al deze stations onderling. Ook hier was het merendeel onlangs nog verkend, zodat we zorgeloos verder kunnen. Niet zo snel als sommigen zouden willen, maar dat hadden we van bij de start al laten uitschijnen.
Waarom dan ook nog LaLouvière-Bascoup erbij genomen? Nu we meer tijd over hebben en we begonnen zijn ons archief wat op te ruimen, viel ons oog op dit 6 jaar oude dossier dat, na Maastricht-Vaals, nog dringender aan verbetering toe was. En dus zijn we, zonder daar verder bij stil te staan, er meteen aan begonnen. De informatie hadden we al, destijds moeizaam in elkaar gepuzzeld en onlangs nog wat aangevuld. De documentatie is er ook, zij het gemiddeld 6 jaar oud, zodat een kleine rondgang in situ best had gemogen. Noodgedwongen hebben we ons dus beperkt tot een virtuele verkenning via luchtfoto’s, wat ons alleen in Mariemont een aanzienlijke verandering heeft doen ontdekken. Wat verderop onder het dichte bladerdek schuilgaat, tussen Mariemont en L’Etoile, dat gaan we (ten vroegste) in het najaar nog eens gaan bekijken. Maar de eerste virtuele waarnemingen laten ons toe om binnenkort ook het baanvak voorbij Mariemont aan te pakken.
Dat er momenteel niet zoveel tijd en energie overblijft om ook nog andere thema's op te starten of aan te vullen is duidelijk. Toch sluiten we de mogelijkheid niet uit om tussendoor hier en daar wat bij te spijkeren of te vervolledigen: de stelplaatsen, de kanalen, kunstwerken, vergeten sporen, een paar grensovergangen, noem maar op.
Tot slot nog iets over de lijnnummers. Hoewel ze een louter administratief gegeven zijn dat weinig te maken heeft met de realiteit op het terrein, zijn ze voor ons vrij handig als verwijzing naar welke spoorlijn ook, vergelijkbaar met de referenties in o.m. wetenschappelijke teksten, en bovendien een waardevol hulpmiddel voor het beheer van ons archief. Helaas bestaat er geen volledige en eenduidige, laat staan betrouwbare lijst van dit alles, al dan niet opgesteld door amateurs, niet in het minst omdat deze lijnnummers door de jaren heen nogal eens gewijzigd werden, veelal door een administratieve pennentrek ergens op een bureau in Brussel. Precies daarom zijn we al ettelijke jaren bezig een aantal hiaten op te vullen of recht te trekken, telkens in functie van de lopende dossiers of in de marge ervan, en de jongste tijd ook nog tussendoor. Geen kluwen is ons te veel, zou je kunnen zeggen, al is het zeker niet onze bedoeling om ooit met dé ultieme lijst uit te pakken. Daarvoor heb je véél méér nodig dan hier en daar wat losse gegevens uit bijna tweehonderd jaar spoorweggeschiedenis zomaar bijeen te harken.
Hoe dan ook, ook zonder dat hebben we werk genoeg. Alvast geen reden om de armen te laten zakken.
In afwachting van beter? We zien wel.
Pas verder goed op jezelf.
Railations, 20 april 2020
MAART 2020
Met bijna een vol jaar vertraging – 11 maand om precies te zijn – brachten wij het vervolg van onze verkenningen langs het verlaten kanaal Blaton-Pommeroeul. Geen vergetelheid, maar een weloverwogen keuze: er waren immers al wat foto’s gereed om het dossier verder aan te vullen. Wat echter ontbrak was het middenstuk van dit kanaal, ter hoogte van Harchies. Pas na thuiskomst realiseerden we ons dat we onderweg iets gemist hadden, maar vonden niet meteen de tijd om terug tot ginder te geraken. Kort daarna brak de lente aan met zijn weelderige bladgroei en was de kans ineens verkeken. Liever dan meteen een onvoltooid verhaal te brengen en het ontbrekende stuk daar ‘later’ tussen te wringen, staken we dit dossier in de koelkast en plaatsten Harchies bovenaan ons prioriteitenlijstje voor het najaar. Pas op 7 februari lukte het ons dan toch. Het resultaat vind je in ons dossier over de kanalen van de Borinage.
Intussen gaat het dossier over lijn 106 Clabecq-Ecaussinnes gezapig zijn gangetje. Het laatste station (Fauquez) is wel niet van de minste, maar zit nu in de afwerkingsfase en verschijnt binnenkort. Daarna volgt een geografische herschikking, en worden de zes stations een voor een onderling ‘verbonden’ met een aantal tracébeschrijvingen, wat ons tot ver in de lente zal brengen - de coronabeperkingen ten spijt, want deze verkenningen werden voordien al zo goed als afgerond.
En dan is er Florennes. Dit dossier werd reeds einde 2017 opgestart, maar bleef al bij al beperkt tot lijn 136. Aanleiding hiertoe was de geplande heraanleg van een deel van deze spoorlijn, al is dit ruim twee jaar later nog niet veel verder geraakt dan wat voorbereidselen op het terrein. Een recent bezoek aan dit aanslepende project en aan enkele locaties in de buurt begin dit jaar brachten ons ertoe Florennes terug op de agenda te zetten en ons archiefmateriaal opnieuw boven te halen. Geen ijdel opzet, want wat na verder onderzoek kwam bovendrijven, ook nog eens ter plaatse, gaf een geheel nieuw elan aan dit verhaal. In die mate zelfs dat wat we aanvankelijk slechts zagen als een aanhangsel van lijn 136 nu uitgegroeid is tot een geheel apart dossier over de merkwaardige lijn 136A. En nu we gestart zijn met het derde luik (Ermeton-Florennes) kunnen we alleen maar vaststellen dat dit relatief korte baanvak op zijn beurt veel meer te bieden heeft dan oorspronkelijk gedacht, in die mate dat we onze tekenaar moeten aanporren om hierover een nieuw plannetje klaar te stomen. Nog wat geduld dus.
Wie ons al enkele jaren volgt zal wellicht hebben vastgesteld dat we in de marge van onze tracéverkenningen zijn gaan evolueren van eenvoudige duiding naar meer uitgesponnen historische reconstructies. In sommige dossiers, zoals die over Gouvy-Sankt Vith en rond Florennes, ligt dit meer dan elders voor de hand. Niet alleen omdat de gangbare en/of beschikbare bronnen grotendeels in gebreke blijven omtrent deze oude tracés, maar ook omdat onze terreinverkenningen dikwijls meer vragen opwerpen dan oplossen, in het bijzonder omtrent de herstelling van de oorlogsschade (Sankt Vith) en de verschillende tracés die we ter plaatse ontdekten (Florennes). Niet dat we op alles een antwoord vinden, maar sommige ontdekkingen lonen echt de moeite om daar dieper op in te gaan, al was het maar om ze eenduidig te kunnen situeren én verklaren. Met in beide gevallen volumineuze dossiers als resultaat, hoe kan het anders.
Tussendoor hebben we nog enkele dossiers verder afgewerkt (Wiltzvallei) of herschikt (tunnel Vogezen), of staan ze op de lijst om te worden aangevuld, zoals zopas nog dat van het kanaal Blaton-Pommeroeul. Tal van andere blijven echter gewoon liggen, ook al zijn sommige ervan aan een update toe. De reden hiervoor werd voordien al meermaals toegelicht. Wel hadden we te zijner tijd enkele nieuwigheden in het vooruitzicht gesteld, althans bij de voormalige grenslijnen en de oude stelplaatsen. Vooral bij deze laatste staan verschillende items op stapel, ook buiten de provincie Henegouwen. De grenslijnen worden evenmin vergeten, maar zijn momenteel wat opzij gedrumd door de gangbare projecten. En al de rest, tja… Grootste ‘slachtoffer’ is het regionale luik. Alle mooie intenties ten spijt slagen wij er niet in de nodige tijd en middelen te vinden om deze dossiers verder te stofferen, ook al ligt hierover heel wat materiaal figuurlijk stof te vergaren. Gelijk wachten een aantal buitenlandse items al langer maar vergeefs op verwerking en publicatie, zoals het ooit aangekondigde item over de Larzac. Helaas.
Na deze wel erg sombere wintermaanden rekenden we er stellig op dat de lente meer licht en kleur in het landschap zou brengen voor onze laatste voorjaarsverkenningen. Dit was dan zonder de coronacrisis gerekend die daar nu een dikke streep door getrokken heeft. Al goed dat we nog heel wat verkenningsmateriaal hebben liggen en niet werkloos moeten toezien. Hopelijk laat dit virus ons verder ongemoeid – wat op dit ogenblik helaas niemand kan voorspellen.
Duimen dus, voor ons en voor jullie allemaal, dat we hier heelhuids kunnen doorkomen.
Railations, 19 maart 2020
JANUARI 2020
Ons dossier over Clabecq-Ecaussinnes vordert gestaag. Misschien niet zo snel als we zouden willen, maar elk onderdeel vergt telkens opnieuw zorgvuldig opzoeken, afwegen en enigszins toonbaar maken. Zo'n document moet niet alleen passen in ons beeldverhaal van ‘vroeger en nu’, maar moet ook iets te bieden hebben – wat met de huidige toestanden, vaak vol modder en begroeiing niet overal even vanzelfsprekend is. Bovendien vragen sommige ingescande documenten een heel verfijningsproces – zeg maar fotoshop, niet om ze te “faken” (foei wat een gedacht) maar gewoon om ze enigszins toonbaar te maken. We denken hierbij aan de pas uitgebrachte telefoto uit 1972 met het treintje in het station Ronquières en het hellend vlak op de achtergrond. Pal in tegenlicht, dat wel, maar we vonden geen ander die zoveel elementen bijeenbracht. Uiteindelijk gaf dit ons een half dozijn versies om tussen te kiezen, met naar ons gevoel de meest duidelijke. Allicht zullen geroutineerde fotoshoppers daar meer kunnen van maken, maar zo’n hoog niveau ligt vooralsnog buiten ons bereik. En nu staan nog drie stationnetjes op onze wachtlijst, de kopstations buiten beschouwing gelaten, waarna we het geheel in de goede volgorde zullen schikken vooraleer ze alle zes onderling te verbinden met beelden van het thans verlaten en tot nu toe al gedeeltelijk verkende tracé.
Voor de rest is er de jongste tijd, na ons dossier Trazegnies-Luttre en een handvol oude stelplaatsen, en buiten de maandfoto’s en enkele tussendoortjes, niet veel nieuws meer verschenen, een grondige herschikking op de Belgisch-Luxemburgse grens niet te na gesproken, naast een aantal aanvullingen bij onze ‘lijnnummers’ – dit laatste meer een zaak voor de freaks dan voor de globetrotters onder ons, maar toch moeilijk weg te denken in ons verhaal. Intussen maken we noodgedwongen werk van de verdere opruiming van ons archief, zeker nadat gebleken is dat heel wat onvindbare informatie gewoon in een klasseerbakje lag te wachten. Om van het hele digitale bestand nog maar te zwijgen, wachtlijsten incluis! Daarnaast blijft het verder updaten van onze oudere dossiers nog steeds een zorgenkind, maar ook dat vraagt tijd, tijd, tijd….
Dit alles heeft ons ertoe gebracht de kleinere en ook meer algemene dossiers en items voor onbepaalde tijd ongemoeid te laten – op een occasionele aanvulling na. Naast de verdere uitbouw van Clabecq-Ecaussinnes staan de oude stelplaatsen nog steeds op ons prioriteitenlijstje, samen met de voortzetting van ons dossier ‘Florennes’. Daarin werd de voorbije jaren al heel veel werk geïnvesteerd, zowel ter plaatse als met ons archief hierover, maar het zijn vooral de ‘externe’ documenten en teksten (een tiental!) die ons momenteel kopzorgen baren: onvolledig, onduidelijk, elkaar tegensprekend, gewoon fout, en noem maar op. Al een geluk dat ons terreinwerk hier de meeste onvolkomenheden heeft kunnen opruimen, maar we willen zeker spelen. Hopelijk verneem je daar dit voorjaar meer over. En daarna zien we wel.
Nu nog twee wintermaanden te gaan – voor zover we met de klimaatopwarming nog van winter kunnen spreken. Alvast en tot nader bericht de ideale tijd om op zoek te gaan naar al lang verlaten restanten in een struik- en bosrijke omgeving.
Benieuwd wat het ons zal opleveren.
Railations, 10 januari 2020
NOVEMBER 2019
Al meer dan twee jaar stond Trazegnies-Luttre op de agenda als eerstvolgende dossier over oude spoorwegtracés in en rond het Pays Noir. Telkens opnieuw, na iedere verkenning ter plaatse, moesten we vaststellen dat we alweer iets over het hoofd gezien hadden, en niet zonder reden. Er is immers bitter weinig bekend over deze al in 1933-34 gesloten spoorlijn, en zo goed als niets over het parallel lopende industriespoor van Courcelles (Fosses) naar La Chaussée (op hoofdlijn 124 Brussel-Charleroi), getuige de gebrekkige en soms onjuiste beschrijvingen her en der. Meer dan eens stonden we op het punt om er toch maar aan te beginnen, de vele blanco’s ten spijt. Maar te veel om goed te zijn. En dus volgden de bezoeken elkaar op: een eerste verkenning kwam er al op 30 januari 2014, daarna op 8 februari en 23 maart 2018, op 18 januari 2019, en tenslotte op 29 oktober 2019. Telkens in combinatie met andere verkenningen, dat wel, kwestie van de kostbare tijd zo efficiënt mogelijk aan te wenden. Maar niet vruchteloos, getuige de precieze locatie van het oude tracé tot en met de voormalige stopplaats Trazegnies (Nord) en vooral de ontdekking van het intacte stationsgebouw van Pont-à-Celles (Sud), moederziel verloren in een regelrechte uithoek. Tot het jongste bezoek, amper 10 dagen geleden, om de laatste hiaten eindelijk weg te werken, wat ons het meer dan 150 jaar oude tracé tussen La Chaussée en het grotendeels gedempte kanaal opleverde. Dan nog blijven enkele onduidelijkheden over, maar niet langer van aard om het sluitstuk – de industrielijn – nog eens te moeten uitstellen. Meteen ook het eindpunt van dit dossier – op de Franstalige versie na – al is een aanvulling of rechtzetting naderhand nooit uitgesloten.
Wie ons al een tijdje volgt zal het wellicht zijn opgevallen dat we meer dan één maand lang vrijwel uitsluitend aan dit dossier gewerkt hebben. Anders dan bij Gouvy-Sankt Vith, dat we precies één jaar geleden opstartten (8 november 2018) en dat pas op 10 juni van dit jaar zijn beslag kreeg, hebben we er ditmaal voor gekozen om er meer vaart achter te zetten. Uiteraard heeft dit zijn weerslag op het aantal 'overige' items, zoals we trouwens al eerder aangekondigd hadden. Of dit een gelukkige keuze is of niet laten we in het midden. Naast het feit dat op die manier heel wat beschikbaar materiaal blijft liggen, krijg je meer cadans en continuïteit in het op dat moment uitgebrachte verhaal, met de klemtoon op de grotere dossiers die anders zelf stof zouden blijven vergaren. En dat zijn er ook al heel wat, sommige al sinds de start van Railations bijna 7 jaar geleden.
En dus staat op dit ogenblik alweer een nieuw dossier in het getouw, over de precies 30 jaar geleden uitgebroken spoorlijn van Clabecq naar Ecaussinnes. Omwille van deze verjaardag, dat ook, maar inmiddels hebben we over deze prachtige spoorlijn genoeg materiaal verzameld, zowel recent als meer dan 30 jaar oud. Hier echter weinig onduidelijkheden en mysteries, een open boek als het ware, waardoor we ons in essentie kunnen toespitsen op het beeldarchief zelf. Een fotoreportage als het ware, zij het bij wijze van proef, want er staan nog enkele interessante verhalen te wachten om eventueel en op hun beurt op deze manier uitgebracht te worden. Maar dat is stof voor later. Eerst zien…
Tenslotte nog dit. Wie het kleine niet begeert… enz. Dat we op de website nu minder aandacht besteden aan de ‘kleinere’ items betekent nog niet dat wij ze van tafel vegen. Er liggen er nog heel wat op de wachtlijst, en vroeg of laat komen ze wel aan bod, zij het meer tussendoor, tussen twee grotere dossiers in, of wanneer we daar om praktische redenen even de pauzeknop moeten indrukken. Dit was in oktober al het geval met enkele oude stelplaatsen, ook al in Henegouwen, omdat we in deze opvallend langgerekte provincie (165 km van Moeskroen tot L’Escaillère) met haar rijk industrieel verleden nu eenmaal meer (buurt)spoorwegrelicten vinden dan elders. Wat echter niet betekent dat de rest van het land noodgedwongen door de mazen van het net moet vallen, evenmin als de buurlanden trouwens. Al zullen we zo nu en dan wel een keuze moeten maken.
Maar uitgesteld is nog niet verloren. ’t Is maar dat je het weet.
Railations, 7 november 2019
SEPTEMBER 2019
Twee maanden rust, daar kikker je van op. Twee maanden lang voldoende tijd om onbezorgd op reis te gaan of wat meer aan andere dingen te denken, andere projecten of gewoon wat huiselijke beslommeringen. Toch lag Railations nooit ver weg, vooral dan in de afgelopen maand augustus. Getuige de talrijke aanpassingen aan een reeks rubrieken en dossiers die daar al geruime tijd om vroegen. De meest opvallende is het onderbrengen van een paar kleine bestanden (‘Steunmuren’ en ‘Huccorgne’) in een ruimer geheel (resp. ‘Vestigia’ en ‘Tunnels rond Huy’), met daarnaast het inpassen van niet minder dan 7 Franse versies in de Nederlandstalige pagina’s. Dit liet ons meteen toe ons globaal bestand terug te brengen van 101 naar 92 pagina’s. Geen afbouw echter, maar veeleer een noodzakelijke ingreep om het geheel overzichtelijk te houden, gelijk met het oog op mogelijke nieuwe dossiers. Niettemin is deze operatie nog lang niet afgerond en blijven heel wat items nog steeds wachten op een noodzakelijke update. Deze zal, zoals voorheen, veeleer occasioneel gebeuren, naargelang de beschikbare tijd en dito mogelijkheden.
Betekent dit dat Railations vanaf nu terug de draad opneemt zoals voorheen? Niets is minder waar.
Deze lange pauze (op de maandfoto’s na) heeft ons eveneens de gelegenheid gegeven om in alle rust heel onze ‘strategie’ te herdenken. Met de vraag 'of het wel zin heeft steeds maar verder te hollen en nieuwe dossiers en items op te starten terwijl er nog zoveel onafgewerkt bijligt' zoals we einde juli al schreven. Concreet betekent dit dat we de frequentie van de ‘kleine items’ – met een piek van om de 2 à 3 dagen in mei 2019 – drastisch naar omlaag halen, en de focus verleggen naar de grotere dossiers. Prioritair wordt de verdere aanvulling of afwerking van wat begonnen is: niet alleen de langlopende dossiers zoals de grensovergangen en de oude stelplaatsen, maar ook het Pays Noir, Florennes, de oude kanalen en het regiospoor, deze laatste vooral in Frankrijk – om de belangrijkste maar te noemen. Dit is alvast onze intentie.
En neen, we laten de overige items niet voor wat ze zijn, zodat je tussendoor hier of daar nog wel wat nieuws op je bord krijgt, zij het in mindere mate dan voorheen. Wel is het zo dat grotere dossiers heel wat meer voorbereiding vergen, al dan niet met cartografisch werk erbij, wat hoe dan ook zijn weerslag zal hebben op de publicatiefrequentie. De eerstkomende tijd mikken we op zo’n drie à vijf keer per maand, tussen de maandfoto’s door, kleine aanpassingen en updates evenwel niet meegerekend (cfr. de rubriek ‘nieuws en update’).
Enigszins teleurgesteld? Besef dan wel dat we volledig zelfstandig en met heel beperkte middelen werken (bis), gratis en voor niks. De tering naar de nering dus. Voor ons is het dan ook van primordiaal belang gestaag verder te kunnen werken, zij het minder intens, en hopelijk zonder ineens te crashen zoals helaas al heel wat anderen in deze branche. We houden de vingers gekruist.
Tenslotte is het deze maand september drie jaar geleden dat we ons lijvig dossier over de oude buurtspoorwegstelplaatsen opstartten. De tussentijdse balans van dit langlopende project vind je op de desbetreffende pagina.
Tot de eerstvolgende evaluatie, ergens in de loop van deze herfst.
Railations, 12 september 2019
JULI-AUGUSTUS 2019
Door een samenloop van externe omstandigheden, met daarbovenop het zomerreces en de opeenvolgende hittegolven, vonden we het beter om - voor het eerst in bijna 7 jaar - de pauzeknop in te drukken, voor een tijdje toch. Deze eerder onverwachte ingreep staat wellicht haaks op onze vooruitzichten voor deze zomer (zie vorige Tussenstand) maar laat ons gelijk toe even op adem te komen na een behoorlijk intense periode, en ons meteen te bezinnen over hoe het nu verder moet. Aan het beschikbare aantal onuitgegeven items zal het niet liggen, wel integendeel, maar veeleer aan de vraag of het wel zin heeft steeds maar verder te hollen en nieuwe dossiers en items op te starten terwijl er nog zoveel onafgewerkt bijligt, en tal van pagina’s aan een (soms grondige) update toe zijn. En dat terwijl we al enkele maanden de kaap van 100 pagina’s bereikt hebben. Bovendien zijn we geen professionelen en doen dit in onze vrije uurtjes, meer dan eens ten koste van andere… zeg maar bezigheden.
Hoe dan ook denken wij eraan om ons de komende tijd meer toe te leggen op de verschillende onafgewerkte dossiers en het stroomlijnen van een aantal oudere pagina’s, zij het ten koste van de strakke cadans waarmee we al enige tijd al die kleinere items uitbrachten. Niet dat we die uit ons verder ‘aanbod’ zullen schrappen, maar het zullen er toch een pak minder zijn.
Nu nog zien in welke mate we deze mooie intenties zullen kunnen waarmaken. Hoe dan ook, geen paniek indien je enige tijd niets nieuws ziet verschijnen: we zijn er nog, maar besef wel dat de boog niet altijd even strak gespannen kan blijven.
Ad multos annos?
Railations, 29 juli 2019
Door een samenloop van externe omstandigheden, met daarbovenop het zomerreces en de opeenvolgende hittegolven, vonden we het beter om - voor het eerst in bijna 7 jaar - de pauzeknop in te drukken, voor een tijdje toch. Deze eerder onverwachte ingreep staat wellicht haaks op onze vooruitzichten voor deze zomer (zie vorige Tussenstand) maar laat ons gelijk toe even op adem te komen na een behoorlijk intense periode, en ons meteen te bezinnen over hoe het nu verder moet. Aan het beschikbare aantal onuitgegeven items zal het niet liggen, wel integendeel, maar veeleer aan de vraag of het wel zin heeft steeds maar verder te hollen en nieuwe dossiers en items op te starten terwijl er nog zoveel onafgewerkt bijligt, en tal van pagina’s aan een (soms grondige) update toe zijn. En dat terwijl we al enkele maanden de kaap van 100 pagina’s bereikt hebben. Bovendien zijn we geen professionelen en doen dit in onze vrije uurtjes, meer dan eens ten koste van andere… zeg maar bezigheden.
Hoe dan ook denken wij eraan om ons de komende tijd meer toe te leggen op de verschillende onafgewerkte dossiers en het stroomlijnen van een aantal oudere pagina’s, zij het ten koste van de strakke cadans waarmee we al enige tijd al die kleinere items uitbrachten. Niet dat we die uit ons verder ‘aanbod’ zullen schrappen, maar het zullen er toch een pak minder zijn.
Nu nog zien in welke mate we deze mooie intenties zullen kunnen waarmaken. Hoe dan ook, geen paniek indien je enige tijd niets nieuws ziet verschijnen: we zijn er nog, maar besef wel dat de boog niet altijd even strak gespannen kan blijven.
Ad multos annos?
Railations, 29 juli 2019
JUNI 2019
Juni is voor ons doorgaans een overgangsmaand, met het afwerken van onze winterprojecten en het begin van de zomer dat ook wat rustiger mag, in afwachting van of in aanloop naar het volgende (bladloze) verkenningsseizoen. Al is dat bladloze relatief, zeker nu de bladerval met de klimaatopwarming de neiging heeft om later en later in te treden. En dat we intussen niet op pad zouden gaan is wat bij de haren getrokken, al is dit niet noodzakelijk in functie van deze website. Die rustige tijd is ook de gelegenheid om hier en daar een pagina wat bij te schaven of te herwerken, al hebben we dit de afgelopen maanden al meer gedaan – zie onze recent uitgebrachte ‘nieuwe’ pagina’s, meer dan eens ontstaan omdat de betrokken rubriek te zwaar werd.
Dit brengt ons bij oostelijk België en het stilaan eindeloze dossier over Gouvy-Sankt Vith, dat noodgedwongen moest ontdubbeld worden. Wat ons meteen in staat stelde de eigenlijke verkenning van het tracé te scheiden van een aantal kwesties die allicht niet iedereen zullen interesseren, maar hier en daar toch iemand kunnen boeien. Gewoon omdat wij vaak genoeg ervaren dat zo’n terreinbezoek onvermijdelijk de nodige vragen opwerpt over het ‘hoe’, het ‘wanneer, en het ‘waarom’ - vragen die je niet zomaar terzijde kunt laten, zeker niet in zo’n omstandig verhaal. Of we hiermee eind deze maand klaar zullen zijn is dan ook niet zeker, maar we werken ernaartoe. In tegenstelling tot dit dossier, dat vrij willekeurig werd uitgekozen, hebben we in dit jubileumjaar van het Verdrag van Versailles bewust gekozen voor de vroegere en latere grensovergangen naar Duitsland, met 1919 als scharnierjaar – ook al heeft de feitelijke overdracht naar de Belgische Staatsspoorwegen pas enkele jaren later plaats gevonden. Al een geluk dat een flink deel van het werk al voordien was beklonken (Preuswald, Raeren, Lommersweiler en Steinebrück), zodat we ons konden toespitsen op ex-lijn 45, met de grensovergangen bij Losheimergraben en Masta. Voorlopig laten we het daar echter bij, op een paar teksten na van onze Franstalige redacteur, gewoon omdat de rest van dit dossier nog in zijn kinderschoenen staat.
Juni is voor ons doorgaans een overgangsmaand, met het afwerken van onze winterprojecten en het begin van de zomer dat ook wat rustiger mag, in afwachting van of in aanloop naar het volgende (bladloze) verkenningsseizoen. Al is dat bladloze relatief, zeker nu de bladerval met de klimaatopwarming de neiging heeft om later en later in te treden. En dat we intussen niet op pad zouden gaan is wat bij de haren getrokken, al is dit niet noodzakelijk in functie van deze website. Die rustige tijd is ook de gelegenheid om hier en daar een pagina wat bij te schaven of te herwerken, al hebben we dit de afgelopen maanden al meer gedaan – zie onze recent uitgebrachte ‘nieuwe’ pagina’s, meer dan eens ontstaan omdat de betrokken rubriek te zwaar werd.
Dit brengt ons bij oostelijk België en het stilaan eindeloze dossier over Gouvy-Sankt Vith, dat noodgedwongen moest ontdubbeld worden. Wat ons meteen in staat stelde de eigenlijke verkenning van het tracé te scheiden van een aantal kwesties die allicht niet iedereen zullen interesseren, maar hier en daar toch iemand kunnen boeien. Gewoon omdat wij vaak genoeg ervaren dat zo’n terreinbezoek onvermijdelijk de nodige vragen opwerpt over het ‘hoe’, het ‘wanneer, en het ‘waarom’ - vragen die je niet zomaar terzijde kunt laten, zeker niet in zo’n omstandig verhaal. Of we hiermee eind deze maand klaar zullen zijn is dan ook niet zeker, maar we werken ernaartoe. In tegenstelling tot dit dossier, dat vrij willekeurig werd uitgekozen, hebben we in dit jubileumjaar van het Verdrag van Versailles bewust gekozen voor de vroegere en latere grensovergangen naar Duitsland, met 1919 als scharnierjaar – ook al heeft de feitelijke overdracht naar de Belgische Staatsspoorwegen pas enkele jaren later plaats gevonden. Al een geluk dat een flink deel van het werk al voordien was beklonken (Preuswald, Raeren, Lommersweiler en Steinebrück), zodat we ons konden toespitsen op ex-lijn 45, met de grensovergangen bij Losheimergraben en Masta. Voorlopig laten we het daar echter bij, op een paar teksten na van onze Franstalige redacteur, gewoon omdat de rest van dit dossier nog in zijn kinderschoenen staat.
Helaas heeft dit ‘jubileum’ de andere thema's wat op de achtergrond gedrongen, niet in het minst het vervolgdossier op onze recent uitgebrachte items over de ‘Pays Noir’. Daarin ontbreekt echter nog een belangrijk onderdeel dat we wel kenden, maar onvoldoende in kaart hebben gebracht, niettegenstaande een nieuw bezoek ter plekke dit voorjaar. Zoiets gebeurt wel meer, zeker in het heetst van een verkenning, hoe goed gepland ook, maar dit ligt veeleer aan onverwachte omstandigheden en aan de (te) strakke timing. Toch staat dit dossier bovenaan ons lijstje, al zal dit wellicht pas voor na de zomer zijn… al weet je nooit.
Daarnaast een hele reeks rubrieken die aan enige aanvulling of opwaardering toe zijn, met op kop de ‘regionale’ thema's, maar ook de verschillende ‘Vestigia’ rubrieken. Met de ontnuchterende vaststelling dat, door de overvloed aan binnenlandse items, de buurlanden - de mooie intenties ten spijt - de jongste tijd nog amper aan bod kwamen, in welke rubriek ook, de grensovergangen naar Duitsland uitgezonderd. Wat betekent dat we van de zomerse rust gebruik willen maken om hier de schade wat in te halen, te meer daar we hier nog genoeg ‘materiaal’ hebben liggen. De intentie is er dus wel, maar je weet intussen hoe het gaat: een of andere actualiteit of ontdekking, en daar zitten we alweer op het zoveelste zijspoor. Hooguit een uitwijkspoor, dat wel, maar die kunnen weleens behoorlijk lang uitvallen. En dus: vingers kruisen.
Tot slot nog dit. Lang niet alle aanpassingen aan deze website worden in het logboek genoteerd, anders zou deze dubbel zo lang uitvallen. Maar, anders dan sommige ‘collega’s’, vinden we het niet opportuun om gewijzigde woordkeuzes en aangepaste zinswendingen stelselmatig te melden, evenmin als de toevoeging van kleine details hier of daar. En wanneer deze laatste dan toch enige relevantie hebben vind je die meestal wel in de rubriek ‘nieuws en update’, meer dan eens met wat duiding erbij.
Zo, dat weet je nu ook.
En aan de studenten onder jullie nog een heilzame blok toegewenst.
Railations, 6 juni 2019
Daarnaast een hele reeks rubrieken die aan enige aanvulling of opwaardering toe zijn, met op kop de ‘regionale’ thema's, maar ook de verschillende ‘Vestigia’ rubrieken. Met de ontnuchterende vaststelling dat, door de overvloed aan binnenlandse items, de buurlanden - de mooie intenties ten spijt - de jongste tijd nog amper aan bod kwamen, in welke rubriek ook, de grensovergangen naar Duitsland uitgezonderd. Wat betekent dat we van de zomerse rust gebruik willen maken om hier de schade wat in te halen, te meer daar we hier nog genoeg ‘materiaal’ hebben liggen. De intentie is er dus wel, maar je weet intussen hoe het gaat: een of andere actualiteit of ontdekking, en daar zitten we alweer op het zoveelste zijspoor. Hooguit een uitwijkspoor, dat wel, maar die kunnen weleens behoorlijk lang uitvallen. En dus: vingers kruisen.
Tot slot nog dit. Lang niet alle aanpassingen aan deze website worden in het logboek genoteerd, anders zou deze dubbel zo lang uitvallen. Maar, anders dan sommige ‘collega’s’, vinden we het niet opportuun om gewijzigde woordkeuzes en aangepaste zinswendingen stelselmatig te melden, evenmin als de toevoeging van kleine details hier of daar. En wanneer deze laatste dan toch enige relevantie hebben vind je die meestal wel in de rubriek ‘nieuws en update’, meer dan eens met wat duiding erbij.
Zo, dat weet je nu ook.
En aan de studenten onder jullie nog een heilzame blok toegewenst.
Railations, 6 juni 2019
MEI 2019
‘Wat voor zin heeft het om de haverklap nieuwe dossiers op te starten terwijl zoveel andere onafgewerkt blijven liggen?’
Deze pertinente vraag van een geïnteresseerde bezoeker kregen we onlangs op onze nuchtere maag geserveerd, maar roept inderdaad enkele bedenkingen op.
Bij de opstelling van zo’n dossier komt vanzelfsprekend heel wat bij kijken, en omdat we niet houden van half werk starten we het pas op als we zeker zijn dat we genoeg in handen hebben. Toch gebeurt het meer dan eens dat tijdens de redactie ervan nog wat onduidelijkheden of tegenstrijdigheden opduiken die nieuw onderzoek vereisen, al dan niet ter plaatse – wat bij de oorlogslijn van Gouvy naar Sankt-Vith zelfs meermaals het geval was. Meteen de reden waarom dit dossier meer tijd in beslag neemt dan aanvankelijk voorzien. Daarom ook de onlangs opgestarte pagina om een en ander te verduidelijken of te verfijnen, maar een nieuw dossier is dit bijlange niet. Bedenk hierbij dat sommige dossiers door hun almaar groeiende omvang al 3 of meer pagina’s beslaan, zoals dat van de oude stelplaatsen met nu al 5 pagina’s - en er komen er nog, want dit is een langlopend project waarvan het einde nog lang niet in zicht is.
Nog zo’n dossier is dat van de voormalige grensovergangen, nu al ruim vijf jaar geleden opgestart, en dat traag maar gestaag vordert naargelang we voldoende informatie kunnen vergaren en daarnaast ook nog de situatie ter plaatse kunnen verkennen. Doorgaans gebeurt dit in samenhang met andere projecten in die omgeving of op weg ernaartoe, kwestie van onze (vrije) tijd zo efficiënt mogelijk te benutten. Zo hebben we onlangs voldoende gegevens kunnen vergaren, ook ter plaatse, over twee bijkomende grensovergangen.
‘Wat voor zin heeft het om de haverklap nieuwe dossiers op te starten terwijl zoveel andere onafgewerkt blijven liggen?’
Deze pertinente vraag van een geïnteresseerde bezoeker kregen we onlangs op onze nuchtere maag geserveerd, maar roept inderdaad enkele bedenkingen op.
Bij de opstelling van zo’n dossier komt vanzelfsprekend heel wat bij kijken, en omdat we niet houden van half werk starten we het pas op als we zeker zijn dat we genoeg in handen hebben. Toch gebeurt het meer dan eens dat tijdens de redactie ervan nog wat onduidelijkheden of tegenstrijdigheden opduiken die nieuw onderzoek vereisen, al dan niet ter plaatse – wat bij de oorlogslijn van Gouvy naar Sankt-Vith zelfs meermaals het geval was. Meteen de reden waarom dit dossier meer tijd in beslag neemt dan aanvankelijk voorzien. Daarom ook de onlangs opgestarte pagina om een en ander te verduidelijken of te verfijnen, maar een nieuw dossier is dit bijlange niet. Bedenk hierbij dat sommige dossiers door hun almaar groeiende omvang al 3 of meer pagina’s beslaan, zoals dat van de oude stelplaatsen met nu al 5 pagina’s - en er komen er nog, want dit is een langlopend project waarvan het einde nog lang niet in zicht is.
Nog zo’n dossier is dat van de voormalige grensovergangen, nu al ruim vijf jaar geleden opgestart, en dat traag maar gestaag vordert naargelang we voldoende informatie kunnen vergaren en daarnaast ook nog de situatie ter plaatse kunnen verkennen. Doorgaans gebeurt dit in samenhang met andere projecten in die omgeving of op weg ernaartoe, kwestie van onze (vrije) tijd zo efficiënt mogelijk te benutten. Zo hebben we onlangs voldoende gegevens kunnen vergaren, ook ter plaatse, over twee bijkomende grensovergangen.
Dit betekent echter nog niet dat ze binnen de kortste keren online komen. Want zoals voor elk nieuw dossier of onderdeel ervan volgt nog een inhoudelijke en vormelijke oppuntstelling vooraleer we dat item een plaatsje kunnen geven tussen alle andere in de wachtrij. Bij de haren getrokken? Welnee, die wachtrij bestaat wel degelijk en groeit gestaag aan, waardoor het weleens gebeurt dat een reeds opgestarte dossier of item in de verdrukking komt. Soms voor langere tijd, helaas. Wat o.m. het geval is met het vervolg in het dossier over de knoop van Florennes, gewoon omdat we ineens moesten vaststellen dat we een cruciaal onderdeel misten. Dat is sindsdien gevonden, maar intussen zijn weer andere dossiers of items opgestart… Konden die andere dan niet wachten? Zo zijn er ook, meer dan genoeg (we besparen u de lijst), maar hier speelt de menselijke factor mee. Wanneer we na zo’n verkenning boordevol enthousiasme thuiskomen zit er vaak niets anders op dan het ijzer te smeden terwijl het nog heet is, meestal voor een kleinere item, soms ook voor een dossier waarvan de voorbereiding al ver genoeg gevorderd is.
|
En intussen schuift de rest weer wat op, zeker op het einde van weer eens zo'n vruchtbare verkenningsperiode als het voorbije bladloze seizoen. Niet dat alles meteen gebruiksklaar is, verre van, maar het heeft ons opnieuw heel wat stukjes opgeleverd voor de gigantische puzzel die onze website gaandeweg geworden is. En een puzzel is het. Een blik op onze werkkaart zegt genoeg: terwijl de jongste maanden zoveel stipjes gewist konden worden komt er nu en dan weer eentje bij. En tegen dat het weer zover is zullen we opnieuw weten waar naartoe.
Hoop doet leven.
Railations, 4 mei 2019
Hoop doet leven.
Railations, 4 mei 2019
MAART 2019
De ontdekking van de website Cartesius, enkele jaren geleden, bracht bij Railations meer dan één balletje aan het rollen. Want, zoals je weet, is onze website in hoofdzaak opgebouwd op basis van terreinwerk en cartografie. En dus zijn al die historische kaarten, vooral dan de topografische, een onverhoopte aanvulling van het beperkte kaartenbestand waarover we voordien al konden beschikken. De timing kon niet beter, want we hadden nog maar pas ons langlopende project over de voormalige NMVB-stelplaatsen opgestart. En ook al zijn op die kaarten de vermeldingen hieromtrent niet altijd eenduidig, ze lieten ons toch toe om de toen al geboekte resultaten verder te verfijnen. Meer algemeen zagen we ook onze meeste stellingen – die lang niet altijd stroken met wat in bepaalde middens gesteld wordt – hierdoor bekrachtigd, enkele ook naar de prullenmand verwezen. Zijn deze historische kaarten dan de ultieme bron voor ons terreinonderzoek? Niet voor 100%, en ook hier is enige kritische ingesteldheid aangewezen. In het begin werden deze kaarten immers getekend, eerst nog met de hand. Maar door de jaren heen en vooral door de inschakeling van luchtfotografie werden de aangewende technieken almaar verder verbeterd en verfijnd. Je hoeft maar voor een bepaald gebied de verschillende uitgaven met elkaar te vergelijken om die geweldige vooruitgang vast te stellen. |
Wel betekent dit dat je op de oudste kaarten de (heel) korte afstanden, het verloop van sommige tracés en zeker de afmetingen van bepaalde kunstwerken met een soms flinke korrel zout moet nemen en ze best vergelijkt met de latere en huidige kaarten en luchtfoto’s. Ook inhoudelijk doen we er best aan daar voorzichtig mee om te springen, al was het maar omdat aanpassingen en heruitgaven soms vele jaren op zich lieten wachten, niet alleen door de toenmalige technieken, maar ook door het noodzakelijke terreinwerk, vermits elke kaart hiervoor eerst nog door een ploeg terreinwerkers werd nagekeken aan de hand van luchtfoto’s – zoals wij trouwens ook doen, zij het op een ander niveau. Desondanks blijven we dankbaar (doch kritisch) gebruik maken van deze informatiebron, onschatbaar voor ons en voor al wie verder wil kijken en graven in onze rijke spoorweggeschiedenis. Hoe waardevol deze kaarten kunnen zijn hebben we bij onze recente verkenningen telkens opnieuw kunnen ondervinden, zowel bij de voorbereiding ervan als voor de verwerking van de ter plaatse verzamelde gegevens, wat meer dan eens tot verbeterde of zelfs nieuwe inzichten mocht leiden. We kunnen dan ook alleen maar betreuren dat cartografische bronnen elders veel te vaak genegeerd worden, zowel de oude als de meer recente. Op zich geen groot drama, was het niet dat dit meer dan eens leidt tot compleet scheefgetrokken conclusies…
Op het ogenblik dat we dit schrijven zijn dag en nacht overal ter wereld even lang, wat in ons halfrond algemeen wordt beschouwd als het begin van de lente, ook al is deze weerkundig al drie weken geleden gestart – en in de praktijk zelfs nog een stuk vroeger. Dit mag ons echter niet tegenhouden, integendeel. Nu al beginnen zowat overal op struiken, hagen en sommige boomsoorten de botten open te breken. Voor ons het sein dat we ons moeten reppen, want voor zoektochten tussen struiken en kreupelhout wordt het dan verduiveld lastig. Toch mogen we nu al tevreden achterom kijken naar onze verkenningen van de voorbije herfst- en vooral wintermaanden, voor zover het weer en andere omstandigheden niet teveel stokken in de wielen staken. Niet dat we een groot deel van ons boodschappenlijstje mooi hebben kunnen afwerken, maar gelijk door het aantal nieuwe en onverwachte ontdekkingen die ons te beurt vielen. Enkele ervan staan reeds online, zij het met de vraag wanneer de rest aan de beurt kan komen. Want intussen staan weer enkele nieuwe dossiers in de pijplijn, o.m. in de Pays Noir en de Borinage (alweer), maar ook in oostelijk België, waar o.m. onze ex-oorlogslijn nu al aan enkele updates toe is. Tussenin mag je zo nu en dan wat kleinere items verwachten, sommige al een tijdlang op de wachtlijst, andere geheel onverwacht wegens alweer een nieuwe (her)ontdekking. Daarnaast staan op de website zelf enkele herschikkingen op stapel wegens het almaar toenemende aantal items in bepaalde rubrieken, vooral dan de ‘vergeten sporen’ en de ‘oude stelplaatsen’. Al zijn onverhoedse ingrepen daarbovenop niet uit te sluiten, met de steeds weerkerende zorg om op de bijna 100 pagina’s van onze website alles zo overzichtelijk mogelijk te houden. Eens het zover is verneem je het wel via onze recente rubriek ‘nieuws en update’.
Je hebt dus nog genoeg om naar uit te kijken.
