PARENZANA
Een toevalstreffer tijdens een familieaangelegenheid in Istrië (Kroatië) duwde ons met de neus op een sinds 1935 verlaten spoorwegtracé dwars door het noordwesten van dit schiereiland, tegen de Sloveense grens. Een hele openbaring, zo bleek al gauw, en dus maakten we van de gelegenheid heel even gebruik om een klein deel van dit tracé te verkennen.
Bleek dat de spoorlijn in kwestie begin de 20e eeuw (1902) werd aangelegd vanuit het naburige Triëste (I), om via Koper, thans de nationale zeehaven van Slovenië, het Istrische binnenland te ontsluiten, en daarna terug naar de kust, tot Poreč. Infopanelen her en der bestempelen het als ‘smalspoor’. Bij nader inzien blijkt dit de Oostenrijkse spoorbreedte van 760 mm, vermits heel het gebied en een flink deel van de Balkan in die tijd deel uitmaakte van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. Dergelijk smalspoor wijst meteen op een louter lokale bediening. En inderdaad, wanneer je op de kaart het tracé bekijkt, kan je niet voorbij aan het uitgesproken kronkelige parcours, 123 km lang, met 35 stations en haltes onderweg, om in 6 à 7 uur een afstand te overbruggen van amper 50 km in vogelvlucht – die je net zo goed zou kunnen afleggen via de Adriatische Zee. Deze spoorlijn diende dan ook om tal van dorpen in het woeste binnenland te ontsluiten, maar moest uiteraard rekening houden met het bergachtige reliëf, met ontelbare kronkels tot gevolg. Wel ligt het hoogste punt niet hoger dan 293 meter boven de zeespiegel, en blijft het aantal relatief grote kunstwerken veeleer beperkt: 9 tunnels en 6 viaducten, afgezien van hier en daar wat kleinere bruggen en een paar overbruggingen. Wat erop wijst dat het tracé zo zuinig mogelijk werd aangelegd, mee met het reliëf. De naam Parenzana, ontleend aan het eindpunt Parenzo (Poreč), klinkt heel Italiaans, en verwijst expliciet naar het Italiaanse verleden van dit gebied, vooral tussen beide wereldoorlogen. En ook al is Istrië thans voor het overgrote deel Kroatisch, zijn alle plaatsnaamborden er strikt tweetalig, in het Kroatisch én het Italiaans.
|
De beperkte tijdspanne die we konden vrijmaken liet ons hooguit toe twee korte baanvakken te verkennen, bij Grožnjan en Završje, telkens met ten minste een paar kunstwerken, althans volgens niet al te duidelijke luchtfoto’s op het internet. Want gedetailleerde kaarten hadden we niet, en tijd om ernaar te zoeken nog minder. Ook niet om uit te kijken naar fietsverhuur – want die is er – te meer daar het grootste deel van het sinds 1935 verlaten tracé begin deze eeuw geleidelijk werd vrijgemaakt en ingericht als wandel- en fietsroute: geasfalteerd in Slovenië, onverharde landweg in Kroatië. Met groot succes, te oordelen naar de drukte eind april en in het weekend van 1 mei, en allicht nog véél méér in het toeristisch seizoen. Wie echt op zoek is naar een avontuurlijk traject moeten we dus teleurstellen, want dat is de Parenzana al lang niet meer.
Dankzij de uitstekende bewegwijzering verloren we verder geen tijd met het zoeken naar beide locaties. Wel moesten we door een gebrek aan beschikbare tijd de tweede verkenning (Završje) gevoelig inkorten. Wel jammer.
Dankzij de uitstekende bewegwijzering verloren we verder geen tijd met het zoeken naar beide locaties. Wel moesten we door een gebrek aan beschikbare tijd de tweede verkenning (Završje) gevoelig inkorten. Wel jammer.
Ceci explique le tracé extrêmement sinueux, avec un dénivelé de 293 m depuis les deux extrémités maritimes, ainsi qu’un nombre malgré tout restreint d’ouvrages d’art: 9 tunnels et 6 viaducs, avec plusieurs petits ouvrages disséminés sur une bonne partie de ce parcours. Enfin, la denomination ‘Parenzana’ et derivée de Parenzo (aujourd’hui Poreč) du temps où l’Istrie était Italienne, surtout dans l’entre-deux-guerres. Ce qui d’ailleurs explique le bilinguisme de tous les panneaux routiers (en Croate et en Italien).
