30 jaar na de opbraak van spoorlijn 106 |
Texte français
au bas de chaque rubrique |
CLABECQ – ECAUSSINNES
30 ans après le démontage
Het baanvak Clabecq-Ecaussinnes werd in 1984 gesloten. Niet lang daarna werden stappen ondernomen om op deze schilderachtige lijn een toeristische exploitatie op te starten. De spoorinfrastructuur was in goede conditie en tot begin de jaren 80 regelmatig bijgewerkt. Maar de NMBS, krap bij kas, wilde het spoor recupereren en vroeg aan de betrokken vereniging een enorme som geld om de lijn te behouden. Niet dus. En zo werd van april tot de zomer van 1989 het spoor ten zuiden van Clabecq opgebroken. Anders dan voorheen werd de klus niet uitbesteed maar door de NMBS zelf uitgevoerd omdat ze dit materiaal elders wilde gebruiken, doorgaans op minder belangrijke (goederen)lijnen. Dit resulteerde in behoorlijk hallucinante taferelen waarbij het spoor met slijpschijven in grote stukken werd ‘gesneden’ die elk in hun geheel met een grote spoorwegkraan werden losgetrokken, opgetild en op platte wagons gehesen, en zo naar het station Ecaussinnes(-Carrières) vervoerd vooraleer naar elders te vertrekken. De ultieme zwanenzang voor deze prachtige spoorlijn die in die dagen voor het allerlaatst gebruikt werd, zij het om haar eigen doodvonnis te voltrekken.
Il y a 30 ans, d'avril à la fin de l'été 1989, la SNCB entreprit de démonter la pittoresque ligne 106 tout au long de la vallée de la Sennette. Comme la voie était en bon état la SNCB ne fit pas d’appel d’offres, mais récupéra elle-même les coupons de voie tronçonnés et arrachés au moyen d’une grande grue sur rails et déposés sur des wagons plats afin de les expédier ça et là sur le réseau pour retaper quelques lignes moins importantes. Ultime chant de cygne pour cette belle ligne puisqu’à cette fin elle fut réutilsée pour une toute dernière fois, exécutant ainsi son propre arrêt de mort.
|
De opbraak... |
Le démontage... |
De spoorwegkraan van de NMBS in 'actie' aan overweg nr.10 (Pied d'Eau) - gaat voorbij de overweg een spoorcoupon lostrekken [1], rijdt ermee verder tot aan de brug [2] en legt die op een stapel [3] om ze wat later een voor een op de afvoertrein te laden (14 juni 1989)
PN n°10 (Pied d''Eau): arrachage d'un coupon de voie [1], transport [2] et entreposage en attendant le 'dernier' convoi [3] (14 juin 1989)
PN n°10 (Pied d''Eau): arrachage d'un coupon de voie [1], transport [2] et entreposage en attendant le 'dernier' convoi [3] (14 juin 1989)
De afvoertrein...
|
Le 'dernier' convoi...
|
Spoorlijn 106 bestaat vandaag nog steeds, zij het beperkt tot het geëlektrificeerde baanvak van Lembeek tot de eerste huizen van Oisquercq - zie het 'spookstation' Clabecq en verder hierna. Van elk van de zes tussenstations hebben we eerst een historisch en actueel overzicht gegeven, met resp. OISQUERCQ, VIRGINAL, FAUQUEZ, RONQUIÈRES, HENRIPONT en ECAUSSINNES-NORD. Pas daarna hebben we de ruimte tussenin opgevuld, zeg maar het thans verlaten spoorwegtracé tussen elk van hen, wat ons dit gedetailleerd overzicht heeft opgeleverd. Goede reis!
|
In de loop van 2022 werd het zuidelijk deel van lijn 106, van Henripont tot vlak voor Ecaussinnes (-Carrières) geasfalteerd. Niet dat dit helemaal onverwacht kwam, vermits hiervoor reeds begin 2020 een bouwvergunning werd aangevraagd door de gemeente Ecaussinnes. Deze inrichting sluit aan bij het ca.10 jaar eerder geasfalteerde deel tussen het station Ronquières en de halte Henripont. Hierbij werden van beide bruggen (La Follie en Dîmes, deze laatste in bar slechte staat) zowel het bestaande brugdek als beide bruggenhoofden volledig gerestaureerd, en de begroeiing op en naast de oude spoorbedding verwijderd. Wel betekent deze verharding meteen het einde van het avontuurlijke voetpad op dit deel van het tracé.