Railations, 21 maart 2019
Op het ogenblik dat we dit schrijven zijn dag en nacht overal ter wereld even lang, wat in ons halfrond algemeen wordt beschouwd als het begin van de lente, ook al is deze weerkundig al drie weken geleden gestart – en in de praktijk zelfs nog een stuk vroeger. Dit mag ons echter niet tegenhouden, integendeel. Nu al beginnen zowat overal op struiken, hagen en sommige boomsoorten de botten open te breken. Voor ons het sein dat we ons moeten reppen, want voor zoektochten tussen struiken en kreupelhout wordt het dan verduiveld lastig. Toch mogen we nu al tevreden achterom kijken naar onze verkenningen van de voorbije herfst- en vooral wintermaanden, voor zover het weer en andere omstandigheden niet teveel stokken in de wielen staken. Niet dat we een groot deel van ons boodschappenlijstje mooi hebben kunnen afwerken, maar gelijk door het aantal nieuwe en onverwachte ontdekkingen die ons te beurt vielen. Enkele ervan staan reeds online, zij het met de vraag wanneer de rest aan de beurt kan komen. Want intussen staan weer enkele nieuwe dossiers in de pijplijn, o.m. in de Pays Noir en de Borinage (alweer), maar ook in oostelijk België, waar o.m. onze ex-oorlogslijn nu al aan enkele updates toe is. Tussenin mag je zo nu en dan wat kleinere items verwachten, sommige al een tijdlang op de wachtlijst, andere geheel onverwacht wegens alweer een nieuwe (her)ontdekking. Daarnaast staan op de website zelf enkele herschikkingen op stapel wegens het almaar toenemende aantal items in bepaalde rubrieken, vooral dan de ‘vergeten sporen’ en de ‘oude stelplaatsen’. Al zijn onverhoedse ingrepen daarbovenop niet uit te sluiten, met de steeds weerkerende zorg om op de bijna 100 pagina’s van onze website alles zo overzichtelijk mogelijk te houden. Eens het zover is verneem je het wel via onze recente rubriek ‘nieuws en update’.
Je hebt dus nog genoeg om naar uit te kijken.
Railations, 21 maart 2019
FEBRUARI 2019
Op het ogenblik dat we deze regels neerschrijven hebben we alweer een terreinbezoek aan de oorlogslijn Gouvy-Sankt Vith achter de rug. 2006, 2010, 2011, 2014, 2015, 2018, en nu 2019. Telkens de kans zich voordeed bracht iemand van ons een kort of langer bezoek aan deze wat mysterieuze spoorlijn, of althans de restanten ervan. Veel meer dan we dachten, zo blijkt nu, getuige de overvloedige documentatie die we hierover opgebouwd hebben en waaruit we nu mits grondige selectie naar hartenlust kunnen putten. Qua gedrukte en digitale bronnen blijven we evenwel op onze honger. Zoveel en zo uitvoerig als er te vinden zijn over WO II en het Ardennenoffensief, zo schaars over deze spoorlijn en de vernielingen die ze node onderging. En de weinige bronnen waarop we de hand konden leggen, ook onlangs nog, blinken niet uit in eenduidigheid, laat staan in onderlinge overeenstemming. En dus zien we ons genoodzaakt zelf een deel van het verhaal te reconstrueren, grotendeels maar niet uitsluitend op basis van onze waarnemingen ter plaatse – en dit ruim 70 jaar na datum! Toegegeven, terugkeren naar het verleden is niet meteen onze hoofdbetrachting, al is dit onlosmakelijk verbonden met de spoorwegrelicten die we telkens weer opdelven. Nood breekt wet dus, en mits inachtneming van enkele basisregels zien we niet in waarom wij het zouden laten. Het jongste bezoek aan de vertakkingen van Gouvy en Sankt Vith, nog geen week geleden, bracht alvast de bevestiging van een paar van onze stellingen hierover, nog bekrachtigd door de toevallige ontdekking van een historische luchtfoto van Sankt Vith, gemaakt op een voor deze stad wel heel dramatisch tijdstip… Van de weeromstuit zijn sommige onderdelen van dit dossier aan verfijning toe, en zal het laatste hoofdstuk (Sankt Vith dus) nog even op zich laten wachten. Daarnaast spelen we met ook nog het idee om een aparte pagina in te lassen met meer duiding (en foto’s) over de verschillende knelpunten en vraagtekens die ons hier al maanden in de ban houden of hielden.
En de overige dossiers dan?
In tegenstelling tot wat je zou kunnen denken blijven ze niet liggen. Zo zijn we na het al te lang uitgestelde bezoek ter plaatse eindelijk gestart met het voormalige knooppunt Trazegnies en zijn vertakkingen (Pays Noir). Het verlaten tracé naar Courcelles is inmiddels ook al verschenen, en aan het volgende wordt momenteel gewerkt. Ook bij de verlaten grenstracés zitten we niet stil, en mag je daar binnenkort witte rook verwachten. Tussendoor gaan we nog steeds op zoek naar oude NMVB-stelplaatsen en staan ook hier een aantal nieuwe items op stapel, zoals steeds tussen onze andere dossiers door. En dan is er de nauwelijks aflatende aanvoer van ‘vergeten sporen’, tegen onze verwachtingen in zelfs in Vlaanderen, zodat we hiermee nog een tijdje zoet zijn. Minder gelukkig is momenteel de rubriek ‘oude kanalen’, die enigszins het gelag betaalt van onze huidige topdossiers. Al kijken we voor ons volgende kanaaldossier uit naar een tussenoplossing, in afwachting van een meer omstandig dossier terzake. En neen, veel explicieter kunnen we niet zijn, kwestie van ons niet vast te pinnen op al dan niet inlosbare beloftes.
Hoe zit het trouwens met al die ruim drie jaar geleden opgestarte fotogalerijen onder de rubriek ‘Vestigia’? Toegegeven, die zitten op dit ogenblik in het slop, m.a.w. ze groeien niet verder aan. Dat sommige zelfs krimpen hoeft niet te verwonderen, gezien hun aanvankelijke rol als ‘wachtkamer’ voor nieuwe items, waarvan we sommige inmiddels al verder hebben uitgewerkt.
Tot slot nog dit. Dat heel wat dossiers al geruime tijd geen update meer kregen betekent nog niet dat ze in de vergeetput gesukkeld zijn, verre van. Maar sommige thema’s zijn nu eenmaal afgehandeld, zoals o.m. de verlaten spoorwegtunnels in België, en kunnen hoogst nog rekenen op een al dan niet grondige facelift, zoals onlangs dat van Senzeille te beurt viel. Andere wachten inderdaad op nog meer van dat, al is dit slechts mogelijk na een of meer verkenningsrondes, uiteraard ter plaatse. Kan het dan echt niet zonder, wou een slimmerik weten? Dit zou inderdaad kunnen, maar we hebben er nu eenmaal voor gekozen om alles zoveel mogelijk eerst nog ter plaatse te gaan nakijken vooraleer we daarmee verder gaan – de uitzonderingen zijn op de vingers van één hand te tellen. Dit is een fundamentele keuze, en daar blijven we bij. Omdat op die manier alles veel duidelijker wordt. Maar ook veel meer dan dat.
Liever één grondige item in de hand dan tien losse flodders in de lucht (of op het internet).
Het is maar dat je het weet.
Railations, 21 februari 2019
Op het ogenblik dat we deze regels neerschrijven hebben we alweer een terreinbezoek aan de oorlogslijn Gouvy-Sankt Vith achter de rug. 2006, 2010, 2011, 2014, 2015, 2018, en nu 2019. Telkens de kans zich voordeed bracht iemand van ons een kort of langer bezoek aan deze wat mysterieuze spoorlijn, of althans de restanten ervan. Veel meer dan we dachten, zo blijkt nu, getuige de overvloedige documentatie die we hierover opgebouwd hebben en waaruit we nu mits grondige selectie naar hartenlust kunnen putten. Qua gedrukte en digitale bronnen blijven we evenwel op onze honger. Zoveel en zo uitvoerig als er te vinden zijn over WO II en het Ardennenoffensief, zo schaars over deze spoorlijn en de vernielingen die ze node onderging. En de weinige bronnen waarop we de hand konden leggen, ook onlangs nog, blinken niet uit in eenduidigheid, laat staan in onderlinge overeenstemming. En dus zien we ons genoodzaakt zelf een deel van het verhaal te reconstrueren, grotendeels maar niet uitsluitend op basis van onze waarnemingen ter plaatse – en dit ruim 70 jaar na datum! Toegegeven, terugkeren naar het verleden is niet meteen onze hoofdbetrachting, al is dit onlosmakelijk verbonden met de spoorwegrelicten die we telkens weer opdelven. Nood breekt wet dus, en mits inachtneming van enkele basisregels zien we niet in waarom wij het zouden laten. Het jongste bezoek aan de vertakkingen van Gouvy en Sankt Vith, nog geen week geleden, bracht alvast de bevestiging van een paar van onze stellingen hierover, nog bekrachtigd door de toevallige ontdekking van een historische luchtfoto van Sankt Vith, gemaakt op een voor deze stad wel heel dramatisch tijdstip… Van de weeromstuit zijn sommige onderdelen van dit dossier aan verfijning toe, en zal het laatste hoofdstuk (Sankt Vith dus) nog even op zich laten wachten. Daarnaast spelen we met ook nog het idee om een aparte pagina in te lassen met meer duiding (en foto’s) over de verschillende knelpunten en vraagtekens die ons hier al maanden in de ban houden of hielden.
En de overige dossiers dan?
In tegenstelling tot wat je zou kunnen denken blijven ze niet liggen. Zo zijn we na het al te lang uitgestelde bezoek ter plaatse eindelijk gestart met het voormalige knooppunt Trazegnies en zijn vertakkingen (Pays Noir). Het verlaten tracé naar Courcelles is inmiddels ook al verschenen, en aan het volgende wordt momenteel gewerkt. Ook bij de verlaten grenstracés zitten we niet stil, en mag je daar binnenkort witte rook verwachten. Tussendoor gaan we nog steeds op zoek naar oude NMVB-stelplaatsen en staan ook hier een aantal nieuwe items op stapel, zoals steeds tussen onze andere dossiers door. En dan is er de nauwelijks aflatende aanvoer van ‘vergeten sporen’, tegen onze verwachtingen in zelfs in Vlaanderen, zodat we hiermee nog een tijdje zoet zijn. Minder gelukkig is momenteel de rubriek ‘oude kanalen’, die enigszins het gelag betaalt van onze huidige topdossiers. Al kijken we voor ons volgende kanaaldossier uit naar een tussenoplossing, in afwachting van een meer omstandig dossier terzake. En neen, veel explicieter kunnen we niet zijn, kwestie van ons niet vast te pinnen op al dan niet inlosbare beloftes.
Hoe zit het trouwens met al die ruim drie jaar geleden opgestarte fotogalerijen onder de rubriek ‘Vestigia’? Toegegeven, die zitten op dit ogenblik in het slop, m.a.w. ze groeien niet verder aan. Dat sommige zelfs krimpen hoeft niet te verwonderen, gezien hun aanvankelijke rol als ‘wachtkamer’ voor nieuwe items, waarvan we sommige inmiddels al verder hebben uitgewerkt.
Tot slot nog dit. Dat heel wat dossiers al geruime tijd geen update meer kregen betekent nog niet dat ze in de vergeetput gesukkeld zijn, verre van. Maar sommige thema’s zijn nu eenmaal afgehandeld, zoals o.m. de verlaten spoorwegtunnels in België, en kunnen hoogst nog rekenen op een al dan niet grondige facelift, zoals onlangs dat van Senzeille te beurt viel. Andere wachten inderdaad op nog meer van dat, al is dit slechts mogelijk na een of meer verkenningsrondes, uiteraard ter plaatse. Kan het dan echt niet zonder, wou een slimmerik weten? Dit zou inderdaad kunnen, maar we hebben er nu eenmaal voor gekozen om alles zoveel mogelijk eerst nog ter plaatse te gaan nakijken vooraleer we daarmee verder gaan – de uitzonderingen zijn op de vingers van één hand te tellen. Dit is een fundamentele keuze, en daar blijven we bij. Omdat op die manier alles veel duidelijker wordt. Maar ook veel meer dan dat.
Liever één grondige item in de hand dan tien losse flodders in de lucht (of op het internet).
Het is maar dat je het weet.
Railations, 21 februari 2019
DECEMBER 2018
Het zal je maar overkomen. Zoeken in het archief naar een gepaste foto, zeg maar interessant genoeg, voor de komende maand januari. Je hebt ze gevonden, denk je, en gelijk diep je uit die enveloppe een ander document op. Geen spoorwegrelict of dito dito, maar minstens evenwaardig, en op de koop toe reuze intrigerend. Geen groot geheim meer, leert ons het wijde web, maar lang niet bij iedereen bekend, en wel goed voor een deugdelijk verhaal uit de tijd dat dit nog uiterst vertrouwelijk was. En liefst nog meer dan alleen maar als foto van de maand. Van de weeromstuit hebben we meteen gebrainstormd over de beste plek om dit te plaatsen. Om uit te komen op een van die pagina’s die al een tijdje aan een grondige herschikking toe zijn. Zonder enige voorafgaande planning en in minder dan tien dagen, à rato van enkele uren per dag, werd de hele update beklonken. We laten je het vanaf nieuwjaar zelf (her)ontdekken, met de belofte dat dit geen eindig verhaal is. Want de Borinage – daar gaat het over – is voor ons een naam boordevol magie uit het verleden, een verhaal waar we ons hart aan verpand hebben, en waar we telkens opnieuw in duiken wanneer de gelegenheid zich maar voordoet. Toen al, nu nog steeds. Al staat ook ginder de tijd niet stil. En dus hoog tijd om nog hier en daar een en ander op te zoeken en vast te leggen voor het te laat is, zoals in Tertre.
Gelijk schrijft deze vernieuwde pagina zich in in ons streven naar meer geografische afbakening, al was dit voordien al enigszins het geval, zij het steeds binnen een welbepaald thema, zoals de grensovergangen en de stelplaatsen. Nu gaan we hier nog een stap verder, door meerdere losse thema’s uit één regio in één dossier te bundelen, dit bij wijze van proef. Wel blijven hier de NMVB-stelplaatsen en het kanaal bij Hensies vooralsnog in hun thematisch dossier. Een kwestie van wikken en wegen, dat wel, zij het in functie van wat nog komen zal, en om overbelasting te vermijden.
Of deze geheel onverhoedse ingreep onze andere plannen in het wiel rijdt blijft af te wachten. Nee, we gaan ze niet nog eens op de lange baan schuiven. En ja, enige vertraging blijft mogelijk. Al blijven we steevast verder werken aan onze oorlogslijn Gouvy-SanktVith, en blijft ons dossier over de Pays Noir (nog zo’n oude mijnstreek) bovenaan ons prioriteitenlijstje, samen met een op te starten dossier ‘1919’ binnen het thema van de oude grensovergangen. Zo, dat weet je nu ook al, maar alleen omdat de voorbereidingen al ver genoeg gevorderd zijn om er nu al mee uit te pakken. Nu alleen de timing nog, maar dat hebben we zelf niet altijd in de hand. En dus, nog wat geduld. Ooit komt het er wel van, dat zeker.
Geniet intussen nog van de laatste dagen van het oude jaar, het nieuwe komt er zo aan.
Railations, 29 december 2018
Het zal je maar overkomen. Zoeken in het archief naar een gepaste foto, zeg maar interessant genoeg, voor de komende maand januari. Je hebt ze gevonden, denk je, en gelijk diep je uit die enveloppe een ander document op. Geen spoorwegrelict of dito dito, maar minstens evenwaardig, en op de koop toe reuze intrigerend. Geen groot geheim meer, leert ons het wijde web, maar lang niet bij iedereen bekend, en wel goed voor een deugdelijk verhaal uit de tijd dat dit nog uiterst vertrouwelijk was. En liefst nog meer dan alleen maar als foto van de maand. Van de weeromstuit hebben we meteen gebrainstormd over de beste plek om dit te plaatsen. Om uit te komen op een van die pagina’s die al een tijdje aan een grondige herschikking toe zijn. Zonder enige voorafgaande planning en in minder dan tien dagen, à rato van enkele uren per dag, werd de hele update beklonken. We laten je het vanaf nieuwjaar zelf (her)ontdekken, met de belofte dat dit geen eindig verhaal is. Want de Borinage – daar gaat het over – is voor ons een naam boordevol magie uit het verleden, een verhaal waar we ons hart aan verpand hebben, en waar we telkens opnieuw in duiken wanneer de gelegenheid zich maar voordoet. Toen al, nu nog steeds. Al staat ook ginder de tijd niet stil. En dus hoog tijd om nog hier en daar een en ander op te zoeken en vast te leggen voor het te laat is, zoals in Tertre.
Gelijk schrijft deze vernieuwde pagina zich in in ons streven naar meer geografische afbakening, al was dit voordien al enigszins het geval, zij het steeds binnen een welbepaald thema, zoals de grensovergangen en de stelplaatsen. Nu gaan we hier nog een stap verder, door meerdere losse thema’s uit één regio in één dossier te bundelen, dit bij wijze van proef. Wel blijven hier de NMVB-stelplaatsen en het kanaal bij Hensies vooralsnog in hun thematisch dossier. Een kwestie van wikken en wegen, dat wel, zij het in functie van wat nog komen zal, en om overbelasting te vermijden.
Of deze geheel onverhoedse ingreep onze andere plannen in het wiel rijdt blijft af te wachten. Nee, we gaan ze niet nog eens op de lange baan schuiven. En ja, enige vertraging blijft mogelijk. Al blijven we steevast verder werken aan onze oorlogslijn Gouvy-SanktVith, en blijft ons dossier over de Pays Noir (nog zo’n oude mijnstreek) bovenaan ons prioriteitenlijstje, samen met een op te starten dossier ‘1919’ binnen het thema van de oude grensovergangen. Zo, dat weet je nu ook al, maar alleen omdat de voorbereidingen al ver genoeg gevorderd zijn om er nu al mee uit te pakken. Nu alleen de timing nog, maar dat hebben we zelf niet altijd in de hand. En dus, nog wat geduld. Ooit komt het er wel van, dat zeker.
Geniet intussen nog van de laatste dagen van het oude jaar, het nieuwe komt er zo aan.
Railations, 29 december 2018
30 NOVEMBER 2018 - zesde verjaardag 'Railations'
Precies zes jaar geleden, op 30 november 2012, zag Railations het levenslicht – of om bij de huidige tijden te blijven, kreeg Railations zijn plekje op het wereldwijde net. Zes jaar, dan ben je geen kleuter meer, en wordt van je verwacht je pen/muis stevig in de hand te houden. Dan mag er ook eens gevierd worden? En toch, geen toeters noch bellen. Niet eens een verjaardagsverrassinkje, tenzij de nieuwe/vernieuwde kop op onze hoofdpagina. Een beetje zoals de komende jaarwisseling. Een nieuw jaartal bovenaan de kalender, dat wel, maar verder verschillen de dagen erna amper van de dagen ervoor. Waarmee we gezegd willen hebben dat we na 30 november gewoon verder doen zoals voorheen. Met kleine aanpassingen en verbeteringen hier en daar in de loop van het jaar. En uiteraard met nieuwe items. En, waarom niet, ook met nieuwe dossiers.
Of we dan toch heel even een kleine balans willen maken? Toegegeven, in die zes jaar hebben we een hele weg afgelegd. In het begin was het inderdaad wat zoeken, naar de juiste vorm en naar de beste invulling van ons leitmotiv “mysterie, avontuur, enz.” En dus wat schipperen met de hoofdthema’s, maar ook met onze communicatie. Zo hebben we het opzet om Railations viertalig aan te bieden al na amper één jaar laten varen, en de Engelse versie geleidelijk afgebouwd - de Duitse kwam niet eens van de grond. Bij gebrek aan voldoende tijd, dat ook, maar vooral aan iemand die (één van) beide talen genoeg machtig was om vlotte en verstaanbare teksten te schrijven, wat gelukkig het geval is voor de Franse versie. Al goed dat er op het internet adequate vertaalprogramma’s bestaan om dit euvel enigszins op te vangen, al is een vertaling nog iets anders dan een geredigeerde tekst, denk maar aan de specifieke termen. Maar kom.
Inhoudelijk hebben we de drie eerste hoofdthema’s (tunnels, sites en tracé’s) heel geleidelijk opgebouwd en gaandeweg aangevuld met ‘grensovergangen’ en ‘vestigia’. Dit laatste is een wat cryptische naam voor het hele gamma van zichtbare spoorweg- en andere relicten, met als uitschieters het langlopende project rond de voormalige stelplaatsen van de NMVB (nu onder 'Buurtspoor') en de rubrieken ‘vergeten sporen’ en ‘oude kanalen’. Hoewel niet meteen prioritair kreeg deze laatste van meet af aan zijn plek in onze verkenningsrondes, en er komt nog. De bescheiden start van de rubriek ‘Regiospoor’, einde vorig jaar, kende onverwachte belangstelling, in die mate dat die nu is uitgegroeid tot een hoofdthema. Wel kunnen we hier niet altijd de gewenste continuïteit garanderen, wat ook enigszins het geval is met ‘Vergeten sporen’ dat niettemin heel wat bijval kent. Van bijval gesproken, onlangs vonden we geheel toevallig een website die ons gemiddeld aantal bezoekers schat op zo’n 265 per maand. Met de gegevens van onze provider in de hand over het dagelijkse bezoek moeten we daar eens goed om lachen. Tenzij die lui en hun computer 5 jaar achterop hinken en hopeloos zijn blijven steken in ons eerste werkjaar. Tja…
Zo’n verjaardag betekent meteen ook een resem intenties voor het nieuwe werkjaar. Zoals steeds zijn we hiermee uiterst voorzichtig, o.m. wegens niet altijd gehonoreerde vooruitzichten, hoe zelden we ons daaraan ook wagen. Denk maar aan het aanslepende vervolg in het dossier ‘Pays Noir’. We beloven dus niets concreet, behalve dan dat we de gangbare rubrieken en dossiers verder uitbouwen, zij het naar best vermogen. Een paar dossiers wachten nog op afwerking (o.a. Vallei van de Wiltz) of op een al dan niet grondige update (o.a. Vallei van de Vesdre). Daarnaast houden we onze langlopende projecten lekker warm, ook al kan een vervolg soms lang op zich laten wachten, maar daar zijn (steeds dezelfde) redenen voor. Dit geldt zeker voor de grensovergangen en de uitbreiding van dit project naar de secundaire spoorlijnen. Ook andere ijzers liggen momenteel in het vuur, maar we kunnen ze nu eenmaal niet alle tegelijk aanpakken.
Tot slot toch wat meer over ons dossier over de oorlogslijn Gouvy-Sankt-Vith. Deze loopt gestaag, en de meeste gegevens hebben we al verzameld, beeldmateriaal incluis, anders waren we er gewoon niet aan begonnen. Dat we dan toch in afleveringen werken heeft te maken met de tekstredactie (NL+FR) die behoorlijk wat van onze tijd vergt, maar ook met het verder natrekken van bepaalde gegevens, desnoods ter plaatse. Geduld dus. Anderzijds is 2019 een bijzonder jaar, want dan is het precies een eeuw geleden dat het Verdrag van Versailles de drie kantons (én Neutraal-Moresnet) aan België toewees, dus ook hun spoorlijnen. Reden genoeg om daaraan de nodige aandacht te besteden, en daar zijn we met Gouvy-Sankt-Vith nu al mee bezig.
Ad multos annos.
Railations, 30 november 2018
Precies zes jaar geleden, op 30 november 2012, zag Railations het levenslicht – of om bij de huidige tijden te blijven, kreeg Railations zijn plekje op het wereldwijde net. Zes jaar, dan ben je geen kleuter meer, en wordt van je verwacht je pen/muis stevig in de hand te houden. Dan mag er ook eens gevierd worden? En toch, geen toeters noch bellen. Niet eens een verjaardagsverrassinkje, tenzij de nieuwe/vernieuwde kop op onze hoofdpagina. Een beetje zoals de komende jaarwisseling. Een nieuw jaartal bovenaan de kalender, dat wel, maar verder verschillen de dagen erna amper van de dagen ervoor. Waarmee we gezegd willen hebben dat we na 30 november gewoon verder doen zoals voorheen. Met kleine aanpassingen en verbeteringen hier en daar in de loop van het jaar. En uiteraard met nieuwe items. En, waarom niet, ook met nieuwe dossiers.
Of we dan toch heel even een kleine balans willen maken? Toegegeven, in die zes jaar hebben we een hele weg afgelegd. In het begin was het inderdaad wat zoeken, naar de juiste vorm en naar de beste invulling van ons leitmotiv “mysterie, avontuur, enz.” En dus wat schipperen met de hoofdthema’s, maar ook met onze communicatie. Zo hebben we het opzet om Railations viertalig aan te bieden al na amper één jaar laten varen, en de Engelse versie geleidelijk afgebouwd - de Duitse kwam niet eens van de grond. Bij gebrek aan voldoende tijd, dat ook, maar vooral aan iemand die (één van) beide talen genoeg machtig was om vlotte en verstaanbare teksten te schrijven, wat gelukkig het geval is voor de Franse versie. Al goed dat er op het internet adequate vertaalprogramma’s bestaan om dit euvel enigszins op te vangen, al is een vertaling nog iets anders dan een geredigeerde tekst, denk maar aan de specifieke termen. Maar kom.
Inhoudelijk hebben we de drie eerste hoofdthema’s (tunnels, sites en tracé’s) heel geleidelijk opgebouwd en gaandeweg aangevuld met ‘grensovergangen’ en ‘vestigia’. Dit laatste is een wat cryptische naam voor het hele gamma van zichtbare spoorweg- en andere relicten, met als uitschieters het langlopende project rond de voormalige stelplaatsen van de NMVB (nu onder 'Buurtspoor') en de rubrieken ‘vergeten sporen’ en ‘oude kanalen’. Hoewel niet meteen prioritair kreeg deze laatste van meet af aan zijn plek in onze verkenningsrondes, en er komt nog. De bescheiden start van de rubriek ‘Regiospoor’, einde vorig jaar, kende onverwachte belangstelling, in die mate dat die nu is uitgegroeid tot een hoofdthema. Wel kunnen we hier niet altijd de gewenste continuïteit garanderen, wat ook enigszins het geval is met ‘Vergeten sporen’ dat niettemin heel wat bijval kent. Van bijval gesproken, onlangs vonden we geheel toevallig een website die ons gemiddeld aantal bezoekers schat op zo’n 265 per maand. Met de gegevens van onze provider in de hand over het dagelijkse bezoek moeten we daar eens goed om lachen. Tenzij die lui en hun computer 5 jaar achterop hinken en hopeloos zijn blijven steken in ons eerste werkjaar. Tja…
Zo’n verjaardag betekent meteen ook een resem intenties voor het nieuwe werkjaar. Zoals steeds zijn we hiermee uiterst voorzichtig, o.m. wegens niet altijd gehonoreerde vooruitzichten, hoe zelden we ons daaraan ook wagen. Denk maar aan het aanslepende vervolg in het dossier ‘Pays Noir’. We beloven dus niets concreet, behalve dan dat we de gangbare rubrieken en dossiers verder uitbouwen, zij het naar best vermogen. Een paar dossiers wachten nog op afwerking (o.a. Vallei van de Wiltz) of op een al dan niet grondige update (o.a. Vallei van de Vesdre). Daarnaast houden we onze langlopende projecten lekker warm, ook al kan een vervolg soms lang op zich laten wachten, maar daar zijn (steeds dezelfde) redenen voor. Dit geldt zeker voor de grensovergangen en de uitbreiding van dit project naar de secundaire spoorlijnen. Ook andere ijzers liggen momenteel in het vuur, maar we kunnen ze nu eenmaal niet alle tegelijk aanpakken.
Tot slot toch wat meer over ons dossier over de oorlogslijn Gouvy-Sankt-Vith. Deze loopt gestaag, en de meeste gegevens hebben we al verzameld, beeldmateriaal incluis, anders waren we er gewoon niet aan begonnen. Dat we dan toch in afleveringen werken heeft te maken met de tekstredactie (NL+FR) die behoorlijk wat van onze tijd vergt, maar ook met het verder natrekken van bepaalde gegevens, desnoods ter plaatse. Geduld dus. Anderzijds is 2019 een bijzonder jaar, want dan is het precies een eeuw geleden dat het Verdrag van Versailles de drie kantons (én Neutraal-Moresnet) aan België toewees, dus ook hun spoorlijnen. Reden genoeg om daaraan de nodige aandacht te besteden, en daar zijn we met Gouvy-Sankt-Vith nu al mee bezig.
Ad multos annos.
Railations, 30 november 2018
OKTOBER 2018
De maand oktober heeft nog ruim een volle week te gaan, en we zitten nu al aan ons maximum. Of als je dat liever leest, aan ons maandrecord, met 12 nieuwe items op de teller. Veel kleintjes, dat wel, zij het ter aanvulling van onze gangbare rubrieken en rubriekjes – de reeks tunnels in de schilderachtige Wiltzvallei niet te na gesproken. Een plotse opstoot van energie na drie rustige zomermaanden? Mogelijk, maar voor alles het deelresultaat van nieuwe verkenningen, o.a. naar Limburg, Luik en Luxemburg. Dergelijke rondritten, doorgaans gefocust op een of twee thema’s, leveren meer dan eens van die onverwachte items en/of invalshoeken, sommige best interessant om meteen online te zetten, of reeds bestaande thema’s bij te werken. En de rest dan? Het is geen geheim dat heelwat in onze reservebestanden terechtkomt met het oog op een toekomstig dossier - al dan niet in opmaak, tenzij niet meteen aangewezen om er nu al in te zetten, of nog gewoon ‘voor het geval dat…’. Zo hebben we de jongste twee jaar, sinds de start van het project, een aanzienlijke database opgebouwd rond de oude stelplaatsen van de NMVB, waaruit we naar hartenlust kunnen putten. En waarom dan niet meteen gepubliceerd, zul je denken. Omdat enkele al aan een update toe zijn, al dan niet ter plaatse, nog voor ze goed en wel online konden komen, maar vooral omdat we daarnaast nog zoveel andere ijzers in het vuur hebben, en gewoon omdat onze tijd en middelen nu eenmaal beperkt zijn (refrein). Zo hou je er best rekening mee dat zo’n item met bijv. ‘slechts’ één enkele foto al gauw enkele uren werk vergt: research, redactie (al dan niet in twee talen), foto-opmaak, lay-out, en noem maar op. En dan weet je het wel.
Ondertussen zijn de meeste van onze prognoses van 16 september dan toch gerealiseerd – of staan op het punt om het te worden – op één na. Dat ons nieuw dossier uit het Pays Noir er nog steeds niet komt is te wijten aan enkele manco’s die ons pas na ons laatste bezoek zijn opgevallen. Te veel om nu al te starten, te weinig om alleen daarvoor nog eens ter plekke te gaan. Al maken we ons sterk dat dit akkefietje nog voor de winter wordt geklaard. Maar intussen zijn we al begonnen aan dat andere dossier, dat over een verlaten spoorwegtracé ‘ergens te lande’. Waar dan wel? Dat verneem je héél binnenkort, beloofd. Een derde dossier staat eveneens in de steigers, maar zal allicht nog wat moeten wachten. Gelijk vergeten we de oude kanalen niet. Ook hier wacht een recente verkenning nog enkel op afwerking en publicatie op vrij korte termijn. En wat het regiospoor betreft, dat wordt inmiddels gevoed met het zopas opgestarte dossiertje over de heropende stations in het Luikse, waarbij we ook even terugblikken naar het verleden – iets wat we in de toekomst wel meer zullen doen, uiteraard voor zover de beschikbare documentatie dit toelaat.
Verder zijn de verschillende herschikkingen binnen onze website je wellicht al opgevallen. Het werk is nog niet af, of er komen alweer nieuwe verschuivingen om de hoek gluren. Maar dat zullen we wel vaker meemaken zolang we dit verder blijven uitbouwen, nu al bijna zes jaar lang. En zolang er nieuwe items blijven komen zijn we daar nog wel geruime tijd mee bezig. Aan ‘nieuwe’ locaties geen gebrek, zelfs niet binnen een klein land als België. En ook al is zowel in Duitsland als in Nederland al heel veel werk verzet door de “collega’s”, dan blijft er elders nog genoeg over om nader te onderzoeken – niet in het minst bij onze zuiderburen… En dat krijg je ter gepaste tijd wel nu en dan op je bord.
Nog een rustige herfst toegewenst.
Railations, 23 oktober 2018
De maand oktober heeft nog ruim een volle week te gaan, en we zitten nu al aan ons maximum. Of als je dat liever leest, aan ons maandrecord, met 12 nieuwe items op de teller. Veel kleintjes, dat wel, zij het ter aanvulling van onze gangbare rubrieken en rubriekjes – de reeks tunnels in de schilderachtige Wiltzvallei niet te na gesproken. Een plotse opstoot van energie na drie rustige zomermaanden? Mogelijk, maar voor alles het deelresultaat van nieuwe verkenningen, o.a. naar Limburg, Luik en Luxemburg. Dergelijke rondritten, doorgaans gefocust op een of twee thema’s, leveren meer dan eens van die onverwachte items en/of invalshoeken, sommige best interessant om meteen online te zetten, of reeds bestaande thema’s bij te werken. En de rest dan? Het is geen geheim dat heelwat in onze reservebestanden terechtkomt met het oog op een toekomstig dossier - al dan niet in opmaak, tenzij niet meteen aangewezen om er nu al in te zetten, of nog gewoon ‘voor het geval dat…’. Zo hebben we de jongste twee jaar, sinds de start van het project, een aanzienlijke database opgebouwd rond de oude stelplaatsen van de NMVB, waaruit we naar hartenlust kunnen putten. En waarom dan niet meteen gepubliceerd, zul je denken. Omdat enkele al aan een update toe zijn, al dan niet ter plaatse, nog voor ze goed en wel online konden komen, maar vooral omdat we daarnaast nog zoveel andere ijzers in het vuur hebben, en gewoon omdat onze tijd en middelen nu eenmaal beperkt zijn (refrein). Zo hou je er best rekening mee dat zo’n item met bijv. ‘slechts’ één enkele foto al gauw enkele uren werk vergt: research, redactie (al dan niet in twee talen), foto-opmaak, lay-out, en noem maar op. En dan weet je het wel.
Ondertussen zijn de meeste van onze prognoses van 16 september dan toch gerealiseerd – of staan op het punt om het te worden – op één na. Dat ons nieuw dossier uit het Pays Noir er nog steeds niet komt is te wijten aan enkele manco’s die ons pas na ons laatste bezoek zijn opgevallen. Te veel om nu al te starten, te weinig om alleen daarvoor nog eens ter plekke te gaan. Al maken we ons sterk dat dit akkefietje nog voor de winter wordt geklaard. Maar intussen zijn we al begonnen aan dat andere dossier, dat over een verlaten spoorwegtracé ‘ergens te lande’. Waar dan wel? Dat verneem je héél binnenkort, beloofd. Een derde dossier staat eveneens in de steigers, maar zal allicht nog wat moeten wachten. Gelijk vergeten we de oude kanalen niet. Ook hier wacht een recente verkenning nog enkel op afwerking en publicatie op vrij korte termijn. En wat het regiospoor betreft, dat wordt inmiddels gevoed met het zopas opgestarte dossiertje over de heropende stations in het Luikse, waarbij we ook even terugblikken naar het verleden – iets wat we in de toekomst wel meer zullen doen, uiteraard voor zover de beschikbare documentatie dit toelaat.
Verder zijn de verschillende herschikkingen binnen onze website je wellicht al opgevallen. Het werk is nog niet af, of er komen alweer nieuwe verschuivingen om de hoek gluren. Maar dat zullen we wel vaker meemaken zolang we dit verder blijven uitbouwen, nu al bijna zes jaar lang. En zolang er nieuwe items blijven komen zijn we daar nog wel geruime tijd mee bezig. Aan ‘nieuwe’ locaties geen gebrek, zelfs niet binnen een klein land als België. En ook al is zowel in Duitsland als in Nederland al heel veel werk verzet door de “collega’s”, dan blijft er elders nog genoeg over om nader te onderzoeken – niet in het minst bij onze zuiderburen… En dat krijg je ter gepaste tijd wel nu en dan op je bord.
Nog een rustige herfst toegewenst.
Railations, 23 oktober 2018
SEPTEMBER 2018
Onze vorige stand van zaken is al bijna drie maanden oud. Een hele poos, dat wel. Maar een lange, hete, droge zomer zoals we hebben meegemaakt beleeft iedereen op zijn manier. Voor heel veel mensen was de hitte niet van die aard om tot veel fysische inspanningen aan te zetten, zeker niet na de middag, en voor ons was dat niet zoveel anders. Al goed dat we onze terreinverkenningen op waakvlam hadden gezet, al betekent dit nog niet dat we van de gelegenheden die zich tussendoor dan toch aanboden geen gebruik maakten. Zo kwamen we eind augustus veeleer onverwacht in de buurt van een stuwmeer dat ruim een halve eeuw geleden een toen al verlaten spoorlijn overspoelde. Maar helaas voor ons, ondanks de droogte was het waterpeil nog geen centimeter gezakt. Toch leverde deze verkenning stof genoeg om daar verder werk van te maken. Andere vondsten heb je wellicht al ontdekt, voor een deel toch. De rest volgt later wel.
Nu de herfst op kousenvoeten zijn intrede doet – enkele nazomerdagen niet te na gesproken – staat voor ons het verkenningsseizoen weer voor de deur. Aan te onderzoeken locaties ontbreekt het ons niet, aan plannen evenmin. En als de weergoden even meewillen kan het nog lukken ook. Wat het uiteindelijk zal opleveren zal je de komende maanden wel merken, al houden we gewoontegetrouw enkele vondsten achter de hand in afwachting van gunstige omstandigheden, of gewoon als reserve. Want voor elke verkenning worden op voorhand een aantal locaties vastgelegd in een bepaalde regio, zij het zonder specifieke themapunten. Meer dan eens levert deze werkwijze onderweg nog enkele verrassingen op, ongeacht of de verplaatsing met de wagen dan wel met het openbaar vervoer gebeurt, wat uiteraard mooi meegenomen is.
Inhoudelijk staan we wel voor een paar uitdagingen. Enerzijds staat binnen het dossier ‘Pays Noir’ nog steeds een nieuw hoofdstuk op de agenda, gelijk met een verdere afwerking van het onderdeel ‘oude tunnels in het Groothertogdom Luxemburg’ dat om seizoensreden werd onderbroken – eens zover zul je wel zien waarom. Daarnaast zouden we graag enkele nieuwe dossiers opstarten, o.m. over een voormalige spoorlijn ‘ergens’ te lande. En dat terwijl ons project over de oude stelplaatsen van de buurtspoorwegen bijkomend onderzoek vergt, vooral dan ter plaatse, en dus nog verre van voltooid is. Ook vergeten we het thema ‘Regiospoor’ niet dat verrassend veel aandacht krijgt en dus verder zal worden opgevolgd. Dit alles bracht ons tot de vaststelling dat op de website beide projecten stilaan uit hun voegen kraken, gelijk met nog een paar andere dossiers. En dus zijn we genoodzaakt om hier binnenkort verschillende webpagina’s te ontdubbelen of zelfs nieuwe hoofdstukken op te starten, met als uitdaging de structuur van onze website overzichtelijk te houden. En dat is minder vanzelfsprekend dan sommigen denken – getuige het aantal kleine herschikkingen dat zich sinds begin dit jaar zo nu en dan met stille trom voltrokken heeft. Voeg daaraan toe dat onze tekenaar-cartograaf het de jongste tijd wat heeft laten afweten, waardoor o.m. een op stapel staande dossier op de achtergrond raakte. Dit probleem zou de komende weken/maanden evenwel zijn beslag krijgen. Hopelijk toch.
Veel meer kunnen we daar vandaag niet aan toevoegen. Voor ‘Railations’ staat het hoogseizoen voor de deur, en dat zal genoeg energie vragen om al deze (al dan niet omfloerste) vooruitzichten ook effectief waar te maken.
Tot zolang.
Railations, 16 september 2018
Onze vorige stand van zaken is al bijna drie maanden oud. Een hele poos, dat wel. Maar een lange, hete, droge zomer zoals we hebben meegemaakt beleeft iedereen op zijn manier. Voor heel veel mensen was de hitte niet van die aard om tot veel fysische inspanningen aan te zetten, zeker niet na de middag, en voor ons was dat niet zoveel anders. Al goed dat we onze terreinverkenningen op waakvlam hadden gezet, al betekent dit nog niet dat we van de gelegenheden die zich tussendoor dan toch aanboden geen gebruik maakten. Zo kwamen we eind augustus veeleer onverwacht in de buurt van een stuwmeer dat ruim een halve eeuw geleden een toen al verlaten spoorlijn overspoelde. Maar helaas voor ons, ondanks de droogte was het waterpeil nog geen centimeter gezakt. Toch leverde deze verkenning stof genoeg om daar verder werk van te maken. Andere vondsten heb je wellicht al ontdekt, voor een deel toch. De rest volgt later wel.
Nu de herfst op kousenvoeten zijn intrede doet – enkele nazomerdagen niet te na gesproken – staat voor ons het verkenningsseizoen weer voor de deur. Aan te onderzoeken locaties ontbreekt het ons niet, aan plannen evenmin. En als de weergoden even meewillen kan het nog lukken ook. Wat het uiteindelijk zal opleveren zal je de komende maanden wel merken, al houden we gewoontegetrouw enkele vondsten achter de hand in afwachting van gunstige omstandigheden, of gewoon als reserve. Want voor elke verkenning worden op voorhand een aantal locaties vastgelegd in een bepaalde regio, zij het zonder specifieke themapunten. Meer dan eens levert deze werkwijze onderweg nog enkele verrassingen op, ongeacht of de verplaatsing met de wagen dan wel met het openbaar vervoer gebeurt, wat uiteraard mooi meegenomen is.
Inhoudelijk staan we wel voor een paar uitdagingen. Enerzijds staat binnen het dossier ‘Pays Noir’ nog steeds een nieuw hoofdstuk op de agenda, gelijk met een verdere afwerking van het onderdeel ‘oude tunnels in het Groothertogdom Luxemburg’ dat om seizoensreden werd onderbroken – eens zover zul je wel zien waarom. Daarnaast zouden we graag enkele nieuwe dossiers opstarten, o.m. over een voormalige spoorlijn ‘ergens’ te lande. En dat terwijl ons project over de oude stelplaatsen van de buurtspoorwegen bijkomend onderzoek vergt, vooral dan ter plaatse, en dus nog verre van voltooid is. Ook vergeten we het thema ‘Regiospoor’ niet dat verrassend veel aandacht krijgt en dus verder zal worden opgevolgd. Dit alles bracht ons tot de vaststelling dat op de website beide projecten stilaan uit hun voegen kraken, gelijk met nog een paar andere dossiers. En dus zijn we genoodzaakt om hier binnenkort verschillende webpagina’s te ontdubbelen of zelfs nieuwe hoofdstukken op te starten, met als uitdaging de structuur van onze website overzichtelijk te houden. En dat is minder vanzelfsprekend dan sommigen denken – getuige het aantal kleine herschikkingen dat zich sinds begin dit jaar zo nu en dan met stille trom voltrokken heeft. Voeg daaraan toe dat onze tekenaar-cartograaf het de jongste tijd wat heeft laten afweten, waardoor o.m. een op stapel staande dossier op de achtergrond raakte. Dit probleem zou de komende weken/maanden evenwel zijn beslag krijgen. Hopelijk toch.
Veel meer kunnen we daar vandaag niet aan toevoegen. Voor ‘Railations’ staat het hoogseizoen voor de deur, en dat zal genoeg energie vragen om al deze (al dan niet omfloerste) vooruitzichten ook effectief waar te maken.