Le peu de temps dont nous disposions nous a quand-même permis d’explorer deux tronçons fort intéressants quant à leurs ouvrages d’art (Grožnjan et Završje), du moins selon des photos aériennes peu claires trouvées sur l’internet. En effet, nous ne disposions pas de cartes détaillées de ce parcours, ni du temps nécessaire pour les rechercher sur place ou encore louer des bicyclettes. De plus qu’au début du 21e siècle la majeure partie de cet ancien tracé, abandonné depuis près de 70 ans, fut remis en état et aménagé pour la randonnée, tant pédestre que cycliste: goudronnée en Slovénie, comme chemin de campagne en Croatie. A juger de l’affluence le samedi de notre visite (fin avril 2023), le succès est immense, et doit l’être encore plus en haute saison. Quiconque cherche donc l’aventure sur un tracé ferroviaire abandonné sera probablement déçu, même si cette Parenzana réaménagée vaut certainement le détour. Notez enfin que grâce à la signalétique locale, tant touristique que routière, nous n’avons pas perdu de temps pour trouver les deux sites que nous traîtons ci-après, même si nous avons dû limiter la deuxième visite (Završje), question de pouvoir rentrer à une heure décente!
|
Grožnjan
Onze eerste stop is Grožnjan, een schilderachtig dorp op een hoge heuveltop en met prachtig vergezicht van op de bergflank, en dat in de toeristische boekjes de hemel wordt ingeprezen als 'kunstenaarsstadje'. De gevolgen zijn er dan ook naar. Het is zaterdag, het is er zwart van het volk en het is vergeefs zoeken naar een parkeerplaats voor onze huurwagen.
Die vinden we dan toch een eind verder, met uitzicht op het voormalige stationsemplacement. Allicht werd het station zelf door de jaren heen grondig verbouwd, want het trekt er helemaal niet op. Pas veel later zullen we vernemen dat dit niet het oude stationsgebouw is, maar dat deze daar vlak achter ligt (zie de tweede foto) en nog steeds in goede staat verkeert!
Die vinden we dan toch een eind verder, met uitzicht op het voormalige stationsemplacement. Allicht werd het station zelf door de jaren heen grondig verbouwd, want het trekt er helemaal niet op. Pas veel later zullen we vernemen dat dit niet het oude stationsgebouw is, maar dat deze daar vlak achter ligt (zie de tweede foto) en nog steeds in goede staat verkeert!
Première étape: Grožnjan, village pittoresque situé sur un promontoire à flanc de montagne. Vu l'affluence en ce samedi nous passons outre et nous replions sur l'ancienne gare. Transformée et agrandie, cette bâtisse n'y ressemble guère. Las! Ce n'est que bien plus tard que l'on nous apprendra que, en fait, la gare, bien conservée, se trouve juste à côté!
|
De eigenlijke reden waarom we naar hier komen is echter de 187 meter lange Kalcinitunnel, meteen de langste op het Kroatische deel van het oude tracé, en op 293 m boven de zeespiegel ook het hoogste punt van de voormalige spoorlijn. De tunnel zelf loopt kaarsrecht door de heuvel en is op regelmatige afstand voorzien van stevige en brede uitwijknissen voor de toenmalige spoorwegarbeiders. Decennia lang was hij aan beide kanten afgesloten als champignonkwekerij, en het witte stukje muur rechts op de foto van de ingang (hiernaast) is daar een restant van. Thans is hij vanbinnen over heel de lengte geasfalteerd, en sinds enkele jaren ook verlicht.
|
Een paar honderd meter voorbij de tunnel bereiken we een brug over een rustige grindweg die op de flank van de heuvel een rustig alternatief biedt voor de twee drukke asfaltwegen richting Grožnjan, 500 meter verder.
Beide kunstwerken, tunnel en brug, zien er kloek gebouwd uit en lijken de tand des tijds probleemloos te weerstaan, en dat al meer dan 120 jaar sinds de bouw van deze spoorlijn!
|
Toch nog even dit. Pas véél later kwamen we tot de ontdekking dat we bij Grožnjan niet alleen het stationsgebouw gemist hadden, maar amper 300 meter verder (in westelijke richting) ook nog de tunnel van Sv.Vid (75 m)! Bijzonder jammer, want deze tunnel draagt nog alle tekenen van zijn vorig leven als champignonkwekerij, heel wat beter dan zijn grote buur van 187 m. Noot: Sv.Vid kun je vrij vertalen als Sint-Vitus of Sankt Vith, ons niet onbekend.
|
Završje
Završje ligt in vogelvlucht op amper 4,5 km van Grožnjan, maar via de kronkels van de Parenzana is dat al gauw 7,5 km tot aan het voormalige stationsemplacement, plus 1 km tot aan het dorp zelf - steil bergop, voor ons is dat bergaf! De imposante ruïne op de plek waar ooit het station lag heeft duidelijk niets te maken met de vroegere spoorlijn, en dus gaan we meteen op pad. Na amper 400 meter stappen bereiken we de eerste tunnel van Završje, en ruim 200 meter verder komen we al in zicht van wat je zijn tweelingbroer mag noemen, want ze zijn allebei even kort en hun portalen zijn identiek - evenals de meeste andere tunnels op de Parenzana trouwens. Het verschil zit'm veeleer in hun lengte en in hun steunmuren, al heeft het gebarsten westportaal van de eerste tunnel duidelijk een flinke smak gekregen (hieronder) - de Balkan is nu eenmaal heel gevoelig voor aardbevingen.
