DE TUNNELS BIJ SENZEILLEen de "Tranchée de Senzeille" |
Texte français
au bas de cette page |
Een oud spoorwegtracé, een verlaten tunnel midden in het woud, een dichtgegroeide spoorwegsleuf van ergens naar nergens...
Wat is er zo bijzonder aan de schamele overblijfselen van de voormalige spoorlijn door het Forêt de Senzeille?
Vooreerst dit. Het eerste deel van lijn 132 waarvan hier sprake, Charleroi - Walcourt, op dubbelspoor, werd in 1848 in gebruik genomen. Het tweede baanvak, Walcourt - Mariembourg - Vireux-Molhain, op enkelspoor, kwam stapsgewijs in dienst van 1852 tot 1854. Pas rond 1914 werd het op zijn beurt op dubbel spoor gebracht, eerst tot Mariembourg, daarna verder tot Nismes. Wel hebben we sterke aanwijzingen dat dit werk bij het uitbreken van WO I nog niet voltooid was en pas later werd afgerond, mogelijk al op initiatief van de bezetter zelf. In 1959 werd dit baanvak terug op enkelspoor gebracht.
Wat is er zo bijzonder aan de schamele overblijfselen van de voormalige spoorlijn door het Forêt de Senzeille?
Vooreerst dit. Het eerste deel van lijn 132 waarvan hier sprake, Charleroi - Walcourt, op dubbelspoor, werd in 1848 in gebruik genomen. Het tweede baanvak, Walcourt - Mariembourg - Vireux-Molhain, op enkelspoor, kwam stapsgewijs in dienst van 1852 tot 1854. Pas rond 1914 werd het op zijn beurt op dubbel spoor gebracht, eerst tot Mariembourg, daarna verder tot Nismes. Wel hebben we sterke aanwijzingen dat dit werk bij het uitbreken van WO I nog niet voltooid was en pas later werd afgerond, mogelijk al op initiatief van de bezetter zelf. In 1959 werd dit baanvak terug op enkelspoor gebracht.
Met het oog op de aanleg van het stuwmerencomplex rond de Eau d’Heure werd het zuidelijk deel van lijn 132 einde augustus 1970 grotendeels opgegeven en vervangen door een nieuw parcours via Philippeville, en ruim één jaar later al opgebroken tussen Walcourt, Senzeille en Neuville-Sud.
|
Het tracé uit 1914 naar Neuville-Sud, kort na de 2e tunnel, vroeger en nu - telkens op dezelfde plek (1 mei 1971 en 10 april 2009)
|
De meest voor de hand liggende plek om vandaag dit oude tracé te volgen is echter niet het thans verdwenen station Senzeille, maar wel de spoorwegbrug vlakbij de eveneens verdwenen stopplaats Neuville-Sud. Daar neem je de N978 richting Cerfontaine en de stuwmeren. Deze Route des Lacs werd rond 1973 aangelegd op de dubbelsporige bedding van de drie jaar eerder verlaten lijn 132 (foto's hierboven).
Twee aparte spoorwegtracés door het woud
Zo'n 500 meter voorbij de spoorwegbrug kom je aan een kruising. Rechts de Rue du Beau Château, links het geasfalteerde beginstuk van een bosweg. Hier heb je de keuze: verder rechtdoor op de door de N978 ingepalmde spoorwegbedding, of linksaf en dan weer naar rechts, dwars door het woud. Je zult al gauw merken dat deze kaarsrechte bosweg eveneens een oude spoorwegbedding is. Beter zelfs, dit is het oorspronkelijke tracé van lijn 132 uit 1854, overduidelijk op enkelspoor.
800 meter verder stopt deze oude spoorwegzate aan een rond pleintje, vlakbij de plek waar ooit een verbindingsspoor aftakte naar de voormalige marmergroeve Beauchâteau. Vanaf daar is dit tracé grotendeels begroeid, maar voor wie daar zin in heeft toch enigszins te volgen, zij het tussen bomen en struikgewas door (hieronder), tot vlak voor het dichtgemetselde portaal van de eerste tunnel, de enkelsporige Senzeille 1 - ook te bereiken mits een ommetje via de 'Route des Lacs' (N978).