Tot zolang.
Railations, 16 september 2018
JUNI 2018
Naar jaarlijkse gewoonte schakelt Railations over op vakantiemodus. Wat nog niet betekent dat wij onze website twee maanden lang laten liggen voor wat hij is. Wel dat we het strakke ritme van de jongste tijd wat loslaten, en slechts nu en dan een dossier of een item wat aanvullen of bijspijkeren. Grote dossiers moet je in deze zomertijd dan ook niet verwachten, die zijn voor – ten vroegste – begin dit najaar. Niet dat we uitgeblust of uitgezongen zijn. Maar vakantie, ook al is het maar voor enkele weken of zelfs dagen, betekent ook eens iets totaal anders doen, met gezin, familie of vrienden, en dan vooral: zonder laptop of internet. Maar zelfs wanneer ieder van ons bijna gelijktijdig eens andere lucht gaat opsnuiven hoeft dit nog geen ramp te zijn. Nieuwe energie gaan bijtanken heeft nu eenmaal zijn positieve kanten, dat hoeft geen verder betoog.
Tussendoor toch even aanstippen dat onze twee jongste rubrieken behoorlijk wat belangstelling boeken, in het bijzonder ‘Regiospoor’ en het eraan gelinkte ‘Beneluxspoor’, en in zekere mate ook de ‘Oude kanalen’. Deze laatste ligt nu eenmaal in het verlengde van ons hoofdthema, en dit hoeft dus niet echt te verwonderen. Hierbij is ons eerste dossier (Ieper-Komen) inmiddels afgewerkt, al blijft het nog wel even wachten voor een volgend dossier van vergelijkbare omvang, enkele kleinere items tussendoor niet te na gesproken. Anderzijds sluit ‘Regiospoor’ van zijn kant rechtstreeks aan bij onze thematiek, al ligt de klemtoon vaak meer op de huidige of pas afgesloten exploitatie dan op afgedankte infrastructuren. Toch zit dit thema steevast in onze top-10, wat ons nog meer aanzet om het verder uit te werken. Al bij al blijkt het voornemen om onze website wat meer open te trekken een schot in de roos, en blijven we dit pad steevast verder bewandelen. Met als volgende op de lijst de oude steenkoolmijnen, of toch wat daarvan overblijft, en andere industriële relicten.
Is Railations zo te zien dan toch stilaan op de urbextoer aan het raken? Geenszins, in die zin dat dit slechts heel occasioneel het geval is, zeg maar wanneer de gelegenheid zich voordoet, zoals vorig jaar nog in Nouvel-Avricourt. En dan zullen we die kans zeker niet aan ons laten voorbijgaan. Toch niet wanneer het binnen onze mogelijkheden ligt en het risico beheersbaar is - denk aan het verschil tussen een (bouwvallige) stenen trap en een (vermolmde) houten trap, om bij dit voorbeeld te blijven. Maar al bij al blijft dit voor ons hooguit een zijspoor, kwestie van niet te veel uit koers te geraken en vooral: onze leidraad niet los te laten. Dit alles vraagt immers genoeg middelen en energie, en deze zijn niet onbeperkt voorhanden.
Inmiddels nog een zinvolle en ontspannen zomer toegewenst.
Railations, 28 juni 2018
Naar jaarlijkse gewoonte schakelt Railations over op vakantiemodus. Wat nog niet betekent dat wij onze website twee maanden lang laten liggen voor wat hij is. Wel dat we het strakke ritme van de jongste tijd wat loslaten, en slechts nu en dan een dossier of een item wat aanvullen of bijspijkeren. Grote dossiers moet je in deze zomertijd dan ook niet verwachten, die zijn voor – ten vroegste – begin dit najaar. Niet dat we uitgeblust of uitgezongen zijn. Maar vakantie, ook al is het maar voor enkele weken of zelfs dagen, betekent ook eens iets totaal anders doen, met gezin, familie of vrienden, en dan vooral: zonder laptop of internet. Maar zelfs wanneer ieder van ons bijna gelijktijdig eens andere lucht gaat opsnuiven hoeft dit nog geen ramp te zijn. Nieuwe energie gaan bijtanken heeft nu eenmaal zijn positieve kanten, dat hoeft geen verder betoog.
Tussendoor toch even aanstippen dat onze twee jongste rubrieken behoorlijk wat belangstelling boeken, in het bijzonder ‘Regiospoor’ en het eraan gelinkte ‘Beneluxspoor’, en in zekere mate ook de ‘Oude kanalen’. Deze laatste ligt nu eenmaal in het verlengde van ons hoofdthema, en dit hoeft dus niet echt te verwonderen. Hierbij is ons eerste dossier (Ieper-Komen) inmiddels afgewerkt, al blijft het nog wel even wachten voor een volgend dossier van vergelijkbare omvang, enkele kleinere items tussendoor niet te na gesproken. Anderzijds sluit ‘Regiospoor’ van zijn kant rechtstreeks aan bij onze thematiek, al ligt de klemtoon vaak meer op de huidige of pas afgesloten exploitatie dan op afgedankte infrastructuren. Toch zit dit thema steevast in onze top-10, wat ons nog meer aanzet om het verder uit te werken. Al bij al blijkt het voornemen om onze website wat meer open te trekken een schot in de roos, en blijven we dit pad steevast verder bewandelen. Met als volgende op de lijst de oude steenkoolmijnen, of toch wat daarvan overblijft, en andere industriële relicten.
Is Railations zo te zien dan toch stilaan op de urbextoer aan het raken? Geenszins, in die zin dat dit slechts heel occasioneel het geval is, zeg maar wanneer de gelegenheid zich voordoet, zoals vorig jaar nog in Nouvel-Avricourt. En dan zullen we die kans zeker niet aan ons laten voorbijgaan. Toch niet wanneer het binnen onze mogelijkheden ligt en het risico beheersbaar is - denk aan het verschil tussen een (bouwvallige) stenen trap en een (vermolmde) houten trap, om bij dit voorbeeld te blijven. Maar al bij al blijft dit voor ons hooguit een zijspoor, kwestie van niet te veel uit koers te geraken en vooral: onze leidraad niet los te laten. Dit alles vraagt immers genoeg middelen en energie, en deze zijn niet onbeperkt voorhanden.
Inmiddels nog een zinvolle en ontspannen zomer toegewenst.
Railations, 28 juni 2018
MEI 2018
Het heeft behoorlijk wat voeten in de aarde gehad, maar we zijn er dan toch mee gestart, de Kanalenrubriek. Niet dat het ons ontbrak aan beeldmateriaal, verre van, maar wel aan een pertinent beginproject. Liefst niet te omvangrijk, om er niet eindeloos mee te schipperen, maar ook om onze lopende projecten niet te veel in de hoek te drummen, zelfs tijdelijk. En dus kozen we voor het kanaal Ieper-Komen, ook al hebben we het maar heel onlangs en slechts gedeeltelijk ter plaatse kunnen verkennen, maar wel op het meeste cruciale deel (Palingbeek) en toch ruim genoeg om ermee te kunnen uitpakken, zij het in twee afleveringen. Een verdere verkenning is momenteel niet aan de orde, nu toch niet, en hoe dan ook voor een of ander laagseizoen, kwestie van voldoende zichtbaarheid.
En daarnaast? De fotogalerij onderaan de rubriek ‘Kanalen’ (vooralsnog onder de vleugels van ‘Vestigia’) maakt je al snel duidelijk waaraan je je in de toekomst mag verwachten, zowel in eigen land als daarbuiten. Eén project – want dat is het – springt hierbij in het oog, het kanaal Brussel-Charleroi, vandaag nog steeds in actieve dienst en bovendien met een aanzienlijke capaciteitsverhoging in het vizier, alvast in het Vlaams-Brabantse gedeelte. Maar daar gaat het helemaal niet om, wel om zijn voorganger, het kanaal van vóór de Golden Sixties en het hellend vlak van Ronquières. Vrij goed bekend is het afgesneden kanaalgedeelte naar Feluy en Seneffe – zie ons dossier over het buurtspoorwegproject Nivelles-Soignies – en de tunnels van Seneffe/Godarville. En al de rest dan? Want er is nog veel meer dat onderbelicht blijft, en dat zijn we al een tijdje aan het uitzoeken, weliswaar tussen onze andere verkenningen door. Gemakkelijk is het echter niet, want in tegenstelling tot Ieper-Komen is er over dit oude tracé behoorlijk weinig informatie te vinden, op die paar topics na, en dan nog. Een lijvig dossier, geloof ons, dat we pas zullen uitbrengen wanneer we voldoende materiaal hebben om ermee te starten, allicht in verschillende afleveringen en gespreid in de tijd. En neen, evenmin als anders kunnen we daar een datum op plakken.
En verder? De kleine aanpassingen aan onze homepagina zijn je gaandeweg allicht opgevallen, en lijken alvast aan te slaan. Zo zijn de al te vaak academisch aandoende aankondigingen zopas verhuisd naar het logboek onderaan, en leggen we van bij de aanhef veeleer de visuele klemtoon op de jongste nieuwigheden. Gelijk krijgen de langlopende projecten van het ogenblik (stelplaatsen en regiospoor) een meer prominente plaats en worden regelmatig bijgewerkt. Naast de ‘eerste selectie’ hebben de verschillende Vestigia-rubrieken nu elk hun eigen ‘knop’ – gewoon klikken op de foto, die tussendoor weleens kan wisselen, nu eens met een ‘opfrissing’, dan weer met een ‘nieuwigheid’, je ziet maar.
En de grote dossiers dan? Die zijn er nog steeds, maar hun voorbereiding (verkenning en documentatie), verwerking (teksten en plannetjes) en afwerking (lay-out) vergen veel tijd en energie, en die zijn niet altijd zomaar beschikbaar. Meteen de reden waarom er, vooral de jongste tijd, met zekere regelmaat veel meer kleinere items opduiken, zowat de opvolgers van de “wekelijkse” rubriek van vorige jaren, en die we zoveel mogelijk bij een of ander thema proberen in te passen. Al kan nu en dan nog wel een losse flits opduiken, in functie van de actualiteit of de inspiratie van het moment, of nog ter aankondiging van iets nieuws. Hoe dan ook, de paar dossiers die hoog op onze lijst staan (zie vorige ‘tussenstand’) zitten nog steeds in de voorbereidingsfase. Maar wees gerust, we zijn ze niet vergeten, al kunnen we hier evenmin een datum op plakken.
En nu we het hier toch vooral over kanalen hebben, waarom bij dit warme weer geen gezapige wandeling langs zo’n oud kanaal voor wat verfrissing? Maar opgelet, zeker geen duik nemen, al was het maar omdat door de onvermijdelijke aanslibbing je dat (heel) slecht kan bekomen.
Uitkijken dus.
Railations, 26 mei 2018
Het heeft behoorlijk wat voeten in de aarde gehad, maar we zijn er dan toch mee gestart, de Kanalenrubriek. Niet dat het ons ontbrak aan beeldmateriaal, verre van, maar wel aan een pertinent beginproject. Liefst niet te omvangrijk, om er niet eindeloos mee te schipperen, maar ook om onze lopende projecten niet te veel in de hoek te drummen, zelfs tijdelijk. En dus kozen we voor het kanaal Ieper-Komen, ook al hebben we het maar heel onlangs en slechts gedeeltelijk ter plaatse kunnen verkennen, maar wel op het meeste cruciale deel (Palingbeek) en toch ruim genoeg om ermee te kunnen uitpakken, zij het in twee afleveringen. Een verdere verkenning is momenteel niet aan de orde, nu toch niet, en hoe dan ook voor een of ander laagseizoen, kwestie van voldoende zichtbaarheid.
En daarnaast? De fotogalerij onderaan de rubriek ‘Kanalen’ (vooralsnog onder de vleugels van ‘Vestigia’) maakt je al snel duidelijk waaraan je je in de toekomst mag verwachten, zowel in eigen land als daarbuiten. Eén project – want dat is het – springt hierbij in het oog, het kanaal Brussel-Charleroi, vandaag nog steeds in actieve dienst en bovendien met een aanzienlijke capaciteitsverhoging in het vizier, alvast in het Vlaams-Brabantse gedeelte. Maar daar gaat het helemaal niet om, wel om zijn voorganger, het kanaal van vóór de Golden Sixties en het hellend vlak van Ronquières. Vrij goed bekend is het afgesneden kanaalgedeelte naar Feluy en Seneffe – zie ons dossier over het buurtspoorwegproject Nivelles-Soignies – en de tunnels van Seneffe/Godarville. En al de rest dan? Want er is nog veel meer dat onderbelicht blijft, en dat zijn we al een tijdje aan het uitzoeken, weliswaar tussen onze andere verkenningen door. Gemakkelijk is het echter niet, want in tegenstelling tot Ieper-Komen is er over dit oude tracé behoorlijk weinig informatie te vinden, op die paar topics na, en dan nog. Een lijvig dossier, geloof ons, dat we pas zullen uitbrengen wanneer we voldoende materiaal hebben om ermee te starten, allicht in verschillende afleveringen en gespreid in de tijd. En neen, evenmin als anders kunnen we daar een datum op plakken.
En verder? De kleine aanpassingen aan onze homepagina zijn je gaandeweg allicht opgevallen, en lijken alvast aan te slaan. Zo zijn de al te vaak academisch aandoende aankondigingen zopas verhuisd naar het logboek onderaan, en leggen we van bij de aanhef veeleer de visuele klemtoon op de jongste nieuwigheden. Gelijk krijgen de langlopende projecten van het ogenblik (stelplaatsen en regiospoor) een meer prominente plaats en worden regelmatig bijgewerkt. Naast de ‘eerste selectie’ hebben de verschillende Vestigia-rubrieken nu elk hun eigen ‘knop’ – gewoon klikken op de foto, die tussendoor weleens kan wisselen, nu eens met een ‘opfrissing’, dan weer met een ‘nieuwigheid’, je ziet maar.
En de grote dossiers dan? Die zijn er nog steeds, maar hun voorbereiding (verkenning en documentatie), verwerking (teksten en plannetjes) en afwerking (lay-out) vergen veel tijd en energie, en die zijn niet altijd zomaar beschikbaar. Meteen de reden waarom er, vooral de jongste tijd, met zekere regelmaat veel meer kleinere items opduiken, zowat de opvolgers van de “wekelijkse” rubriek van vorige jaren, en die we zoveel mogelijk bij een of ander thema proberen in te passen. Al kan nu en dan nog wel een losse flits opduiken, in functie van de actualiteit of de inspiratie van het moment, of nog ter aankondiging van iets nieuws. Hoe dan ook, de paar dossiers die hoog op onze lijst staan (zie vorige ‘tussenstand’) zitten nog steeds in de voorbereidingsfase. Maar wees gerust, we zijn ze niet vergeten, al kunnen we hier evenmin een datum op plakken.
En nu we het hier toch vooral over kanalen hebben, waarom bij dit warme weer geen gezapige wandeling langs zo’n oud kanaal voor wat verfrissing? Maar opgelet, zeker geen duik nemen, al was het maar omdat door de onvermijdelijke aanslibbing je dat (heel) slecht kan bekomen.
Uitkijken dus.
Railations, 26 mei 2018
APRIL 2018
De lente is dan toch zichtbaar geworden, met in haar kielzog weer andere decors voor onze komende verkenningen. Gelijk hebben we ons winterprogramma dan maar opgeborgen, tot volgend najaar. Ook al hebben we noodgedwongen tal van items moeten overslaan is er alvast genoeg reden tot tevredenheid, zeker wanneer we het lijstje met bezochte locaties van de afgelopen maanden overlopen, dankzij al die ‘nieuwe’ items die zich gaandeweg tussen de oorspronkelijke planning hebben gewrongen. Zoals Villencourt, Aarschot en Machelen-Brabant, maar ook de trambrug van Houthalen, het oude kanaal Kortrijk-Bossuit, en tal van andere die we hier vooralsnog niet vernoemen om geen ijdele verwachtingen uit te lokken. Want nu we onze wetenschap en documentatie aanzienlijk hebben aangevuld, komt het er op aan om dit alles vroeg of laat ook zichtbaar te maken op deze website. Een opdracht waarvan we uit ervaring weten dat het ons niet helemaal zal lukken. Niet alleen een kwestie van tijd en middelen (refrein), maar in zekere zin ook doelbewust, om onze mogelijkheden en onze motivatie niet uit te putten, voor sommigen zelfs regelrecht de burn-out in, jawel. We zouden niet de eersten zijn. In die zin waren de voorbije maanden ronduit gek te noemen – zie ons logboek, met 11 nieuwe items in februari, en 12 in maart – en dat terwijl we enkele jaren terug op kruissnelheid hooguit 5 à 6 items per maand scoorden. Begrijpelijk dat dit niet vol te houden is, maar ook niet wenselijk voor een website die volledig op vrijwillige basis draait, buiten de uren, en waaraan we per etmaal alles bijeen geteld hooguit enkele uren kunnen besteden, de terreinverkenningen evenwel niet meegerekend.
Nu, hebben we in die bewuste periode onze doelbewust bescheiden vooruitzichten ook waar kunnen maken?
Eén grensovergang (Athus) heb je inmiddels al ontdekt. Niet de meest denderende, maar het achtergrondverhaal zeker waard. Twee andere zijn inmiddels ter plaatse onderzocht en krijg je de komende tijd eveneens op je bord. De Pays Noir hebben we ook bezocht, meermaals zelfs, al liep het niet meteen van een leien dakje. Maar goed, daar kunnen we nu ons werk van maken.
Onze stelplaatsronde dan. Misschien is je dat nog niet opgevallen, maar deze winter liep ze vooral (maar niet uitsluitend) door het Vlaamse land. Ook hiervan krijg je het resultaat mettertijd voorgeschoteld. Daarnaast hebben de oude kanalen, waarvan we er de voorbije maanden twee bezochten, dan toch hun eigen pagina kregen. Heel bescheiden nog, maar dit is slechts een begin, want wanneer je de generiek overloopt (de fotogalerij) zul je merken dat we al heel wat afgelopen hebben, al moet er hier en daar nog een stevige tand worden bijgestoken. Maar soit, nu nog de tijd vinden om daar de eerste dossiers rond te brouwen.
Inmiddels zijn we bijna rond met de nieuwe versie van het Franstalige dossier rond Verviers-Battice, al is dezelfde ingreep voor de Nederlandstalige evenknie nog niet voor meteen. Gelijk broeden we alweer op een verlaten spoorwegtracé. Niet rond Florennes, zoals aanvankelijk gepland, maar op een heel andere (binnenlandse) locatie. Het Regiospoor wordt evenmin vergeten, al nemen we hier momenteel wat gas terug. En tenslotte heb je nog het recent opgestarte dossier rond de oude tunnels over de grens – de eerstvolgende trouwens niet zo heel ver van hier.
Zoals je ziet oogt ons bord inderdaad goed vol, kleine aanpassingen en aanvullingen tussendoor niet te na gesproken. Of het ons ook nog lukt om dit alles waar te maken, al was het maar gedeeltelijk, zie je wel de komende weken en maanden. Maar dat is een zorg voor later.
Vergeet intussen niet volop te genieten van het zachte lenteweer.
Railations, 16 april 2018
De lente is dan toch zichtbaar geworden, met in haar kielzog weer andere decors voor onze komende verkenningen. Gelijk hebben we ons winterprogramma dan maar opgeborgen, tot volgend najaar. Ook al hebben we noodgedwongen tal van items moeten overslaan is er alvast genoeg reden tot tevredenheid, zeker wanneer we het lijstje met bezochte locaties van de afgelopen maanden overlopen, dankzij al die ‘nieuwe’ items die zich gaandeweg tussen de oorspronkelijke planning hebben gewrongen. Zoals Villencourt, Aarschot en Machelen-Brabant, maar ook de trambrug van Houthalen, het oude kanaal Kortrijk-Bossuit, en tal van andere die we hier vooralsnog niet vernoemen om geen ijdele verwachtingen uit te lokken. Want nu we onze wetenschap en documentatie aanzienlijk hebben aangevuld, komt het er op aan om dit alles vroeg of laat ook zichtbaar te maken op deze website. Een opdracht waarvan we uit ervaring weten dat het ons niet helemaal zal lukken. Niet alleen een kwestie van tijd en middelen (refrein), maar in zekere zin ook doelbewust, om onze mogelijkheden en onze motivatie niet uit te putten, voor sommigen zelfs regelrecht de burn-out in, jawel. We zouden niet de eersten zijn. In die zin waren de voorbije maanden ronduit gek te noemen – zie ons logboek, met 11 nieuwe items in februari, en 12 in maart – en dat terwijl we enkele jaren terug op kruissnelheid hooguit 5 à 6 items per maand scoorden. Begrijpelijk dat dit niet vol te houden is, maar ook niet wenselijk voor een website die volledig op vrijwillige basis draait, buiten de uren, en waaraan we per etmaal alles bijeen geteld hooguit enkele uren kunnen besteden, de terreinverkenningen evenwel niet meegerekend.
Nu, hebben we in die bewuste periode onze doelbewust bescheiden vooruitzichten ook waar kunnen maken?
Eén grensovergang (Athus) heb je inmiddels al ontdekt. Niet de meest denderende, maar het achtergrondverhaal zeker waard. Twee andere zijn inmiddels ter plaatse onderzocht en krijg je de komende tijd eveneens op je bord. De Pays Noir hebben we ook bezocht, meermaals zelfs, al liep het niet meteen van een leien dakje. Maar goed, daar kunnen we nu ons werk van maken.
Onze stelplaatsronde dan. Misschien is je dat nog niet opgevallen, maar deze winter liep ze vooral (maar niet uitsluitend) door het Vlaamse land. Ook hiervan krijg je het resultaat mettertijd voorgeschoteld. Daarnaast hebben de oude kanalen, waarvan we er de voorbije maanden twee bezochten, dan toch hun eigen pagina kregen. Heel bescheiden nog, maar dit is slechts een begin, want wanneer je de generiek overloopt (de fotogalerij) zul je merken dat we al heel wat afgelopen hebben, al moet er hier en daar nog een stevige tand worden bijgestoken. Maar soit, nu nog de tijd vinden om daar de eerste dossiers rond te brouwen.
Inmiddels zijn we bijna rond met de nieuwe versie van het Franstalige dossier rond Verviers-Battice, al is dezelfde ingreep voor de Nederlandstalige evenknie nog niet voor meteen. Gelijk broeden we alweer op een verlaten spoorwegtracé. Niet rond Florennes, zoals aanvankelijk gepland, maar op een heel andere (binnenlandse) locatie. Het Regiospoor wordt evenmin vergeten, al nemen we hier momenteel wat gas terug. En tenslotte heb je nog het recent opgestarte dossier rond de oude tunnels over de grens – de eerstvolgende trouwens niet zo heel ver van hier.
Zoals je ziet oogt ons bord inderdaad goed vol, kleine aanpassingen en aanvullingen tussendoor niet te na gesproken. Of het ons ook nog lukt om dit alles waar te maken, al was het maar gedeeltelijk, zie je wel de komende weken en maanden. Maar dat is een zorg voor later.
Vergeet intussen niet volop te genieten van het zachte lenteweer.
Railations, 16 april 2018
MAART 2018
Even achteruitblikken kan nooit kwaad, al zijn we veelal druk doende op zoek naar nieuwe items, of proberen we de lopende dossiers verder aan te vullen of te vervolledigen. De afgelopen maand februari, en bij uitbreiding de voorbije winter waren rijk aan nieuwe verkenningen annex ontdekkingen, nu en dan gekruid met een snuifje avontuur. Februari spande de kroon, al kwam de laatste week die nijdige oostenwind behoorlijk veel roet in het eten gooien. Die lage temperaturen, tot daar aan toe, maar die schrale wind… Niet dat de felle winterzon niet welkom was, maar anders dan bij bewolking of omfloerst zonlicht lag duidelijke beeldvorming niet altijd voor de hand, en moest meer dan eens noodgedwongen gewerkt worden met donkere schaduwen of vlakaf bij tegenlicht. Naderhand blijkt de oogst best mee te vallen, en blijft het aantal ‘moeilijke’ beelden gelukkig beperkt. Crucialer is de verdere afwerking van onze planning dat totnogtoe door tal van nieuwe en zelfs onverwachte items werd doorkruist. Met nog één tot anderhalve maand bladloze of bladarme dagen voor de boeg kunnen we nog heel wat bereiken, voor zover het weer én de omstandigheden tenminste meewillen.
Een terugblik op ons logboek van de jongste maanden heeft ons wel even doen slikken. Daar waar we in den beginne maandelijks hooguit 4 of 5 punten realiseerden, is dit sinds oktober zowat het dubbele, en zelfs nog meer voor februari. Voor maart zitten we al aan 4, en de maand is nog maar goed en wel begonnen. Ook al gaat het hier veeleer om beperkte items, is dit genoeg om ergens een oranje licht te zien knipperen, te meer daar – anders dan op sommige websites – kleine aanpassingen tussendoor niet eens gemeld worden. Zeker, de korte dagen en het winterweer bevorderen het thuiswerk, daar niet van, maar toch. We hebben al meer veelbelovende websites weten afhaken na een (veel te) intensieve periode. Opletten dus, en zo nodig wat gas terugnemen – wat naar het einde van de lente toe wellicht vanzelf zal gebeuren.
Terugblikkend op de vorige ‘Tussenstand’ mogen we vaststellen dat onze belangrijkste objectieven overeind zijn gebleven, met op kop de rubriek ‘Regiospoor’ die nu goed en wel van start ging en er zelfs een broertje bij kreeg. Wel ligt de klemtoon hier momenteel op de belabberde situatie in Frankrijk, al liggen ook andere horizonten reeds op tafel. Hiervoor moet hier en daar wel een tandje worden bijgestoken, al is dit wellicht pas voor na de lente. Intussen groeit het dossier van de oude stelplaatsen gestaag aan, wordt de Franse versie van Verviers-Battice verder bijgewerkt, en is lijn 136 (knooppunt Florennes) eindelijk afgewerkt. Wel ligt onze rubriek ‘Oude Kanalen’ zoals gevreesd nog steeds in het droogdok, maar kwam, als de duivel uit het doosje, de nieuwe rubriek ‘Spookstations’ ineens op de proppen, geïnspireerd op ons bezoek aan Machelen(Brabant). Nog méér hooi op de al niet zo grote vork van Railations, zul je denken. Maar, zoals voorheen met ‘Vergeten sporen’, weinig meer dan een verdere thematische opsplitsing van de overkoepelende rubriek ‘Vestigia’.
En verder? Twee thema’s staan momenteel hoog op het lijstje. Enerzijds werken we gestaag verder aan het dossier van de oude grenslijnen naar onze buurlanden waar – honni soit qui mal y pense – het alweer Frankrijk is die ditmaal met zijn talrijke gesloten grensovergangen de spits afbijt, te meer daar aan de andere grenzen niet bijster veel overschiet. Dit in afwachting van een uitbreiding van dit dossier naar de buurtlijnen, later misschien ook naar grensovergangen tussen onze buurlanden onderling – al is dit laatste nog (verre) toekomstmuziek. Het andere thema is, zoals voordien reeds gesteld, dat van de ‘Pays Noir’ en aanliggende oude industriebekkens. Een tipje van de sluier werd al even opgelicht na ons ondergesneeuwd bezoek aan de ‘Bois de la Charbonnière’, al is hier nog meer van dát nodig vooraleer we hier een nieuw dossier kunnen afronden.
Genoeg vooruitzichten dus om de eerstkomende weken deze bladloze periode en mogelijk ook een paar nieuwe dossiers te kunnen afsluiten.
Tot zolang.
Railations, 9 maart 2018
Even achteruitblikken kan nooit kwaad, al zijn we veelal druk doende op zoek naar nieuwe items, of proberen we de lopende dossiers verder aan te vullen of te vervolledigen. De afgelopen maand februari, en bij uitbreiding de voorbije winter waren rijk aan nieuwe verkenningen annex ontdekkingen, nu en dan gekruid met een snuifje avontuur. Februari spande de kroon, al kwam de laatste week die nijdige oostenwind behoorlijk veel roet in het eten gooien. Die lage temperaturen, tot daar aan toe, maar die schrale wind… Niet dat de felle winterzon niet welkom was, maar anders dan bij bewolking of omfloerst zonlicht lag duidelijke beeldvorming niet altijd voor de hand, en moest meer dan eens noodgedwongen gewerkt worden met donkere schaduwen of vlakaf bij tegenlicht. Naderhand blijkt de oogst best mee te vallen, en blijft het aantal ‘moeilijke’ beelden gelukkig beperkt. Crucialer is de verdere afwerking van onze planning dat totnogtoe door tal van nieuwe en zelfs onverwachte items werd doorkruist. Met nog één tot anderhalve maand bladloze of bladarme dagen voor de boeg kunnen we nog heel wat bereiken, voor zover het weer én de omstandigheden tenminste meewillen.
Een terugblik op ons logboek van de jongste maanden heeft ons wel even doen slikken. Daar waar we in den beginne maandelijks hooguit 4 of 5 punten realiseerden, is dit sinds oktober zowat het dubbele, en zelfs nog meer voor februari. Voor maart zitten we al aan 4, en de maand is nog maar goed en wel begonnen. Ook al gaat het hier veeleer om beperkte items, is dit genoeg om ergens een oranje licht te zien knipperen, te meer daar – anders dan op sommige websites – kleine aanpassingen tussendoor niet eens gemeld worden. Zeker, de korte dagen en het winterweer bevorderen het thuiswerk, daar niet van, maar toch. We hebben al meer veelbelovende websites weten afhaken na een (veel te) intensieve periode. Opletten dus, en zo nodig wat gas terugnemen – wat naar het einde van de lente toe wellicht vanzelf zal gebeuren.
Terugblikkend op de vorige ‘Tussenstand’ mogen we vaststellen dat onze belangrijkste objectieven overeind zijn gebleven, met op kop de rubriek ‘Regiospoor’ die nu goed en wel van start ging en er zelfs een broertje bij kreeg. Wel ligt de klemtoon hier momenteel op de belabberde situatie in Frankrijk, al liggen ook andere horizonten reeds op tafel. Hiervoor moet hier en daar wel een tandje worden bijgestoken, al is dit wellicht pas voor na de lente. Intussen groeit het dossier van de oude stelplaatsen gestaag aan, wordt de Franse versie van Verviers-Battice verder bijgewerkt, en is lijn 136 (knooppunt Florennes) eindelijk afgewerkt. Wel ligt onze rubriek ‘Oude Kanalen’ zoals gevreesd nog steeds in het droogdok, maar kwam, als de duivel uit het doosje, de nieuwe rubriek ‘Spookstations’ ineens op de proppen, geïnspireerd op ons bezoek aan Machelen(Brabant). Nog méér hooi op de al niet zo grote vork van Railations, zul je denken. Maar, zoals voorheen met ‘Vergeten sporen’, weinig meer dan een verdere thematische opsplitsing van de overkoepelende rubriek ‘Vestigia’.
En verder? Twee thema’s staan momenteel hoog op het lijstje. Enerzijds werken we gestaag verder aan het dossier van de oude grenslijnen naar onze buurlanden waar – honni soit qui mal y pense – het alweer Frankrijk is die ditmaal met zijn talrijke gesloten grensovergangen de spits afbijt, te meer daar aan de andere grenzen niet bijster veel overschiet. Dit in afwachting van een uitbreiding van dit dossier naar de buurtlijnen, later misschien ook naar grensovergangen tussen onze buurlanden onderling – al is dit laatste nog (verre) toekomstmuziek. Het andere thema is, zoals voordien reeds gesteld, dat van de ‘Pays Noir’ en aanliggende oude industriebekkens. Een tipje van de sluier werd al even opgelicht na ons ondergesneeuwd bezoek aan de ‘Bois de la Charbonnière’, al is hier nog meer van dát nodig vooraleer we hier een nieuw dossier kunnen afronden.
Genoeg vooruitzichten dus om de eerstkomende weken deze bladloze periode en mogelijk ook een paar nieuwe dossiers te kunnen afsluiten.
Tot zolang.
Railations, 9 maart 2018
FEBRUARI 2018
Is Railations wat uit koers aan het raken? Lopende dossiers (Florennes, Pays Noir, De grens over) blijven steken, de wekelijkse items komen er nog maar met horten en stoten, de verschillende Vestigia-rubrieken raken nauwelijks vooruit, op het al lang aangekondigde kanalendossier blijft het vergeefs wachten, en tot overmaat van ramp doemt daar ineens het onaangekondigde dossier ‘Regionale spoorlijnen en stations’ op.
Tja… daar valt inderdaad een en ander over te zeggen.
Om met dat laatste te beginnen. Het dossier ‘Regio’ stond al een tijdje in de steigers, maar kwam niet van de grond bij gebrek aan… je weet wel: tijd en middelen, het eeuwige refrein. Maar ook inhoudelijk, omdat dit thema grotendeels bij de actualiteit van meestal nog bedrijvige spoorlijnen aanleunt, wat veeleer in de marge ligt van onze ‘core business’, het almaar verder zoeken naar allerhande spoorwegrelicten. Tot we ineens een ongewone belangstelling mochten vaststellen voor de inmiddels opgestelde proefpagina, wat ons inderhaast deed besluiten om daar toch wat meer werk van te maken. De respons heeft niet op zich laten wachten, en dit heeft ons gesterkt om de komende tijd het regionale thema verder uit te diepen. Om de belangstellende bezoeker te plezieren, dat ook, maar vooral omdat deze thematiek sommigen onder ons nauw aan het hart ligt. Keerzijde van de medaille: onze beschikbare tijd en middelen zijn amper rekbaar en werken als communicerende vaten. Wat je aan de ene kant toevoegt neem je elders dan weer weg. Dit betekent niet dat we al het andere zonder meer laten liggen, maar dat daar – onze nationale spoorwegen indachtig – gewoon wat meer vertraging op zit.
De tweede stoorzender is, zoals voorheen, het ‘bladloze’ seizoen, ideaal om allerlei locaties te gaan verkennen waar op andere momenten amper iets te zien valt – denk maar aan de verdwenen stelplaats Villencourt. En ja, ook hier geldt de wet van de communicerende vaten, met bovendien enkele niet-geprogrammeerde of zelfs onverwachte ontdekkingen die, hoewel zo niet bedoeld, toch een deel van de koek zijn gaan opeisen.
Tussenin is verder gewerkt aan de herschikking of zelfs het herwerken van een aantal oudere en zelfs recentere dossiers. Op kop het almaar groeiende dossier van de oude NMVB-stelplaatsen, maar ook ‘Verviers-Battice’ waar, dankzij de tentoonstelling van de afgelopen zomer, heel wat nieuw materiaal is opgedoken, maar waarvan de verwerking slechts met mondjesmaat gebeurt - de Franstalige versie eerst, om begrijpelijke redenen. Ook andere dossiers zijn intussen onder handen genomen, al gaat het hier meer om een aanpassing van de lay-out, met de klemtoon op beter zichtbare (of vergrootbare) foto’s, nadat we noodgedwongen hadden moeten vaststellen dat vooral onze oudste dossiers op dat vlak zeker geen uitblinkers waren.
Ongeruste en/of ongeduldige zielen kunnen we zodoende wat geruststellen: de drie hoger vermelde ‘lopende’ dossiers zijn allesbehalve in de vergeethoek gesukkeld. Voor ‘Florennes’ wordt momenteel gewerkt aan het vervolg, en voor de ‘Pays Noir’ gaan we binnenkort op verder onderzoek ter plaatse. Voor de grensoverschrijdende lijnen/tracés moet je echter nog wat geduld oefenen tot ten vroegste in de komende lente. Zoals je verder gemerkt hebt zijn de ‘wekelijkse’ items intussen al terug van weggeweest, zij het in een iets minder strak schema – ‘wekelijks’ kan bij ons ook een tiental dagen worden (zoals bij de NMBS, waar minder dan 6 minuten vertraging ook ‘stipt’ is!). Verder krijgt de rubriek ‘Vestigia’ regelmatig een update, zij het dossier na dossier, dus niet allemaal tegelijk. En wat een paar toekomstige dossiers betreft, zoals dat van de ‘Oude Kanalen’, die liggen nog steeds in het vriesvak, al verwachten we heel wat van een paar nieuwe verkenningen, dit voorjaar nog… Maar hier passen we er voor op nu al witte rook in het vooruitzicht te stellen. Kwestie van beschikbare tijd (bis) maar ook van prioriteiten.
Maar kom, niet versaagd. Na de winter komt de lente. Mogelijk/hopelijk ook voor het kanalendossier, waarom niet?
Railations, 6 februari 2018
Is Railations wat uit koers aan het raken? Lopende dossiers (Florennes, Pays Noir, De grens over) blijven steken, de wekelijkse items komen er nog maar met horten en stoten, de verschillende Vestigia-rubrieken raken nauwelijks vooruit, op het al lang aangekondigde kanalendossier blijft het vergeefs wachten, en tot overmaat van ramp doemt daar ineens het onaangekondigde dossier ‘Regionale spoorlijnen en stations’ op.
Tja… daar valt inderdaad een en ander over te zeggen.
Om met dat laatste te beginnen. Het dossier ‘Regio’ stond al een tijdje in de steigers, maar kwam niet van de grond bij gebrek aan… je weet wel: tijd en middelen, het eeuwige refrein. Maar ook inhoudelijk, omdat dit thema grotendeels bij de actualiteit van meestal nog bedrijvige spoorlijnen aanleunt, wat veeleer in de marge ligt van onze ‘core business’, het almaar verder zoeken naar allerhande spoorwegrelicten. Tot we ineens een ongewone belangstelling mochten vaststellen voor de inmiddels opgestelde proefpagina, wat ons inderhaast deed besluiten om daar toch wat meer werk van te maken. De respons heeft niet op zich laten wachten, en dit heeft ons gesterkt om de komende tijd het regionale thema verder uit te diepen. Om de belangstellende bezoeker te plezieren, dat ook, maar vooral omdat deze thematiek sommigen onder ons nauw aan het hart ligt. Keerzijde van de medaille: onze beschikbare tijd en middelen zijn amper rekbaar en werken als communicerende vaten. Wat je aan de ene kant toevoegt neem je elders dan weer weg. Dit betekent niet dat we al het andere zonder meer laten liggen, maar dat daar – onze nationale spoorwegen indachtig – gewoon wat meer vertraging op zit.
De tweede stoorzender is, zoals voorheen, het ‘bladloze’ seizoen, ideaal om allerlei locaties te gaan verkennen waar op andere momenten amper iets te zien valt – denk maar aan de verdwenen stelplaats Villencourt. En ja, ook hier geldt de wet van de communicerende vaten, met bovendien enkele niet-geprogrammeerde of zelfs onverwachte ontdekkingen die, hoewel zo niet bedoeld, toch een deel van de koek zijn gaan opeisen.
Tussenin is verder gewerkt aan de herschikking of zelfs het herwerken van een aantal oudere en zelfs recentere dossiers. Op kop het almaar groeiende dossier van de oude NMVB-stelplaatsen, maar ook ‘Verviers-Battice’ waar, dankzij de tentoonstelling van de afgelopen zomer, heel wat nieuw materiaal is opgedoken, maar waarvan de verwerking slechts met mondjesmaat gebeurt - de Franstalige versie eerst, om begrijpelijke redenen. Ook andere dossiers zijn intussen onder handen genomen, al gaat het hier meer om een aanpassing van de lay-out, met de klemtoon op beter zichtbare (of vergrootbare) foto’s, nadat we noodgedwongen hadden moeten vaststellen dat vooral onze oudste dossiers op dat vlak zeker geen uitblinkers waren.
Ongeruste en/of ongeduldige zielen kunnen we zodoende wat geruststellen: de drie hoger vermelde ‘lopende’ dossiers zijn allesbehalve in de vergeethoek gesukkeld. Voor ‘Florennes’ wordt momenteel gewerkt aan het vervolg, en voor de ‘Pays Noir’ gaan we binnenkort op verder onderzoek ter plaatse. Voor de grensoverschrijdende lijnen/tracés moet je echter nog wat geduld oefenen tot ten vroegste in de komende lente. Zoals je verder gemerkt hebt zijn de ‘wekelijkse’ items intussen al terug van weggeweest, zij het in een iets minder strak schema – ‘wekelijks’ kan bij ons ook een tiental dagen worden (zoals bij de NMBS, waar minder dan 6 minuten vertraging ook ‘stipt’ is!). Verder krijgt de rubriek ‘Vestigia’ regelmatig een update, zij het dossier na dossier, dus niet allemaal tegelijk. En wat een paar toekomstige dossiers betreft, zoals dat van de ‘Oude Kanalen’, die liggen nog steeds in het vriesvak, al verwachten we heel wat van een paar nieuwe verkenningen, dit voorjaar nog… Maar hier passen we er voor op nu al witte rook in het vooruitzicht te stellen. Kwestie van beschikbare tijd (bis) maar ook van prioriteiten.
Maar kom, niet versaagd. Na de winter komt de lente. Mogelijk/hopelijk ook voor het kanalendossier, waarom niet?
Railations, 6 februari 2018
DECEMBER 2017 - VIJF JAAR 'RAILATIONS'
Ruim 70 dossiers, kleine en grote, met meer dan 2000 foto’s en schema’s, de meeste door ons gerealiseerd, aan ons toevertrouwd of (wat de plannetjes betreft) zelf getekend. Dit is zowat de bruto balans van ruim 5 jaar Railations, sinds de start op 30 november 2012. Geen grote vieringen echter, en evenmin een fonkelnieuwe presentatie vol oogverblindende of intrigerende 'teasers’. De reden hiervoor? De homepagina bevalt ons best, en is sinds de lancering van de huidige lay-out, zowat twee jaar geleden, regelmatig bijgewerkt, telkens om de bezoeker zo eenduidig als mogelijk wegwijs te maken in de almaar groeiende stapel dossiers. Waarom dan weer veranderen? Gewoon omdat we iets te vieren hebben? Loop heen.
Met dezelfde bekommernis voor ogen zijn we al een tijdje bezig de kam te halen door onze almaar complexer wordende website, om vast te stellen dat het op heel wat vlakken eenduidiger kan, dat sommige pagina’s als gevolg van kleine aanpassingen her en der wat ‘scheefgegroeid’ zijn, of gewoon dat de toenmalige presentatie nogal wat te wensen overlaat. Zo zijn er de talrijke niet-vergrootbare foto’s, soms niet veel groter dan een ‘duimnagel’, figuurlijk dan toch, uit de tijd dat we uiterst spaarzaam moesten zijn met de beschikbare ruimte. Daar is intussen aan verholpen, ook heel onlangs nog, maar dit euvel laat zich niet in een handomdraai wegwerken. Daar zijn we nu mee bezig, vooral met de wat oudere dossiers, gelijk van de gelegenheid gebruik makend om wat beelden toe te voegen en/of de lay-out enigszins te herschikken.