|
op weg naar de tweede tunnel - en route pour le 2e tunnel
|
Tunnel Završje 2 (29 april 2023) (3e foto: in de verte het viaduct)
|
Peu après le deuxième tunnel nous traversons le viaduc de Završje (62 m, 3 arches), blotti dans la végétation environnante, ce qui le rend difficile à photographier. Tout au loin, la tour carrée d'une des deux églises de la localité (voir par après).
|
Al gauw na de tweede tunnel volgt het driebogige Viaduct van Završje (62 m), het eerste van zes gelijkaardige kunstwerken die allemaal van nieuwe relingen werden voorzien. Jammer genoeg is door de begroeiing het eigenlijke kunstwerk amper zichtbaar, ook zijwaarts niet. Wel merk je in de verte de vierkante toren van de thans verlaten bovenste dorpskerk (zie verder).
|
En verder?
We zouden nog zo graag verder willen, tot aan het viaduct van Antonci, de langste van de zes (80 meter, 5 bogen). Maar dat is ruim 3 km stappen, heen- en terug. Dat kunnen we te voet niet meer opbrengen, want wij hebben een afspraak, en men zal op ons wachten. Na het viaduct van Završje dan maar nog wat verder gestapt (hiernaast), langs steunmuren en over kleine herstelde bruggen, tot aan de eerste bocht, en dan terug (hieronder).
|
Onderweg toch nog een leuke verrassing, want vlakbij het gebarsten westportaal van de eerste tunnel ontdekken we een verdoken bospad dat ons rechtstreeks naar het dorp leidt, amper 500 m verder. Dit geeft ons meteen de gelegenheid om nog even door het oude dorpscentrum te wandelen, boven op de heuvel. Vrij hallucinant, met al die ruïnes en verlaten gebouwen, en slechts hier en daar nog bewoond. Op een infopaneel lezen we dat Završje nog hooguit 40 inwoners zou tellen. Maar ook dat het destijds Piemonte d’Istria heette en in de middeleeuwen een belangrijke vesting was, met een dubbele wal, bovenop de 240 m hoge heuveltop. En dat in dit bijna-spookdorp ooit meer dan 90 gezinnen waren.
|
Uiteraard hebben we de rest van dit oude spoorwegtracé moeten laten voor wat het was. Het qua kunstwerken interessantste deel ligt tussen Grožnjan en Vižinada (zie kaartje), het meest oostelijke en meest kronkelige deel van het tracé dus, met alle 6 de viaducten en 7 van de negen tunnels, waarvan deze onder Motovun door de langste is (222 m). De spits wordt echter afgebeten door de twee overige, allebei in Slovenië, niet ver van Koper: Salet (275 m) en vooral dan Valeta (610 m), allebei permanent verlicht en geasfalteerd. Geen onnodige voorzorg gezien de hordes tweewielers die zich op zonnige dagen daar doorheen wurmen. Aan Kroatische kant is het wat rustiger, wat we alvast hebben ondervonden tijdens onze doortocht als eenzame voetgangers, maar toch. Niettemin zijn ook daar de langste tunnels tegenwoordig verlicht, zoals de Kalcinitunnel (zie hoger).
Noteer nog dat we alle informatie over de Parenzana pas na onze terugkeer konden bijeenharken, te meer daar de overtalrijke websites hierover zich steevast focussen op fiets-, eet- en logeertoerisme, met hooguit hier en daar wat meer over het tracé zelf. Al een geluk dat heel wat gebruikers ook oog hebben voor de oude spoorzate zelf met haar tunnels, viaducten en bijhorende infopanelen. |
Bien entendu, nous avons dû en rester là, malgré tout très heureux d’avoir pu explorer une (infime) partie de la section la plus intéressante, celle de Grožnjan à Vižinada (voir la carte ci-devant), avec les 6 viaducs et 7 des neuf tunnels, le plus long étant celui sous Motovun (222 m). Toutefois, la palme revient aux ouvrages de Salet (275 m) et Valeta (610 m) en Slovénie, près de Koper, tous deux dûment goudronnés et éclairés en permanence. Sage précaution, compte tenu des hordes de cyclistes de tout acabit qui y défilent, surtout lors d’une journée ensoleillée. Actuellement, les autres galeries de certaine longueur sont elles aussi éclairées, comme celle de Kalcini, même si l’affluence y est (un peu) moindre, du moins lors de notre passage, comme humbles piétons.
Notez encore que toute l'information sur la Parenzana n'a pu être rassemblée qu'après notre retour au pays, de plus que les très nombreux sites internet ad hoc se concentrent avant tout sur le cyclisme, la gastronomie et l'hébergement. Heureusement que les visiteurs, quels qu'ils soient, ont mieux l'oeil pour l'ancien tracé en soi, ses tunnels et ouvrages d'art, ainsi que leurs nombreux panneaux d'information. |