Dans le courant de 2022 la section Henripont-Ecaussinnes a été goudronnée, en prolongation de la piste déjà aménagée depuis la gare de Ronquières. A cette occasion les deux ouvrages d'art en cours de route ont été entièrement rénovés, et la végétation qui avait envahi l'ancien tracé éliminée, signant ainsi la fin du petit sentier qui s'y faufilait discrètement depuis bien longtemps déjà.
|
Clabecq - OisquercqVoorbij Clabecq loopt lijn 106 nog een heel eind verder, zo'n 900 meter voorbij de vertakking van lijn 115 naar Braine-l'Alleud, als uitloper van de voormalige 'Vorming' - de huidige goederenbundel van Clabecq. Sinds de verdwijning van het hoogovencomplex, waarvan nog één eenheid overeind staat (hieronder), blijft alleen nog de staalfabriek van Ittre over, aan de overzijde van het kanaal. Ter hoogte van de eerste huizen van Oisquercq, midden het struikgewas, staat het onherroepelijke stootblok, waarna de natuur het grotendeels overneemt (7 februari 2020).
|
Cette portion électrifiée de la ligne 106, jusqu’au village de Oisquercq, sert aujourd’hui de voie de débord pour le faisceau de Clabecq, toujours en service pour la desserte de l’aciérie de Ittre, au-delà du canal. Un seul haut-fourneau nous rappelle le passé sidérurgique de Clabecq. A hauteur des premières habitations, le heurtoir fatidique se perd dans les broussailles (ci-devant à gauche, le 7 février 2020).
|
OISQUERCQ
Op 16 februari 1985 werd het spoor onder de brug van de Rue du Canal al enkele maanden niet meer bereden. Vandaag is deze brug niet opgevuld maar vervangen door een lage doorgang omwille van de in de spoorbedding aangelegde gasleiding (29 oktober 2019)
|
Un remblai avec passage surbaissé a remplacé le pont de la Rue du Canal, une conduite de gaz étant installée
dans la plate-forme ferroviaire. Plus d'un demi-siècle sépare ces deux vues,prises au même endroit, depuis le passage à niveau de la gare en direction de Clabecq. Au loin le pont de la Rue du Canal, précédé d'un signal mécanique annonçant le triage de Clabecq (11-1-964).
|
Van op de overweg aan het station had je een mooi vergezicht richting Clabecq, met in de verte een armsein vlak voor de brug van de Rue du Canal (hierboven, op 11 januari 1964). Links het toen nog verlengde perron voorbij de overweg (zie ook de postkaart hierna), waar tot in 1963 nog gesleepte treinen halt hielden. Daarnaast dezelfde plek ruim een halve eeuw later (29 oktober 2019).
Het station van Oisquercq (officieel een halte) - rechts met een motortrein uit Clabecq (18 september 1971).
Hierna het station richting Virginal. Let op de rolbarelen! Rechts de dagelijkse goederentrein uit Ecaussinnes (23 augustus 1972).
Plusieurs vues de la halte de Oisquercq, avec un autorail venant de Clabecq et ci-après le caboteur marchandises venant d'Ecaussinnes.
Hierna het station richting Virginal. Let op de rolbarelen! Rechts de dagelijkse goederentrein uit Ecaussinnes (23 augustus 1972).
Plusieurs vues de la halte de Oisquercq, avec un autorail venant de Clabecq et ci-après le caboteur marchandises venant d'Ecaussinnes.
Jaren later werd dit landelijk stationnetje volledig afgebroken en vervangen door een simpel bushokje. Hierboven, op 16 februari 1985, is de reizigersdienst al ruim een half jaar opgedoekt en rijden er sinds oktober 1984 ook geen andere treinen meer.
Daarna dezelfde plek op 29 oktober 2019. Ci-devant, la gare de Oisquercq, démolie et remplacée par un abribus,avec la ligne 106 vers Virginal en février 1985, et... aujourd'hui (octobre 2019). |
Oisquercq - VirginalVoorbij Oisquercq is de eerste 500 meter vandaag ingepalmd door de aangelanden. Pas een eind voorbij de voormalige overweg nr.5 aan de verdwenen 'Ferme du Peril' is de spoorwegbedding dan toch toegankelijk, eerst als landweg, parallel met de baan. Tot vlakbij het kapelletje van St-Quirin, nog eens 500 meter verder, waar de asfaltbaan ineens afzwenkt, de heuvel op. Het overweghuisje daar rechtover markeert de plek van een andere overweg (nr.6), evenals de vorige alleen bedoeld als toegang tot het weiland achter de spoorlijn, ditmaal vanuit de eveneens verdwenen hoeve Gosseau daar vlakbij.
St-Quirin |
Van de hele spoorlijn is het baanvak richting Virginal wellicht het meest schilderachtige, dan toch zeker het spectaculairste, alle verhoudingen in acht genomen.