Je zult wellicht ook opgemerkt hebben dat sommige pagina’s en vooral de kleinere dossiers tweetalig zijn geworden. Enerzijds om de website voor ons wat overzichtelijker te maken voor een eenvoudiger beheer en een betere opvolging. Anderzijds om het aangeboden fotobestand vlotter toegankelijk te maken voor beide taalgroepen, zodat je door het verschil in beeldmateriaal niet telkens van de ene pagina naar de andere moet klikken. Let wel, voor de grotere dossiers is deze manier van werken dan weer te complex, en dus blijven we daar toch maar verder werken met dubbele dossiers, met heel wat verschil in het fotoaanbod – niet om het moeilijk te maken, maar om er toch zoveel mogelijk op een overzichtelijke manier aan te bieden. En neen, niet alles wordt in beide talen aangeboden, gewoon omdat de omzetting van de een naar de ander ook veel tijd en energie vergt. Gelukkig hebben wij een Franstalige redacteur die de oorspronkelijke teksten niet letterlijk vertaalt, wat anders een verwrongen en niet altijd begrijpbare tekst zou geven, maar ze inderdaad omzet in vloeiend Frans. Maar ook hier gebeurt dit ‘na zijn uren’, zoals voor ieder van ons. Vijf jaar geleden waren we ook nog begonnen met een Engelse versie, en overwogen er zelfs een in het Duits, onze derde landstaal. Maar beide hebben we laten schieten bij gebrek aan iemand die ze voldoende onder de knie heeft om er geen letterlijk vertaalde tekst van te maken. Want dit laatste kun je evengoed zelf via vertaalprogramma's.
Door al deze aanpassingen en beslommeringen hebben we het inhoudelijke werk even gelaten voor wat het was, op wat kleinere items na. Maar wees gerust, wat in het vat zit verzuurt niet. Op ons nieuw dossier over de spoorwegknoop rond Florennes (voordien ‘Entre-Sambre-et-Meuse’), meer bepaald de twee tracés van lijn 136 uit Walcourt, komt in de loop van januari een eerste vervolg. De rest volgt wat later, zij het met tussenpozen, omdat we tussenin de nodige afwisseling willen brengen. Zo heb je al kunnen merken dat we deze winter verder werken aan ons lijvig dossier over de oude stelplaatsen – ook weer zo’n verhaal vol intermezzi waarmee we nog ettelijke jaargangen zoet zullen zijn, maar dat nu al zo’n omvang neemt dat we uiteindelijk geen andere keuze meer hadden dat dit dossier volledig te herschikken, zoals je intussen al gemerkt hebt. Ook het Henegouwse industriebekken wordt niet vergeten, al hangt de volgende aflevering o.m. af van het nog te leveren verkenningswerk. En de overige grensovergangen? Die zijn sinds de jongste lente inderdaad niet meer op het appel verschenen, al hebben we tussendoor wel gewerkt aan een uitbreiding van dit dossier naar de secundaire lijnen toe, zeg maar de grensoverschrijdende buurtlijnen. Maar van dit laatste is het einde nog niet meteen in zicht. Afwachten dus.
En dan de buurlanden, en ook verderop. Frankrijk blijft een uitgelezen jachtgebied, al is Duitsland dat in zekere zin ook, maar daar is door anderen al heel veel terreinwerk verricht, én gepubliceerd. Toch hebben we onze zinnen gezet op een specifiek Duits dossier, al is een nieuwe verkenning ter plaatse onontbeerlijk om dit te kunnen afronden. Andere landen in westelijk Europa blijven vooralsnog op de zijlijn, al hebben we ook daar al een en ander bijeengebracht. Verder heb je nog de verrassingen. Kleinere en grotere items die ons soms heel toevallig in de schoot vallen, veelal op weg naar een specifieke verkenning op het terrein, of nog door een krantenartikel of een toevallige vondst op het internet. Dit zijn dan gelegenheidsdossiers, buiten de eigenlijke ‘planning’ om, die we in een mum van tijd op poten zetten, voor zover we daarover voldoende fotomateriaal en achtergrondinformatie kunnen verzamelen. Maar zoals gezegd blijven dit verrassingen, waarvan we in de loop van het komende jaar toch enkele hopen te kunnen opbrengen.
Tenslotte mogen we niet uit het oog verliezen dat ook nog heel wat andere dingen belangrijk zijn in ons leven: gezin, familie, relaties, gezondheid, professionele en/of andere verplichtingen, en noem maar op, voor u en voor ieder van ons.
Laten we daar het komende jaar dan ook het beste van maken.
Railations, 21 december 2017
Ruim 70 dossiers, kleine en grote, met meer dan 2000 foto’s en schema’s, de meeste door ons gerealiseerd, aan ons toevertrouwd of (wat de plannetjes betreft) zelf getekend. Dit is zowat de bruto balans van ruim 5 jaar Railations, sinds de start op 30 november 2012. Geen grote vieringen echter, en evenmin een fonkelnieuwe presentatie vol oogverblindende of intrigerende 'teasers’. De reden hiervoor? De homepagina bevalt ons best, en is sinds de lancering van de huidige lay-out, zowat twee jaar geleden, regelmatig bijgewerkt, telkens om de bezoeker zo eenduidig als mogelijk wegwijs te maken in de almaar groeiende stapel dossiers. Waarom dan weer veranderen? Gewoon omdat we iets te vieren hebben? Loop heen.
Met dezelfde bekommernis voor ogen zijn we al een tijdje bezig de kam te halen door onze almaar complexer wordende website, om vast te stellen dat het op heel wat vlakken eenduidiger kan, dat sommige pagina’s als gevolg van kleine aanpassingen her en der wat ‘scheefgegroeid’ zijn, of gewoon dat de toenmalige presentatie nogal wat te wensen overlaat. Zo zijn er de talrijke niet-vergrootbare foto’s, soms niet veel groter dan een ‘duimnagel’, figuurlijk dan toch, uit de tijd dat we uiterst spaarzaam moesten zijn met de beschikbare ruimte. Daar is intussen aan verholpen, ook heel onlangs nog, maar dit euvel laat zich niet in een handomdraai wegwerken. Daar zijn we nu mee bezig, vooral met de wat oudere dossiers, gelijk van de gelegenheid gebruik makend om wat beelden toe te voegen en/of de lay-out enigszins te herschikken.
Je zult wellicht ook opgemerkt hebben dat sommige pagina’s en vooral de kleinere dossiers tweetalig zijn geworden. Enerzijds om de website voor ons wat overzichtelijker te maken voor een eenvoudiger beheer en een betere opvolging. Anderzijds om het aangeboden fotobestand vlotter toegankelijk te maken voor beide taalgroepen, zodat je door het verschil in beeldmateriaal niet telkens van de ene pagina naar de andere moet klikken. Let wel, voor de grotere dossiers is deze manier van werken dan weer te complex, en dus blijven we daar toch maar verder werken met dubbele dossiers, met heel wat verschil in het fotoaanbod – niet om het moeilijk te maken, maar om er toch zoveel mogelijk op een overzichtelijke manier aan te bieden. En neen, niet alles wordt in beide talen aangeboden, gewoon omdat de omzetting van de een naar de ander ook veel tijd en energie vergt. Gelukkig hebben wij een Franstalige redacteur die de oorspronkelijke teksten niet letterlijk vertaalt, wat anders een verwrongen en niet altijd begrijpbare tekst zou geven, maar ze inderdaad omzet in vloeiend Frans. Maar ook hier gebeurt dit ‘na zijn uren’, zoals voor ieder van ons. Vijf jaar geleden waren we ook nog begonnen met een Engelse versie, en overwogen er zelfs een in het Duits, onze derde landstaal. Maar beide hebben we laten schieten bij gebrek aan iemand die ze voldoende onder de knie heeft om er geen letterlijk vertaalde tekst van te maken. Want dit laatste kun je evengoed zelf via vertaalprogramma's.
Door al deze aanpassingen en beslommeringen hebben we het inhoudelijke werk even gelaten voor wat het was, op wat kleinere items na. Maar wees gerust, wat in het vat zit verzuurt niet. Op ons nieuw dossier over de spoorwegknoop rond Florennes (voordien ‘Entre-Sambre-et-Meuse’), meer bepaald de twee tracés van lijn 136 uit Walcourt, komt in de loop van januari een eerste vervolg. De rest volgt wat later, zij het met tussenpozen, omdat we tussenin de nodige afwisseling willen brengen. Zo heb je al kunnen merken dat we deze winter verder werken aan ons lijvig dossier over de oude stelplaatsen – ook weer zo’n verhaal vol intermezzi waarmee we nog ettelijke jaargangen zoet zullen zijn, maar dat nu al zo’n omvang neemt dat we uiteindelijk geen andere keuze meer hadden dat dit dossier volledig te herschikken, zoals je intussen al gemerkt hebt. Ook het Henegouwse industriebekken wordt niet vergeten, al hangt de volgende aflevering o.m. af van het nog te leveren verkenningswerk. En de overige grensovergangen? Die zijn sinds de jongste lente inderdaad niet meer op het appel verschenen, al hebben we tussendoor wel gewerkt aan een uitbreiding van dit dossier naar de secundaire lijnen toe, zeg maar de grensoverschrijdende buurtlijnen. Maar van dit laatste is het einde nog niet meteen in zicht. Afwachten dus.
En dan de buurlanden, en ook verderop. Frankrijk blijft een uitgelezen jachtgebied, al is Duitsland dat in zekere zin ook, maar daar is door anderen al heel veel terreinwerk verricht, én gepubliceerd. Toch hebben we onze zinnen gezet op een specifiek Duits dossier, al is een nieuwe verkenning ter plaatse onontbeerlijk om dit te kunnen afronden. Andere landen in westelijk Europa blijven vooralsnog op de zijlijn, al hebben we ook daar al een en ander bijeengebracht. Verder heb je nog de verrassingen. Kleinere en grotere items die ons soms heel toevallig in de schoot vallen, veelal op weg naar een specifieke verkenning op het terrein, of nog door een krantenartikel of een toevallige vondst op het internet. Dit zijn dan gelegenheidsdossiers, buiten de eigenlijke ‘planning’ om, die we in een mum van tijd op poten zetten, voor zover we daarover voldoende fotomateriaal en achtergrondinformatie kunnen verzamelen. Maar zoals gezegd blijven dit verrassingen, waarvan we in de loop van het komende jaar toch enkele hopen te kunnen opbrengen.
Tenslotte mogen we niet uit het oog verliezen dat ook nog heel wat andere dingen belangrijk zijn in ons leven: gezin, familie, relaties, gezondheid, professionele en/of andere verplichtingen, en noem maar op, voor u en voor ieder van ons.
Laten we daar het komende jaar dan ook het beste van maken.
Railations, 21 december 2017
NOVEMBER 2017
Ooit kregen we de vraag waarom wij dit alles toch zelf willen bezoeken en fotograferen. Te meer daar er al zoveel feiten- en beeldmateriaal voorhanden is én circuleert, ook van verlaten spoorwegtracés en -sites. Waarom het onszelf dan zo moeilijk maken? We hoeven maar te plukken…
Dit alles klopt inderdaad, gedeeltelijk toch, en soms is de verleiding groot. Maar… volstaat het wel om zomaar af te gaan op wat her en der is geschreven en afgebeeld? Heel wat gegevens en beelden zijn niet helemaal duidelijk, of intussen gedateerd en meer dan eens voorbijgestreefd als gevolg van recente ontwikkelingen. Even een kijkje ter plaatse werkt vaak verhelderend, situeert het geheel in zijn ruimere omgeving en context, en laat doorgaans toe om de huidige situatie correct in te schatten. En dan hebben we het nog niet eens over kleine ontdekkingen - zoals haast onzichtbare restanten, veilig verscholen tussen het struikgewas - die meer dan eens een duidelijker beeld van of zelfs een nieuw licht op de vroegere situatie kunnen werpen.
En dan het bronnenmateriaal. Nog voor we hieraan begonnen moesten we al noodgedwongen vaststellen dat je lang niet alles wat je leest of ziet voetstoots mag aannemen, zelfs niet van ‘gerenommeerde’ of ‘gezaghebbende’ figuren en publicaties. Zo heb je bv. de flagrant onjuiste afmeting van de tweede Chic-Chactunnel in Verviers, die op de koop toe her en der kritiekloos wordt overgenomen, in die mate dat je haast als een neanderthaler wordt bekeken wanneer je, wars van zoveel “bronnen” – Wikipedia incluis – ineens met andere gegevens komt opdraven. Toch kan iedereen dit laatste correct inschatten als men zich even de moeite getroost om kaarten of luchtfoto's aandachtig te ontleden. Of zoals onlangs nog, bij de opmaak van ons dossier over de CFD Lozère, toen we zowat overal konden lezen dat deze spoorlijn 15 tunnels telde… Toch hebben wij gegevens én fotomateriaal verzameld (de meeste zelf ter plaatse gerealiseerd) over 16 eenduidig gelokaliseerde tunnels.
En dan hebben we het nog niet eens over manifest onjuiste locaties, helaas te veel om op te noemen. Dit los je niet altijd zomaar op door het op een kaart of een luchtfoto na te trekken. Maar jammer genoeg is het niet steeds mogelijk om dit ter plaatse te gaan onderzoeken – een kwestie van beschikbare tijd en (vooral) afstand. En dus zitten we meer dan eens met een voldoende groot aantal gegevens en documenten, maar te veel onzekerheden om bepaalde dossiers op te starten.
Of dit allemaal wel zo nauw steekt? Voor ons alvast wel. We hebben ervoor gekozen om niet zomaar mooie of interessante plaatjes te publiceren, maar veeleer om de correcte locatie en de geografische context op te zoeken en te reconstrueren. In tal van gevallen is een specifieke cartografie aangewezen die je evenwel niet zomaar mag overnemen zonder allerlei omslachtige procedures en (hoge) kosten, of die zelfs niet eens bestaat. Dus moeten we die zelf tekenen, al doen we er soms beter aan dit eerst nog ter plaatse te gaan bekijken. En zo is de cirkel meteen rond.
Railations, 7 november 2017
Ooit kregen we de vraag waarom wij dit alles toch zelf willen bezoeken en fotograferen. Te meer daar er al zoveel feiten- en beeldmateriaal voorhanden is én circuleert, ook van verlaten spoorwegtracés en -sites. Waarom het onszelf dan zo moeilijk maken? We hoeven maar te plukken…
Dit alles klopt inderdaad, gedeeltelijk toch, en soms is de verleiding groot. Maar… volstaat het wel om zomaar af te gaan op wat her en der is geschreven en afgebeeld? Heel wat gegevens en beelden zijn niet helemaal duidelijk, of intussen gedateerd en meer dan eens voorbijgestreefd als gevolg van recente ontwikkelingen. Even een kijkje ter plaatse werkt vaak verhelderend, situeert het geheel in zijn ruimere omgeving en context, en laat doorgaans toe om de huidige situatie correct in te schatten. En dan hebben we het nog niet eens over kleine ontdekkingen - zoals haast onzichtbare restanten, veilig verscholen tussen het struikgewas - die meer dan eens een duidelijker beeld van of zelfs een nieuw licht op de vroegere situatie kunnen werpen.
En dan het bronnenmateriaal. Nog voor we hieraan begonnen moesten we al noodgedwongen vaststellen dat je lang niet alles wat je leest of ziet voetstoots mag aannemen, zelfs niet van ‘gerenommeerde’ of ‘gezaghebbende’ figuren en publicaties. Zo heb je bv. de flagrant onjuiste afmeting van de tweede Chic-Chactunnel in Verviers, die op de koop toe her en der kritiekloos wordt overgenomen, in die mate dat je haast als een neanderthaler wordt bekeken wanneer je, wars van zoveel “bronnen” – Wikipedia incluis – ineens met andere gegevens komt opdraven. Toch kan iedereen dit laatste correct inschatten als men zich even de moeite getroost om kaarten of luchtfoto's aandachtig te ontleden. Of zoals onlangs nog, bij de opmaak van ons dossier over de CFD Lozère, toen we zowat overal konden lezen dat deze spoorlijn 15 tunnels telde… Toch hebben wij gegevens én fotomateriaal verzameld (de meeste zelf ter plaatse gerealiseerd) over 16 eenduidig gelokaliseerde tunnels.
En dan hebben we het nog niet eens over manifest onjuiste locaties, helaas te veel om op te noemen. Dit los je niet altijd zomaar op door het op een kaart of een luchtfoto na te trekken. Maar jammer genoeg is het niet steeds mogelijk om dit ter plaatse te gaan onderzoeken – een kwestie van beschikbare tijd en (vooral) afstand. En dus zitten we meer dan eens met een voldoende groot aantal gegevens en documenten, maar te veel onzekerheden om bepaalde dossiers op te starten.
Of dit allemaal wel zo nauw steekt? Voor ons alvast wel. We hebben ervoor gekozen om niet zomaar mooie of interessante plaatjes te publiceren, maar veeleer om de correcte locatie en de geografische context op te zoeken en te reconstrueren. In tal van gevallen is een specifieke cartografie aangewezen die je evenwel niet zomaar mag overnemen zonder allerlei omslachtige procedures en (hoge) kosten, of die zelfs niet eens bestaat. Dus moeten we die zelf tekenen, al doen we er soms beter aan dit eerst nog ter plaatse te gaan bekijken. En zo is de cirkel meteen rond.
Railations, 7 november 2017
OKTOBER 2017
Terwijl we op het 49 km lange Lozèrelijntje niet zonder moeite onze weg vervolgen richting eindpunt, denken en kijken we al verder vooruit. Naar wat wij daarna ter berde zullen brengen, maar ook naar nieuwe verkenningen. Nu al is de herfst ingezet, en is de bladerval zelf ook al begonnen, waardoor dit wondermooie seizoen zich meer en meer laat voelen en wij volop aan het plannen zijn. In die donkere periode met haar korte dagen en twijfelachtig weer moeten we immers op pad, op zoek naar nieuwe ervaringen en nieuwe avonturen. En ook al is onze voorraadschuur verre van leeg – wees gerust – kunnen wij moeilijk aan de lokroep weerstaan, zeker wanneer amper zichtbare of zelfs onvermoede items zich de komende maanden aan ons nieuwsgierig oog zullen openbaren. Inmiddels zou het best kunnen dat je stilaan van oordeel bent dat er op onze website niet zoveel vaart meer inzit. Of zit de zomermodus er misschien nog in? Feit is dat het dossier ‘Lozère’, zoals de meeste van zijn voorgangers trouwens, meer aandacht en energie vergt dan we oorspronkelijk ingecalculeerd hadden. Maar wat wil je. Het is niet omdat je over een flink pakket foto’s beschikt dat daarmee de kous af is. Zoals van meet af aan gesteld zit dat pakket vol hiaten die we dan hier en daar moeten zien op te vullen met wat extern materiaal om een wat vollediger beeld te krijgen – te meer daar nog eens tot ginder reizen, bijna 1000 km ver, er vooralsnog niet inzit. Totnogtoe is ons dat behoorlijk gelukt, en naar het einde toe (nog een paar afleveringen te gaan, jawel) zijn de vooruitzichten navenant. En voor wie er nog aan twijfelt, veel van dat zoekwerk gebeurde niet alleen voor, maar ook en vooral tijdens de opmaak van dit dossier. Het is dat we op voorhand al heel goed wisten waar we voor stonden, anders waren we er gewoon niet aan begonnen. Enfin, zoals het er nu uitziet zullen we het dossier CFD Lozère weldra kunnen afronden.
Een andere zware brok, dit voorjaar dan, was de tentoonstelling in Dison, geënt op dat andere grote dossier, dat over de verdwenen spoorlijn Verviers-Battice. Ook al ging de organisatie niet van ons uit, het was wel Railations die instond voor meer dan de helft van de foto’s en ruim vier vijfden van de inhoud. En omdat alle goeie dingen uit drie bestaan kwam daar eind augustus nog een publicatieproject bij, nu geënt op de tentoonstelling zelf, zij het onder onze supervisie, vooral voor het inhoudelijke luik. Deze publicatie, ditmaal volledig in zwart-wit, gaat uit van de plaatselijke heemkundige kring en is voorzien voor dit najaar. Meer info volgt later. Een grondige update van het online dossier zit er de eerstkomende tijd echter nog niet in.
Begrijpelijk dus, na dit alles, dat de website met momenten pas op de tweede plaats kwam, al zijn we er toch in geslaagd om de continuïteit te verzekeren. Wel zijn hier en daar wat verschuivingen opgetreden. Zo is ons wekelijks nieuwsrubriekje wat verwaterd tot bijna tweewekelijks, en is daar zuiver bij toeval het weerkerend onderwerp “terug van weggeweest” opgedoken, met als orgelpunt de ‘teruggevonden’ tunnel van Kumtich. De aanzet tot (alweer) een nieuwe rubriek? O ja, al die nieuwe rubriekjes hier en daar – steunmuren, keertracés, oude kanalen en dies meer, en er zijn er nog een paar op komst – vooralsnog weinig meer dan een groepering van enkele verwante items. Toch is het onze bedoeling om ze heel geleidelijk verder uit te bouwen. Maar zoals je weet kent Railations weinig deadlines – het is allemaal vrijwilligerswerk, zie je, en het moet leuk blijven – en dus zul je daar voorlopig genoegen moeten mee nemen. Meteen de reden waarom we onze nek niet te ver uitsteken. Of toch… Van ons heb je nog een derde (ditmaal verlaten) keertracé tegoed. Al krijg je dit pas opgediend in de loop van november. Of toch niet veel later.
Hou tegen dan alvast je stapschoenen klaar.
Railations, 5 oktober 2017
Terwijl we op het 49 km lange Lozèrelijntje niet zonder moeite onze weg vervolgen richting eindpunt, denken en kijken we al verder vooruit. Naar wat wij daarna ter berde zullen brengen, maar ook naar nieuwe verkenningen. Nu al is de herfst ingezet, en is de bladerval zelf ook al begonnen, waardoor dit wondermooie seizoen zich meer en meer laat voelen en wij volop aan het plannen zijn. In die donkere periode met haar korte dagen en twijfelachtig weer moeten we immers op pad, op zoek naar nieuwe ervaringen en nieuwe avonturen. En ook al is onze voorraadschuur verre van leeg – wees gerust – kunnen wij moeilijk aan de lokroep weerstaan, zeker wanneer amper zichtbare of zelfs onvermoede items zich de komende maanden aan ons nieuwsgierig oog zullen openbaren. Inmiddels zou het best kunnen dat je stilaan van oordeel bent dat er op onze website niet zoveel vaart meer inzit. Of zit de zomermodus er misschien nog in? Feit is dat het dossier ‘Lozère’, zoals de meeste van zijn voorgangers trouwens, meer aandacht en energie vergt dan we oorspronkelijk ingecalculeerd hadden. Maar wat wil je. Het is niet omdat je over een flink pakket foto’s beschikt dat daarmee de kous af is. Zoals van meet af aan gesteld zit dat pakket vol hiaten die we dan hier en daar moeten zien op te vullen met wat extern materiaal om een wat vollediger beeld te krijgen – te meer daar nog eens tot ginder reizen, bijna 1000 km ver, er vooralsnog niet inzit. Totnogtoe is ons dat behoorlijk gelukt, en naar het einde toe (nog een paar afleveringen te gaan, jawel) zijn de vooruitzichten navenant. En voor wie er nog aan twijfelt, veel van dat zoekwerk gebeurde niet alleen voor, maar ook en vooral tijdens de opmaak van dit dossier. Het is dat we op voorhand al heel goed wisten waar we voor stonden, anders waren we er gewoon niet aan begonnen. Enfin, zoals het er nu uitziet zullen we het dossier CFD Lozère weldra kunnen afronden.
Een andere zware brok, dit voorjaar dan, was de tentoonstelling in Dison, geënt op dat andere grote dossier, dat over de verdwenen spoorlijn Verviers-Battice. Ook al ging de organisatie niet van ons uit, het was wel Railations die instond voor meer dan de helft van de foto’s en ruim vier vijfden van de inhoud. En omdat alle goeie dingen uit drie bestaan kwam daar eind augustus nog een publicatieproject bij, nu geënt op de tentoonstelling zelf, zij het onder onze supervisie, vooral voor het inhoudelijke luik. Deze publicatie, ditmaal volledig in zwart-wit, gaat uit van de plaatselijke heemkundige kring en is voorzien voor dit najaar. Meer info volgt later. Een grondige update van het online dossier zit er de eerstkomende tijd echter nog niet in.
Begrijpelijk dus, na dit alles, dat de website met momenten pas op de tweede plaats kwam, al zijn we er toch in geslaagd om de continuïteit te verzekeren. Wel zijn hier en daar wat verschuivingen opgetreden. Zo is ons wekelijks nieuwsrubriekje wat verwaterd tot bijna tweewekelijks, en is daar zuiver bij toeval het weerkerend onderwerp “terug van weggeweest” opgedoken, met als orgelpunt de ‘teruggevonden’ tunnel van Kumtich. De aanzet tot (alweer) een nieuwe rubriek? O ja, al die nieuwe rubriekjes hier en daar – steunmuren, keertracés, oude kanalen en dies meer, en er zijn er nog een paar op komst – vooralsnog weinig meer dan een groepering van enkele verwante items. Toch is het onze bedoeling om ze heel geleidelijk verder uit te bouwen. Maar zoals je weet kent Railations weinig deadlines – het is allemaal vrijwilligerswerk, zie je, en het moet leuk blijven – en dus zul je daar voorlopig genoegen moeten mee nemen. Meteen de reden waarom we onze nek niet te ver uitsteken. Of toch… Van ons heb je nog een derde (ditmaal verlaten) keertracé tegoed. Al krijg je dit pas opgediend in de loop van november. Of toch niet veel later.
Hou tegen dan alvast je stapschoenen klaar.
Railations, 5 oktober 2017
AUGUSTUS 2017
Na nogal wat wikken en wegen hebben we voor onze virtuele zomerexpeditie dan toch de knoop doorgehakt en uiteindelijk gekozen voor een heel schilderachtig spoorwegtracé in de Cévennes (Lozère) dat we al jaren geleden gedeeltelijk bezocht hebben, maar nu vergeefs zit te wachten op verdere verkenning, uiteraard met bijhorende update. Ook al hebben we ginder een aanzienlijke documentarium gerealiseerd blijven er tal van grote hiaten over, waardoor we geen andere keus hadden dan waar écht nodig beroep te doen op ‘externe’ documenten, voor zover beschikbaar. In tegenstelling tot tal van andere tracés veel dichter bij ons lijkt dit nogal mee te vallen, ook al moesten we meer dan eens beroep doen op Google StreetView. Zelfs een paar historische foto’s kwamen eraan te pas, al ligt dit thema hooguit in de marge van ons werkdomein. Een en ander staat wel haaks op onze normale werkwijze, maar nood breekt wet. En moest het er ooit nog eens van komen – de Lozère ligt nu eenmaal niet bij de deur! – dan zullen we dit manco zo goed mogelijk opvullen, wetende dat ze ginder ook niet hebben stilgezeten en dat hele delen van dit unieke tracé vandaag een stuk gebruiksvriendelijker zijn gemaakt. Ondertussen is ons dossier al tot voorbij de helft van het 49 km lange parcours geraakt, maar de kers op de taart – de kronkel van St-Frézal – is pas voor in september, en het laatste stuk nog een poos later.
Intussen blijft de tijd niet stilstaan. Nu al loopt de zomer naar zijn einde en komen de najaarsverkenningen stilaan weer in zicht. Wat nog niet betekent dat we al die maanden werkloos hebben gezeten, met enkele zomerverkenningen daar waar de bladgroei het toeliet, maar ook met de website zelf die we toch met enige regelmaat hebben kunnen bijhouden en aanvullen. Wel heeft het uitgebreide dossier van de Lozère de ‘nieuwe’ rubrieken wat in de verdrukking geduwd, ook al staat nergens geschreven dat daar binnen bepaalde tijdslimieten moest aan gewerkt worden. Zo hadden we na het Zwitserse Combe-Tabeillon gehoopt de overige keertracés nog voor het einde van de zomer klaar te hebben. Momenteel staat het volgende item wel in de steigers, maar voor het koninginnenstuk is het nog een poosje wachten, zeker tot later in het najaar, en hopelijk nog op tijd voor wie nu al zijn stapschoenen klaar houdt. Ook voor een vervolg bij de rubriek 'steunmuren' is het wachten geblazen, al zal de Lozère hier binnenkort wat soelaas brengen. En wat de kanalen betreft, tja, voorlopig blijft het bij enkele heel korte items, zoals de Moervaart en het Canal de l’Ourthe, al hebben we de verdere verkenning van deze laatste nu op ons voorjaarslijstje gezet, of indien mogelijk nog wat vroeger.
Daarna wordt het uitkijken naar ons volgende grote dossier. Jawel, er is hierover al heel wat materiaal verzameld, en zelfs een begin gemaakt met de noodzakelijke cartografie, tot het dossier van de Lozère ineens alle voorrang kreeg. Pas dáárna zullen we die draad terug kunnen opnemen. Welke? Daarvoor is het nog te vroeg. Want er kan tussendoor nog van alles gebeuren en dus zullen we vooralsnog niet uit de biecht klappen. Maar eens het zover is hoor je er wel van.
Tot zolang!
Railations, 15 augustus 2017
Na nogal wat wikken en wegen hebben we voor onze virtuele zomerexpeditie dan toch de knoop doorgehakt en uiteindelijk gekozen voor een heel schilderachtig spoorwegtracé in de Cévennes (Lozère) dat we al jaren geleden gedeeltelijk bezocht hebben, maar nu vergeefs zit te wachten op verdere verkenning, uiteraard met bijhorende update. Ook al hebben we ginder een aanzienlijke documentarium gerealiseerd blijven er tal van grote hiaten over, waardoor we geen andere keus hadden dan waar écht nodig beroep te doen op ‘externe’ documenten, voor zover beschikbaar. In tegenstelling tot tal van andere tracés veel dichter bij ons lijkt dit nogal mee te vallen, ook al moesten we meer dan eens beroep doen op Google StreetView. Zelfs een paar historische foto’s kwamen eraan te pas, al ligt dit thema hooguit in de marge van ons werkdomein. Een en ander staat wel haaks op onze normale werkwijze, maar nood breekt wet. En moest het er ooit nog eens van komen – de Lozère ligt nu eenmaal niet bij de deur! – dan zullen we dit manco zo goed mogelijk opvullen, wetende dat ze ginder ook niet hebben stilgezeten en dat hele delen van dit unieke tracé vandaag een stuk gebruiksvriendelijker zijn gemaakt. Ondertussen is ons dossier al tot voorbij de helft van het 49 km lange parcours geraakt, maar de kers op de taart – de kronkel van St-Frézal – is pas voor in september, en het laatste stuk nog een poos later.
Intussen blijft de tijd niet stilstaan. Nu al loopt de zomer naar zijn einde en komen de najaarsverkenningen stilaan weer in zicht. Wat nog niet betekent dat we al die maanden werkloos hebben gezeten, met enkele zomerverkenningen daar waar de bladgroei het toeliet, maar ook met de website zelf die we toch met enige regelmaat hebben kunnen bijhouden en aanvullen. Wel heeft het uitgebreide dossier van de Lozère de ‘nieuwe’ rubrieken wat in de verdrukking geduwd, ook al staat nergens geschreven dat daar binnen bepaalde tijdslimieten moest aan gewerkt worden. Zo hadden we na het Zwitserse Combe-Tabeillon gehoopt de overige keertracés nog voor het einde van de zomer klaar te hebben. Momenteel staat het volgende item wel in de steigers, maar voor het koninginnenstuk is het nog een poosje wachten, zeker tot later in het najaar, en hopelijk nog op tijd voor wie nu al zijn stapschoenen klaar houdt. Ook voor een vervolg bij de rubriek 'steunmuren' is het wachten geblazen, al zal de Lozère hier binnenkort wat soelaas brengen. En wat de kanalen betreft, tja, voorlopig blijft het bij enkele heel korte items, zoals de Moervaart en het Canal de l’Ourthe, al hebben we de verdere verkenning van deze laatste nu op ons voorjaarslijstje gezet, of indien mogelijk nog wat vroeger.
Daarna wordt het uitkijken naar ons volgende grote dossier. Jawel, er is hierover al heel wat materiaal verzameld, en zelfs een begin gemaakt met de noodzakelijke cartografie, tot het dossier van de Lozère ineens alle voorrang kreeg. Pas dáárna zullen we die draad terug kunnen opnemen. Welke? Daarvoor is het nog te vroeg. Want er kan tussendoor nog van alles gebeuren en dus zullen we vooralsnog niet uit de biecht klappen. Maar eens het zover is hoor je er wel van.
Tot zolang!
Railations, 15 augustus 2017
JUNI 2017
Wellicht was je enigszins verrast door de aankondiging van de tentoonstelling over de verdwenen spoorlijn Verviers-Battice. Dat waren wij zelf ook toen we einde november (2016) het voorstel ontvingen om ons lijvige dossier hiervoor te willen inzetten. Een behoorlijke gok, gaf de organisator later zelf toe, omdat hijzelf zowat van nul moest beginnen. Begrijpelijk, want de vernieling van deze spoorwegsite is al bijna een halve eeuw achter de rug, en dus moest hij op zoek naar bronmateriaal, zowel ter plaatse als op het internet. En zo kwam hij bij ons terecht.
Hoe dan ook, het heeft ons zowat een half jaar lang goed bezig gehouden. Niet in het minst omdat de franse versie van onze basistekst gedeeltelijk herschreven moest worden – met dank aan onze franstalige redacteur – maar vooral omdat we van de meeste van onze foto’s, plannetjes en andere documenten de originelen moesten opvissen en grondig bijwerken om een visueel kwaliteitsvolle reproductie mogelijk te maken of toch te benaderen. En het mag gezegd, het resultaat is navenant. Daarnaast heeft onze ‘opdrachtgever’ ook nog enkele verzamelaars gevonden van wie een aantal oude fotodocumenten gekopieerd mochten worden, ter aanvulling van wat wij te bieden hadden. Wie deze zomer dus in de buurt van Dison komt (op weg naar Duitsland of de Hoge Venen) kan gerust eens binnenspringen in de St.Fiacrekerk, al zijn de openingstijden veeleer beperkt – enkel zaterdag en zondag in de namiddag. Maar omdat dit alles louter vrijwilligerswerk is moet je niet verwonderd zijn dat die mensen ‘s zomers ook eens vakantie willen nemen. Wel heb je nog de open monumentendagen in het tweede weekend van september. Pas ten vroegste dáárna, om niet te interfereren met de tentoonstelling, komt er een update van ons eigen dossier ‘Verviers-Battice’ met heel wat nieuw fotomateriaal, al kregen we van sommige verzamelaars geen toestemming tot publicatie. Jammer. Hierbij dient gezegd – we zeggen het niet graag – dat in het wereldje van de spoorwegfreaks nog heel wat mensen rondlopen die hun waardevolle ‘wetenschap’ angstvallig voor zich houden of slechts met mondjesmaat willen vrijgeven. Over de motieven die hierachter kunnen schuilen gaan we niet uitweiden. Wel vinden wij het doodjammer dat hierdoor uiteindelijk een heel stuk verleden voor het nageslacht dreigt verloren te gaan. Meteen een van de redenen waarom we ooit met Railations gestart zijn…
Tussendoor hebben we gelukkig niet stilgezeten, getuige ons nauwgezet bijgehouden logboek (onderaan de homepagina) waarin we bovendien uitsluitend inhoudelijke nieuwigheden noteren. Daarbovenop ook nog elke kleine aanpassing en/of aanvulling uitschrijven zou ons te ver brengen, en we voelen niet de minste behoefte om dit lijvig werkstuk nog extra op te blazen. Het moet trouwens verteerbaar blijven.
Wel hebben wij het onaangename gevoel dat vooral de globetrotters al enige tijd op hun honger blijven op het vlak van verlaten en (liefst) niet-geasfalteerde spoorwegtracés – die in ons lijvig dossier ‘Zelzate’ alleen in het laatste hoofdstuk echt de moeite waard bleken. En of dat handvol korte items in de week- of maandrubriek volstonden om dit goed te maken durven zelfs wij te betwijfelen. Toegegeven, ons project over de oude stelplaatsen, samen met de nieuwe rubrieken die het patrimonium in de verf zetten veeleer dan de tracés zelf, kregen het leeuwendeel van de aandacht, de middelen en de beschikbare ruimte voor zich. Niet dat we op het vlak van oude tracés nog maar weinig te bieden hebben, integendeel, te meer daar de voorbije winterperiode ons de kans heeft gegeven een aantal nieuwe locaties te verkennen. Maar tussen terreinwerk en reportage ligt nog een behoorlijk lange weg, bezaaid met tal van beslommeringen zoals persoonlijke omstandigheden (gezondheid, gezin, enz.) maar ook praktische aangelegenheden: tekstredactie, fotoverwerking, cartografie, enz. om de belangrijkste te noemen. Voeg daar nog een aantal naderhand vastgestelde hiaten of vergeten locaties aan toe. Voor een binnenlands dossier is een nieuwe verkenning (zoals begin dit jaar in Zelzate) meestal nog haalbaar. Maar om opnieuw een buitenlandse reis op poten te zetten heb je veel meer nodig dan een paar vergeten locaties. En dus belandt het betrokken dossier op zijn beurt op de lange baan, samen met andere, zodat de achterstand zich verder opstapelt.
Om die reden hebben wij besloten om de komende tijd meer in te zetten op verlaten spoorwegtracés, o.m. door sommige van deze dossiers op te splitsen en voorlopig te beperken tot een plusminus afgewerkt gedeelte. Dit in afwachting van nieuwe elementen of mogelijk zelfs een nieuw bezoek aan het nog niet behandelde deel, waardoor deze pas veel later zijn beslag zal krijgen. Zoals gebruikelijk beloven we nu echter geen concrete thema’s of locaties. Wat allerminst betekent dat we eigenlijk toch niet zoveel in handen hebben. Maar we willen nu eenmaal geen valse hoop wekken. Toch niet op korte termijn.
Afwachten dus, en… uitkijken.
Railations, 14 juni 2017
Wellicht was je enigszins verrast door de aankondiging van de tentoonstelling over de verdwenen spoorlijn Verviers-Battice. Dat waren wij zelf ook toen we einde november (2016) het voorstel ontvingen om ons lijvige dossier hiervoor te willen inzetten. Een behoorlijke gok, gaf de organisator later zelf toe, omdat hijzelf zowat van nul moest beginnen. Begrijpelijk, want de vernieling van deze spoorwegsite is al bijna een halve eeuw achter de rug, en dus moest hij op zoek naar bronmateriaal, zowel ter plaatse als op het internet. En zo kwam hij bij ons terecht.
Hoe dan ook, het heeft ons zowat een half jaar lang goed bezig gehouden. Niet in het minst omdat de franse versie van onze basistekst gedeeltelijk herschreven moest worden – met dank aan onze franstalige redacteur – maar vooral omdat we van de meeste van onze foto’s, plannetjes en andere documenten de originelen moesten opvissen en grondig bijwerken om een visueel kwaliteitsvolle reproductie mogelijk te maken of toch te benaderen. En het mag gezegd, het resultaat is navenant. Daarnaast heeft onze ‘opdrachtgever’ ook nog enkele verzamelaars gevonden van wie een aantal oude fotodocumenten gekopieerd mochten worden, ter aanvulling van wat wij te bieden hadden. Wie deze zomer dus in de buurt van Dison komt (op weg naar Duitsland of de Hoge Venen) kan gerust eens binnenspringen in de St.Fiacrekerk, al zijn de openingstijden veeleer beperkt – enkel zaterdag en zondag in de namiddag. Maar omdat dit alles louter vrijwilligerswerk is moet je niet verwonderd zijn dat die mensen ‘s zomers ook eens vakantie willen nemen. Wel heb je nog de open monumentendagen in het tweede weekend van september. Pas ten vroegste dáárna, om niet te interfereren met de tentoonstelling, komt er een update van ons eigen dossier ‘Verviers-Battice’ met heel wat nieuw fotomateriaal, al kregen we van sommige verzamelaars geen toestemming tot publicatie. Jammer. Hierbij dient gezegd – we zeggen het niet graag – dat in het wereldje van de spoorwegfreaks nog heel wat mensen rondlopen die hun waardevolle ‘wetenschap’ angstvallig voor zich houden of slechts met mondjesmaat willen vrijgeven. Over de motieven die hierachter kunnen schuilen gaan we niet uitweiden. Wel vinden wij het doodjammer dat hierdoor uiteindelijk een heel stuk verleden voor het nageslacht dreigt verloren te gaan. Meteen een van de redenen waarom we ooit met Railations gestart zijn…
Tussendoor hebben we gelukkig niet stilgezeten, getuige ons nauwgezet bijgehouden logboek (onderaan de homepagina) waarin we bovendien uitsluitend inhoudelijke nieuwigheden noteren. Daarbovenop ook nog elke kleine aanpassing en/of aanvulling uitschrijven zou ons te ver brengen, en we voelen niet de minste behoefte om dit lijvig werkstuk nog extra op te blazen. Het moet trouwens verteerbaar blijven.
Wel hebben wij het onaangename gevoel dat vooral de globetrotters al enige tijd op hun honger blijven op het vlak van verlaten en (liefst) niet-geasfalteerde spoorwegtracés – die in ons lijvig dossier ‘Zelzate’ alleen in het laatste hoofdstuk echt de moeite waard bleken. En of dat handvol korte items in de week- of maandrubriek volstonden om dit goed te maken durven zelfs wij te betwijfelen. Toegegeven, ons project over de oude stelplaatsen, samen met de nieuwe rubrieken die het patrimonium in de verf zetten veeleer dan de tracés zelf, kregen het leeuwendeel van de aandacht, de middelen en de beschikbare ruimte voor zich. Niet dat we op het vlak van oude tracés nog maar weinig te bieden hebben, integendeel, te meer daar de voorbije winterperiode ons de kans heeft gegeven een aantal nieuwe locaties te verkennen. Maar tussen terreinwerk en reportage ligt nog een behoorlijk lange weg, bezaaid met tal van beslommeringen zoals persoonlijke omstandigheden (gezondheid, gezin, enz.) maar ook praktische aangelegenheden: tekstredactie, fotoverwerking, cartografie, enz. om de belangrijkste te noemen. Voeg daar nog een aantal naderhand vastgestelde hiaten of vergeten locaties aan toe. Voor een binnenlands dossier is een nieuwe verkenning (zoals begin dit jaar in Zelzate) meestal nog haalbaar. Maar om opnieuw een buitenlandse reis op poten te zetten heb je veel meer nodig dan een paar vergeten locaties. En dus belandt het betrokken dossier op zijn beurt op de lange baan, samen met andere, zodat de achterstand zich verder opstapelt.
Om die reden hebben wij besloten om de komende tijd meer in te zetten op verlaten spoorwegtracés, o.m. door sommige van deze dossiers op te splitsen en voorlopig te beperken tot een plusminus afgewerkt gedeelte. Dit in afwachting van nieuwe elementen of mogelijk zelfs een nieuw bezoek aan het nog niet behandelde deel, waardoor deze pas veel later zijn beslag zal krijgen. Zoals gebruikelijk beloven we nu echter geen concrete thema’s of locaties. Wat allerminst betekent dat we eigenlijk toch niet zoveel in handen hebben. Maar we willen nu eenmaal geen valse hoop wekken. Toch niet op korte termijn.
Afwachten dus, en… uitkijken.