800 meter verder stopt deze oude spoorwegzate aan een rond pleintje, vlakbij de plek waar ooit een verbindingsspoor aftakte naar de voormalige marmergroeve Beauchâteau. Vanaf daar is dit tracé grotendeels begroeid, maar voor wie daar zin in heeft toch enigszins te volgen, zij het tussen bomen en struikgewas door (hieronder), tot vlak voor het dichtgemetselde portaal van de eerste tunnel, de enkelsporige Senzeille 1 - ook te bereiken mits een ommetje via de 'Route des Lacs' (N978).
Het kaarsrechte tracé uit 1854 doorheen het woud, gezien richting Neuville-Sud (hierboven) en van op de N978 (daarnaast) (12 april 1995)
En zo lopen vanaf de spoorwegbrug bij Neuville-Sud twee afzonderlijke spoortracés doorheen het Forêt de Senzeille, mooi naast elkaar: het oorspronkelijke en vrijwel kaarsrechte tracé, en daarnaast het tweede – de huidige N978 – in een lichte boog, op maximum 120 m van het eerste (zie plannetje hierna). Pas 3 km verder komen ze weer bijeen, vlak voor het verdwenen station Senzeille.
|
De tunnels van Senzeille
Kort voor dit station werd op elk van beide tracés een tunnel gegraven: Senzeille 1, op enkelspoor en 520 m lang (1854), en Senzeille 2, dubbelsporig en 594 m lang (1914). Tijdens de graafwerken van de nieuwe tunnel waren beide tracés vlakbij de oostelijke ingang met elkaar verbonden. Dit werkspoor - nu een bosweg - kwam uit vlakbij het tunnelportaal van Senzeille 1.
Toen het dubbelsporige traject rond 1914 in gebruik kwam werd het 3 km lange tracé uit 1854 afgedankt en opgebroken. De enkelsporige tunnel Senzeille 1 werd aan westelijke kant dichtgemaakt maar bleef aan de oostkant toegankelijk voor wie daar zin in had: avonturiers, wandelaars en andere nieuwsgierigen die diep in het woud meestal bij toeval op het verdoken tunnelportaal uitkwamen.
Door de jaren heen onderging deze smalle tunnelpijp de tand des tijds, zoals waterinsijpeling en tunnelwanden die hoe langer hoe meer afbrokkelden. Bovendien belemmerde een aanzienlijke hoop puin en aangespoelde grond onder een ventilatieschacht de doortocht naar de rest van de tunnel. Pas begin deze eeuw werd deze vrij gebleven tunnelopening op haar beurt dichtgemetseld.
Een steil pad vlak naast de tunnel laat je toe de spoorwegsleuf aan de andere kant van de tunnel te bereiken (zie verder). |
Onderweg kom je wellicht deze stevig getraliede en omheinde opening tegen (foto hieronder). De holle echo van neervallende druppels daar vanbinnen onthult je dat dit de bewuste ventilatieschacht is. Het bovenstuk (de 'schouw') is al lang geleden afgebroken, en het zijn wellicht die brokstukken die daar beneden de doortocht belemmerden.
Het lot van Senzeille 2 werd in de beginjaren 70 bezegeld. Eerst dacht men de ‘Route des Lacs’ daar gewoon doorheen te trekken, maar uiteindelijk ging dit plan dan toch niet door. En dus liet men de nieuwe baan even voor de tunnel wat naar rechts zwenken en tot boven op de helling klimmen, weg van het spoorwegtracé, om pas ter hoogte van het verdwenen station Senzeille opnieuw de oude spoorbedding te volgen (zie kaartje). De tunnel zelf bestaat nog, zij het diep onder de grond. Kant Neuville-Sud ligt het portaal bedolven onder de grondwerken van de N978. Aan de andere kant werd de tunnelopening opgevuld, gelijk met de spoorwegsleuf, wat vermoedelijk ook gebeurde met de tunnelpijp zelf. Wie had 60 jaar eerder kunnen vermoeden dat de ‘nieuwe’ tunnel nog sneller zou verdwijnen dan zijn onfortuinlijke voorganger?