Want om een uitgesproken bocht van de vallei te kunnen afsnijden moet de spoorbaan hier immers over een heuvelkam, met een sierlijk slingerend tracé in een omtrekkende beweging rond de heuvel en met een hellingsgraad van 9 à 10 %o tot de brug bij het gehucht Samme. Vanaf St-Quirin versmalt de landweg tot een breed pad, maar van het mooie vergezicht op de vallei van de Sennette en het golvende landschap daar rechtover (hiernaast) is door de begroeiing vandaag niet veel meer te merken. |
Maar dit mag de pret niet bederven, want tot vlak voor de stationssite van Virginal is de spoorzate best te volgen, zij het met aangepast en stevig schoeisel gezien de modder en de vele plassen, in het bijzonder voor en vooral na de brug van Samme, zeker in het winterseizoen. Tenzij deze wel heel droge lente (2020) zich zou verderzetten naar de komende zomer toe...
Samme |
Ce n'est que 500 m au-delà du site de la gare de Oisquercq que la plate-forme ferroviaire, jusque là récupérée par les riverains, devient accessible. Dès la maisonnette en face de la petite chapelle de St-Quirin, l'ancienne ligne s'élève en pente continue de 9 à 10 %o en un beau lacet à flanc de côteau offrant jadis de belles échappées sur la vallée de la Sennette et la campagne environnante. Hélas, la végétation de part et d'autre du sentier en masque aujourd'hui la vue, et c'est à peine si l'on peut entrevoir la grande écluse d'Ittre, construite au milieu des années 60 et pour laquelle une voie en impasse fut même prévue afin d'acheminer les matériaux nécessaires (vue de droite ci-après).
|
Even voor de brug van Samme komt de oude spoorbaan bijna rakelings langs het in de jaren 60 verbrede en rechtgetrokken kanaal Brussel-Charleroi en de behoorlijk gedimensionneerde sluis van Ittre (cfr.hierboven links), naar verluidt de grootste in het binnenland - afgezien van de scheepsliften dan.
Voor de bouw van die sluis werd rond 1963 naast de spoorlijn een losspoor aangelegd voor de aanvoer van de nodige bouwmaterialen - totaal ondenkbaar in deze alles-op-de-wegtijden! De brug ter hoogte van het gehuchtje Samme, boven op de heuvel, ligt er vandaag gelukkig nog - zo te zien nog stevig genoeg om niet meteen te worden gesloopt zoals deze van Oisquercq. |
Ook na de brug en voorbij de modderbrij is het uitzicht op de vallei niet meer wat het geweest is, al laten een paar openingen in het omringende struikgewas daarvan nog hier en daar een glimp zien, althans in het laagseizoen. Tot de grote bocht even voor de stationssite van Virginal, brutaal onderbroken ter hoogte van het verdwenen brugdek (zie verder).
La traversée du passage supérieur et de ses abords boueux près du hameau de Samme nécessite des chaussures adéquates et une bonne dose de persévérance. Et puis, c'est la belle descente vers Virginal-Etat (ci-devant), où la végétation nous laisse malgré tout quelques échappées sur le vallon situé en contrebas, du moins en basse saison. Jusqu'à la forte courbe précédant le site de la gare de Virginal, brutalement interrompue depuis le démontage du tablier du pont en face de l'ancienne usine Catala (ci-après).
|
VIRGINAL
Virginal-Etat, de industriële stationswijk van Virginal, ligt beneden in de vallei van de Sennette (55 m), op zowat 2 km van het dorpscentrum, helemaal boven op het plateau, 145 m hoog. De voormalige 'Papeteries de Virginal', die haar ontstaan dankte aan de watermolens op het riviertje, was decennia lang de belangrijkste klant van het spoor. Het is ook hier dat de buurtspoorweg van Nivelles naar Braine-le-Comte aansluiting gaf op het 'grote' spoor, met een kleine stelplaats daar vlakbij, tot in 1959. Niet lang daarna werd het stationsgebouw gesloten, het kruisingspoor ontmanteld en werd Virginal een stopplaats. Midden de jaren 70 werd de aansluiting met de papierfabriek opgegeven, en in 1981 werd de stopplaats zonder meer afgeschaft. Amper 3 jaar later werd het lot van de spoorlijn definitief bezegeld. Vandaag is de ooit zo bedrijvige spoorwegsite zo goed als dichtgegroeid. Ook de papierfabriek heeft er onlangs de brui aan gegeven.