Railations, 14 juni 2017
MEI 2017
Een rustige periode op de website maar behoorlijk druk op het terrein. Zo zou je het afgelopen voorjaar kunnen omschrijven. En ja, vooral de zonnige en droge maand maart heeft daar veel toe bijgedragen. Gelukkig maar, want ons lijstje was lang, en daarvan hebben we een flink deel ter plaatse kunnen afwerken. Hierdoor is het verder opbouwen van onze website nog voor lange tijd verzekerd, terwijl met ondergang bedreigde relicten toch nog op de gevoelige plaat geraakten. Dit alles heeft ons nochtans niet belet één groot dossier af te werken (Zelzate), een ander te verrijken met een nieuw hoofdstuk (Pays Noir), alweer een grensovergang aan het lijstje toe te voegen (Raeren), wekelijks een nieuw item aan te brengen, en last but not least ons stelplaatsendossier verder aan te vullen. Zo hebben we totnogtoe al meer dan 70 voormalige NMVB-stelplaatsen ter plekke ‘bezocht’, wat dit ook mag betekenen. 50 andere beschouwen we als hopeloos, want compleet van de aardbodem verdwenen. Blijven dus nog zo'n honderdtal over - amper een kleine helft, dat wel, maar nog steeds een flinke brok dat de komende maanden (en jaren) naar ons verkennend bezoek zal blijven uitkijken.
Vermetel als we zijn hebben we tussen al dat werk toch nog de kans gezien om gelijk met onze grensovergang alweer een nieuwe rubriek op te starten, en geen van de minste. Op zoek gaan naar oude spoorwegtracés, kunstwerken en gebouwen waar zowat alle rails al langer verdwenen zijn is mooi. Maar wát met die sporen die al jaren, laat staan decennia liggen te verroesten en verkommeren, vaak onzichtbaar tussen de oprukkende begroeiing waar bramen en dicht struikgewas de plak zwaaien? Juist, ja. Een kolfje naar de hand van onze werkgroep, maar die wij nu al meer dan vier jaar mooi terzijde lieten liggen – kwestie van prioriteiten, nietwaar. Tot we ons realiseerden dat het aantal sporen dat de Belgische netwerkbeheerder in al zijn destructieve ijver vergeten is op te breken (al dan niet ter asfaltering) dramatisch geslonken is. Hoog tijd dus om deze rariteiten op te ‘sporen’ en hier geleidelijk ter berde te brengen. Gelijk hebben we mogen vaststellen dat op het regionaal netwerk in buurland Frankrijk het aantal dergelijke sporen dramatisch toeneemt, al is men er minder gehaast om ze daar weg te halen. Ook in het verder gelegen oostelijk Duitsland ziet het er niet bijster goed uit. Hoe dan ook, voor ons is dit een hele hap die ons nog lang in de ban kan houden, vooralsnog als onderdeel van onze rubriek 'Vestigia'.
Deze laatste heeft sinds haar start zo’n kleine twee jaar geleden wel een hele evolutie ondergaan. Aanvankelijk gewoon bedoeld als fotogalerij voor recente of nieuw bezochte items, in afwachting van hun eventuele opname in een of ander nieuw dossier. Maar intussen geleidelijk uitgebouwd als hoofdrubriek voor de belangrijkste thema's op het vlak van spoorse en andere getuigen en relicten, ofwel als losse items, ofwel in aparte fotogalerijen. Zo hebben wij recent nog het deelthema 'oude kanalen' opgestart, in afwachting van een verdere uitbouw die echter nog op zich laat wachten. Ooit komt het er wel van, terwijl ons archief hierover alvast verder wordt aangevuld.
Gelijk doen we er misschien beter aan niet te veel hooi op onze vork te nemen of te dromen van nog méér thema's en rubrieken. Maar ja, vooruit denken is niet verkeerd op zich, maar het moet ook nog doenbaar zijn. En dit hangt nu eenmaal af van allerlei factoren die we niet allemaal in handen (kunnen) hebben. Zo zijn we de oogst van het afgelopen voorjaar aan het sorteren, terwijl nog heel wat interessant dossiermateriaal in onze schuiven ligt te wachten op een hypothetische verwerking... En neen, evenmin als voorheen kunnen we ons vastpinnen op het eerstvolgende dossier dat al dan niet binnenkort op tafel komt. Wil je echter een idee krijgen van waar we zoal rondgehangen hebben, dan vind je daar in de wekelijkse rubriek 'in de kijker' alvast een glimp van. Een vastomlijnd programma is dit niet, veeleer een kronkelweg, maar in die enkele items zit wat ons betreft toch wat muziek in.
En dus, wie weet, misschien, op een dag...
Railations, 3 mei 2017
Een rustige periode op de website maar behoorlijk druk op het terrein. Zo zou je het afgelopen voorjaar kunnen omschrijven. En ja, vooral de zonnige en droge maand maart heeft daar veel toe bijgedragen. Gelukkig maar, want ons lijstje was lang, en daarvan hebben we een flink deel ter plaatse kunnen afwerken. Hierdoor is het verder opbouwen van onze website nog voor lange tijd verzekerd, terwijl met ondergang bedreigde relicten toch nog op de gevoelige plaat geraakten. Dit alles heeft ons nochtans niet belet één groot dossier af te werken (Zelzate), een ander te verrijken met een nieuw hoofdstuk (Pays Noir), alweer een grensovergang aan het lijstje toe te voegen (Raeren), wekelijks een nieuw item aan te brengen, en last but not least ons stelplaatsendossier verder aan te vullen. Zo hebben we totnogtoe al meer dan 70 voormalige NMVB-stelplaatsen ter plekke ‘bezocht’, wat dit ook mag betekenen. 50 andere beschouwen we als hopeloos, want compleet van de aardbodem verdwenen. Blijven dus nog zo'n honderdtal over - amper een kleine helft, dat wel, maar nog steeds een flinke brok dat de komende maanden (en jaren) naar ons verkennend bezoek zal blijven uitkijken.
Vermetel als we zijn hebben we tussen al dat werk toch nog de kans gezien om gelijk met onze grensovergang alweer een nieuwe rubriek op te starten, en geen van de minste. Op zoek gaan naar oude spoorwegtracés, kunstwerken en gebouwen waar zowat alle rails al langer verdwenen zijn is mooi. Maar wát met die sporen die al jaren, laat staan decennia liggen te verroesten en verkommeren, vaak onzichtbaar tussen de oprukkende begroeiing waar bramen en dicht struikgewas de plak zwaaien? Juist, ja. Een kolfje naar de hand van onze werkgroep, maar die wij nu al meer dan vier jaar mooi terzijde lieten liggen – kwestie van prioriteiten, nietwaar. Tot we ons realiseerden dat het aantal sporen dat de Belgische netwerkbeheerder in al zijn destructieve ijver vergeten is op te breken (al dan niet ter asfaltering) dramatisch geslonken is. Hoog tijd dus om deze rariteiten op te ‘sporen’ en hier geleidelijk ter berde te brengen. Gelijk hebben we mogen vaststellen dat op het regionaal netwerk in buurland Frankrijk het aantal dergelijke sporen dramatisch toeneemt, al is men er minder gehaast om ze daar weg te halen. Ook in het verder gelegen oostelijk Duitsland ziet het er niet bijster goed uit. Hoe dan ook, voor ons is dit een hele hap die ons nog lang in de ban kan houden, vooralsnog als onderdeel van onze rubriek 'Vestigia'.
Deze laatste heeft sinds haar start zo’n kleine twee jaar geleden wel een hele evolutie ondergaan. Aanvankelijk gewoon bedoeld als fotogalerij voor recente of nieuw bezochte items, in afwachting van hun eventuele opname in een of ander nieuw dossier. Maar intussen geleidelijk uitgebouwd als hoofdrubriek voor de belangrijkste thema's op het vlak van spoorse en andere getuigen en relicten, ofwel als losse items, ofwel in aparte fotogalerijen. Zo hebben wij recent nog het deelthema 'oude kanalen' opgestart, in afwachting van een verdere uitbouw die echter nog op zich laat wachten. Ooit komt het er wel van, terwijl ons archief hierover alvast verder wordt aangevuld.
Gelijk doen we er misschien beter aan niet te veel hooi op onze vork te nemen of te dromen van nog méér thema's en rubrieken. Maar ja, vooruit denken is niet verkeerd op zich, maar het moet ook nog doenbaar zijn. En dit hangt nu eenmaal af van allerlei factoren die we niet allemaal in handen (kunnen) hebben. Zo zijn we de oogst van het afgelopen voorjaar aan het sorteren, terwijl nog heel wat interessant dossiermateriaal in onze schuiven ligt te wachten op een hypothetische verwerking... En neen, evenmin als voorheen kunnen we ons vastpinnen op het eerstvolgende dossier dat al dan niet binnenkort op tafel komt. Wil je echter een idee krijgen van waar we zoal rondgehangen hebben, dan vind je daar in de wekelijkse rubriek 'in de kijker' alvast een glimp van. Een vastomlijnd programma is dit niet, veeleer een kronkelweg, maar in die enkele items zit wat ons betreft toch wat muziek in.
En dus, wie weet, misschien, op een dag...
Railations, 3 mei 2017
MAART 2017
Een nieuwe maand, een nieuw seizoen, een nieuwe hoofding… Is Railations dan aan zijn lenteschoonmaak begonnen? Zo’n vaart loopt het echter niet, toch nu niet. Voor ons is het bladloze seizoen nog lang niet gedaan, en ons verlanglijstje evenmin afgewerkt. We krijgen zelfs de indruk dat het langer wordt in plaats van te krimpen! Daar zijn heel wat redenen voor, maar die doen hier niet allemaal terzake. Behalve dan dat wij het druk hebben – zoals altijd trouwens. Vergeet niet dat deze website al bij al een vrijetijdsbesteding is, en dat de meesten onder ons daarnaast ook andere bezigheden, activiteiten en verplichtingen hebben, welke die ook zijn. En ook dat de opvolging van onze dossiers, rubrieken en projecten veel aandacht vergt. Nieuwigheden lanceren is best leuk, en ze bijhouden en aanvullen evenzeer, maar het moet beheersbaar blijven.
Anderzijds is deze tijd van het jaar het geknipte moment om op verkenning te gaan, nieuwe ontdekkingen te doen, en daarbij een hoop beeldmateriaal bijeen te harken. Ondanks de korte dagen, ondanks het gure weer, ondanks de modder of de gladde wegen. Elke nieuwe verkenning schept ook nieuwe perspectieven, al duurt het vaak weken, maanden, soms zelfs jaren voor we dit allemaal aan de man kunnen brengen. Omdat we niet alles ineens kunnen of willen uitbrengen. Omdat al dat nieuwe materiaal eerst nog verwerkt moet worden, achtergronden gezocht, teksten geschreven, en plannetjes getekend. Maar ook omdat we al dat fraais presentabel willen brengen. Meteen de reden waarom de grotere dossiers niet in één keer online komen, maar telkens wanneer een nieuw hoofdstuk (zo goed als) volledig is afgewerkt.
O ja, we maken het onszelf niet gemakkelijk. Waarom dan niet meteen alles in fotoreeksen gieten? Met een minimum aan uitleg, zoals datum en locatie? Maar wat ben je met een handvol al dan niet fraaie beelden als je niet eens beseft wat ze voorstellen? Wat dit allemaal betekent? En vooral, wáár en hoe je dat zelf kunt gaan opzoeken? Want dáár is het ons uiteindelijk om te doen.
En die historische beelden, zo heel nu en dan? Kan dat niet wat meer? Maar Railations is in essentie gefocust op de huidige toestand van de infrastructuren, en wij doen niet meteen aan historische research. Hooguit zoeken naar enige achtergrond en de nodige duiding bij de hedendaagse realiteit. En als dat zoekwerk ook nog iets van toen oplevert, des te beter. Maar ook niet veel meer dan dat. Er bestaan trouwens genoeg publicaties en websites met historische inslag, meer dan eens in overlapping met elkaar. Waarom zouden wij al dat werk dan nog eens gaan overdoen?
Wie ons al jaren volgt weet dit alles ook wel, en is veeleer geïnteresseerd in wat nog komen zal. Al weet hij of zij nu ook wel dat we dat allemaal niet strak kunnen plannen. Veel meer dan de richting die we de komende maanden uitgaan kunnen we je dan ook niet geven. Na ons nieuw dossier over ‘Le Pays Noir’ (er komen er later nog) kijken we nu uit naar de afwerking van dat over Zelzate, maar ook naar de vervollediging van dat over de verlaten tunnels. Ook de grensovergangen komen opnieuw aan bod, met minstens twee nieuwe items binnen redelijke termijn. Tussendoor werken we gestaag aan ons project over de oude stelplaatsen van de buurtspoorwegen, krijg je elke maand steevast een nieuwe greep uit een of andere oude doos, en vullen we vrijwel wekelijks onze ‘Vestigia’ aan via de rubriek “in de kijker”, met vooral oude stationsgebouwen, goederenloodsen en seinhuizen, en binnenkort weer een nieuw vast onderdeel – welke, dat ontdek je zelf wel. Ook de oude kanalen staan sinds kort op dit lijstje, al schuiven we een ruimer project hierover telkens weer voor ons uit, om steeds dezelfde reden als hierboven uitgelegd. Tussenin krijg je mogelijk eens iets anders toegeschoven, al naargelang de inspiratie (of de actualiteit) en de beschikbare documentatie, of gewoon als gevolg van een of andere toevalstreffer onderweg – want die zijn er ook nog, gelukkig maar.
En al steken sommige staatsgrenzen de jongste tijd terug de kop op zal dit ons niet beletten daar nu en dan overheen te wippen en te gaan kijken of zoeken naar wat elders zoal te vinden is.
Tot kijk!
Railations, 1 maart 2017
Een nieuwe maand, een nieuw seizoen, een nieuwe hoofding… Is Railations dan aan zijn lenteschoonmaak begonnen? Zo’n vaart loopt het echter niet, toch nu niet. Voor ons is het bladloze seizoen nog lang niet gedaan, en ons verlanglijstje evenmin afgewerkt. We krijgen zelfs de indruk dat het langer wordt in plaats van te krimpen! Daar zijn heel wat redenen voor, maar die doen hier niet allemaal terzake. Behalve dan dat wij het druk hebben – zoals altijd trouwens. Vergeet niet dat deze website al bij al een vrijetijdsbesteding is, en dat de meesten onder ons daarnaast ook andere bezigheden, activiteiten en verplichtingen hebben, welke die ook zijn. En ook dat de opvolging van onze dossiers, rubrieken en projecten veel aandacht vergt. Nieuwigheden lanceren is best leuk, en ze bijhouden en aanvullen evenzeer, maar het moet beheersbaar blijven.
Anderzijds is deze tijd van het jaar het geknipte moment om op verkenning te gaan, nieuwe ontdekkingen te doen, en daarbij een hoop beeldmateriaal bijeen te harken. Ondanks de korte dagen, ondanks het gure weer, ondanks de modder of de gladde wegen. Elke nieuwe verkenning schept ook nieuwe perspectieven, al duurt het vaak weken, maanden, soms zelfs jaren voor we dit allemaal aan de man kunnen brengen. Omdat we niet alles ineens kunnen of willen uitbrengen. Omdat al dat nieuwe materiaal eerst nog verwerkt moet worden, achtergronden gezocht, teksten geschreven, en plannetjes getekend. Maar ook omdat we al dat fraais presentabel willen brengen. Meteen de reden waarom de grotere dossiers niet in één keer online komen, maar telkens wanneer een nieuw hoofdstuk (zo goed als) volledig is afgewerkt.
O ja, we maken het onszelf niet gemakkelijk. Waarom dan niet meteen alles in fotoreeksen gieten? Met een minimum aan uitleg, zoals datum en locatie? Maar wat ben je met een handvol al dan niet fraaie beelden als je niet eens beseft wat ze voorstellen? Wat dit allemaal betekent? En vooral, wáár en hoe je dat zelf kunt gaan opzoeken? Want dáár is het ons uiteindelijk om te doen.
En die historische beelden, zo heel nu en dan? Kan dat niet wat meer? Maar Railations is in essentie gefocust op de huidige toestand van de infrastructuren, en wij doen niet meteen aan historische research. Hooguit zoeken naar enige achtergrond en de nodige duiding bij de hedendaagse realiteit. En als dat zoekwerk ook nog iets van toen oplevert, des te beter. Maar ook niet veel meer dan dat. Er bestaan trouwens genoeg publicaties en websites met historische inslag, meer dan eens in overlapping met elkaar. Waarom zouden wij al dat werk dan nog eens gaan overdoen?
Wie ons al jaren volgt weet dit alles ook wel, en is veeleer geïnteresseerd in wat nog komen zal. Al weet hij of zij nu ook wel dat we dat allemaal niet strak kunnen plannen. Veel meer dan de richting die we de komende maanden uitgaan kunnen we je dan ook niet geven. Na ons nieuw dossier over ‘Le Pays Noir’ (er komen er later nog) kijken we nu uit naar de afwerking van dat over Zelzate, maar ook naar de vervollediging van dat over de verlaten tunnels. Ook de grensovergangen komen opnieuw aan bod, met minstens twee nieuwe items binnen redelijke termijn. Tussendoor werken we gestaag aan ons project over de oude stelplaatsen van de buurtspoorwegen, krijg je elke maand steevast een nieuwe greep uit een of andere oude doos, en vullen we vrijwel wekelijks onze ‘Vestigia’ aan via de rubriek “in de kijker”, met vooral oude stationsgebouwen, goederenloodsen en seinhuizen, en binnenkort weer een nieuw vast onderdeel – welke, dat ontdek je zelf wel. Ook de oude kanalen staan sinds kort op dit lijstje, al schuiven we een ruimer project hierover telkens weer voor ons uit, om steeds dezelfde reden als hierboven uitgelegd. Tussenin krijg je mogelijk eens iets anders toegeschoven, al naargelang de inspiratie (of de actualiteit) en de beschikbare documentatie, of gewoon als gevolg van een of andere toevalstreffer onderweg – want die zijn er ook nog, gelukkig maar.
En al steken sommige staatsgrenzen de jongste tijd terug de kop op zal dit ons niet beletten daar nu en dan overheen te wippen en te gaan kijken of zoeken naar wat elders zoal te vinden is.
Tot kijk!
Railations, 1 maart 2017
DECEMBER 2016
Het lopende jaar tikt stilaan naar zijn einde, het volgende staat reeds in de steigers... Terwijl zowat alles en iedereen zich opmaakt voor de traditionele jaarbalans is het bij ons niet zoveel anders. Is terugblikken dan niet vastklampen aan wat voorbij is? Tenzij men hieruit de nodige lessen wil trekken voor wat komen zal. Ook al klinkt dit nogal belerend: lessen trekken… En toch. Terwijl we ooit aan Railations begonnen vanuit een zekere passie, was het van meet af aan ook de bedoeling om anderen daarin te laten delen. Of we hierin gelukt zijn getuigt alvast de belangstelling voor onze website, de traag maar gestaag toenemende ‘kijkcijfers’ (foei, wat een woord). Of we daarnaast ook gelukt zijn in die passie zelf? Wel, je mag gerust weten dat we een boeiend jaar achter de rug hebben, met twee grote dossiers die ons bijna geheel hebben ingepalmd: Verviers-Battice en Zelzate. Twee grotendeels verdwenen sites, als gevolg van grote infrastructuurwerken, twee dossiers die slechts mits veel geduld en zoekwerk stukjes bij beetjes tot stand kwamen, en met resultaten die ver boven de verwachtingen uitkwamen, zeker wat Verviers betreft. En met oprechte spijt dat het al voorbij is… (of toch bijna voor Zelzate). Of we iets dergelijks ook de volgend jaren zullen kunnen opbrengen is verre van zeker. Jawel, er zijn nog van die haast volledig verdwenen spoorwegtracés, zowel in eigen land als in de buurlanden. Maar dit vraagt verdomd veel inzet en energie, terwijl er nog zoveel kleinere dossiers liggen te wachten…
2016 was ook het startjaar van onze weekrubriek “In de kijker”. Een toevalstreffer, ingezet na een krantenartikel over Moresnet en het Vierlandenpunt – plat op ‘onze’ Preuswaldroute. En haast vanzelf kwam er een vervolg, week na week, zowat in de trant van het vroegtijdig ter ziele gegane “Onderweg”, zij het vanuit een andere invalshoek. Meteen de feitelijke tegenhanger van onze ‘foto van de maand’ die een stuk verder teruggaat in de tijd. Ook al vergt dit een vrij strak werkschema, toch hebben we telkens opnieuw voor de nodige opvolging met bijhorende content kunnen zorgen. Houden zo? En dan onze langlopende projecten. Terwijl onze "Grensovergangen" nog ver van voltooid is, met dit jaar ‘slechts’ vier nieuwe items, hebben we ons met de buurtspoorwegstelplaatsen al bij al laten verleiden tot een sprong in het ongewisse. Een berekende sprong, dat wel, maar die we pas volop konden nemen na de toevallige ontdekking van een bestand vol oude topografische kaarten. Dit stelde ons in staat om het aanvankelijke monnikenwerk te herleiden tot het uitvlooien van dit aanzienlijke kaartenbestand, al gauw een vrij routineuze klus die ons uiteindelijk ruim 220 historische stelplaatsen opleverde. Maar het échte werk moet nu volgen, al hebben we tijdens ons overige terreinwerk al heel wat van die stelplaatsen onder handen kunnen nemen. Het resultaat krijg je de komende tijd geserveerd, zij het druppelsgewijs, tussen onze andere dossiers door. En daar zijn we nog heel lang zoet mee…
En verder? We kunnen niet ontkennen dat in 2016 de ‘nieuwe ontdekkingen’ de andere aspecten (mysterie en avontuur) wat naar de achtergrond verdrongen hebben. Het was dan ook de moeite waard. Voor 2017 voorzien we echter een zekere inhaalbeweging, trouwens al ingezet met het oude spoorwegtracé rond de tunnel van Braine-le-Comte. En ook al blijven die nieuwe ontdekkingen ons boeien, zullen we toch verder streven naar een beter evenwicht tussen onze drie ankerthema’s. Maar voorts hebben we evenmin als voorheen een vastomlijnd plan. Toch zijn er nu al enkele zekerheden: een paar grensovergangen, enkele spoorwegtracés in de Henegouwse mijnstreek, minstens één nieuw dossier in een al dan niet naburig land, een paar verlaten tunnels, uiteraard een ruim aantal oude NMVB-stelplaatsen of de overblijfselen ervan, en mogelijk de opstart van een dossier ‘oude kanalen’ – een thema dat al langer op ons lijstje staat. Enfin, wat er uiteindelijk van komt zie je wel.
Tot zolang?
Railations, 17 december 2016
Het lopende jaar tikt stilaan naar zijn einde, het volgende staat reeds in de steigers... Terwijl zowat alles en iedereen zich opmaakt voor de traditionele jaarbalans is het bij ons niet zoveel anders. Is terugblikken dan niet vastklampen aan wat voorbij is? Tenzij men hieruit de nodige lessen wil trekken voor wat komen zal. Ook al klinkt dit nogal belerend: lessen trekken… En toch. Terwijl we ooit aan Railations begonnen vanuit een zekere passie, was het van meet af aan ook de bedoeling om anderen daarin te laten delen. Of we hierin gelukt zijn getuigt alvast de belangstelling voor onze website, de traag maar gestaag toenemende ‘kijkcijfers’ (foei, wat een woord). Of we daarnaast ook gelukt zijn in die passie zelf? Wel, je mag gerust weten dat we een boeiend jaar achter de rug hebben, met twee grote dossiers die ons bijna geheel hebben ingepalmd: Verviers-Battice en Zelzate. Twee grotendeels verdwenen sites, als gevolg van grote infrastructuurwerken, twee dossiers die slechts mits veel geduld en zoekwerk stukjes bij beetjes tot stand kwamen, en met resultaten die ver boven de verwachtingen uitkwamen, zeker wat Verviers betreft. En met oprechte spijt dat het al voorbij is… (of toch bijna voor Zelzate). Of we iets dergelijks ook de volgend jaren zullen kunnen opbrengen is verre van zeker. Jawel, er zijn nog van die haast volledig verdwenen spoorwegtracés, zowel in eigen land als in de buurlanden. Maar dit vraagt verdomd veel inzet en energie, terwijl er nog zoveel kleinere dossiers liggen te wachten…
2016 was ook het startjaar van onze weekrubriek “In de kijker”. Een toevalstreffer, ingezet na een krantenartikel over Moresnet en het Vierlandenpunt – plat op ‘onze’ Preuswaldroute. En haast vanzelf kwam er een vervolg, week na week, zowat in de trant van het vroegtijdig ter ziele gegane “Onderweg”, zij het vanuit een andere invalshoek. Meteen de feitelijke tegenhanger van onze ‘foto van de maand’ die een stuk verder teruggaat in de tijd. Ook al vergt dit een vrij strak werkschema, toch hebben we telkens opnieuw voor de nodige opvolging met bijhorende content kunnen zorgen. Houden zo? En dan onze langlopende projecten. Terwijl onze "Grensovergangen" nog ver van voltooid is, met dit jaar ‘slechts’ vier nieuwe items, hebben we ons met de buurtspoorwegstelplaatsen al bij al laten verleiden tot een sprong in het ongewisse. Een berekende sprong, dat wel, maar die we pas volop konden nemen na de toevallige ontdekking van een bestand vol oude topografische kaarten. Dit stelde ons in staat om het aanvankelijke monnikenwerk te herleiden tot het uitvlooien van dit aanzienlijke kaartenbestand, al gauw een vrij routineuze klus die ons uiteindelijk ruim 220 historische stelplaatsen opleverde. Maar het échte werk moet nu volgen, al hebben we tijdens ons overige terreinwerk al heel wat van die stelplaatsen onder handen kunnen nemen. Het resultaat krijg je de komende tijd geserveerd, zij het druppelsgewijs, tussen onze andere dossiers door. En daar zijn we nog heel lang zoet mee…
En verder? We kunnen niet ontkennen dat in 2016 de ‘nieuwe ontdekkingen’ de andere aspecten (mysterie en avontuur) wat naar de achtergrond verdrongen hebben. Het was dan ook de moeite waard. Voor 2017 voorzien we echter een zekere inhaalbeweging, trouwens al ingezet met het oude spoorwegtracé rond de tunnel van Braine-le-Comte. En ook al blijven die nieuwe ontdekkingen ons boeien, zullen we toch verder streven naar een beter evenwicht tussen onze drie ankerthema’s. Maar voorts hebben we evenmin als voorheen een vastomlijnd plan. Toch zijn er nu al enkele zekerheden: een paar grensovergangen, enkele spoorwegtracés in de Henegouwse mijnstreek, minstens één nieuw dossier in een al dan niet naburig land, een paar verlaten tunnels, uiteraard een ruim aantal oude NMVB-stelplaatsen of de overblijfselen ervan, en mogelijk de opstart van een dossier ‘oude kanalen’ – een thema dat al langer op ons lijstje staat. Enfin, wat er uiteindelijk van komt zie je wel.
Tot zolang?
Railations, 17 december 2016
OKTOBER 2016
Het kan verkeren. Begin september waren we zielsgelukkig de nakende geboorte te kunnen aankondigen van twee nieuwe projecten. De verdwenen locatie ‘ergens in het Vlaamse land’ stond zelfs zo goed als in de startblokken. Maar zie, de inkt was nog niet droog, of daar werden we in volle vlucht getroffen door een ongeziene vlaag van enthousiasme voor… dat andere project, de oude NMVB-stelplaatsen, waaraan we naar eigen zeggen zo nu en dan zouden werken. Traag maar gestaag, zowat tussen de soep en de patatten door. En in plaats van rustig de laatste voorbereidselen te treffen voor het ene – waar wij trouwens in extremis nog een paar hiaten ontdekten – stortten wij ons als hongerige wolven resoluut op dat andere project, of toch op de obligate eerste fase ervan, het opmaken van een ruime inventaris van al dat moois! Vandaag, anderhalve maand later, hebben we al meer dan 200 stelplaatsen van de voormalige buurtspoorwegen in kaart gebracht, letterlijk dan, inclusief de huidige (of recente) toestand van de meeste van die locaties. Maar het echte werk, onderzoek ter plaatse, moet nu volgen. Gelukkig vertrekken we hier niet van nul, want in de voorbije jaren hadden we meer dan eens de gelegenheid om tussendoor zo’n locatie te bezoeken en digitaal vast te leggen, op dit ogenblik al een 40-tal. Blijven er echter nog meer dan 160 over, al kunnen we nu al vertellen dat minstens 40 daarvan verloren moeite is, want compleet van de aardbodem verdwenen. Een deel ervan vind je trouwens al terug op de website. Maar vermits we naast dat ‘Vlaamse’ project nog steeds een paar andere hebben lopen, en gelijk enkele nieuwe dossiers in petto hebben, moet je begrijpen dat de verdere invulling van ons stelplaatsenproject veel minder hevig zal verlopen, ook al hebben we nu al behoorlijk wat ‘reserve’ opgebouwd voor de komende tijd. Blijft de vraag: 160, is dat wel haalbaar? Gedeeltelijk toch wel, zij het op middellange of zelfs lange termijn, waarbij we twee basisprincipes hoog in het vaandel houden: er is geen haast bij, en andere projecten mogen hierdoor niet worden weggedrumd.
En dus hebben we onlangs alle hens aan dek geroepen om de laatste hiaten in dat andere dossier ter plaatse te gaan wegwerken en het eindelijk in de startblokken te zetten. Wat inmiddels ook gebeurd is. En al zal het kanaalverhaal van Zelzate niet meteen iedereen bekoren, is deze situatieschets onontbeerlijk om de rest van dit behoorlijk complexe dossier te kunnen vatten. Te meer daar lang niet alle voormalige spoorwegtracés aldaar zomaar voor het rapen liggen, en we meer dan eens genoegen moesten nemen met hooguit een paar herkenningspunten in het straatbeeld van het hedendaagse Zelzate. Het verdwenen tracé moet je er dan maar bij denken, wat het contrast met vroeger nog ingrijpender zal maken. Neen, een zoektocht voor padvinders wordt het niet, maar veeleer een harde confrontatie met de ingrijpende metamorfose die deze kanaalgemeente door de jaren heen heeft ondergaan.
Aan wie de handschoen opneemt wensen we een ontluisterende zoektocht in en rond Zelzate.
Railations, 23 oktober 2016
Het kan verkeren. Begin september waren we zielsgelukkig de nakende geboorte te kunnen aankondigen van twee nieuwe projecten. De verdwenen locatie ‘ergens in het Vlaamse land’ stond zelfs zo goed als in de startblokken. Maar zie, de inkt was nog niet droog, of daar werden we in volle vlucht getroffen door een ongeziene vlaag van enthousiasme voor… dat andere project, de oude NMVB-stelplaatsen, waaraan we naar eigen zeggen zo nu en dan zouden werken. Traag maar gestaag, zowat tussen de soep en de patatten door. En in plaats van rustig de laatste voorbereidselen te treffen voor het ene – waar wij trouwens in extremis nog een paar hiaten ontdekten – stortten wij ons als hongerige wolven resoluut op dat andere project, of toch op de obligate eerste fase ervan, het opmaken van een ruime inventaris van al dat moois! Vandaag, anderhalve maand later, hebben we al meer dan 200 stelplaatsen van de voormalige buurtspoorwegen in kaart gebracht, letterlijk dan, inclusief de huidige (of recente) toestand van de meeste van die locaties. Maar het echte werk, onderzoek ter plaatse, moet nu volgen. Gelukkig vertrekken we hier niet van nul, want in de voorbije jaren hadden we meer dan eens de gelegenheid om tussendoor zo’n locatie te bezoeken en digitaal vast te leggen, op dit ogenblik al een 40-tal. Blijven er echter nog meer dan 160 over, al kunnen we nu al vertellen dat minstens 40 daarvan verloren moeite is, want compleet van de aardbodem verdwenen. Een deel ervan vind je trouwens al terug op de website. Maar vermits we naast dat ‘Vlaamse’ project nog steeds een paar andere hebben lopen, en gelijk enkele nieuwe dossiers in petto hebben, moet je begrijpen dat de verdere invulling van ons stelplaatsenproject veel minder hevig zal verlopen, ook al hebben we nu al behoorlijk wat ‘reserve’ opgebouwd voor de komende tijd. Blijft de vraag: 160, is dat wel haalbaar? Gedeeltelijk toch wel, zij het op middellange of zelfs lange termijn, waarbij we twee basisprincipes hoog in het vaandel houden: er is geen haast bij, en andere projecten mogen hierdoor niet worden weggedrumd.
En dus hebben we onlangs alle hens aan dek geroepen om de laatste hiaten in dat andere dossier ter plaatse te gaan wegwerken en het eindelijk in de startblokken te zetten. Wat inmiddels ook gebeurd is. En al zal het kanaalverhaal van Zelzate niet meteen iedereen bekoren, is deze situatieschets onontbeerlijk om de rest van dit behoorlijk complexe dossier te kunnen vatten. Te meer daar lang niet alle voormalige spoorwegtracés aldaar zomaar voor het rapen liggen, en we meer dan eens genoegen moesten nemen met hooguit een paar herkenningspunten in het straatbeeld van het hedendaagse Zelzate. Het verdwenen tracé moet je er dan maar bij denken, wat het contrast met vroeger nog ingrijpender zal maken. Neen, een zoektocht voor padvinders wordt het niet, maar veeleer een harde confrontatie met de ingrijpende metamorfose die deze kanaalgemeente door de jaren heen heeft ondergaan.
Aan wie de handschoen opneemt wensen we een ontluisterende zoektocht in en rond Zelzate.
Railations, 23 oktober 2016
SEPTEMBER 2016
Terwijl ons project rond de oude spoorwegtunnels in België bijna afgerond is, kroop ons nieuw langlopend project zopas uit de startblokken. Na wat over en weer geschipper viel de keuze op de oude stelplaatsen van de NMVB, ruim een halve eeuw na het einde van de meeste spoorexploitaties vrijwel de enige nog zichtbare getuigen van de meeste buurtlijnen. Een project dat perfect past in onze jongste rubriek ‘Vestigia’, waarvan we ook de werkwijze overnemen, althans in de beginperiode, met een fotogalerij en nu en dan ook nader toegelichte items. Gezien de omvang van dit opzet is het niet denkbeeldig dat we na verloop van tijd zullen overschakelen naar een ruimere structuur. Met nu al meer dan 150 locaties op kaart vastgelegd belooft dit project inderdaad een flinke kluif te worden. Al goed dat het al geruime tijd op ons lijstje staat, zodat we nu en dan, tijdens of tussen andere opdrachten door, al in die richting werkten en dus niet meteen van nul moeten beginnen – mede ook dankzij een hele reeks archiefbeelden waarover wij kunnen beschikken.
Dat we al die vroegere stelplaatsen ook digitaal zullen kunnen vastleggen is evenwel uitgesloten. Een aantal van hen is door de jaren heen grotendeels of zelfs volledig van de aardbodem verdwenen. Heel wat andere zijn zo goed als onbereikbaar gemaakt, zeg maar geprivatiseerd, omgeven door hoge hagen of afsluitingen, tot blaffende of bijtgrage honden toe. Nog andere zijn nog steeds in ‘openbare’ dienst als busdepot (keep out), of nog als containerpark (enkel toegang met inwonersbadge). Nu ja, voor ons komt het er niet meteen op aan om van elk een compleet overzicht te maken. Wij zijn al gelukkig met op zijn minst een fotografeerbare glimp van wat vandaag nog overblijft, desnoods doorheen een gat in de haag. Een stapsgewijs en geduldig opgebouwd dossier dus, en wat het wordt zie je zelf wel stilaan zien groeien en bloeien.
Gelijk boren we hiermee een behoorlijk onderbelicht thema aan. Over spoorwegstations (NMBS) bestaan vandaag verschillende websites die elk voor zich een of andere vorm van volledigheid nastreven – die gaan we dus niet achterna hollen. Een vergelijkbare website (of publicatie) over de voormalige stelplaatsen en stationsgebouwen van de buurtspoorwegen hebben we echter nog niet gevonden – als die dan toch zou bestaan. Hoe dan ook, waar wij op focussen is de huidige of recente toestand van al deze locaties, en niet zozeer het originele plaatje, al zullen we daar in sommige gevallen toch noodgedwongen op terugvallen wanneer de betrokken stelplaats vandaag compleet van de kaart geveegd is. Daarnaast nemen wij in ons project ook de alleenstaande stationsgebouwen van de NMVB op, deze waar geen loodsen of andere gebouwen aan te pas kwamen. Niet zelden markeerden ze een stelplaats ‘in open lucht’, maar evengoed kwamen ze helemaal alleen voor, met hooguit een uitwijk- en een laadspoor, zelfs in piepkleine dorpen, vooral dan in het oostelijk deel van de (vroegere) provincie Brabant. Die krijg je dus eveneens op je bord.
Heb je het echter gehad met al die oude (bak)stenen, dan kunnen wij je nu meteen geruststellen. De komende maanden voorzien we opnieuw enkele oude spoortracés, met als kroon op het werk een vrij omstandig dossier over een verdwenen locatie – nog een tikkeltje meer ‘verdwenen’ dan Verviers-Battice – ergens in het Vlaamse land. En neen, gewoontegetrouw klappen we niet uit de biecht, nog niet, omdat we zeker willen spelen. Toch dit: de meeste elementen hebben we al in handen, en de praktische uitwerking is aan de gang, cartografie incluis. Maar degelijk werk vraagt tijd. Nog wat geduld dus.
Laat het in afwachting gerust nog even nazomeren.
Railations, 1 september 2016
Terwijl ons project rond de oude spoorwegtunnels in België bijna afgerond is, kroop ons nieuw langlopend project zopas uit de startblokken. Na wat over en weer geschipper viel de keuze op de oude stelplaatsen van de NMVB, ruim een halve eeuw na het einde van de meeste spoorexploitaties vrijwel de enige nog zichtbare getuigen van de meeste buurtlijnen. Een project dat perfect past in onze jongste rubriek ‘Vestigia’, waarvan we ook de werkwijze overnemen, althans in de beginperiode, met een fotogalerij en nu en dan ook nader toegelichte items. Gezien de omvang van dit opzet is het niet denkbeeldig dat we na verloop van tijd zullen overschakelen naar een ruimere structuur. Met nu al meer dan 150 locaties op kaart vastgelegd belooft dit project inderdaad een flinke kluif te worden. Al goed dat het al geruime tijd op ons lijstje staat, zodat we nu en dan, tijdens of tussen andere opdrachten door, al in die richting werkten en dus niet meteen van nul moeten beginnen – mede ook dankzij een hele reeks archiefbeelden waarover wij kunnen beschikken.
Dat we al die vroegere stelplaatsen ook digitaal zullen kunnen vastleggen is evenwel uitgesloten. Een aantal van hen is door de jaren heen grotendeels of zelfs volledig van de aardbodem verdwenen. Heel wat andere zijn zo goed als onbereikbaar gemaakt, zeg maar geprivatiseerd, omgeven door hoge hagen of afsluitingen, tot blaffende of bijtgrage honden toe. Nog andere zijn nog steeds in ‘openbare’ dienst als busdepot (keep out), of nog als containerpark (enkel toegang met inwonersbadge). Nu ja, voor ons komt het er niet meteen op aan om van elk een compleet overzicht te maken. Wij zijn al gelukkig met op zijn minst een fotografeerbare glimp van wat vandaag nog overblijft, desnoods doorheen een gat in de haag. Een stapsgewijs en geduldig opgebouwd dossier dus, en wat het wordt zie je zelf wel stilaan zien groeien en bloeien.
Gelijk boren we hiermee een behoorlijk onderbelicht thema aan. Over spoorwegstations (NMBS) bestaan vandaag verschillende websites die elk voor zich een of andere vorm van volledigheid nastreven – die gaan we dus niet achterna hollen. Een vergelijkbare website (of publicatie) over de voormalige stelplaatsen en stationsgebouwen van de buurtspoorwegen hebben we echter nog niet gevonden – als die dan toch zou bestaan. Hoe dan ook, waar wij op focussen is de huidige of recente toestand van al deze locaties, en niet zozeer het originele plaatje, al zullen we daar in sommige gevallen toch noodgedwongen op terugvallen wanneer de betrokken stelplaats vandaag compleet van de kaart geveegd is. Daarnaast nemen wij in ons project ook de alleenstaande stationsgebouwen van de NMVB op, deze waar geen loodsen of andere gebouwen aan te pas kwamen. Niet zelden markeerden ze een stelplaats ‘in open lucht’, maar evengoed kwamen ze helemaal alleen voor, met hooguit een uitwijk- en een laadspoor, zelfs in piepkleine dorpen, vooral dan in het oostelijk deel van de (vroegere) provincie Brabant. Die krijg je dus eveneens op je bord.
Heb je het echter gehad met al die oude (bak)stenen, dan kunnen wij je nu meteen geruststellen. De komende maanden voorzien we opnieuw enkele oude spoortracés, met als kroon op het werk een vrij omstandig dossier over een verdwenen locatie – nog een tikkeltje meer ‘verdwenen’ dan Verviers-Battice – ergens in het Vlaamse land. En neen, gewoontegetrouw klappen we niet uit de biecht, nog niet, omdat we zeker willen spelen. Toch dit: de meeste elementen hebben we al in handen, en de praktische uitwerking is aan de gang, cartografie incluis. Maar degelijk werk vraagt tijd. Nog wat geduld dus.
Laat het in afwachting gerust nog even nazomeren.
Railations, 1 september 2016
JULI 2016
Is Railations dan toch stilgevallen? Dit is alvast de indruk die je krijgt na een vluchtige blik op onze homepagina. Na 20 juni is daar (bovenaan) inderdaad niets meer bijgekomen, toch geen nieuwe dossiers of verdere aanvullingen van reeds bestaande, zoals o.m. de grensovergangen. Toch blijft onze wekelijkse gelegenheidsrubriek lekker lopen, vanaf nu onder de noemer “deze week in de kijker”. Nu, dat ‘wekelijkse’ moet je niet te strak interpreteren. Toch hebben we het vooropgestelde quorum – gemiddeld 4 per maand, 3 in de zomer – ruimschoots gehaald of zelfs overtroffen. Houden zo! En heb je ons al een hele tijd niet meer bezocht, geen nood. Dankzij de nodige links geeft ons logboek (onderaan) je de gelegenheid om ver genoeg terug te blikken. Ideaal is deze oplossing niet, maar gebruiksvriendelijker hebben we nog niet meteen gevonden. En trouwens, op een zeldzame uitzondering na, vind je deze items daarna terug in een ad hoc rubriek, meestal ‘Vestigia’ of ‘Patrimonium’ - deze laatste vooralsnog als nevenrubriek bij Vestigia. En zoals je misschien al gemerkt hebt zijn we bezig deze geleidelijk verder uit te bouwen, zoals zopas nog het geval was met Patrimonium. Wat één jaar geleden begon als een “wachtkamer” voor recent beeldmateriaal is nu uitgegroeid tot een overkoepelende rubriek voor een hele reeks korte items die niet meteen hun plaats vinden in onze dossiers. Wat nog ontbreekt is een minimum aan info bij de fotogalerijen, maar we zoeken (nog steeds) naar de beste oplossing. Daarnaast zijn de niet-spoorse beelden je wellicht ook al opgevallen, zij het als voorbodes van alweer nieuwe (neven)rubrieken, maar dat is stof voor later.