|
De spoorwegsleuf van Senzeille ("Tranchée de Senzeille")
Het lot van het spoorwegtracé ten westen van beide tunnels is zo mogelijk nog merkwaardiger. Want om het hoogteverschil van zo'n 35 meter tussen Neuville-Sud en Senzeille te kunnen overbruggen had men in de heuvelflank tussen tunnel en station een behoorlijk diepe sleuf moeten graven. Voor het dubbelsporige tracé werd deze sleuf aanzienlijk verbreed en verder uitgediept tot 20 meter ter hoogte van de tunnelportalen (foto hiernaast). Gigantische grondwerken waarvan de storthopen rondom het spoortracé decennia lang goed zichtbaar bleven. Nadat het idee om de N978 doorheen de grote tunnel te trekken was opgegeven vond men er niet beter op dan al de overtollige grond in de nutteloos geworden spoorwegsleuf te dumpen. Meteen was het lot van het westelijke portaal van Senzeille 2 bezegeld, en gelijk dat van de nog zichtbare bovenkant van Senzeille 1.
|
Toch verdween de sleuf niet helemaal, en wel om een heel speciale reden. Je moet weten dat de 19e eeuw met al zijn nieuwe steenkoolputten en spoorlijnen een boeiende periode was. Want zo kon men ineens de ondergrond in detail bestuderen, de aard van de grondlagen bepalen en zo de geologische structuren in kaart brengen.
In de streek tussen Philippeville, Couvin en Givet werd dan ook baanbrekend werk verricht. Getuige een aantal mondiaal erkende geologische benamingen uit die regio, zoals Couviniaan en Givetiaan. Een paradijs voor geografen, geologen en… fossielenjagers! Zo ook de oorspronkelijke spoorwegsleuf tussen station en tunnel (Senzeille 1) waarin de overgang van het Boven-Frasniaan naar het Onder-Famenniaan (twee geologische tijdvakken met overeenkomstige gesteentelagen) nauwkeurig werd beschreven en wetenschappelijk vastgelegd. En precies omdat de 'Tranchée de Senzeille' een wereldwijd erkende geologische referentieplek is, werd de bovenste helft van de zuidelijke flank gevrijwaard. Later werd hierlangs een voetpad aangelegd ten behoeve van de wetenschap en andere interesses. Het diepste deel van de sleuf met daarin beide tunnelportalen werd echter grotendeels opgevuld.
Vandaag
De bewerkte foto hieronder vat het noodlot samen van beide tunnels in de diepe sleuf kant Senzeille. Rechts de oudste tunnel, kaarsrecht, enkelspoor, de uitgang zichtbaar in de verte. Links de nieuwe tunnel, voorzien voor dubbelspoor en zo goed als afgewerkt. Zijn brede portaal, zichtbaar onafgewerkt vlak voor de eerste tunnel, werd pas voltooid (gele punt) nadat het eerste tracé was opgegeven. Hierbij bleef de bovenkant van het gewelf van de eerste tunnel (rode boog) boven deze steunmuur uitsteken – als verluchting, maar ook als doorgang voor vleermuizen? Nadat na 1970 ook de tweede tunnel was opgegeven werd de hele site zo goed als volledig opgevuld, op de huidige sleuf na (in doorsnee op de foto, lichtblauwe kader) waarin de hoge rots, helemaal rechts, is blijven uitsteken, amper zichtbaar tussen de dichte begroeiing.
Tot slot...
Amper zestig jaar na zijn ontstaan werd het tweede tracé, dat van 1914, zo goed als volledig uit het landschap gewist. Vandaag is de spoorwegsite van Senzeille onherkenbaar verminkt, de wereldvermaarde sleuf danig dichtgegroeid en de herinnering aan deze merkwaardige spoorwegsite grotendeels weggeëbd - getuige de oppervlakkige tot gebrekkige beschrijvingen die her en der opduiken. Daartegenover hebben het nu afgesloten tunnelportaal en het in ongenade gevallen tracé van 1854 de tand des tijds vrij goed overleefd, tot vandaag, als laatste herinnering aan het mooie spoorwegtracé dwars door het woud.
|
|
LES TUNNELS DE SENZEILLE
et la 'Tranchée de Senzeille'
et la 'Tranchée de Senzeille'
DEUX TRACÉS FERROVIAIRES PARALLÈLES
Le 31 août 1970, pour la construction des barrages de l’Eau d’Heure, la ligne 132 Charleroi-Mariembourg fut détournée par Philippeville. Du coup, la section de Walcourt à Neuville-Sud par Senzeille fut abandonnée et la voie démontée un an plus tard. Vers 1973, ce tracé fut converti en axe routier, la N978 ou Route des Lacs, le plus souvent décrite comme le tracé originel de la ligne 132. |
Cependant il existe un tracé parallèle, long de 3 km, qui se détache à hauteur du pont sous l'actuelle ligne 132 près de Neuville-Sud et file en droite ligne à travers la forêt. Rendu impraticable par la végétation sur 800 m, il aboutit au tunnel aujourd'hui muré, en pleine Forêt de Senzeille. Ce parcours n'est autre que le premier tracé de la ligne 132, à voie unique, inauguré en 1854 et abandonné au début de la première guerre, lors de la mise en service de la section à double voie, l'actuelle N978. Au-delà du tunnel, ces deux tracés se rejoignent près de la gare disparue de Senzeille.