Intussen, enkele hete zomerdagen ten spijt, zetten we onze verkenningen voort, zij het in vertraagd tempo, en broeden we verder op het nazomerse. Dat er nieuwe dossiers of verdere aanvullingen (en updates) in de pijplijn zitten hoeft geen betoog. Welke? En welke eerst? Dat hangt af van een reeks factoren en dat zul je dus pas te zijner tijd vernemen. Waar we momenteel evengoed mee zitten is een nieuw langlopend project. Remember, de eerste jaren van Railations waren geënt op de verlaten tunnels in België. Op een paar nakomertjes, aanvullingen en updates na is dit project ei zo na afgewerkt – mogelijke verrassingen niet inbegrepen. Daarnaast loopt het project ‘grensovergangen’ verder, eveneens in vertraagd tempo. Inmiddels onderzoeken we de wenselijkheid en de haalbaarheid van een - zeg maar - derde project. Zoals steeds vertrekken we hier niet van nul. Een kleine helft van de informatie én het beeldmateriaal hebben we al, verkenningen incluis. Het komt er nu op aan om verder onderzoek in te passen in de planning van het komende na- en voorjaar, zeg maar het “slechte” seizoen: slecht voor vakantiegangers en zonnekloppers, maar ideaal voor de onderzoeken die wij op het terrein voeren. En dus wachten we nog even tot het sein op veilig staat vooraleer we hier meer over kwijt willen.
Laat het intussen niet aan je hart komen en geniet verder van deze zomer, met zijn hoogtes en laagtes - momenteel veeleer hoogtes, maar zonder garantie dat dit blijft duren. Hopen dan maar.
Railations, 21 juli 2016
Is Railations dan toch stilgevallen? Dit is alvast de indruk die je krijgt na een vluchtige blik op onze homepagina. Na 20 juni is daar (bovenaan) inderdaad niets meer bijgekomen, toch geen nieuwe dossiers of verdere aanvullingen van reeds bestaande, zoals o.m. de grensovergangen. Toch blijft onze wekelijkse gelegenheidsrubriek lekker lopen, vanaf nu onder de noemer “deze week in de kijker”. Nu, dat ‘wekelijkse’ moet je niet te strak interpreteren. Toch hebben we het vooropgestelde quorum – gemiddeld 4 per maand, 3 in de zomer – ruimschoots gehaald of zelfs overtroffen. Houden zo! En heb je ons al een hele tijd niet meer bezocht, geen nood. Dankzij de nodige links geeft ons logboek (onderaan) je de gelegenheid om ver genoeg terug te blikken. Ideaal is deze oplossing niet, maar gebruiksvriendelijker hebben we nog niet meteen gevonden. En trouwens, op een zeldzame uitzondering na, vind je deze items daarna terug in een ad hoc rubriek, meestal ‘Vestigia’ of ‘Patrimonium’ - deze laatste vooralsnog als nevenrubriek bij Vestigia. En zoals je misschien al gemerkt hebt zijn we bezig deze geleidelijk verder uit te bouwen, zoals zopas nog het geval was met Patrimonium. Wat één jaar geleden begon als een “wachtkamer” voor recent beeldmateriaal is nu uitgegroeid tot een overkoepelende rubriek voor een hele reeks korte items die niet meteen hun plaats vinden in onze dossiers. Wat nog ontbreekt is een minimum aan info bij de fotogalerijen, maar we zoeken (nog steeds) naar de beste oplossing. Daarnaast zijn de niet-spoorse beelden je wellicht ook al opgevallen, zij het als voorbodes van alweer nieuwe (neven)rubrieken, maar dat is stof voor later.
Intussen, enkele hete zomerdagen ten spijt, zetten we onze verkenningen voort, zij het in vertraagd tempo, en broeden we verder op het nazomerse. Dat er nieuwe dossiers of verdere aanvullingen (en updates) in de pijplijn zitten hoeft geen betoog. Welke? En welke eerst? Dat hangt af van een reeks factoren en dat zul je dus pas te zijner tijd vernemen. Waar we momenteel evengoed mee zitten is een nieuw langlopend project. Remember, de eerste jaren van Railations waren geënt op de verlaten tunnels in België. Op een paar nakomertjes, aanvullingen en updates na is dit project ei zo na afgewerkt – mogelijke verrassingen niet inbegrepen. Daarnaast loopt het project ‘grensovergangen’ verder, eveneens in vertraagd tempo. Inmiddels onderzoeken we de wenselijkheid en de haalbaarheid van een - zeg maar - derde project. Zoals steeds vertrekken we hier niet van nul. Een kleine helft van de informatie én het beeldmateriaal hebben we al, verkenningen incluis. Het komt er nu op aan om verder onderzoek in te passen in de planning van het komende na- en voorjaar, zeg maar het “slechte” seizoen: slecht voor vakantiegangers en zonnekloppers, maar ideaal voor de onderzoeken die wij op het terrein voeren. En dus wachten we nog even tot het sein op veilig staat vooraleer we hier meer over kwijt willen.
Laat het intussen niet aan je hart komen en geniet verder van deze zomer, met zijn hoogtes en laagtes - momenteel veeleer hoogtes, maar zonder garantie dat dit blijft duren. Hopen dan maar.
Railations, 21 juli 2016
JUNI 2016
Mogelijk heb je het al gemerkt. Je kan het een late lenteschoonmaak noemen, maar feit is dat de rubriekindeling alweer aan herziening toe is. Zo vind je in de keuzebalk bovenaan nu ‘Vestigia’ in de plaats van ‘Viaducten’. Vestigia (= sporen uit het verleden) is in wezen de essentie van Railations en moet nu de verschillende thema’s groeperen waarvoor wij nog geen volwaardige rubriek ontwikkeld hebben, in tegenstelling tot o.m. ‘tunnels’ en ‘spoorwegtracés’. Wat betekent dat ‘Viaducten’ en de spookrubriek ‘Patrimonium’ binnenkort een vast onderdeel worden van ‘Vestigia’. De fotogalerijen blijven uiteraard bestaan, al is hun exacte plaats in dit geheel nog niet helemaal uitgeklaard. Verwacht je dus aan bijkomende aanpassingen in de nabije toekomst. Om het nog wat moeilijker te maken? Welnee, integendeel, want op deze manier maken we komaf met een aantal voorlopige toestanden.
In dezelfde geest voeren we momenteel een andere aanpassing door die niet alleen onze Franstalige bezoekers aanbelangt. Je zult al gemerkt hebben dat we hier en daar aan het experimenteren zijn met tweetalige pagina’s. We trekken dit nu verder door naar onze eerste items (2013-2014) waarvan de lay-out en ook sommige foto’s aan opfrissing toe waren. Meteen de gelegenheid om telkens het fotoaanbod te stroomlijnen én waar mogelijk zelfs uit te breiden, zie o.m. de Citadelle van Namur. Zo krijgen de bezoekers van zo’n pagina nu een volledig overzicht voorgeschoteld, zonder tussendoor te moeten omschakelen naar elders. Wel blijven de ‘grote’ dossiers (Bascoup, Preuswald…) vooralsnog elk hun taalkundige eigenheid behouden, al streven wij ernaar om hier dubbel gebruikte foto’s zoveel mogelijk te vervangen door andere, voor zover beschikbaar. Gelijk laat deze ingreep ons toe het groeiende aantal pagina’s (al meer dan 40) wat overzichtelijker te maken en rationeler te beheren.
Deze ingreep vergt heel wat tijd en energie, maar door het slechte weer en enkele seizoensgebonden (en andere) omstandigheden draait ons verkenningsprogramma momenteel op een laag pitje. Al een geluk dat we de afgelopen tijd een forse reserve hebben opgebouwd, zodat we niet meteen dreigen droog te vallen. Maar wees gerust, ons najaarsschema zijn we nu al aan het plannen. Hopelijk komt er niet te veel meer tussen.
Intussen komt het zomerreces weer in zicht, en schakelen wij dezer dagen over naar vakantiemodus. Een beladen term die weinig anders betekent dan dat ons werkritme enigszins vertraagt en dat er de eerstvolgende maanden geen grote dossiers à la Verviers-Battice voorzien zijn, maar waar je verder weinig last zult van hebben. Ook al is de zomer met zijn weelderige plantengroei niet het meest aangewezen seizoen voor nieuwe ontdekkingen, zijn verrassingen nooit uit te sluiten. Maar zoals steeds zal veel afhangen van het zomerweer en dito omstandigheden.
Laten we er dan ook het beste van maken.
Railations, 10 juni 2016
Mogelijk heb je het al gemerkt. Je kan het een late lenteschoonmaak noemen, maar feit is dat de rubriekindeling alweer aan herziening toe is. Zo vind je in de keuzebalk bovenaan nu ‘Vestigia’ in de plaats van ‘Viaducten’. Vestigia (= sporen uit het verleden) is in wezen de essentie van Railations en moet nu de verschillende thema’s groeperen waarvoor wij nog geen volwaardige rubriek ontwikkeld hebben, in tegenstelling tot o.m. ‘tunnels’ en ‘spoorwegtracés’. Wat betekent dat ‘Viaducten’ en de spookrubriek ‘Patrimonium’ binnenkort een vast onderdeel worden van ‘Vestigia’. De fotogalerijen blijven uiteraard bestaan, al is hun exacte plaats in dit geheel nog niet helemaal uitgeklaard. Verwacht je dus aan bijkomende aanpassingen in de nabije toekomst. Om het nog wat moeilijker te maken? Welnee, integendeel, want op deze manier maken we komaf met een aantal voorlopige toestanden.
In dezelfde geest voeren we momenteel een andere aanpassing door die niet alleen onze Franstalige bezoekers aanbelangt. Je zult al gemerkt hebben dat we hier en daar aan het experimenteren zijn met tweetalige pagina’s. We trekken dit nu verder door naar onze eerste items (2013-2014) waarvan de lay-out en ook sommige foto’s aan opfrissing toe waren. Meteen de gelegenheid om telkens het fotoaanbod te stroomlijnen én waar mogelijk zelfs uit te breiden, zie o.m. de Citadelle van Namur. Zo krijgen de bezoekers van zo’n pagina nu een volledig overzicht voorgeschoteld, zonder tussendoor te moeten omschakelen naar elders. Wel blijven de ‘grote’ dossiers (Bascoup, Preuswald…) vooralsnog elk hun taalkundige eigenheid behouden, al streven wij ernaar om hier dubbel gebruikte foto’s zoveel mogelijk te vervangen door andere, voor zover beschikbaar. Gelijk laat deze ingreep ons toe het groeiende aantal pagina’s (al meer dan 40) wat overzichtelijker te maken en rationeler te beheren.
Deze ingreep vergt heel wat tijd en energie, maar door het slechte weer en enkele seizoensgebonden (en andere) omstandigheden draait ons verkenningsprogramma momenteel op een laag pitje. Al een geluk dat we de afgelopen tijd een forse reserve hebben opgebouwd, zodat we niet meteen dreigen droog te vallen. Maar wees gerust, ons najaarsschema zijn we nu al aan het plannen. Hopelijk komt er niet te veel meer tussen.
Intussen komt het zomerreces weer in zicht, en schakelen wij dezer dagen over naar vakantiemodus. Een beladen term die weinig anders betekent dan dat ons werkritme enigszins vertraagt en dat er de eerstvolgende maanden geen grote dossiers à la Verviers-Battice voorzien zijn, maar waar je verder weinig last zult van hebben. Ook al is de zomer met zijn weelderige plantengroei niet het meest aangewezen seizoen voor nieuwe ontdekkingen, zijn verrassingen nooit uit te sluiten. Maar zoals steeds zal veel afhangen van het zomerweer en dito omstandigheden.
Laten we er dan ook het beste van maken.
Railations, 10 juni 2016
MEI 2016
Wie nu en dan onze website bezoekt heeft het vast gemerkt. Sinds einde maart verschijnt op de homepagina een korte inforubriek die na ruim een week telkens weer plaats ruimt voor de volgende. De meeste hebben betrekking op verlaten of verdwenen spoorweggebouwen of –kunstwerken, al wordt geen vastomlijnd onderwerp afgebakend. Zo viel eind april de schijnwerper op een nieuwe fietspiste op een al 60 jaar vergeten spoorbedding. De bedoeling van dit alles? Relatief recente thema’s aankaarten, telkens eenmalig geïllustreerd met een al dan niet recente foto uit ons omvangrijke bestand. Gelijk komt dit initiatief in het verlengde van de Vestigia-rubriek die al aardig gestoffeerd raakt en onlangs zelfs ontdubbeld werd, maar waar we qua duiding nog steeds in gebreke bleven. Het is dan ook de bedoeling dat hier nu en dan een foto uit ‘Vestigia’ opduikt, mét duiding.
En daarna? Na verloop verdwijnt het thema van de week niet zomaar uit ons ‘aanbod’, maar verhuist ze naar het “logboek” onderaan de homepagina waar je ze kunt aanklikken. Nogal omslachtig, zul je denken. Maar na enkele kortstondige experimenten met gelegenheidsrubrieken blijven we voorzichtig. Met de vraag hoe lang we dit wekelijkse tempo zullen volhouden, zeker qua redactiewerk. Meteen de reden waarom hier vooralsnog geen Franstalige versie voorzien is – que nos amis francophones ne nous en tiennent pas rigueur. Wie bovendien verder klikt zal meer dan eens terechtkomen bij onze spookrubriek ‘Patrimonium’, die niet eens te vinden is op de keuzebalk. Jawel, een nieuwe hoofdrubriek in wording – of toch in haar kinderschoenen. Ook hier spelen we op veilig om geen te hoge verwachtingen los te weken, wetende dat we graag nog meer hoofdrubrieken zouden opstarten, zij het dan op termijn! We zien dus wel…
Thematisch werd het afgelopen voorjaar volledig gedomineerd door twee grote dossiers waar we al langer op zaten te broeden en waartussen we dan toch, zij het in extremis, nog een derde konden wringen (Hensies-Bernissart). Alleen voor Verviers-Battice is het nog wachten op het slothoofdstuk, maar hiervoor is tijd nodig. Nog wat geduld dus. Tussenin zijn we ons volop aan het beraden over het verdere verloop - niet dat we wanhopig op zoek zijn, gelukkig - maar veeleer over de vraag “welke eerst”, rekening houdend met het verrichte terreinwerk en de beschikbare iconografie (wat ontbreekt nog?), de eventuele cartografie (zo ja, welke?), de omgeving en de historische achtergrond (zijn er twijfelgevallen? hiaten?), e tutti quanti. Momenteel staan twee thema's in de pijplijn: een grensovergang en een buitenlands thema, maar ook andere vragen om een vervolg. En dan hebben we het nog niet eens over een aantal updates en het stilaan dringende nazicht van de layout voor nog steeds een aanzienlijk deel van deze website - deadline: half 2016, weet je nog?
Zullen we maar verder dromen? En nieuwe plannen maken?
Railations, 2 mei 2016
Wie nu en dan onze website bezoekt heeft het vast gemerkt. Sinds einde maart verschijnt op de homepagina een korte inforubriek die na ruim een week telkens weer plaats ruimt voor de volgende. De meeste hebben betrekking op verlaten of verdwenen spoorweggebouwen of –kunstwerken, al wordt geen vastomlijnd onderwerp afgebakend. Zo viel eind april de schijnwerper op een nieuwe fietspiste op een al 60 jaar vergeten spoorbedding. De bedoeling van dit alles? Relatief recente thema’s aankaarten, telkens eenmalig geïllustreerd met een al dan niet recente foto uit ons omvangrijke bestand. Gelijk komt dit initiatief in het verlengde van de Vestigia-rubriek die al aardig gestoffeerd raakt en onlangs zelfs ontdubbeld werd, maar waar we qua duiding nog steeds in gebreke bleven. Het is dan ook de bedoeling dat hier nu en dan een foto uit ‘Vestigia’ opduikt, mét duiding.
En daarna? Na verloop verdwijnt het thema van de week niet zomaar uit ons ‘aanbod’, maar verhuist ze naar het “logboek” onderaan de homepagina waar je ze kunt aanklikken. Nogal omslachtig, zul je denken. Maar na enkele kortstondige experimenten met gelegenheidsrubrieken blijven we voorzichtig. Met de vraag hoe lang we dit wekelijkse tempo zullen volhouden, zeker qua redactiewerk. Meteen de reden waarom hier vooralsnog geen Franstalige versie voorzien is – que nos amis francophones ne nous en tiennent pas rigueur. Wie bovendien verder klikt zal meer dan eens terechtkomen bij onze spookrubriek ‘Patrimonium’, die niet eens te vinden is op de keuzebalk. Jawel, een nieuwe hoofdrubriek in wording – of toch in haar kinderschoenen. Ook hier spelen we op veilig om geen te hoge verwachtingen los te weken, wetende dat we graag nog meer hoofdrubrieken zouden opstarten, zij het dan op termijn! We zien dus wel…
Thematisch werd het afgelopen voorjaar volledig gedomineerd door twee grote dossiers waar we al langer op zaten te broeden en waartussen we dan toch, zij het in extremis, nog een derde konden wringen (Hensies-Bernissart). Alleen voor Verviers-Battice is het nog wachten op het slothoofdstuk, maar hiervoor is tijd nodig. Nog wat geduld dus. Tussenin zijn we ons volop aan het beraden over het verdere verloop - niet dat we wanhopig op zoek zijn, gelukkig - maar veeleer over de vraag “welke eerst”, rekening houdend met het verrichte terreinwerk en de beschikbare iconografie (wat ontbreekt nog?), de eventuele cartografie (zo ja, welke?), de omgeving en de historische achtergrond (zijn er twijfelgevallen? hiaten?), e tutti quanti. Momenteel staan twee thema's in de pijplijn: een grensovergang en een buitenlands thema, maar ook andere vragen om een vervolg. En dan hebben we het nog niet eens over een aantal updates en het stilaan dringende nazicht van de layout voor nog steeds een aanzienlijk deel van deze website - deadline: half 2016, weet je nog?
Zullen we maar verder dromen? En nieuwe plannen maken?
Railations, 2 mei 2016
APRIL 2016
Hoe geloofwaardig is Railations?
Meer dan één zal zich deze vraag al gesteld hebben, zeker wanneer bepaalde elementen uit onze dossiers niet in overeenstemming blijken met vrij algemeen aanvaarde gegevens, laat staan in tegenspraak ermee.
Laten we eerst onderscheid maken tussen de verschillende onderzoeksdomeinen, ook al staan ze doorgaans in nauw verband met elkaar: het historische aspect, de exploitatie – inclusief rollend materieel, de specifieke spoorinfrastructuur, maar ook het spoorwegtracé zelf. En dan hebben we het nog niet over de politieke, industriële, bedrijfs-, personeels-, bevolkings- en andere aspecten die hiermee verbonden zijn.
Het is intussen wel duidelijk dat Railations zich in essentie toelegt op het spoorwegtracé en de topografie, maar ook de ruimere omgeving waarin deze ingebed is. Vooral de twee eerste komen in tal van publicaties en op websites slechts oppervlakkig of heel zijdelings aan bod, maar vaak ook helemaal niet. Vandaar onze ambitie om deze leemte waar nodig en waar mogelijk enigszins op te vullen. Onvermijdelijk komt het historische aspect hier ook bij kijken, maar veeleer ter aanvulling en vooral om een aantal toestanden en evoluties te duiden.
Niet onbelangrijk: wij zijn geen historici maar terreinmensen. Vandaar ook dat wij focussen op de toestand ter plaatse, voor zover dit na zoveel jaren nog mogelijk is. Voor historisch onderzoek in bibliotheken en archieven hebben wij niet de middelen, en genoeg (vrije) tijd ook al niet. Toch zullen we die archieven en publicaties waarop wij de hand kunnen leggen grondig uitpluizen en zoveel mogelijk aanwenden, maar niet blindelings. Het specifieke van onze werkwijze is immers de toetsing aan de beschikbare terrein- en cartografische gegevens. Te meer daar we in de regel niet kritisch genoeg kunnen zijn met de waterval aan gegevens die vooral via het internet op ons worden losgelaten.
Neem nu de openings- en sluitingsdata van spoorlijnen. Deze kunnen van bron tot bron of van bestand tot bestand nogal verschillen naargelang het gaat om de oplevering, de officiële inhuldiging, de eerste (of laatste) reizigers- en/of –goederentrein, de laatste exploitatiedag, de officiële of effectieve buitendienststelling, enz. Zo circuleren voor de stopzetting van de reizigersdienst op het lijntje naar Bernissart maar liefst drie verschillende data. En dan hebben we het nog niet eens over de lijnnummers, een (heel) specifiek domein met heel wat misverstanden en onjuistheden, zij het met hier en daar ook nogal wat verwarring als gevolg van latere hernummeringen.
Maar ook op het terrein is niet alles even duidelijk of eenduidig. Een opgehoogde berm of een holle weg die men verwart met de verdwenen spoorzate daar vlakbij, een brugruïne op een ongewone plek, of nog een dienstwoning in pure staatsstijl (“style Etat”) die ten onrechte wordt aanzien als een oud station, voorbeelden genoeg. Voor zover de toegepaste schaal groot genoeg is levert een topografische kaart uit de betrokken periode doorgaans voldoende uitsluitsel, al mag men niet vergeten dat deze documenten in feite getekende versies zijn op basis van luchtfoto’s, zelf vatbaar voor enige interpretatie door de toenmalige onderzoekers op het terrein. Weliswaar kan eigen terreinonderzoek veel aantonen of verklaren, maar het is zeker niet onfeilbaar. Toch valt deze werkwijze veruit te verkiezen boven het zich blindelings vastklampen aan documenten en archieven, hoe betrouwbaar ook.
Geen eenvoudige klus dus, en dit verklaart allicht tal van uiteenlopende interpretaties die her en der circuleren, te meer daar men hiervoor elk jaar wat verder in het verleden moet gaan grasduinen. Hoe dan ook, de dossiers die je op Railations kunt raadplegen zijn pas tot stand gekomen na grondig onderzoek, vooral maar niet uitsluitend ter plaatse. Enkel wanneer we zoveel mogelijk elementen op een rij hebben kunnen we met grote zekerheid verdergaan. Neen, onfeilbaar zijn we zeker niet, en er kan altijd nog een addertje door het gras sluipen. Ons daar met overtuigende argumenten attent op maken zullen wij zeker en in dank aanvaarden.
Railations, 5 april 2016
Hoe geloofwaardig is Railations?
Meer dan één zal zich deze vraag al gesteld hebben, zeker wanneer bepaalde elementen uit onze dossiers niet in overeenstemming blijken met vrij algemeen aanvaarde gegevens, laat staan in tegenspraak ermee.
Laten we eerst onderscheid maken tussen de verschillende onderzoeksdomeinen, ook al staan ze doorgaans in nauw verband met elkaar: het historische aspect, de exploitatie – inclusief rollend materieel, de specifieke spoorinfrastructuur, maar ook het spoorwegtracé zelf. En dan hebben we het nog niet over de politieke, industriële, bedrijfs-, personeels-, bevolkings- en andere aspecten die hiermee verbonden zijn.
Het is intussen wel duidelijk dat Railations zich in essentie toelegt op het spoorwegtracé en de topografie, maar ook de ruimere omgeving waarin deze ingebed is. Vooral de twee eerste komen in tal van publicaties en op websites slechts oppervlakkig of heel zijdelings aan bod, maar vaak ook helemaal niet. Vandaar onze ambitie om deze leemte waar nodig en waar mogelijk enigszins op te vullen. Onvermijdelijk komt het historische aspect hier ook bij kijken, maar veeleer ter aanvulling en vooral om een aantal toestanden en evoluties te duiden.
Niet onbelangrijk: wij zijn geen historici maar terreinmensen. Vandaar ook dat wij focussen op de toestand ter plaatse, voor zover dit na zoveel jaren nog mogelijk is. Voor historisch onderzoek in bibliotheken en archieven hebben wij niet de middelen, en genoeg (vrije) tijd ook al niet. Toch zullen we die archieven en publicaties waarop wij de hand kunnen leggen grondig uitpluizen en zoveel mogelijk aanwenden, maar niet blindelings. Het specifieke van onze werkwijze is immers de toetsing aan de beschikbare terrein- en cartografische gegevens. Te meer daar we in de regel niet kritisch genoeg kunnen zijn met de waterval aan gegevens die vooral via het internet op ons worden losgelaten.
Neem nu de openings- en sluitingsdata van spoorlijnen. Deze kunnen van bron tot bron of van bestand tot bestand nogal verschillen naargelang het gaat om de oplevering, de officiële inhuldiging, de eerste (of laatste) reizigers- en/of –goederentrein, de laatste exploitatiedag, de officiële of effectieve buitendienststelling, enz. Zo circuleren voor de stopzetting van de reizigersdienst op het lijntje naar Bernissart maar liefst drie verschillende data. En dan hebben we het nog niet eens over de lijnnummers, een (heel) specifiek domein met heel wat misverstanden en onjuistheden, zij het met hier en daar ook nogal wat verwarring als gevolg van latere hernummeringen.
Maar ook op het terrein is niet alles even duidelijk of eenduidig. Een opgehoogde berm of een holle weg die men verwart met de verdwenen spoorzate daar vlakbij, een brugruïne op een ongewone plek, of nog een dienstwoning in pure staatsstijl (“style Etat”) die ten onrechte wordt aanzien als een oud station, voorbeelden genoeg. Voor zover de toegepaste schaal groot genoeg is levert een topografische kaart uit de betrokken periode doorgaans voldoende uitsluitsel, al mag men niet vergeten dat deze documenten in feite getekende versies zijn op basis van luchtfoto’s, zelf vatbaar voor enige interpretatie door de toenmalige onderzoekers op het terrein. Weliswaar kan eigen terreinonderzoek veel aantonen of verklaren, maar het is zeker niet onfeilbaar. Toch valt deze werkwijze veruit te verkiezen boven het zich blindelings vastklampen aan documenten en archieven, hoe betrouwbaar ook.
Geen eenvoudige klus dus, en dit verklaart allicht tal van uiteenlopende interpretaties die her en der circuleren, te meer daar men hiervoor elk jaar wat verder in het verleden moet gaan grasduinen. Hoe dan ook, de dossiers die je op Railations kunt raadplegen zijn pas tot stand gekomen na grondig onderzoek, vooral maar niet uitsluitend ter plaatse. Enkel wanneer we zoveel mogelijk elementen op een rij hebben kunnen we met grote zekerheid verdergaan. Neen, onfeilbaar zijn we zeker niet, en er kan altijd nog een addertje door het gras sluipen. Ons daar met overtuigende argumenten attent op maken zullen wij zeker en in dank aanvaarden.
Railations, 5 april 2016
MAART 2016
Op zoek in ons archief naar een geschikte foto voor de maand februari vielen we onverwacht op een 40 jaar oude fotoreeks in de westelijke uithoek van Henegouwen, waar de laatste kolenmijn van de Borinage toen op het punt stond te sluiten. Een uitgelezen gelegenheid die we niet zomaar aan ons konden laten voorbijgaan, te meer daar de combinatie spoorweg-kolenmijn-kanaal voor Railations meteen de deur openzet naar een verbreding van zijn horizon naar andere restanten van het industriële verleden. Een optie die we trouwens vanaf het begin ingecalculeerd maar nog niet opgestart hadden, tenzij dan in onze fotogalerij ‘Vestigia’, maar dat was je allicht al opgevallen. Nu ja, dat ‘opstarten’ zal de eerstkomende weken/ maanden wellicht dichtbij een vrome intentie blijven, rekening gehouden met al die andere dossiers die nog lang niet voltooid zijn. Voor Verviers-Battice, waarvan we zopas het koninginnenstuk (tot Dison) hebben afgewerkt, lassen we een pauze in die ons moet toelaten om in andere dossiers wat vooruitgang te boeken, zeker voor westelijk Henegouwen, met 31 maart – laatste dag van de toenmalige mijnexploitatie – als deadline. In dat andere dossier, Nivelles-Virginal, hebben we dan wel het eindpunt Braine-le-Comte bereikt. Maar op de zijtak naar Rebecq blijkt Hennuyères veel meer in zijn mars te hebben dan alleen maar die voormalige buurtspoorlijn, zodat we ons nu opmaken voor een nevendossier ter zake.
En verder? Traag maar gestaag hebben we onze fotogalerij ‘Vestigia’ verder opgebouwd, evenwel zonder de aanvankelijk beloofde duiding bij al dat fraais. Zopas echter hebben we alle foto’s van verlaten spoorbruggen en -viaducten overgeheveld naar ‘Viaducten’, een logische stap naar de verdere uitbouw van deze ietwat achtergestelde rubriek. Anderzijds heeft de recente actualiteit ons doen afzien van het plan om nog deze winter de voormalige grensovergangen op de Vlaams-Franse grens (Adinkerke, Komen, Menen e.a.) onder de loupe te nemen, zodat we noodgedwongen opnieuw uitkijken naar de andere kant van het land.
Maar ook inhoudelijk scheert Railations weleens rakelings langs zijn eigen grenzen. Onlangs nog in het dossier Nivelles-Soignies – die nooit afgewerkte buurtlijn – toen we heel toevallig langs het kanaal bij Arquennes, een eind voorbij La Rocq, alweer zo’n buurtspoorwegbrug aantroffen. Of toch een brug uit exact hetzelfde materiaal en met precies dezelfde bouwkenmerken, zij het een stuk breder gezien de doortocht van een smalle lokale weg op diezelfde plek. Meteen probeerde onze informant aldaar dit op alle mogelijke manieren uit ons hoofd te praten, al kregen we van zijn 'argumenten' niet eens een glimp te zien. Wat nu? Naast cartografische bronnen werkt Railations in essentie op het terrein. Voor ons is deze brug met buurtspoorwegallure dan ook een heel concreet gegeven. Verder willen we echter niet gaan, te meer daar we moeten vaststellen dat sommige plannen voor deze buurtlijn elkaar tegenspreken. Aan allerhande theorieën en speculaties heeft niemand van ons een boodschap. Verdere discussies over wat wel of niet had kunnen zijn laten we dan liever over aan historici en zelfverklaarde ‘specialisten’ ter zake.
Het is maar dat je het weet.
Railations, 7 maart 2016
Op zoek in ons archief naar een geschikte foto voor de maand februari vielen we onverwacht op een 40 jaar oude fotoreeks in de westelijke uithoek van Henegouwen, waar de laatste kolenmijn van de Borinage toen op het punt stond te sluiten. Een uitgelezen gelegenheid die we niet zomaar aan ons konden laten voorbijgaan, te meer daar de combinatie spoorweg-kolenmijn-kanaal voor Railations meteen de deur openzet naar een verbreding van zijn horizon naar andere restanten van het industriële verleden. Een optie die we trouwens vanaf het begin ingecalculeerd maar nog niet opgestart hadden, tenzij dan in onze fotogalerij ‘Vestigia’, maar dat was je allicht al opgevallen. Nu ja, dat ‘opstarten’ zal de eerstkomende weken/ maanden wellicht dichtbij een vrome intentie blijven, rekening gehouden met al die andere dossiers die nog lang niet voltooid zijn. Voor Verviers-Battice, waarvan we zopas het koninginnenstuk (tot Dison) hebben afgewerkt, lassen we een pauze in die ons moet toelaten om in andere dossiers wat vooruitgang te boeken, zeker voor westelijk Henegouwen, met 31 maart – laatste dag van de toenmalige mijnexploitatie – als deadline. In dat andere dossier, Nivelles-Virginal, hebben we dan wel het eindpunt Braine-le-Comte bereikt. Maar op de zijtak naar Rebecq blijkt Hennuyères veel meer in zijn mars te hebben dan alleen maar die voormalige buurtspoorlijn, zodat we ons nu opmaken voor een nevendossier ter zake.
En verder? Traag maar gestaag hebben we onze fotogalerij ‘Vestigia’ verder opgebouwd, evenwel zonder de aanvankelijk beloofde duiding bij al dat fraais. Zopas echter hebben we alle foto’s van verlaten spoorbruggen en -viaducten overgeheveld naar ‘Viaducten’, een logische stap naar de verdere uitbouw van deze ietwat achtergestelde rubriek. Anderzijds heeft de recente actualiteit ons doen afzien van het plan om nog deze winter de voormalige grensovergangen op de Vlaams-Franse grens (Adinkerke, Komen, Menen e.a.) onder de loupe te nemen, zodat we noodgedwongen opnieuw uitkijken naar de andere kant van het land.
Maar ook inhoudelijk scheert Railations weleens rakelings langs zijn eigen grenzen. Onlangs nog in het dossier Nivelles-Soignies – die nooit afgewerkte buurtlijn – toen we heel toevallig langs het kanaal bij Arquennes, een eind voorbij La Rocq, alweer zo’n buurtspoorwegbrug aantroffen. Of toch een brug uit exact hetzelfde materiaal en met precies dezelfde bouwkenmerken, zij het een stuk breder gezien de doortocht van een smalle lokale weg op diezelfde plek. Meteen probeerde onze informant aldaar dit op alle mogelijke manieren uit ons hoofd te praten, al kregen we van zijn 'argumenten' niet eens een glimp te zien. Wat nu? Naast cartografische bronnen werkt Railations in essentie op het terrein. Voor ons is deze brug met buurtspoorwegallure dan ook een heel concreet gegeven. Verder willen we echter niet gaan, te meer daar we moeten vaststellen dat sommige plannen voor deze buurtlijn elkaar tegenspreken. Aan allerhande theorieën en speculaties heeft niemand van ons een boodschap. Verdere discussies over wat wel of niet had kunnen zijn laten we dan liever over aan historici en zelfverklaarde ‘specialisten’ ter zake.
Het is maar dat je het weet.
Railations, 7 maart 2016
JANUARI 2016
“Terwijl er nog volop gewerkt wordt aan de reconstructie van het tracé van de spoorlijn Verviers-Battice…” schreven we op 29 december, hooguit één week geleden. Wisten wij veel dat amper één dag later, toen we op datzelfde tracé de laatste ‘checks’ gingen verrichten na onze ontdekkingen van 14 december we alweer enkele nieuwe ervaringen rijker zouden zijn.
En zo is dit wel heel bijzondere dossier dat we al twee jaar lang voor ons uitschoven, niet in het minst wegens meerdere onduidelijkheden, plots in een stroomversnelling geraakt. Bijzonder, omdat de bouw van de autoweg op het verlaten spoorwegtracé deze in de loop van de jaren 60 haast volledig van de kaart heeft geveegd, zo klinkt alvast de gangbare mening. Toch hadden wij na eerdere bezoeken aan dit tracé, vooral tussen Lambermont en Dison, al mogen vaststellen dat hier wellicht meer te vinden moest zijn. Vergeefse opzoekingen en enkele teleurstellingen, dat wel, maar ook meerdere vondsten. Maar gelijk hadden we al de Preuswaldroute aangepakt, in dezelfde regio nog wel. En nu we er dan toch aan begonnen zijn volgt de ene ‘vondst’ (of hoe je dat wilt noemen) op de andere. Neen, geen opgravingen of technologische hoogstandjes. Gewoon de topografische kaarten en de beschikbare foto’s grondig bestuderen. Dan het terrein op en goed uitkijken, vaak op plaatsen waar dagelijks vele honderden mensen passeren, zij het zonder daar oog voor te hebben - wat wil je, een halve eeuw later! Mirakels waren er niet, verrassingen des te meer. En wat ons tunneldossier van de provincie Liège/Luik gewoon moest afsluiten is nu uitgegroeid tot een apart dossier dat een eigen leven is gaan leiden. Wat het uiteindelijk zal worden zul je beslist in de loop van de eerstkomende weken (of maanden) kunnen ontdekken.
Begrijpelijk dat andere 'grote' dossiers intussen opgeschoven worden of enige vertraging oplopen, niet in het minst het vervolg van de buurtspoorweglijn voorbij Virginal – zelf zo’n dossier waar veel opzoekings- en terreinwerk in gekropen is. Ook op een paar nieuwe projecten zul je nog even moeten wachten, al loert hier eveneens het gevaar om de hoek van te veel hooi op de vork... enz., het refrein is intussen gekend.
Al goed dat we geen deadlines instellen en verder vermijden al te concrete, laat staan loze beloftes te doen.
Dit gezegd zijnde wensen wij je een nieuw jaar vol mysterie en avontuur toe – de nieuwe ontdekkingen volgen mogelijk vanzelf, wie weet…
Railations, 6 januari 2016
“Terwijl er nog volop gewerkt wordt aan de reconstructie van het tracé van de spoorlijn Verviers-Battice…” schreven we op 29 december, hooguit één week geleden. Wisten wij veel dat amper één dag later, toen we op datzelfde tracé de laatste ‘checks’ gingen verrichten na onze ontdekkingen van 14 december we alweer enkele nieuwe ervaringen rijker zouden zijn.
En zo is dit wel heel bijzondere dossier dat we al twee jaar lang voor ons uitschoven, niet in het minst wegens meerdere onduidelijkheden, plots in een stroomversnelling geraakt. Bijzonder, omdat de bouw van de autoweg op het verlaten spoorwegtracé deze in de loop van de jaren 60 haast volledig van de kaart heeft geveegd, zo klinkt alvast de gangbare mening. Toch hadden wij na eerdere bezoeken aan dit tracé, vooral tussen Lambermont en Dison, al mogen vaststellen dat hier wellicht meer te vinden moest zijn. Vergeefse opzoekingen en enkele teleurstellingen, dat wel, maar ook meerdere vondsten. Maar gelijk hadden we al de Preuswaldroute aangepakt, in dezelfde regio nog wel. En nu we er dan toch aan begonnen zijn volgt de ene ‘vondst’ (of hoe je dat wilt noemen) op de andere. Neen, geen opgravingen of technologische hoogstandjes. Gewoon de topografische kaarten en de beschikbare foto’s grondig bestuderen. Dan het terrein op en goed uitkijken, vaak op plaatsen waar dagelijks vele honderden mensen passeren, zij het zonder daar oog voor te hebben - wat wil je, een halve eeuw later! Mirakels waren er niet, verrassingen des te meer. En wat ons tunneldossier van de provincie Liège/Luik gewoon moest afsluiten is nu uitgegroeid tot een apart dossier dat een eigen leven is gaan leiden. Wat het uiteindelijk zal worden zul je beslist in de loop van de eerstkomende weken (of maanden) kunnen ontdekken.
Begrijpelijk dat andere 'grote' dossiers intussen opgeschoven worden of enige vertraging oplopen, niet in het minst het vervolg van de buurtspoorweglijn voorbij Virginal – zelf zo’n dossier waar veel opzoekings- en terreinwerk in gekropen is. Ook op een paar nieuwe projecten zul je nog even moeten wachten, al loert hier eveneens het gevaar om de hoek van te veel hooi op de vork... enz., het refrein is intussen gekend.
Al goed dat we geen deadlines instellen en verder vermijden al te concrete, laat staan loze beloftes te doen.
Dit gezegd zijnde wensen wij je een nieuw jaar vol mysterie en avontuur toe – de nieuwe ontdekkingen volgen mogelijk vanzelf, wie weet…
Railations, 6 januari 2016
BALANS
Naar jaarlijkse gewoonte is deze 30 november het uitgelezen moment om onze onthaalpagina wat op te frissen en gelijk drie kaarsjes uit te blazen voor Railations. En ons meteen aan een eerste balans te wagen. Met als eerste vaststelling dat ons allereerste project, de afgedankte spoorweg-tunnels van België, bijna rond is. Waarom het voor de laatste zes tunnels zo blijft aanslepen? Daar zijn redenen voor, daar niet van, maar wees gerust: wij hebben de meeste elementen, inclusief hun exacte locatie. Wel ontbreken nog concrete gegevens (vooral beelden) over een aantal tunnelportalen. Daar blijven op wachten heeft echter weinig zin, en daar maken we dus de volgende tijd ons werk van.
Ons tweede project, de verdwenen grensovergangen met de buurlanden, is bijna halfweg. Van de in 2015 uitgebrachte vier nieuwe items waren er twee met een omstandig dossier (Weelde en de Preuswaldroute). Dit langlopende project wordt in 2016 gestaag voortgezet, zij het in functie van verdere prospectie ter plaatse. Het ‘Pays Noir’ dan. Na een behoorlijk forse start in 2013 kwam er in 2014 het uitgebreide dossier La Louvière-Bascoup bij, gevolgd door Courcelles-Jumet in 2015. Voor nieuwe dossiers is het nog te vroeg, ook al beschikken we nu al over voldoende documentatie, gewoon omdat we onze thema’s geografisch wat willen spreiden.
Dat bij dit alles het Vlaamse gewest er nogal bekaaid vanaf komt, daar zijn we ons terdege van bewust. Maar in dit landsdeel zijn nu eenmaal veel minder spoorwegrelicten terug te vinden dan in regio’s met een meer uitgesproken reliëf. En dan het buitenland. Een tweetal dossiers per jaar kan voor menigeen behoorlijk zwak overkomen. Maar ook hier moeten we qua tijd en middelen roeien met de riemen die we hebben. Anderzijds zoeken we veeleer naar items die alhier weinig of niet gekend zijn, of totnogtoe niet zoveel aandacht kregen, zeker op het vlak van verlaten infrastructuur.
Tussenin kwamen al heel wat verlaten tracés aan bod, met absolute voorkeur voor niet-geasfalteerde of gedeeltelijk verdwenen beddingen, het liefst met de nodige kunstwerken erbij, of toch hun overblijfselen. Opvallend hierbij zijn verschillende buurtspoorwegtracés met een grotendeels eigen bedding. Meer dan eens worden de buurtlijnen niet als ‘vol’ aanzien of gewoon terzijde gelaten omdat het “toch maar tramlijnen” zouden zijn. Geheel onterecht! Want hier zijn evengoed verlaten tracés terug te vinden, meer dan eens met interessante relicten – zoals rond Bohan en Virginal. Overigens zijn in het buitenland tal van (bijna)metersporige lijnen evengoed volwaardige spoorwegen, denk maar aan Zwitserland, en ook Italië.
En onze hoofdthema’s? Van de eind 2012/begin 2013 opgestarte rubrieken zijn er inmiddels al een paar gesneuveld. ‘Mysteries’ en ‘Spookbeddingen’ werden vroegtijdig ten grave gedragen en hun content herverdeeld over andere thema’s. Zo kwam ‘Hermanmont’ terecht bij de (nieuwe) rubriek ‘Bruggen en Viaducten’, ook al kunnen we deze laatste bezwaarlijk een vliegende start toeschrijven. Andere probeersels, zoals ‘Onderweg’, hielden het niet lang uit. Onze ‘Foto van de maand’ daarentegen is nu al ruim twee jaar online. Daarnaast moet onze jongste telg, de fotogalerij ‘Vestigia’, na een vliegende start de voorbije zomer nog verder worden uitgebouwd, ook al wordt ze gestaag aangevuld. Maar alleen fotootjes, mooi op een rij, daar moet toch iets méér mee gebeuren. En dus gaan we daar de komende tijd verder aan sleutelen.
En wat brengt het volgende werkjaar? Gewoontegetrouw gaan we daar geen concreet antwoord op geven. Niet dat we hierover in het ongewisse zitten, wel integendeel. Hier ligt nog genoeg op verdere verwerking én publicatie te wachten, maar – het refrein is gekend – tijd, middelen, omstandigheden… enz. Een tipje van de sluier dan? Aanvulling en/of afwerking van de lopende dossiers (tunnels, viaducten…), enkele nieuwe grensovergangen en buitenlandse items, op tijd en stond bijkomende ‘Vestigia’, en tussendoor wat nieuwe thema’s in functie van gelegenheid en/of omstandigheden. Het meeste kon je trouwens al zelf afleiden uit het overzicht hierboven. Wees echter gerust: wij zijn nog lang niet aan het eind van ons latijn. Zo zijn we tussendoor ook al aan het uitkijken naar een nieuwe rubriek.
Of we niet wat overmoedig worden? Dat zal de toekomst wel uitwijzen.
Terloops nog dit. Hopelijk heb je al gemerkt dat een groot aantal dossiers 'hertekend' werd, sommige van hen nogal grondig. Op die manier hebben wij het jongste halfjaar al het grootste deel van ons 'aanbod' onder handen kunnen nemen. Ook de Franstalige versies (vaak met andere foto's!) worden een voor een aangepakt, zij het met wat vertraging op de oorspronkelijke pagina's. Deze algemene herziening van onze website zal vermoedelijk halfweg 2016 zijn beslag krijgen.
Tot zolang zal hier nog een en ander bijgesteld of afgerond worden.
Railations, 30 november 2015
Naar jaarlijkse gewoonte is deze 30 november het uitgelezen moment om onze onthaalpagina wat op te frissen en gelijk drie kaarsjes uit te blazen voor Railations. En ons meteen aan een eerste balans te wagen. Met als eerste vaststelling dat ons allereerste project, de afgedankte spoorweg-tunnels van België, bijna rond is. Waarom het voor de laatste zes tunnels zo blijft aanslepen? Daar zijn redenen voor, daar niet van, maar wees gerust: wij hebben de meeste elementen, inclusief hun exacte locatie. Wel ontbreken nog concrete gegevens (vooral beelden) over een aantal tunnelportalen. Daar blijven op wachten heeft echter weinig zin, en daar maken we dus de volgende tijd ons werk van.
Ons tweede project, de verdwenen grensovergangen met de buurlanden, is bijna halfweg. Van de in 2015 uitgebrachte vier nieuwe items waren er twee met een omstandig dossier (Weelde en de Preuswaldroute). Dit langlopende project wordt in 2016 gestaag voortgezet, zij het in functie van verdere prospectie ter plaatse. Het ‘Pays Noir’ dan. Na een behoorlijk forse start in 2013 kwam er in 2014 het uitgebreide dossier La Louvière-Bascoup bij, gevolgd door Courcelles-Jumet in 2015. Voor nieuwe dossiers is het nog te vroeg, ook al beschikken we nu al over voldoende documentatie, gewoon omdat we onze thema’s geografisch wat willen spreiden.
Dat bij dit alles het Vlaamse gewest er nogal bekaaid vanaf komt, daar zijn we ons terdege van bewust. Maar in dit landsdeel zijn nu eenmaal veel minder spoorwegrelicten terug te vinden dan in regio’s met een meer uitgesproken reliëf. En dan het buitenland. Een tweetal dossiers per jaar kan voor menigeen behoorlijk zwak overkomen. Maar ook hier moeten we qua tijd en middelen roeien met de riemen die we hebben. Anderzijds zoeken we veeleer naar items die alhier weinig of niet gekend zijn, of totnogtoe niet zoveel aandacht kregen, zeker op het vlak van verlaten infrastructuur.
Tussenin kwamen al heel wat verlaten tracés aan bod, met absolute voorkeur voor niet-geasfalteerde of gedeeltelijk verdwenen beddingen, het liefst met de nodige kunstwerken erbij, of toch hun overblijfselen. Opvallend hierbij zijn verschillende buurtspoorwegtracés met een grotendeels eigen bedding. Meer dan eens worden de buurtlijnen niet als ‘vol’ aanzien of gewoon terzijde gelaten omdat het “toch maar tramlijnen” zouden zijn. Geheel onterecht! Want hier zijn evengoed verlaten tracés terug te vinden, meer dan eens met interessante relicten – zoals rond Bohan en Virginal. Overigens zijn in het buitenland tal van (bijna)metersporige lijnen evengoed volwaardige spoorwegen, denk maar aan Zwitserland, en ook Italië.
En onze hoofdthema’s? Van de eind 2012/begin 2013 opgestarte rubrieken zijn er inmiddels al een paar gesneuveld. ‘Mysteries’ en ‘Spookbeddingen’ werden vroegtijdig ten grave gedragen en hun content herverdeeld over andere thema’s. Zo kwam ‘Hermanmont’ terecht bij de (nieuwe) rubriek ‘Bruggen en Viaducten’, ook al kunnen we deze laatste bezwaarlijk een vliegende start toeschrijven. Andere probeersels, zoals ‘Onderweg’, hielden het niet lang uit. Onze ‘Foto van de maand’ daarentegen is nu al ruim twee jaar online. Daarnaast moet onze jongste telg, de fotogalerij ‘Vestigia’, na een vliegende start de voorbije zomer nog verder worden uitgebouwd, ook al wordt ze gestaag aangevuld. Maar alleen fotootjes, mooi op een rij, daar moet toch iets méér mee gebeuren. En dus gaan we daar de komende tijd verder aan sleutelen.
En wat brengt het volgende werkjaar? Gewoontegetrouw gaan we daar geen concreet antwoord op geven. Niet dat we hierover in het ongewisse zitten, wel integendeel. Hier ligt nog genoeg op verdere verwerking én publicatie te wachten, maar – het refrein is gekend – tijd, middelen, omstandigheden… enz. Een tipje van de sluier dan? Aanvulling en/of afwerking van de lopende dossiers (tunnels, viaducten…), enkele nieuwe grensovergangen en buitenlandse items, op tijd en stond bijkomende ‘Vestigia’, en tussendoor wat nieuwe thema’s in functie van gelegenheid en/of omstandigheden. Het meeste kon je trouwens al zelf afleiden uit het overzicht hierboven. Wees echter gerust: wij zijn nog lang niet aan het eind van ons latijn. Zo zijn we tussendoor ook al aan het uitkijken naar een nieuwe rubriek.
Of we niet wat overmoedig worden? Dat zal de toekomst wel uitwijzen.
Terloops nog dit. Hopelijk heb je al gemerkt dat een groot aantal dossiers 'hertekend' werd, sommige van hen nogal grondig. Op die manier hebben wij het jongste halfjaar al het grootste deel van ons 'aanbod' onder handen kunnen nemen. Ook de Franstalige versies (vaak met andere foto's!) worden een voor een aangepakt, zij het met wat vertraging op de oorspronkelijke pagina's. Deze algemene herziening van onze website zal vermoedelijk halfweg 2016 zijn beslag krijgen.
Tot zolang zal hier nog een en ander bijgesteld of afgerond worden.
Railations, 30 november 2015
SEPTEMBER 2015
Terwijl wij, nog wat suf van het afgelopen zomerreces, stilaan de draad weer opnemen en ons aan het werk zetten ter voorbereiding van ons volgende dossier, stoten we alweer op zo’n algemeen verspreide maar verwrongen “waarheid”. Ditmaal in verband met de langste maar thans verlaten spoorwegtunnel van het Groothertogdom Luxemburg, meer bepaald met de naam die nogal vaak aan deze tunnel wordt gegeven (‘Wilwerdange’). Niet meteen wereldschokkend, maar toch het aanhalen waard, omdat elders voor hetzelfde geld soms aanzienlijke blunders worden bedreven. Verkeerde lijnnummers (vb. 120 vs. 122) zitten in hetzelfde schuitje: voer voor een handvol freaks, dat wel, maar wel een symptoom van een dieper liggende en wijd verspreide kwaal die met de komst van het internet gigantische proporties heeft aangenomen. Denken we maar aan al die thesissen (en zelfs doctoraten) die naderhand klakkeloos en te vaak kritiekloos overgenomen bleken van andere publicaties. Alle verhoudingen in acht genomen blijkt iets gelijkaardigs te gebeuren in het wereldje van spoorwegfreaks en hun aanverwanten (zoals wij). Het volstaat dat op een goed gedocumenteerde en/of mooi geïllustreerde website een verkeerde naam van de landkaart wordt gehaald (vb. Linglé) of haast iedereen loopt daar vanaf dan mee weg - in dit geval voor de tunnel van Mortehan aan de Semois. En al ligt de essentie van Railations nu eenmaal elders dan bij al dan niet verkeerde namen of lijnnummers nopen dergelijke toestanden ons eens te meer tot elementaire voorzichtigheid, niet in het minst t.o.v. de talrijke externe bronnen die wij raadplegen tijdens de opstelling van onze dossiers. Het is niet omdat in verschillende teksten hetzelfde staat (of beweerd wordt) dat dit per definitie ook correct is, denken we maar aan de Chic-Chactunnels of nog de ‘ingekorte’ tunnel van Fraipont. Toch hebben wij vaak genoeg weinig keuze, tenzij… tenzij onze ‘terreinbronnen’ dit formeel tegenspreken: topografische kaarten, fotografische documenten, luchtfoto’s, terreinonderzoek, en dies meer. Desondanks is Railations niet immuun voor uitschuivers. De enkele die ons reeds te beurt vielen hebben wij telkens rechtgezet. En de andere? Tja… Daarom ook is in dit verband elke onderbouwde tip zeker welkom!
En verder? Terwijl de weerkundige herfst haast ongemerkt zijn intrede deed slaagde Railations er uiteindelijk toch in zich uit zijn zomerslaap los te werken. In afwachting van de bladerval - hopelijk een stuk vroeger dan einde november – en een aantal daaropvolgende verkenningen hebben we enkele dossiers van onder het stof gehaald om er de komende weken/maanden eindelijk eens werk van te maken. Daarnaast staat ook de verdere uitbouw van Vestigia op de agenda. Deze nieuwe fotogalerij wordt stelselmatig verder aangevuld met foto’s uit 2014, later ook 2013 en vroeger, maar ook nog met (nieuwe) foto’s van het lopende jaar. Wel zullen binnenkort sommige foto’s weer 'verdwijnen' telkens wanneer ze elders worden opgenomen. Meer dan één is immers de voorbode van nieuwe dossiers, en je vindt ze daar later in terug. Heel wat foto’s, hoe waardevol ook, zullen echter eenzaten blijven, gewoon omdat we niet voldoende elementen (of genoeg tijd) hebben om daar een heel dossier over te brouwen. Daarom gaan we voor de meeste van hen een ‘steekkaart’ opstellen met summiere informatie – in dezelfde trant als de ‘foto van de maand’ en de inmiddels afgevoerde rubriek ‘onderweg’ – die dan in bijlage komt bij onze Vestigia-pagina. Omdat onze dossiers nu eenmaal voorrang genieten zullen deze ‘steekkaarten’ slechts nu en dan verschijnen, al naargelang de tijd die ons zal resten.
Tot zolang, en ook daarna, wensen wij je een heerlijk najaar vol mysterie, avontuur en… nieuwe ontdekkingen!
Railations, 12 september 2015
Terwijl wij, nog wat suf van het afgelopen zomerreces, stilaan de draad weer opnemen en ons aan het werk zetten ter voorbereiding van ons volgende dossier, stoten we alweer op zo’n algemeen verspreide maar verwrongen “waarheid”. Ditmaal in verband met de langste maar thans verlaten spoorwegtunnel van het Groothertogdom Luxemburg, meer bepaald met de naam die nogal vaak aan deze tunnel wordt gegeven (‘Wilwerdange’). Niet meteen wereldschokkend, maar toch het aanhalen waard, omdat elders voor hetzelfde geld soms aanzienlijke blunders worden bedreven. Verkeerde lijnnummers (vb. 120 vs. 122) zitten in hetzelfde schuitje: voer voor een handvol freaks, dat wel, maar wel een symptoom van een dieper liggende en wijd verspreide kwaal die met de komst van het internet gigantische proporties heeft aangenomen. Denken we maar aan al die thesissen (en zelfs doctoraten) die naderhand klakkeloos en te vaak kritiekloos overgenomen bleken van andere publicaties. Alle verhoudingen in acht genomen blijkt iets gelijkaardigs te gebeuren in het wereldje van spoorwegfreaks en hun aanverwanten (zoals wij). Het volstaat dat op een goed gedocumenteerde en/of mooi geïllustreerde website een verkeerde naam van de landkaart wordt gehaald (vb. Linglé) of haast iedereen loopt daar vanaf dan mee weg - in dit geval voor de tunnel van Mortehan aan de Semois. En al ligt de essentie van Railations nu eenmaal elders dan bij al dan niet verkeerde namen of lijnnummers nopen dergelijke toestanden ons eens te meer tot elementaire voorzichtigheid, niet in het minst t.o.v. de talrijke externe bronnen die wij raadplegen tijdens de opstelling van onze dossiers. Het is niet omdat in verschillende teksten hetzelfde staat (of beweerd wordt) dat dit per definitie ook correct is, denken we maar aan de Chic-Chactunnels of nog de ‘ingekorte’ tunnel van Fraipont. Toch hebben wij vaak genoeg weinig keuze, tenzij… tenzij onze ‘terreinbronnen’ dit formeel tegenspreken: topografische kaarten, fotografische documenten, luchtfoto’s, terreinonderzoek, en dies meer. Desondanks is Railations niet immuun voor uitschuivers. De enkele die ons reeds te beurt vielen hebben wij telkens rechtgezet. En de andere? Tja… Daarom ook is in dit verband elke onderbouwde tip zeker welkom!
En verder? Terwijl de weerkundige herfst haast ongemerkt zijn intrede deed slaagde Railations er uiteindelijk toch in zich uit zijn zomerslaap los te werken. In afwachting van de bladerval - hopelijk een stuk vroeger dan einde november – en een aantal daaropvolgende verkenningen hebben we enkele dossiers van onder het stof gehaald om er de komende weken/maanden eindelijk eens werk van te maken. Daarnaast staat ook de verdere uitbouw van Vestigia op de agenda. Deze nieuwe fotogalerij wordt stelselmatig verder aangevuld met foto’s uit 2014, later ook 2013 en vroeger, maar ook nog met (nieuwe) foto’s van het lopende jaar. Wel zullen binnenkort sommige foto’s weer 'verdwijnen' telkens wanneer ze elders worden opgenomen. Meer dan één is immers de voorbode van nieuwe dossiers, en je vindt ze daar later in terug. Heel wat foto’s, hoe waardevol ook, zullen echter eenzaten blijven, gewoon omdat we niet voldoende elementen (of genoeg tijd) hebben om daar een heel dossier over te brouwen. Daarom gaan we voor de meeste van hen een ‘steekkaart’ opstellen met summiere informatie – in dezelfde trant als de ‘foto van de maand’ en de inmiddels afgevoerde rubriek ‘onderweg’ – die dan in bijlage komt bij onze Vestigia-pagina. Omdat onze dossiers nu eenmaal voorrang genieten zullen deze ‘steekkaarten’ slechts nu en dan verschijnen, al naargelang de tijd die ons zal resten.
Tot zolang, en ook daarna, wensen wij je een heerlijk najaar vol mysterie, avontuur en… nieuwe ontdekkingen!
Railations, 12 september 2015
JULI 2015
Terwijl de zomer voor zowat iedereen hét moment is om er eindelijk eens op uit te trekken, zet Railations het verkenningsvuur op waakvlam. De reden is vaak genoeg herhaald, wellicht tot in den treure: in deze periode van hoog oplopende temperaturen brengt het weelderige bladgroen de nodige verkoeling, daar niet van, maar gelijk onttrekt het de voor ons interessante targets aan het oog, grotendeels toch. En dus is het in heel wat gevallen noodgedwongen wachten op het weerkundig minder gunstige seizoen – wat de uitdaging alleen maar groter maakt.
Intussen, de stapel dossiers in ons “IN”-bakje ten spijt, brengt deze zomerse luwte ons ertoe inhoudelijk wat gas terug te nemen en geeft ons tussendoor de gelegenheid meer in te zetten op de vormgeving, zeker nu gebleken is dat sommige pagina’s qua lay-out nogal wat mankementen vertonen. Titanenwerk is dit niet, maar toch kruipt daar aardig wat meer tijd in dan je zou denken. Al zal het resultaat niet meteen spectaculair ogen, maar niets is ergerlijker dan die onverwachte confrontatie met het verwrongen uitzicht van een nochtans zorgvuldig uitgekiende bladschikking.
Daarnaast heb je de jongste tijd mogelijk – en meer dan eens – een aantal discrete aanpassingen opgemerkt aan de structuur én de inhoud van onze website. We gaan ze hier niet opsommen, op twee na. Enerzijds de zorg om ons steeds verder uitdijende ‘aanbod’ zo gebruiksvriendelijk mogelijk te houden, wat vooral te merken was en is op onze onthaalpagina (home). Anderzijds de noodzaak om onze oogst aan nieuwe items wat sneller aan de man/vrouw te brengen, liever dan te wachten op de behoorlijk tijdrovende opbouw én opmaak van nieuwe dossiers. Dit resulteerde in onze nieuwe fotogalerij “Vestigia”. Voor sommigen een nogal cryptische benaming, maar zeker wie ons kent zal hier al gauw onze ‘mysteries, avonturen en nieuwe ontdekkingen’ als rode draad opgemerkt hebben. En, voor de speurneuzen, ook veel méér dan dat! Meer vertellen we daar niet over, evenmin als over de foto’s zelf. Dat is voor later, ten vroegste na de zomer. Gun ons intussen wat verpozing in deze (soms verzengende) zomerse hitte en laat ons rustig verder mediteren én brainstormen over de verdere evolutie van Railations, want daar komt het in feite op neer.
En wat het komende najaar te bieden heeft, daarvoor is het nu nog te vroeg! In afwachting krijg je nu en dan wat nieuwe items, aanvullingen of nog een nieuw hoofdstuk bij het reeds bestaande, zoals binnenkort bij de ‘Gottardo dell’Umbria’.
Tot zolang!
Railations, 13 juli 2015
Terwijl de zomer voor zowat iedereen hét moment is om er eindelijk eens op uit te trekken, zet Railations het verkenningsvuur op waakvlam. De reden is vaak genoeg herhaald, wellicht tot in den treure: in deze periode van hoog oplopende temperaturen brengt het weelderige bladgroen de nodige verkoeling, daar niet van, maar gelijk onttrekt het de voor ons interessante targets aan het oog, grotendeels toch. En dus is het in heel wat gevallen noodgedwongen wachten op het weerkundig minder gunstige seizoen – wat de uitdaging alleen maar groter maakt.
Intussen, de stapel dossiers in ons “IN”-bakje ten spijt, brengt deze zomerse luwte ons ertoe inhoudelijk wat gas terug te nemen en geeft ons tussendoor de gelegenheid meer in te zetten op de vormgeving, zeker nu gebleken is dat sommige pagina’s qua lay-out nogal wat mankementen vertonen. Titanenwerk is dit niet, maar toch kruipt daar aardig wat meer tijd in dan je zou denken. Al zal het resultaat niet meteen spectaculair ogen, maar niets is ergerlijker dan die onverwachte confrontatie met het verwrongen uitzicht van een nochtans zorgvuldig uitgekiende bladschikking.
Daarnaast heb je de jongste tijd mogelijk – en meer dan eens – een aantal discrete aanpassingen opgemerkt aan de structuur én de inhoud van onze website. We gaan ze hier niet opsommen, op twee na. Enerzijds de zorg om ons steeds verder uitdijende ‘aanbod’ zo gebruiksvriendelijk mogelijk te houden, wat vooral te merken was en is op onze onthaalpagina (home). Anderzijds de noodzaak om onze oogst aan nieuwe items wat sneller aan de man/vrouw te brengen, liever dan te wachten op de behoorlijk tijdrovende opbouw én opmaak van nieuwe dossiers. Dit resulteerde in onze nieuwe fotogalerij “Vestigia”. Voor sommigen een nogal cryptische benaming, maar zeker wie ons kent zal hier al gauw onze ‘mysteries, avonturen en nieuwe ontdekkingen’ als rode draad opgemerkt hebben. En, voor de speurneuzen, ook veel méér dan dat! Meer vertellen we daar niet over, evenmin als over de foto’s zelf. Dat is voor later, ten vroegste na de zomer. Gun ons intussen wat verpozing in deze (soms verzengende) zomerse hitte en laat ons rustig verder mediteren én brainstormen over de verdere evolutie van Railations, want daar komt het in feite op neer.
En wat het komende najaar te bieden heeft, daarvoor is het nu nog te vroeg! In afwachting krijg je nu en dan wat nieuwe items, aanvullingen of nog een nieuw hoofdstuk bij het reeds bestaande, zoals binnenkort bij de ‘Gottardo dell’Umbria’.
Tot zolang!
Railations, 13 juli 2015
JUNI 2015
Het heeft lang geduurd. Té lang, althans volgens sommigen. Wat wervelend gestart was leek plots in coma gesukkeld. Wij hebben het natuurlijk over het ‘Pays Noir’. Op een eerste reeks kleinere items volgde vorig jaar het grote dossier over de ‘Ligne des Anglais’. En daarna: niets meer, ellendig lang. Tot het “wordt vervolgd” onderaan de bijdrage over Jumet-Brûlotte na meer dan één jaar eindelijk plaats mocht ruimen voor een echt vervolg, op naar Courcelles! Wat is er dan gebeurd? Hebben wij ons vastgereden? Of gewoon vergeten? Neen, integendeel. Hiervoor ligt het ‘Pays Noir’ ons te nauw aan het hart. Maar er zijn nu eenmaal zoveel interessante locaties die stuk voor stuk veel aandacht verdienen, en na bijna een half jaar lang Pays Noir mochten ook andere en verdere horizonten aan de bak komen, tot in Italië toe! Het resultaat vind je her en der op onze website. Toegegeven, de jongste tijd heeft het Plateau van Herve met de Preuswaldroute en een reeks tunnels een flinke hap uit de (Herve)kaas verorberd, maar het was dan ook de moeite waard – vonden wij.
En nu dus terug naar het ‘Pays Noir’. Voor hoelang? Hierover genoeg reportagestof en –beelden, daar niet van, maar daarnaast ligt hier nog veel meer te wachten. Precies daarom zoeken wij naar een manier om ons ‘aanbod’ (foei, wat een woord) meer af te wisselen. Best mogelijk dus dat wij, na het vervolg op Jumet-Courcelles, daar heel andere items tussenschuiven. Niet om de fans van het ‘Pays Noir’ aan het lijntje te houden (moesten ze dat al van ons denken), maar gewoon om een zo breed mogelijke waaier van locaties aan de man/vrouw te kunnen brengen.
Apropo, nu we het erover hebben, hoe zit het met de Vlaamse spooklijnen? Nog zo’n haperend dossier… Laten we niet rond de pot draaien: minder goed als het ‘Pays Noir’. Afgelopen winter zijn een paar geplande verkenningen om uiteenlopende redenen niet kunnen doorgaan, en nu de bladgroei in ijltempo naar zijn hoogtepunt geraasd is heeft het geen zin om dit nog even rap-rap te gaan afhandelen, toch niet de eerstkomende 6-7 maand. Dit vraagt planning en tijd, en uiteraard gunstige weer- en vegetatieomstandigheden. Anderzijds hebben we het voorbije najaar een behoorlijke portie energie gestoken in een grondige update van ons Melle-dossier dat, gezien een reeks nieuwe elementen, daar wel aan toe was. En Melle ligt niet zozeer in Frankrijk (bij Poitiers) dan wel en vooral in Vlaanderen (bij Gent). En dus…
Zoals je ziet, er wordt duchtig aan gesleuteld, maar zoals al vaker – en tot vervelens toe – gesteld: niet alleen moet de productielijn meekunnen, het heeft ook weinig zin onze stapel grondstoffen er in versneld tempo door te jagen om er daarna op het terrein rap-rap weer nieuwe bijeen te sprokkelen. Ook dat vraagt nu eenmaal tijd, en al de rest.
Railations, 1 juni 2015
Het heeft lang geduurd. Té lang, althans volgens sommigen. Wat wervelend gestart was leek plots in coma gesukkeld. Wij hebben het natuurlijk over het ‘Pays Noir’. Op een eerste reeks kleinere items volgde vorig jaar het grote dossier over de ‘Ligne des Anglais’. En daarna: niets meer, ellendig lang. Tot het “wordt vervolgd” onderaan de bijdrage over Jumet-Brûlotte na meer dan één jaar eindelijk plaats mocht ruimen voor een echt vervolg, op naar Courcelles! Wat is er dan gebeurd? Hebben wij ons vastgereden? Of gewoon vergeten? Neen, integendeel. Hiervoor ligt het ‘Pays Noir’ ons te nauw aan het hart. Maar er zijn nu eenmaal zoveel interessante locaties die stuk voor stuk veel aandacht verdienen, en na bijna een half jaar lang Pays Noir mochten ook andere en verdere horizonten aan de bak komen, tot in Italië toe! Het resultaat vind je her en der op onze website. Toegegeven, de jongste tijd heeft het Plateau van Herve met de Preuswaldroute en een reeks tunnels een flinke hap uit de (Herve)kaas verorberd, maar het was dan ook de moeite waard – vonden wij.
En nu dus terug naar het ‘Pays Noir’. Voor hoelang? Hierover genoeg reportagestof en –beelden, daar niet van, maar daarnaast ligt hier nog veel meer te wachten. Precies daarom zoeken wij naar een manier om ons ‘aanbod’ (foei, wat een woord) meer af te wisselen. Best mogelijk dus dat wij, na het vervolg op Jumet-Courcelles, daar heel andere items tussenschuiven. Niet om de fans van het ‘Pays Noir’ aan het lijntje te houden (moesten ze dat al van ons denken), maar gewoon om een zo breed mogelijke waaier van locaties aan de man/vrouw te kunnen brengen.
Apropo, nu we het erover hebben, hoe zit het met de Vlaamse spooklijnen? Nog zo’n haperend dossier… Laten we niet rond de pot draaien: minder goed als het ‘Pays Noir’. Afgelopen winter zijn een paar geplande verkenningen om uiteenlopende redenen niet kunnen doorgaan, en nu de bladgroei in ijltempo naar zijn hoogtepunt geraasd is heeft het geen zin om dit nog even rap-rap te gaan afhandelen, toch niet de eerstkomende 6-7 maand. Dit vraagt planning en tijd, en uiteraard gunstige weer- en vegetatieomstandigheden. Anderzijds hebben we het voorbije najaar een behoorlijke portie energie gestoken in een grondige update van ons Melle-dossier dat, gezien een reeks nieuwe elementen, daar wel aan toe was. En Melle ligt niet zozeer in Frankrijk (bij Poitiers) dan wel en vooral in Vlaanderen (bij Gent). En dus…
Zoals je ziet, er wordt duchtig aan gesleuteld, maar zoals al vaker – en tot vervelens toe – gesteld: niet alleen moet de productielijn meekunnen, het heeft ook weinig zin onze stapel grondstoffen er in versneld tempo door te jagen om er daarna op het terrein rap-rap weer nieuwe bijeen te sprokkelen. Ook dat vraagt nu eenmaal tijd, en al de rest.
Railations, 1 juni 2015
MEI 2015
Een aantal warme dagen en een handvol regen volstonden om de bladgroei weer aan te zwengelen. Meteen het einde van Railations’ wintertijd, ditmaal een stuk productiever dan het jaar voordien, al blijft de lijst met onvervulde verkenningen nog lang genoeg om er vanaf het einde van dit kalenderjaar opnieuw tegenaan te gaan. Gelijk rijst de vraag naar de neerslag van dit alles op onze website, zeker wanneer we noodgedwongen moeten vaststellen dat de nieuwe items al lang geen gelijke tred meer kunnen houden. Ongetwijfeld heeft dit alles te maken met de filosofie van Railations: liever een goed uitgekiend en gedocumenteerd dossier (cfr. de Preuswaldroute) dan rap-rap een reeks foto’s neer te poten – ook al kan dit laatste mits een minimum aan duiding evengoed waardevol blijken. Allicht stof om verder over na te denken, al blijven wij behoorlijk sceptisch bij het zien van sommige (digitale) fotoreeksen die lukraak, zonder veel samenhang, zonder exacte locatie en naargelang de ‘productie’ op het net worden neergepoot.
En toch kan dit alles menigeen de indruk geven dat Railations met een nieuw dossier over datzelfde onderwerp het warm water opnieuw wil uitvinden, terwijl het veeleer onze betrachting is wat orde in deze wirwar te scheppen. Dit was o.m. een van de drijfveren achter onze dossiers over de Albarine en de Gottardo dell’Umbra: tal van prachtige foto’s op het net, daar niet van, maar veel onduidelijkheid omtrent de locatie en de huidige toestand van al die tunnels en/of viaducten - ook al zullen de horden globetrotters en fietstoeristen die deze ‘Gottardo’ regelmatig aflopen daar niet echt van wakker liggen. Het is hun gegund. Met de voor de hand liggende existentiële vraag of wij het onszelf niet te moeilijk maken? Kunnen wij populaire trekpleisters à la ‘Gottardo’ niet beter laten voor wat ze zijn en ons toeleggen op écht ‘nieuwe’ dossiers? Naast het element ‘informatie’ en het populaire ‘delen met’ is er echter ook het aspect ‘eigen beleving’, dus ter plekke, meteen een van onze speerpunten. Niet iedereen beleeft een voormalig spoorwegtracé op dezelfde manier. Wat voor velen zonder meer een leuk parcours is (al dan niet geasfalteerd) blijkt voor anderen de ontdekking van een origineel spoorwegtracé, al dan niet op een avontuurlijke manier. Ook dit laatste kan op diverse manieren worden beleefd: terwijl ‘avontuur’ voor sommigen Indiana Jones-achtige toestanden oproept, is voor anderen het zoeken naar en het vinden van een verlaten tracé al een avontuur op zich. Het is maar wat je er zelf wilt van maken, en als Railations je hierbij een duwtje in de rug kan geven, dan zijn wij gelukkig.
Naar wat stilaan een traditie aan het worden is zit onze 'timing' weer eens in de soep. Geheel onverwachte omstandigheden hebben de afwerking van het Preuswalddossier en de opstart van andere items aanzienlijk vertraagd. Zo ook de voorzichtig aangekondigde 'lentewandeling' die wellicht naar de zomer verhuist of, waarschijnlijker, een herfstverkenning wordt. Voor de rest durven wij geen pronostieken uitbrengen, het draait toch allemaal anders uit dan voorzien. En zo zijn we terug bij AF: materie en verkenningen genoeg, maar wat wil je als de productielijn tegensputtert... Enfin, we zien wel.
Op hoop van zege!
Railations, 1 mei 2015
Een aantal warme dagen en een handvol regen volstonden om de bladgroei weer aan te zwengelen. Meteen het einde van Railations’ wintertijd, ditmaal een stuk productiever dan het jaar voordien, al blijft de lijst met onvervulde verkenningen nog lang genoeg om er vanaf het einde van dit kalenderjaar opnieuw tegenaan te gaan. Gelijk rijst de vraag naar de neerslag van dit alles op onze website, zeker wanneer we noodgedwongen moeten vaststellen dat de nieuwe items al lang geen gelijke tred meer kunnen houden. Ongetwijfeld heeft dit alles te maken met de filosofie van Railations: liever een goed uitgekiend en gedocumenteerd dossier (cfr. de Preuswaldroute) dan rap-rap een reeks foto’s neer te poten – ook al kan dit laatste mits een minimum aan duiding evengoed waardevol blijken. Allicht stof om verder over na te denken, al blijven wij behoorlijk sceptisch bij het zien van sommige (digitale) fotoreeksen die lukraak, zonder veel samenhang, zonder exacte locatie en naargelang de ‘productie’ op het net worden neergepoot.
En toch kan dit alles menigeen de indruk geven dat Railations met een nieuw dossier over datzelfde onderwerp het warm water opnieuw wil uitvinden, terwijl het veeleer onze betrachting is wat orde in deze wirwar te scheppen. Dit was o.m. een van de drijfveren achter onze dossiers over de Albarine en de Gottardo dell’Umbra: tal van prachtige foto’s op het net, daar niet van, maar veel onduidelijkheid omtrent de locatie en de huidige toestand van al die tunnels en/of viaducten - ook al zullen de horden globetrotters en fietstoeristen die deze ‘Gottardo’ regelmatig aflopen daar niet echt van wakker liggen. Het is hun gegund. Met de voor de hand liggende existentiële vraag of wij het onszelf niet te moeilijk maken? Kunnen wij populaire trekpleisters à la ‘Gottardo’ niet beter laten voor wat ze zijn en ons toeleggen op écht ‘nieuwe’ dossiers? Naast het element ‘informatie’ en het populaire ‘delen met’ is er echter ook het aspect ‘eigen beleving’, dus ter plekke, meteen een van onze speerpunten. Niet iedereen beleeft een voormalig spoorwegtracé op dezelfde manier. Wat voor velen zonder meer een leuk parcours is (al dan niet geasfalteerd) blijkt voor anderen de ontdekking van een origineel spoorwegtracé, al dan niet op een avontuurlijke manier. Ook dit laatste kan op diverse manieren worden beleefd: terwijl ‘avontuur’ voor sommigen Indiana Jones-achtige toestanden oproept, is voor anderen het zoeken naar en het vinden van een verlaten tracé al een avontuur op zich. Het is maar wat je er zelf wilt van maken, en als Railations je hierbij een duwtje in de rug kan geven, dan zijn wij gelukkig.
Naar wat stilaan een traditie aan het worden is zit onze 'timing' weer eens in de soep. Geheel onverwachte omstandigheden hebben de afwerking van het Preuswalddossier en de opstart van andere items aanzienlijk vertraagd. Zo ook de voorzichtig aangekondigde 'lentewandeling' die wellicht naar de zomer verhuist of, waarschijnlijker, een herfstverkenning wordt. Voor de rest durven wij geen pronostieken uitbrengen, het draait toch allemaal anders uit dan voorzien. En zo zijn we terug bij AF: materie en verkenningen genoeg, maar wat wil je als de productielijn tegensputtert... Enfin, we zien wel.
Op hoop van zege!
Railations, 1 mei 2015
APRIL 2015
‘Waarom duurt het zo lang?’ vragen sommigen zich af. Dit was allicht het geval ten tijde van ons dossier over de ‘Chemin de Fer des Anglais’ bij La Louvière, nu precies één jaar geleden. Vandaag kan dit evengoed betrekking hebben op ons lopend project over de vergeten Preuswaldroute. Wat oorspronkelijk een gewone bijdrage moest worden over een (grotendeels) verdwenen spoorwegtracé, groeide gestaag uit tot een volwaardig dossier met alles erop en eraan, plannetjes incluis. De aanleiding moet je niet ver gaan zoeken: naargelang het zoekwerk vorderde kwamen onduidelijke lijnschema’s, spaarzame informatie en elkaar tegensprekende gegevens aan het licht. Genoeg om onze schop weer boven te halen, en dan maar dieper graven. Neen, niet in de gigantische grondmassa waaronder het Preuswaldtracé bedolven ligt, maar wel in alle mogelijke bronnen die we maar konden vinden, cartografische incluis. Daarnaast bleven we enigszins op onze honger zitten met het reeds verzamelde beeldmateriaal, inclusief onze eigen foto’s van eind januari. Tot iemand van ons er op de valreep toe kwam om einde maart toch nog maar eens tot ginder te rijden. Moet je wel gek voor zijn, zal je denken, maar dat overkomt ons wel meer. Want hoe dieper we graven (nog steeds figuurlijk), hoe meer we bovenhalen, ook twijfels… en daar willen we niet mee opgezadeld blijven. Onze nachtrust is ons te dierbaar. En dus krijg je alweer een dossier in meerdere afleveringen, tussendoor nog hier en daar bijgewerkt of aangevuld. En dan maar hopen dat er geen missers tussenschuiven. Want daar zijn, zoals je zult merken, enkele reconstructies bij, niet met de natte vinger, maar wel ter plaatse gecheckt – voor zover nog mogelijk, voor wie die plek een beetje kent – ook vorige week nog…
Dit brengt ons ineens bij een ander verhaal, dat van de tunnel van Fraipont op de Vesderlijn – jawel, niet zo bijster ver daarvandaan – vandaag nog steeds in gebruik. In het tijdschrift ‘Het Spoor’ uit 1965 geeft een betrouwbare bron 293 meter als tunnellengte. Zoek je op het internet naar deze tunnel, dan vind je echter 262 meter, steevast, in welk document ook. Als klap op de vuurpijl vonden we in een respectabele uitgave een verklaring hiervoor: de tunnel van Fraipont zou tijdens de voorbereidingswerken voor de elektrificatie (1960-66) met 30 meter zijn ingekort! Vreemd. Te meer omdat we in de uitvoerige beschrijving van deze werken in hetzelfde tijdschrift, inclusief voor de tunnel van Fraipont, daar helemaal niets over terugvinden. Daarop ons kaartmateriaal geraadpleegd, oud én recent, maar telkens weer kwamen we ergens uit tussen 288 en 295 meter. Dan maar ter plaatse op zoek gegaan naar dat uitgebroken stuk, maar dat maakte ons niet veel wijzer. Behalve dan dat er van zo’n uitgraving niet meteen iets te merken valt. Klap op de vuurpijl, de tunnelportalen zijn allebei de oorspronkelijke exemplaren, meer dan 170 jaar oud. Precies om die reden werden ze allebei trouwens rond 2008 grondig gerestaureerd, zoals een reeks andere op dezelfde lijn. Welke conclusie trek je dan? Voor ons is het alvast duidelijk dat de tunnel van Fraipont zijn volle 293 meter heeft behouden... Misschien vind je dat dit niet zoveel uitmaakt, 293 of 262 meter. Maar wanneer je, afhankelijk van de bron, te maken krijgt met een verschil in lengte van enkele tientallen meter of meer, veel meer - bijna 200 meter voor de tweede Chic-Chactunnel in Verviers! - dan is er duidelijk iets dat niet klopt. En indien mogelijk en doenbaar gaan wij dat dan uitzoeken. Met voor Verviers het intussen gekende resultaat (zie 'Tunnels langs de Vesdre'). Ben je dan nog verwonderd dat Railations zo weinig mogelijk aan het toeval wil overlaten? En dit niet alleen voor oude tunnels. Bij enige twijfel gaan we dus op zoek: in onze documentatie, op het internet, op het beschikbare kaartmateriaal, op papier en digitaal, en last but not least op het terrein, ter plaatse dus.
En dit vraagt inderdaad heel wat tijd.
Railations, 30 maart 2015
‘Waarom duurt het zo lang?’ vragen sommigen zich af. Dit was allicht het geval ten tijde van ons dossier over de ‘Chemin de Fer des Anglais’ bij La Louvière, nu precies één jaar geleden. Vandaag kan dit evengoed betrekking hebben op ons lopend project over de vergeten Preuswaldroute. Wat oorspronkelijk een gewone bijdrage moest worden over een (grotendeels) verdwenen spoorwegtracé, groeide gestaag uit tot een volwaardig dossier met alles erop en eraan, plannetjes incluis. De aanleiding moet je niet ver gaan zoeken: naargelang het zoekwerk vorderde kwamen onduidelijke lijnschema’s, spaarzame informatie en elkaar tegensprekende gegevens aan het licht. Genoeg om onze schop weer boven te halen, en dan maar dieper graven. Neen, niet in de gigantische grondmassa waaronder het Preuswaldtracé bedolven ligt, maar wel in alle mogelijke bronnen die we maar konden vinden, cartografische incluis. Daarnaast bleven we enigszins op onze honger zitten met het reeds verzamelde beeldmateriaal, inclusief onze eigen foto’s van eind januari. Tot iemand van ons er op de valreep toe kwam om einde maart toch nog maar eens tot ginder te rijden. Moet je wel gek voor zijn, zal je denken, maar dat overkomt ons wel meer. Want hoe dieper we graven (nog steeds figuurlijk), hoe meer we bovenhalen, ook twijfels… en daar willen we niet mee opgezadeld blijven. Onze nachtrust is ons te dierbaar. En dus krijg je alweer een dossier in meerdere afleveringen, tussendoor nog hier en daar bijgewerkt of aangevuld. En dan maar hopen dat er geen missers tussenschuiven. Want daar zijn, zoals je zult merken, enkele reconstructies bij, niet met de natte vinger, maar wel ter plaatse gecheckt – voor zover nog mogelijk, voor wie die plek een beetje kent – ook vorige week nog…
Dit brengt ons ineens bij een ander verhaal, dat van de tunnel van Fraipont op de Vesderlijn – jawel, niet zo bijster ver daarvandaan – vandaag nog steeds in gebruik. In het tijdschrift ‘Het Spoor’ uit 1965 geeft een betrouwbare bron 293 meter als tunnellengte. Zoek je op het internet naar deze tunnel, dan vind je echter 262 meter, steevast, in welk document ook. Als klap op de vuurpijl vonden we in een respectabele uitgave een verklaring hiervoor: de tunnel van Fraipont zou tijdens de voorbereidingswerken voor de elektrificatie (1960-66) met 30 meter zijn ingekort! Vreemd. Te meer omdat we in de uitvoerige beschrijving van deze werken in hetzelfde tijdschrift, inclusief voor de tunnel van Fraipont, daar helemaal niets over terugvinden. Daarop ons kaartmateriaal geraadpleegd, oud én recent, maar telkens weer kwamen we ergens uit tussen 288 en 295 meter. Dan maar ter plaatse op zoek gegaan naar dat uitgebroken stuk, maar dat maakte ons niet veel wijzer. Behalve dan dat er van zo’n uitgraving niet meteen iets te merken valt. Klap op de vuurpijl, de tunnelportalen zijn allebei de oorspronkelijke exemplaren, meer dan 170 jaar oud. Precies om die reden werden ze allebei trouwens rond 2008 grondig gerestaureerd, zoals een reeks andere op dezelfde lijn. Welke conclusie trek je dan? Voor ons is het alvast duidelijk dat de tunnel van Fraipont zijn volle 293 meter heeft behouden... Misschien vind je dat dit niet zoveel uitmaakt, 293 of 262 meter. Maar wanneer je, afhankelijk van de bron, te maken krijgt met een verschil in lengte van enkele tientallen meter of meer, veel meer - bijna 200 meter voor de tweede Chic-Chactunnel in Verviers! - dan is er duidelijk iets dat niet klopt. En indien mogelijk en doenbaar gaan wij dat dan uitzoeken. Met voor Verviers het intussen gekende resultaat (zie 'Tunnels langs de Vesdre'). Ben je dan nog verwonderd dat Railations zo weinig mogelijk aan het toeval wil overlaten? En dit niet alleen voor oude tunnels. Bij enige twijfel gaan we dus op zoek: in onze documentatie, op het internet, op het beschikbare kaartmateriaal, op papier en digitaal, en last but not least op het terrein, ter plaatse dus.
En dit vraagt inderdaad heel wat tijd.
Railations, 30 maart 2015
FEBRUARI 2015
Wie wind zaait zal storm oogsten, luidt het. Nee, storm heeft Railations vooralsnog niet moeten meemaken. Maar af en toe komt er wat reactie op een of ander dossier, en worden we weleens terechtgewezen. Kleine correcties die doorgaans zonder veel ophef in de betrokken tekst verwerkt worden, op dezelfde manier trouwens als onze eigen rechttrekkingen. Toch hebben wij recent nog ons dossier over Melle gevoelig herwerkt en zelfs gedeeltelijk herschreven. Binnenkort staat hetzelfde te gebeuren met het dossier Nivelles-Soignies. In dit laatste geval brengen nieuwe elementen, ook op het terrein, ons ertoe een van onze hypotheses te herzien, ook al gaat het hier in essentie om een nooit aangelegd deel van het tracé – wat in principe buiten ons werkingsdomein valt, maar soit. Soms worden we bij toeval (onderweg…) met de neus op nieuwe feiten gedrukt, zoals het openbreken van wat de tweede Chic-Chactunnel heet te zijn, ruim één jaar geleden. En aan de rand van datzelfde Verviers zijn we nu gestoten op de zichtbare overblijfselen van een 50 jaar geleden uitgebroken tunnel. Dergelijke verrassingen zijn echter schaars, al gaan wij regelmatig op verkenning. Doorgaans gaat het om reeds gekende of ooit eens vermelde items, hetzij in schriftelijke publicaties, hetzij op het internet. Met hierbij de voor de hand liggende vraag of Railations niet bezig is het warm water opnieuw uit te vinden?