LES DEUX TUNNELS DE SENZEILLE
Sur le tracé de 1914, un autre tunnel, de 594 m et à double voie (Senzeille 2) dut être percé. Durant les travaux, une voie de service temporaire fut établie entre les deux tracés. Toujours visible en tant que sentier forestier, son tracé aboutit près du premier tunnel (Senzeille 1). Alors que le portail côté Senzeille fut muré dès l'abandon du premier tracé en 1914, cette entrée resta longtemps ouverte et accessible à tous. Or, sujet à des infiltrations d’eau et à des chutes de pierres se détachant des parois, ce tunnel de 520 m se dégrada de plus en plus.
|
Déjà obturé par un cône d’éboulis sous une cheminée d’aération, il fut finalement condamné au début de ce siècle. Alors que la partie supérieure de cette cheminée a disparu (et les gravats probablement jetés dans le trou), son ouverture est toujours bien visible en pleine forêt, dûment barricadée et sécurisée par de solides barreaux.
Quant au tunnel voisin à double voie (Senzeille 2), celui-ci ne tarda pas à faire les frais des travaux routiers dès 1973. Son portail oriental disparut sous le remblai de la N978 qui se contente de contourner l’obstacle plutôt que de le traverser. Et donc cette galerie existe toujours, quoique totalement inaccessible et probablement comblée, l’entrée côté Senzeille ayant été obturée elle aussi. Quant à la N978, celle-ci rejoint l’ancienne ligne 132 près de la gare de Senzeille, disparue elle aussi. |
LA 'TRANCHÉE DE SENZEILLE'
Mais c'est ici que les choses prennent une tournure intéressante. En effet, la topographie locale nécessita le creusement d’une profonde tranchée entre le tunnel et la gare de Senzeille. Lors de la mise à double voie celle-ci fut élargie et approfondie jusqu'à plus de 20 m à l'entrée du nouveau tunnel, nécessitant de gigantesques terrassements comme en témoignent de nombreux déblais de part et d'autre des deux ouvrages. Dès 1973, les déblais issus des travaux routiers furent tout bonnement versés dans la tranchée désormais inutile, ensevelissant du coup le portail de Senzeille 2 (qui masque celui de Senzeille 1) mais laissant quasiment intacte la partie supérieure de la tranchée sur son flanc sud. Pourquoi? Parce qu'au 19e siècle les couches géologiques affleurant dans la tranchée ferroviaire de 1854 entre la gare et le permier tunnel de Senzeille permirent d’y déterminer avec précision le passage du Frasnien Supérieur au Famennien Inférieur, deux époques successives du Dévonien Supérieur. Il importait donc que ce site géologique reconnu mondialement soit sauvegardé. Plus tard, un sentier de découverte y fut aménagé.
|
POUR CONCLURE...
Le deuxième tracé, celui de 1914, aura eu la vie longue. Quasiment effacé du paysage au début des années 70, le site de Senzeille est devenu méconnaissable et la tranchée géologique internationale envahie par une épaisse végétation. Le souvenir du site ferroviaire s'estompe de plus en plus, à tel point que certains descriptifs surgissant par-ci par-là embrouillent la réalité topographique des lieux, oubliant que la N978 ait pris la place du deuxième tracé et que le tracé déchu, celui de 1854, soit le seul qui ait survécu à ce jour.
Le deuxième tracé, celui de 1914, aura eu la vie longue. Quasiment effacé du paysage au début des années 70, le site de Senzeille est devenu méconnaissable et la tranchée géologique internationale envahie par une épaisse végétation. Le souvenir du site ferroviaire s'estompe de plus en plus, à tel point que certains descriptifs surgissant par-ci par-là embrouillent la réalité topographique des lieux, oubliant que la N978 ait pris la place du deuxième tracé et que le tracé déchu, celui de 1854, soit le seul qui ait survécu à ce jour.
bijgewerkt - mis à jour: 22-1-2019
|