Wie onze website erop napluist of al enige tijd volgt weet wel beter. Precies door de geringe aandacht voor de spoorinfrastructuur - buiten de stations - in de meeste publicaties over spoorse en aanverwante thema’s, of door de onzorgvuldigheid waarmee hier nogal vaak wordt omgesprongen, zelfs door mensen of websites met een gevestigde reputatie, heeft Railations zich tot doel gesteld een en ander uit de vergetelheid te halen, uit te pluizen, aan te vullen, en waar nodig recht te trekken. Toegegeven, dit laatste klinkt behoorlijk aanmatigend! Maar de cartografische bronnen die wij raadplegen of tot onze beschikking hebben zijn dat allesbehalve. En de realiteit op het terrein nog veel minder. En dan hebben we het nog niet eens over de visuele bronnen, al dan niet van eigen makelij.
Intussen blijft ons ‘orderboekje’ (of hoe moeten we dit anders noemen?) gestaag aangroeien, en dat terwijl onze ‘productielijn’ al lang niet meer kan volgen. Meteen de reden waarom we ons niet aan een kalender wagen, zelfs niet aan een planning op korte termijn. En kwartaalresultaten zul je bij ons helemaal niet vinden. De enige winst die wij realiseren is het plezier en de voldoening die we met ons project beleven. Onszelf voorbijsteken is dan ook het laatste wat wij willen, en zoals voorheen al gezegd, het moet leuk blijven.
Wil je dan toch écht weten waar we op dit ogenblik mee bezig zijn?
Een deel weet je al: het niet aangelegde gedeelte van Nivelles-Soignies en de verdwenen gewaande tunnel nabij Verviers. Onlangs hebben wij wat verder, in diezelfde regio, een grotendeels verdwenen tracé in kaart gebracht. En omdat wij nu over alle gegevens beschikken, denken wij toch, maken we daar binnenkort werk van – meteen de reden waarom wij er nu mee uitpakken. Met een ander verdwenen tracé, in een totaal andere regio – neen, te vroeg om het nu al te verklappen – zijn we al langer bezig, maar de (her)ontdekking van een aantal kunstwerken, of de resten ervan, heeft dit dossier weer boven water doen komen. Mogelijk zit daar zelfs een lentewandeling in, toch op een deel van dat traject… we zien wel.
Hoop doet leven!
Railations, 1 februari 2015
Wie wind zaait zal storm oogsten, luidt het. Nee, storm heeft Railations vooralsnog niet moeten meemaken. Maar af en toe komt er wat reactie op een of ander dossier, en worden we weleens terechtgewezen. Kleine correcties die doorgaans zonder veel ophef in de betrokken tekst verwerkt worden, op dezelfde manier trouwens als onze eigen rechttrekkingen. Toch hebben wij recent nog ons dossier over Melle gevoelig herwerkt en zelfs gedeeltelijk herschreven. Binnenkort staat hetzelfde te gebeuren met het dossier Nivelles-Soignies. In dit laatste geval brengen nieuwe elementen, ook op het terrein, ons ertoe een van onze hypotheses te herzien, ook al gaat het hier in essentie om een nooit aangelegd deel van het tracé – wat in principe buiten ons werkingsdomein valt, maar soit. Soms worden we bij toeval (onderweg…) met de neus op nieuwe feiten gedrukt, zoals het openbreken van wat de tweede Chic-Chactunnel heet te zijn, ruim één jaar geleden. En aan de rand van datzelfde Verviers zijn we nu gestoten op de zichtbare overblijfselen van een 50 jaar geleden uitgebroken tunnel. Dergelijke verrassingen zijn echter schaars, al gaan wij regelmatig op verkenning. Doorgaans gaat het om reeds gekende of ooit eens vermelde items, hetzij in schriftelijke publicaties, hetzij op het internet. Met hierbij de voor de hand liggende vraag of Railations niet bezig is het warm water opnieuw uit te vinden?
Wie onze website erop napluist of al enige tijd volgt weet wel beter. Precies door de geringe aandacht voor de spoorinfrastructuur - buiten de stations - in de meeste publicaties over spoorse en aanverwante thema’s, of door de onzorgvuldigheid waarmee hier nogal vaak wordt omgesprongen, zelfs door mensen of websites met een gevestigde reputatie, heeft Railations zich tot doel gesteld een en ander uit de vergetelheid te halen, uit te pluizen, aan te vullen, en waar nodig recht te trekken. Toegegeven, dit laatste klinkt behoorlijk aanmatigend! Maar de cartografische bronnen die wij raadplegen of tot onze beschikking hebben zijn dat allesbehalve. En de realiteit op het terrein nog veel minder. En dan hebben we het nog niet eens over de visuele bronnen, al dan niet van eigen makelij.
Intussen blijft ons ‘orderboekje’ (of hoe moeten we dit anders noemen?) gestaag aangroeien, en dat terwijl onze ‘productielijn’ al lang niet meer kan volgen. Meteen de reden waarom we ons niet aan een kalender wagen, zelfs niet aan een planning op korte termijn. En kwartaalresultaten zul je bij ons helemaal niet vinden. De enige winst die wij realiseren is het plezier en de voldoening die we met ons project beleven. Onszelf voorbijsteken is dan ook het laatste wat wij willen, en zoals voorheen al gezegd, het moet leuk blijven.
Wil je dan toch écht weten waar we op dit ogenblik mee bezig zijn?
Een deel weet je al: het niet aangelegde gedeelte van Nivelles-Soignies en de verdwenen gewaande tunnel nabij Verviers. Onlangs hebben wij wat verder, in diezelfde regio, een grotendeels verdwenen tracé in kaart gebracht. En omdat wij nu over alle gegevens beschikken, denken wij toch, maken we daar binnenkort werk van – meteen de reden waarom wij er nu mee uitpakken. Met een ander verdwenen tracé, in een totaal andere regio – neen, te vroeg om het nu al te verklappen – zijn we al langer bezig, maar de (her)ontdekking van een aantal kunstwerken, of de resten ervan, heeft dit dossier weer boven water doen komen. Mogelijk zit daar zelfs een lentewandeling in, toch op een deel van dat traject… we zien wel.
Hoop doet leven!
Railations, 1 februari 2015
DECEMBER 2014
Railations heeft zopas zijn tweede werkingsjaar afgerond. Inderdaad, het project ging van start op 30 november 2012. Niet zomaar. Het was al een hele tijd aan het gisten en kon verschillende richtingen uit. De start was behoorlijk voorzichtig, en gaandeweg werd een en ander bijgestuurd. Ook nu nog blijft het wikken en wegen, en moeten er keuzes worden gemaakt. De gestaag toenemende belangstelling werkt stimulerend, dat zeker, maar het gevaar van de zelfoverschatting loert om de hoek. Precies daarom hebben we onlangs wat gas teruggenomen, ook al zit ons ‘draaiboek’ overvol. Liever een goed uitgekiend en grondig uitgewerkt dossier dan een haastig afgehaspeld vluggertje “om de kadans aan te houden”. Zo hebben we al meer websites weten crashen. En bovenal, het moet leuk blijven. Wij doen dit tenslotte voor ons plezier – en dat van jullie allemaal – en zijn verder niemand iets verschuldigd. Houden zo!
Onze leidraad getrouw gaan we hier geen grote aankondigingen of beloften doen. Dat wij het afgelopen jaar wat veel hooi op onze vork namen qua nieuwe thema’s betekent nog niet dat sommige op sterven na dood zijn. Dit geldt in eerste instantie voor het “Pays Noir”. Mogelijkheden én documentatie genoeg, maar na de spannende zoektocht naar de ‘Chemin de Fer des Anglais’ mocht het eens over een andere boeg. Ook de tunnels in de Luikse provincie lijken wat lood in de schoenen te hebben. Toch staan we al – op een kleine tunnel na, in Luik zelf – voor het sluitstuk, het Plateau van Herve, overigens geen sinecure! De grensstations worden evenmin aan hun lot overgelaten, al is dit een project op de iets langere termijn. Ondertussen timmeren wij gestaag maar traag verder aan het “buitenland”, waar in het (bijna) afgelopen jaar al een en ander werd verkend maar nog niet gepubliceerd, en waar komend voorjaar en wellicht ook later alweer meerdere verkenningen op het menu staan. En dan zijn er uiteraard die andere thema’s waar nu en dan – soms onverwachts – iets nieuws komt binnensluipen. Om nog maar te zwijgen van al wat we óók nog zouden willen doen, moesten we…
Na de vernieuwde homepagina staan voor de komende weken nog een paar kleine nieuwigheden op het getouw, en werken we tussendoor aan een verbetering van de layout. Het iets grotere lettertype voor de hele website heb je mogelijk al opgemerkt. Weinig opvallend, maar wel een hele klus. Ook de inhoud en/of de presentatie van sommige ‘oudere’ items komt onder de loep, maar dat verneem je wel wanneer het zover is.
En nu vol goede moed deze donkere laatste maand van het jaar tegemoet.
Het ga je goed.
Railations, 1 december 2014
Railations heeft zopas zijn tweede werkingsjaar afgerond. Inderdaad, het project ging van start op 30 november 2012. Niet zomaar. Het was al een hele tijd aan het gisten en kon verschillende richtingen uit. De start was behoorlijk voorzichtig, en gaandeweg werd een en ander bijgestuurd. Ook nu nog blijft het wikken en wegen, en moeten er keuzes worden gemaakt. De gestaag toenemende belangstelling werkt stimulerend, dat zeker, maar het gevaar van de zelfoverschatting loert om de hoek. Precies daarom hebben we onlangs wat gas teruggenomen, ook al zit ons ‘draaiboek’ overvol. Liever een goed uitgekiend en grondig uitgewerkt dossier dan een haastig afgehaspeld vluggertje “om de kadans aan te houden”. Zo hebben we al meer websites weten crashen. En bovenal, het moet leuk blijven. Wij doen dit tenslotte voor ons plezier – en dat van jullie allemaal – en zijn verder niemand iets verschuldigd. Houden zo!
Onze leidraad getrouw gaan we hier geen grote aankondigingen of beloften doen. Dat wij het afgelopen jaar wat veel hooi op onze vork namen qua nieuwe thema’s betekent nog niet dat sommige op sterven na dood zijn. Dit geldt in eerste instantie voor het “Pays Noir”. Mogelijkheden én documentatie genoeg, maar na de spannende zoektocht naar de ‘Chemin de Fer des Anglais’ mocht het eens over een andere boeg. Ook de tunnels in de Luikse provincie lijken wat lood in de schoenen te hebben. Toch staan we al – op een kleine tunnel na, in Luik zelf – voor het sluitstuk, het Plateau van Herve, overigens geen sinecure! De grensstations worden evenmin aan hun lot overgelaten, al is dit een project op de iets langere termijn. Ondertussen timmeren wij gestaag maar traag verder aan het “buitenland”, waar in het (bijna) afgelopen jaar al een en ander werd verkend maar nog niet gepubliceerd, en waar komend voorjaar en wellicht ook later alweer meerdere verkenningen op het menu staan. En dan zijn er uiteraard die andere thema’s waar nu en dan – soms onverwachts – iets nieuws komt binnensluipen. Om nog maar te zwijgen van al wat we óók nog zouden willen doen, moesten we…
Na de vernieuwde homepagina staan voor de komende weken nog een paar kleine nieuwigheden op het getouw, en werken we tussendoor aan een verbetering van de layout. Het iets grotere lettertype voor de hele website heb je mogelijk al opgemerkt. Weinig opvallend, maar wel een hele klus. Ook de inhoud en/of de presentatie van sommige ‘oudere’ items komt onder de loep, maar dat verneem je wel wanneer het zover is.
En nu vol goede moed deze donkere laatste maand van het jaar tegemoet.
Het ga je goed.
Railations, 1 december 2014
SEPTEMBER 2014
Terwijl de herfst aarzelend zijn intrede doet is Railations zich al aan het opmaken voor een nieuwe reeks verkenningen. Lage(re) temperaturen en korte(re) dagen, vanaf eind oktober nog korter door het winteruur, nemen we er met de glimlach bij, want in deze ‘donkere’ periode zien we heel wat oude relicten het zomerse bladerdek geleidelijk van zich afschudden en zich als het ware aan ons openbaren. Meer dan één ontdekking/verrassing hebben wij aan dit stille seizoen te danken. Redenen te over om de onafgewerkte lijst van één jaar geleden opnieuw ter hand te nemen, intussen aangevuld met nieuwe onderzoeksitems.
Binnenkort kijken we ook aan op onze tweede verjaardag. Al twee jaar Railations! In die paar jaar hebben enkele prille ambities plaats moeten ruimen voor nieuwe ideeën, en zijn geleidelijk ook een aantal nieuwe thema’s en inzichten tot stand gekomen. Tijd voor bezinning? Niet meteen, want dat doen we sowieso met regelmatige tussenpozen. Dat we bij die gelegenheid onze website eens helemaal gaan omgooien is evenmin aan de orde, al denken wij er wel aan hier en daar wat kleine aanpassingen door te voeren. Maar wees gerust: onze thematiek en onze koers blijven wat ze zijn, al zijn kleine aanvullingen niet uitgesloten. Wel gaan we onze lopende rubrieken nog eens goed screenen. Want enkele onder hen zijn door omstandigheden nogal bruusk en zonder uitgewerkte planning uit het niets opgedoken, en dreigen in de verdrukking te geraken omdat we nu eenmaal niet alles tegelijk kunnen doen. Later meer hierover.
Tenslotte moeten we vaststellen dat enkele dossiers aan een flinke update toe zijn. Dit is werk voor de komende maanden, of later in functie van (alweer) de omstandigheden. En dan hebben we het nog niet over tal van punctuele aanpassingen en correcties aan tekst, beeld en opmaak die wij op tijd en stond doorvoeren omdat die zich plots opdringen, of gewoon omdat wij kieskeurig zijn en ons ‘product’ (weer dat woord!) steevast willen verbeteren. Railations staat nu eenmaal niet voor kwantiteit maar veeleer voor kwaliteit, qua vorm en qua inhoud. En dat proberen we zo hoog mogelijk te houden, elke keer opnieuw…
Railations, 18 september 2014
Terwijl de herfst aarzelend zijn intrede doet is Railations zich al aan het opmaken voor een nieuwe reeks verkenningen. Lage(re) temperaturen en korte(re) dagen, vanaf eind oktober nog korter door het winteruur, nemen we er met de glimlach bij, want in deze ‘donkere’ periode zien we heel wat oude relicten het zomerse bladerdek geleidelijk van zich afschudden en zich als het ware aan ons openbaren. Meer dan één ontdekking/verrassing hebben wij aan dit stille seizoen te danken. Redenen te over om de onafgewerkte lijst van één jaar geleden opnieuw ter hand te nemen, intussen aangevuld met nieuwe onderzoeksitems.
Binnenkort kijken we ook aan op onze tweede verjaardag. Al twee jaar Railations! In die paar jaar hebben enkele prille ambities plaats moeten ruimen voor nieuwe ideeën, en zijn geleidelijk ook een aantal nieuwe thema’s en inzichten tot stand gekomen. Tijd voor bezinning? Niet meteen, want dat doen we sowieso met regelmatige tussenpozen. Dat we bij die gelegenheid onze website eens helemaal gaan omgooien is evenmin aan de orde, al denken wij er wel aan hier en daar wat kleine aanpassingen door te voeren. Maar wees gerust: onze thematiek en onze koers blijven wat ze zijn, al zijn kleine aanvullingen niet uitgesloten. Wel gaan we onze lopende rubrieken nog eens goed screenen. Want enkele onder hen zijn door omstandigheden nogal bruusk en zonder uitgewerkte planning uit het niets opgedoken, en dreigen in de verdrukking te geraken omdat we nu eenmaal niet alles tegelijk kunnen doen. Later meer hierover.
Tenslotte moeten we vaststellen dat enkele dossiers aan een flinke update toe zijn. Dit is werk voor de komende maanden, of later in functie van (alweer) de omstandigheden. En dan hebben we het nog niet over tal van punctuele aanpassingen en correcties aan tekst, beeld en opmaak die wij op tijd en stond doorvoeren omdat die zich plots opdringen, of gewoon omdat wij kieskeurig zijn en ons ‘product’ (weer dat woord!) steevast willen verbeteren. Railations staat nu eenmaal niet voor kwantiteit maar veeleer voor kwaliteit, qua vorm en qua inhoud. En dat proberen we zo hoog mogelijk te houden, elke keer opnieuw…
Railations, 18 september 2014
AUGUSTUS 2014
20 maanden na de start van ‘Railations’ (op 30 november 2012) zijn we aan onze zoveelste bezinning toe. Want er is sindsdien al heel wat weg afgelegd, daar niet van, maar we zijn er nog lang niet. Wiedes, de mogelijkheden zijn quasi onuitputtelijk, zelfs indien we ons tot België zouden beperken. En dat doen we nu eenmaal niet, ook al blijft het aantal ‘buitenlandse’ dossiers opvallend bescheiden. Té bescheiden zelfs. Op een aantal 'foto’s van de maand' en 'grensovergangen' na, overwegend uit/met buurland Frankrijk, tellen we momenteel 3 dossiers van over de Belgische grens. Eén heel vlakbij (Maastricht-Vaals) en één niet zo heel ver uit de buurt (Rechte Moselstrecke). En dus blijft het verre Artouste, tegen de Spaanse grens, eenzaam over als enige 'exotische' uitschieter… Wetende dat deze laatste bovendien een toevalstreffer was, oogt deze balans bijzonder schraal.
Toch betekent dit geenszins het failliet van een te ambitieus programma.
1° Wij hebben onszelf nergens tijdslimieten opgelegd.
2° Wij werken behoorlijk traag, en vooral in de diepte (dit geldt trouwens evengoed voor onze 'binnenlandse' dossiers).
3° Wij houden er absoluut aan de situatie ter plaatse te gaan verkennen, niet alleen om ginder het decor te aanschouwen en de sfeer op te snuiven, maar ook en vooral om de klassieke onduidelijkheden en uitschuivers te vermijden.
4° En ja, koken kost tijd (én geld), zeker als je doel niet meteen bij de deur ligt. Vandaar…
Vandaar dus dat het aantal 'buitenlandse' dossiers dat op stapel staat wel aangroeit, maar dit betekent nog niet dat er nu al eentje op het punt staat te ontluiken. Geduld, degelijkheid en grondigheid zullen op termijn ongetwijfeld mooiere en geloofwaardiger dossiers opleveren dan haastig in elkaar geflanste minuutopnames. En dat tipje van de sluier dan? Doen we liever niet, want dat schept alleen maar ijdele verwachtingen. Het enige wat we met de hand op het hart kunnen beloven is dat daar wel degelijk werk wordt van gemaakt. Voor een aantal van die 'buitenlandse' dossiers is (een deel van) de buit trouwens al binnen. Nu de rest nog…
In afwachting geniet je nog best wat van het (Belgische) zomerweer, want binnenkort staat de herfst weer voor de deur!
Railations, 6 augustus 2014
20 maanden na de start van ‘Railations’ (op 30 november 2012) zijn we aan onze zoveelste bezinning toe. Want er is sindsdien al heel wat weg afgelegd, daar niet van, maar we zijn er nog lang niet. Wiedes, de mogelijkheden zijn quasi onuitputtelijk, zelfs indien we ons tot België zouden beperken. En dat doen we nu eenmaal niet, ook al blijft het aantal ‘buitenlandse’ dossiers opvallend bescheiden. Té bescheiden zelfs. Op een aantal 'foto’s van de maand' en 'grensovergangen' na, overwegend uit/met buurland Frankrijk, tellen we momenteel 3 dossiers van over de Belgische grens. Eén heel vlakbij (Maastricht-Vaals) en één niet zo heel ver uit de buurt (Rechte Moselstrecke). En dus blijft het verre Artouste, tegen de Spaanse grens, eenzaam over als enige 'exotische' uitschieter… Wetende dat deze laatste bovendien een toevalstreffer was, oogt deze balans bijzonder schraal.
Toch betekent dit geenszins het failliet van een te ambitieus programma.
1° Wij hebben onszelf nergens tijdslimieten opgelegd.
2° Wij werken behoorlijk traag, en vooral in de diepte (dit geldt trouwens evengoed voor onze 'binnenlandse' dossiers).
3° Wij houden er absoluut aan de situatie ter plaatse te gaan verkennen, niet alleen om ginder het decor te aanschouwen en de sfeer op te snuiven, maar ook en vooral om de klassieke onduidelijkheden en uitschuivers te vermijden.
4° En ja, koken kost tijd (én geld), zeker als je doel niet meteen bij de deur ligt. Vandaar…
Vandaar dus dat het aantal 'buitenlandse' dossiers dat op stapel staat wel aangroeit, maar dit betekent nog niet dat er nu al eentje op het punt staat te ontluiken. Geduld, degelijkheid en grondigheid zullen op termijn ongetwijfeld mooiere en geloofwaardiger dossiers opleveren dan haastig in elkaar geflanste minuutopnames. En dat tipje van de sluier dan? Doen we liever niet, want dat schept alleen maar ijdele verwachtingen. Het enige wat we met de hand op het hart kunnen beloven is dat daar wel degelijk werk wordt van gemaakt. Voor een aantal van die 'buitenlandse' dossiers is (een deel van) de buit trouwens al binnen. Nu de rest nog…
In afwachting geniet je nog best wat van het (Belgische) zomerweer, want binnenkort staat de herfst weer voor de deur!
Railations, 6 augustus 2014
TUSSENDOOR... (27 juni 2014)
Eindelijk, ga je zeggen, en dat vinden wij ook. Niet dat de zoektocht naar de 'CF des Anglais' een saaie boel was, wel integendeel. Met momenten kreeg ze bijna de allures van een thriller, met nieuwe vraagtekens en ook nieuwe vondsten. Wij die bij de start, nu drie maanden geleden, in de waan verkeerden dat het meeste ons wel bekend was. Neen dus. Met als hoofdvogel dat mysterieuze en onvindbare eerste station van Bascoup ('Bascoup-Etat') dat ons telkens opnieuw door de vingers glipte. Tot we einde juni eindelijk op de goede plek zochten... Al moesten we noodgedwongen terugvallen op Google Earth - een gelukstreffer! - omdat de plek intussen nogal diepgaand veranderd is...
Met het zomerreces en een paar verkenningstochten voor de deur zet Railations zijn publicatieritme op een lager pitje. Maar geen nood, tussen het terreinwerk door wordt er gezorgd voor enkele minder uitgebreide 'nieuwigheden' - daarom niet minder waardevol. Dit in afwachting van de volgende grotere dossiers, waarvan sommige al een tijdje op stapel staan.
Laat het verder niet aan je hart komen, en aan wie er de kans voor krijgt: geniet (zo mogelijk) van een ontspannende vakantie.
Eindelijk, ga je zeggen, en dat vinden wij ook. Niet dat de zoektocht naar de 'CF des Anglais' een saaie boel was, wel integendeel. Met momenten kreeg ze bijna de allures van een thriller, met nieuwe vraagtekens en ook nieuwe vondsten. Wij die bij de start, nu drie maanden geleden, in de waan verkeerden dat het meeste ons wel bekend was. Neen dus. Met als hoofdvogel dat mysterieuze en onvindbare eerste station van Bascoup ('Bascoup-Etat') dat ons telkens opnieuw door de vingers glipte. Tot we einde juni eindelijk op de goede plek zochten... Al moesten we noodgedwongen terugvallen op Google Earth - een gelukstreffer! - omdat de plek intussen nogal diepgaand veranderd is...
Met het zomerreces en een paar verkenningstochten voor de deur zet Railations zijn publicatieritme op een lager pitje. Maar geen nood, tussen het terreinwerk door wordt er gezorgd voor enkele minder uitgebreide 'nieuwigheden' - daarom niet minder waardevol. Dit in afwachting van de volgende grotere dossiers, waarvan sommige al een tijdje op stapel staan.
Laat het verder niet aan je hart komen, en aan wie er de kans voor krijgt: geniet (zo mogelijk) van een ontspannende vakantie.
APRIL 2014
Bovenaan de Homepagina van april staat de foto van een half verzonken spoorwegbrug onder de titel “Avontuur”. Ook al is dit evengoed bedoeld als teaser, moet het de kandidaat-bezoeker vooral duidelijk maken waar het bij Railations om te doen is.
Nu blijft het raden naar de reactie van al wie vol verwachting deze website doorbladert. Feit is dat wij “Avontuur” niet meteen interpreteren als synoniem voor “Waaghalzerij” of “Risico”, maar veeleer zien als een zoektocht in het onbekende. Dat je hierbij een en ander kunt meemaken is uiteraard mooi meegenomen maar niet obligaat. Veel hangt natuurlijk af waar men zijn grenzen legt, en dat verschilt van persoon tot persoon. Dat hebben wij de jongste tijd tijdens onze verkenningstochten meer dan eens mogen ervaren. Een voorbeeld.
Een van ons ging onlangs op zoek naar een al 60 jaar verlaten spoortunnel. De beschikbare documentatie liet hem toe deze locatie als “moeilijk maar doenbaar” te kapittelen. Ter plekke bleek het echter onmogelijk de spoorzate te volgen wegens compleet dichtgegroeid. Zijn machete en zijn lasso (hm…) had hij thuis gelaten. Dan maar geprobeerd om even voor de tunnel in de sleuf af te dalen. Eén kant dichtgegroeid met sleedoorn, aan de andere kant minder sleedoorn maar bijzonder steil (helling meer dan 100%), 12 à 15 meter diep, spoorbedding volledig onder water: 30 à 50 cm of meer, het slijkpakket al dan niet meegerekend. De tunnel zelf eveneens met de voeten in het water en de uitgang volledig dichtgegooid, met als risico: hoe verder hoe dieper… Bovenop de gouden stelregel “nooit op je eentje in een totaal onbekende tunnel” (remember, GSM’s reiken zo diep niet) heeft hij eieren voor zijn geld gekozen en is dan maar afgedropen, maar niet zonder de nodige foto’s, zij het doorheen het dichte struikgewas.
Je kan het natuurlijk oerdom vinden om zonder complete speleo- en/of alpinistenuitrusting op tunneljacht te gaan. Dit plezier gunnen wij echter aan getrainde en geroutineerde “urban” explorers en raiders. Ons is het niet zozeer te doen om de ultieme kick in het diepste van een half verzopen krocht of bovenop de eenzame pijler van een ontmantelde viaduct, maar veeleer om de kick van de 'ontdekking' van alweer een kunstwerk of een verlaten spoorwegbouwsel. En als we er op een of andere manier ook nog op- of inkunnen zullen wij het zeker niet laten. Maar niet ten koste van om het even wat! En bij twijfel zeker niet in ons dooie eentje…
Dit geschreven zijnde zal het je misschien opvallen dat we al een hele poos doende zijn met die godvergeten “Chemin de Fer des Anglais” bij La Louvière. Dat wij zoveel tijd nodig hebben voor een al bij al niet eens zo ‘avontuurlijk’ spoorwegtracé kan menigeen verbazen, maar dit project illustreert op treffende wijze waar het Railations óók om te doen is: “graven naar het verleden”, niet meteen door in de grond te woelen van opgevulde spoorwegsleuven, maar veeleer in documenten allerhande, en uiteraard ook op het internet. En daarna alles nog eens ter plaatse gaan checken. En daar zijn we dezer dagen mee bezig.
Nog veel ontdekkingsplezier!
Railations, 18 april 2014
Bovenaan de Homepagina van april staat de foto van een half verzonken spoorwegbrug onder de titel “Avontuur”. Ook al is dit evengoed bedoeld als teaser, moet het de kandidaat-bezoeker vooral duidelijk maken waar het bij Railations om te doen is.
Nu blijft het raden naar de reactie van al wie vol verwachting deze website doorbladert. Feit is dat wij “Avontuur” niet meteen interpreteren als synoniem voor “Waaghalzerij” of “Risico”, maar veeleer zien als een zoektocht in het onbekende. Dat je hierbij een en ander kunt meemaken is uiteraard mooi meegenomen maar niet obligaat. Veel hangt natuurlijk af waar men zijn grenzen legt, en dat verschilt van persoon tot persoon. Dat hebben wij de jongste tijd tijdens onze verkenningstochten meer dan eens mogen ervaren. Een voorbeeld.
Een van ons ging onlangs op zoek naar een al 60 jaar verlaten spoortunnel. De beschikbare documentatie liet hem toe deze locatie als “moeilijk maar doenbaar” te kapittelen. Ter plekke bleek het echter onmogelijk de spoorzate te volgen wegens compleet dichtgegroeid. Zijn machete en zijn lasso (hm…) had hij thuis gelaten. Dan maar geprobeerd om even voor de tunnel in de sleuf af te dalen. Eén kant dichtgegroeid met sleedoorn, aan de andere kant minder sleedoorn maar bijzonder steil (helling meer dan 100%), 12 à 15 meter diep, spoorbedding volledig onder water: 30 à 50 cm of meer, het slijkpakket al dan niet meegerekend. De tunnel zelf eveneens met de voeten in het water en de uitgang volledig dichtgegooid, met als risico: hoe verder hoe dieper… Bovenop de gouden stelregel “nooit op je eentje in een totaal onbekende tunnel” (remember, GSM’s reiken zo diep niet) heeft hij eieren voor zijn geld gekozen en is dan maar afgedropen, maar niet zonder de nodige foto’s, zij het doorheen het dichte struikgewas.
Je kan het natuurlijk oerdom vinden om zonder complete speleo- en/of alpinistenuitrusting op tunneljacht te gaan. Dit plezier gunnen wij echter aan getrainde en geroutineerde “urban” explorers en raiders. Ons is het niet zozeer te doen om de ultieme kick in het diepste van een half verzopen krocht of bovenop de eenzame pijler van een ontmantelde viaduct, maar veeleer om de kick van de 'ontdekking' van alweer een kunstwerk of een verlaten spoorwegbouwsel. En als we er op een of andere manier ook nog op- of inkunnen zullen wij het zeker niet laten. Maar niet ten koste van om het even wat! En bij twijfel zeker niet in ons dooie eentje…
Dit geschreven zijnde zal het je misschien opvallen dat we al een hele poos doende zijn met die godvergeten “Chemin de Fer des Anglais” bij La Louvière. Dat wij zoveel tijd nodig hebben voor een al bij al niet eens zo ‘avontuurlijk’ spoorwegtracé kan menigeen verbazen, maar dit project illustreert op treffende wijze waar het Railations óók om te doen is: “graven naar het verleden”, niet meteen door in de grond te woelen van opgevulde spoorwegsleuven, maar veeleer in documenten allerhande, en uiteraard ook op het internet. En daarna alles nog eens ter plaatse gaan checken. En daar zijn we dezer dagen mee bezig.
Nog veel ontdekkingsplezier!
Railations, 18 april 2014
TUSSENDOOR... (2 april 2014)
Wat begon als een routineklus bleek al gauw een puzzel van formaat. Geen probleem met het tracé, deze was bij Railations al langer bekend. Maar het uitpluizen van de beschikbare bronnen op zoek naar een eenduidige historiek liep niet van een leien dak en zorgt ook nu nog voor de nodige hoofdbrekens over het wat, waar, wanneer, hoe en de precieze omstandigheden van de ontmanteling van de oude spoorlijn van La Louvière naar Bascoup (Etat), zo'n 140 jaar geleden. Gaandeweg, ook vandaag nog, kwamen nieuwe elementen ons dossier aandikken, wat bijkomend onderzoek ter plaatse kan vergen, en ook dat neemt tijd in beslag. Hoe dan ook, voor de ‘buitenstaanders’ die we zijn wordt dit een waar huzarenstukje waar we nog wel even zoet mee zijn. Maar wees gerust, binnenkort gaan we samen op pad langs het eerste deel van dit oude en vergeten spoorwegtracé.
Wat begon als een routineklus bleek al gauw een puzzel van formaat. Geen probleem met het tracé, deze was bij Railations al langer bekend. Maar het uitpluizen van de beschikbare bronnen op zoek naar een eenduidige historiek liep niet van een leien dak en zorgt ook nu nog voor de nodige hoofdbrekens over het wat, waar, wanneer, hoe en de precieze omstandigheden van de ontmanteling van de oude spoorlijn van La Louvière naar Bascoup (Etat), zo'n 140 jaar geleden. Gaandeweg, ook vandaag nog, kwamen nieuwe elementen ons dossier aandikken, wat bijkomend onderzoek ter plaatse kan vergen, en ook dat neemt tijd in beslag. Hoe dan ook, voor de ‘buitenstaanders’ die we zijn wordt dit een waar huzarenstukje waar we nog wel even zoet mee zijn. Maar wees gerust, binnenkort gaan we samen op pad langs het eerste deel van dit oude en vergeten spoorwegtracé.
MAART 2014
Wie Railations al een tijdje volgt of zich de moeite getroost onze chronologie te overlopen zal het al gemerkt hebben. Bijna om de week kwamen we met een nieuw item of een nieuw hoofdstuk op de proppen, met de afgelopen maand het hoofdstuk ‘Vesdertunnels’ in drie afleveringen, gevolgd door de grensovergang van Roisin-Autreppe naar Bettrechies in Frankrijk, voorwaar een voltreffer!
Sindsdien is het echter windstil. Laat de motor het nu al afweten? Enerzijds is een dergelijk ritme niet eeuwig vol te houden, daar zijn we ons van bewust. Anderzijds hebben we momenteel de handen meer dan vol met het obligate terreinwerk. De zachte winter en de vroege lente brengen nu al de ondergroei op gang en beloven ons voor binnenkort een snelle bladgroei. En daar heel wat spoorwegrestanten alleen goed zichtbaar zijn in het ‘dode’ seizoen is onze rekening gauw gemaakt. De neerslag van dit alles zal te zijner tijd wel volgen, een kwestie van weken, misschien wel maanden of… neen, zo ver vooruit kunnen wij het al helemaal niet inschatten.
Ondertussen liggen hier een zestal projecten te wachten, inhoudelijk grotendeels gecheckt en zo goed als afgewerkt. Wel moet hier en daar nog een laatste twijfelpunt worden weggewerkt. Pas dan volgen de eigenlijke tekstredactie, het op punt stellen van de fotodocumenten en indien nodig ook nog een kaartredactie. Om de uiteindelijke vormgeving niet te vergeten. Dat dit behoorlijk wat werk vergt is nu eenmaal de prijs voor zorgvuldig uitgekiende en degelijke informatie.
En dan onze nieuwe foto van de maand (maart). Voor het eerst maken wij een hele sprong oostwaarts, tot in oostelijk Duitsland toe. Een immens boeiend land op het vlak van oude spoorlijnen, tracés en (vooral) kunstwerken. Maar ook veelvuldig en heel degelijk beschreven en gedocumenteerd. Of Railations daar dientengevolge nog maar weinig te zoeken heeft? Een paar kleinere ‘vondsten’ houden we alvast in petto. Veeleer willen we ons toespitsen op een handvol minder courante verschijnselen of restanten die alhier weinig bekend zijn. Dit alles vanuit onze specifieke invalshoek en uiteraard met de Gründlichkeit die we ook overal elders zoveel mogelijk nastreven.
En nu nog afwachten wat van al die mooie intenties de eerstkomende tijd zal uitkomen. De wil is sterk… enz.
Nog veel plezier.
Railations, 13 maart 2014
Wie Railations al een tijdje volgt of zich de moeite getroost onze chronologie te overlopen zal het al gemerkt hebben. Bijna om de week kwamen we met een nieuw item of een nieuw hoofdstuk op de proppen, met de afgelopen maand het hoofdstuk ‘Vesdertunnels’ in drie afleveringen, gevolgd door de grensovergang van Roisin-Autreppe naar Bettrechies in Frankrijk, voorwaar een voltreffer!
Sindsdien is het echter windstil. Laat de motor het nu al afweten? Enerzijds is een dergelijk ritme niet eeuwig vol te houden, daar zijn we ons van bewust. Anderzijds hebben we momenteel de handen meer dan vol met het obligate terreinwerk. De zachte winter en de vroege lente brengen nu al de ondergroei op gang en beloven ons voor binnenkort een snelle bladgroei. En daar heel wat spoorwegrestanten alleen goed zichtbaar zijn in het ‘dode’ seizoen is onze rekening gauw gemaakt. De neerslag van dit alles zal te zijner tijd wel volgen, een kwestie van weken, misschien wel maanden of… neen, zo ver vooruit kunnen wij het al helemaal niet inschatten.
Ondertussen liggen hier een zestal projecten te wachten, inhoudelijk grotendeels gecheckt en zo goed als afgewerkt. Wel moet hier en daar nog een laatste twijfelpunt worden weggewerkt. Pas dan volgen de eigenlijke tekstredactie, het op punt stellen van de fotodocumenten en indien nodig ook nog een kaartredactie. Om de uiteindelijke vormgeving niet te vergeten. Dat dit behoorlijk wat werk vergt is nu eenmaal de prijs voor zorgvuldig uitgekiende en degelijke informatie.
En dan onze nieuwe foto van de maand (maart). Voor het eerst maken wij een hele sprong oostwaarts, tot in oostelijk Duitsland toe. Een immens boeiend land op het vlak van oude spoorlijnen, tracés en (vooral) kunstwerken. Maar ook veelvuldig en heel degelijk beschreven en gedocumenteerd. Of Railations daar dientengevolge nog maar weinig te zoeken heeft? Een paar kleinere ‘vondsten’ houden we alvast in petto. Veeleer willen we ons toespitsen op een handvol minder courante verschijnselen of restanten die alhier weinig bekend zijn. Dit alles vanuit onze specifieke invalshoek en uiteraard met de Gründlichkeit die we ook overal elders zoveel mogelijk nastreven.
En nu nog afwachten wat van al die mooie intenties de eerstkomende tijd zal uitkomen. De wil is sterk… enz.
Nog veel plezier.
Railations, 13 maart 2014
FEBRUARI 2014
Een website lanceren is één zaak, hem doordacht en zinvol aanvullen een ander. Wanneer je bovendien met verschillende dossiers tegelijk bezig bent wordt het wel wat ingewikkeld. Dit is wat Railations momenteel te beurt valt. Je kan je natuurlijk afvragen waarom we ons dan niet beperken tot één enkel thema, bijv. de oude tunnels. Wel, tegensprekelijk genoeg is dit een kwestie van beschikbare tijd, maar ook van opportunisme. Enerzijds duurt het wel even voor we een item bezocht hebben en een uitgebalanceerd dossier kunnen opstellen. En dus wordt het soms maanden wachten op de volgende bijdrage. Anderzijds kunnen in de tussentijd andere interessante items opduiken die vlugger afgewerkt raken en die we dankbaar inlassen om wat afwisseling te brengen in ons 'aanbod' (foei, wat een term) - denk maar aan de Chic-Chactunnels. Vandaar…
Dit gezegd zijnde, hoe ver staan we nu?
Ons dossier over de Luikse tunnels heeft zopas een ferme opstoot gekregen, maar is nog ver van af. Op een paar kleintjes na blijven hier nog twee stevige brokken op het menu: het Pays de Herve en de Ostkantonen, niet noodzakelijk in die volgorde. Voor het Pays Noir komt het vervolg stilaan in de afwerkingsfase, terwijl het voor de Grensstations en de Vlaamse spooklijnen momenteel meer een kwestie is van terreinwerk. Ook voor Halle is een vervolg voorzien, zij het niet onmiddellijk.
En dan de rubriek met de werknaam “Op stap”. Daarin staken we (eindelijk) van wal met de beschrijving van hele tracés die men niet of slechts gedeeltelijk kan afstappen, maar op zijn minst van op korte afstand kan volgen. Ideeën genoeg. Nu nog de invulling ervan!
Met andere woorden: ons ‘orderboekje’ zit goed vol, dank u.
Dan nog dit. Ben je op zoek naar een ondergelopen tunnel om je nieuwe duikersuitrusting te testen of een verlaten viaduct om je langs een touw tientallen meter naar beneden te laten bengelen, dan zoek je best een hierin gespecialiseerde website op. Er zijn genoeg invullingen mogelijk voor het begrip “avontuur”, maar voor Railations is waaghalzerij daar niet meteen bij. En wil je er toch de “max” uithalen, doe dat dan gerust, zij het volledig op je eigen risico en verantwoordelijkheid.
Voor de rest laten we ons nog steeds meedrijven met de stroom naar het onbekende en ons verrassen door de draaikolken van het onverwachte. Mysterie, avontuur, nieuwe ontdekkingen, en tussendoor een frisse duik in het verleden… dáár gaan wij voor.
Railations, 10 februari 2014
Een website lanceren is één zaak, hem doordacht en zinvol aanvullen een ander. Wanneer je bovendien met verschillende dossiers tegelijk bezig bent wordt het wel wat ingewikkeld. Dit is wat Railations momenteel te beurt valt. Je kan je natuurlijk afvragen waarom we ons dan niet beperken tot één enkel thema, bijv. de oude tunnels. Wel, tegensprekelijk genoeg is dit een kwestie van beschikbare tijd, maar ook van opportunisme. Enerzijds duurt het wel even voor we een item bezocht hebben en een uitgebalanceerd dossier kunnen opstellen. En dus wordt het soms maanden wachten op de volgende bijdrage. Anderzijds kunnen in de tussentijd andere interessante items opduiken die vlugger afgewerkt raken en die we dankbaar inlassen om wat afwisseling te brengen in ons 'aanbod' (foei, wat een term) - denk maar aan de Chic-Chactunnels. Vandaar…
Dit gezegd zijnde, hoe ver staan we nu?
Ons dossier over de Luikse tunnels heeft zopas een ferme opstoot gekregen, maar is nog ver van af. Op een paar kleintjes na blijven hier nog twee stevige brokken op het menu: het Pays de Herve en de Ostkantonen, niet noodzakelijk in die volgorde. Voor het Pays Noir komt het vervolg stilaan in de afwerkingsfase, terwijl het voor de Grensstations en de Vlaamse spooklijnen momenteel meer een kwestie is van terreinwerk. Ook voor Halle is een vervolg voorzien, zij het niet onmiddellijk.
En dan de rubriek met de werknaam “Op stap”. Daarin staken we (eindelijk) van wal met de beschrijving van hele tracés die men niet of slechts gedeeltelijk kan afstappen, maar op zijn minst van op korte afstand kan volgen. Ideeën genoeg. Nu nog de invulling ervan!
Met andere woorden: ons ‘orderboekje’ zit goed vol, dank u.
Dan nog dit. Ben je op zoek naar een ondergelopen tunnel om je nieuwe duikersuitrusting te testen of een verlaten viaduct om je langs een touw tientallen meter naar beneden te laten bengelen, dan zoek je best een hierin gespecialiseerde website op. Er zijn genoeg invullingen mogelijk voor het begrip “avontuur”, maar voor Railations is waaghalzerij daar niet meteen bij. En wil je er toch de “max” uithalen, doe dat dan gerust, zij het volledig op je eigen risico en verantwoordelijkheid.
Voor de rest laten we ons nog steeds meedrijven met de stroom naar het onbekende en ons verrassen door de draaikolken van het onverwachte. Mysterie, avontuur, nieuwe ontdekkingen, en tussendoor een frisse duik in het verleden… dáár gaan wij voor.
Railations, 10 februari 2014
bijgewerkt: 17-6-2024
|
|
terug naar de homepagina
|