De inrit van het station in een scherpe bocht naast de wolspinnerij Catala uit 1889, vijf jaar na de opening van de spoorlijn. Precies 100 jaar later werden spoor en brugdek gelijk uitgebroken. Vandaag... (17 december 2019)
La grande courbe annonçant la gare de Virginal, face à l'usine Catala, et brutalement interrompue en 1989 |
VIRGINAL-ETAT - van overstapstation met de buurtspoorweg tot schamele stopplaats (24 augustus 1972)... in afwachting van erger (hieronder)
Het verlaten industriespoor naar de papierfabriek op 14 september 1979.Twee jaar later zijn wissel én perron al uitgebroken (6 november 1981). En vandaag? (17 december 2019)
1977 (ci-contre), 1979, 1981, 2019... l'agonie d'une gare jadis prospère... |
La gare de Virginal, située dans la vallée, se trouve à 2 km du village perché sur le bord du plateau, 90 mètres plus haut. Virginal-Etat est un quartier avant tout industriel, avec l'ancienne filature Catala, attirée là par la présence de la voie ferrée, alors que la 'Papeterie de Virginal' voisine, abandonnée depuis peu sous un autre nom, s'est développée autour d'un moulin à eau établi sur la Sennette. C'est là aussi que le vicinal de Nivelles à Braine-le-Comte, abandonné en 1959, rencontrait le 'grand' chemin de fer, avec un petit dépôt à deux pas de là. Quelques années après, la SNCB ferma la gare, n'y laissant qu'un simple point d'arrêt. Vers le milieu des années 70 ce fut au tour de la papeterie, principal client du rail, de délaisser celui-ci. En 1981, le point d'arrêt fut abandonné à son tour, préludant ainsi la fermeture de la ligne en 1984. Aujourd'hui, le site de cette gare jadis prospère est devenu méconnaissable, envahi par une végétation de plus en plus dense.
|
Van de grootscheepse werken voor de verbreding van het kanaal van Charleroi daar vlakbij en de bouw van het hellend vlak van Ronquières werd meteen gebruik gemaakt om de N280 recht te trekken, voor een flink deel op de oude bedding van de buurtspoorweg. Vandaar deze dubbele koker onder de nieuwe baan (foto hierboven): links lijn 106, rechts de industriële aansluiting naar de papierfabriek. Op 6 november 1981 is deze laatste echter al uitgebroken. Inmiddels is ook het hoofdspoor verdwenen, maar het massieve bruggenhoofd van de buurtspoorweg blijft wonderwel standhouden (13 november 2014).
|
De oude brug van de buurtspoorweg (3) over de toenmalige lijn 107 (later 106) ligt gekneld tussen het oude en het huidige tracé (***) van de N280.
|
Les grands travaux d'élargissement du canal furent l'occasion de redresser la N280, en partie sur le site vicinal abandonné. De là ce double pertuis, à gauche la ligne 106, à droite la voie de la papeterie, déjà démontée ce 6 novembre 1981. Aujourd'hui, il n'y a que cette solide culée du vicinal (3) qui tient le coup (13 novembre 2014), coincée entre l'ancienne N280 et son tracé actuel (***).
|
Virginal - FauquezHet verdere tracé naar Fauquez is echter een teleurstelling. Want voorbij de brug over de diepe sleuf na het station Virginal (hierboven) is de spoorwegbedding compleet dichtgegroeid, tot ver voorbij de eerstvolgende brug over de Sennette (hiernaast). De enige manier om vanuit Virginal-Etat het oude spoorwegtracé dan toch te blijven volgen is langs het kanaal en een afgesneden stuk van het oude kanaal, waarlangs het echter vergeefs zoeken is naar het oude spoorwegtracé. Tot deze dan toch weer even opduikt (hieronder op 17 december 2019), kort voor de voormalige overweg nr.7 vlakbij de hoeve Demarbaix.
|
Al goed dat het St-Andreaskruis naast het motortreintje (foto hiernaast) is blijven staan, of je zou niet eens beseffen dat hier ooit een overweg was (17 december 2019)
|
Demarbaix - op en rond overweg nr.7Hiernaast in de verte, richting Virginal, het baanwachtershuisje aan de overweg bij Demarbaix, dat kort daarna werd afgebroken (foto op 11 januari 1964). Jarenlang bleef de plek van het huisje onbebouwd (hierboven richting Fauquez, 31 maart 1978) tot na de opbraak van de spoorlijn. Nu staat daar een woonhuis, pal naast de verdwenen overweg.
|
Après la profonde tranchée à la sortie de la gare de Virginal, la plate-forme totalement envahie n’est plus accessible. Au-delà du pont sur la Sennette la ligne longe le canal, mais il est bien malaisé de retrouver l’ancien tracé, si ce n’est aux abords de l’ancien passage à niveau n°7 près de la ferme Demarbaix, lui-même méconnaissable mais repérable grâce à une croix de St-André solitaire, oubliée là comme par hasard. En face, une nouvelle habitation a pris la place de la maisonnette démolie il y a plus d’un demi-siècle déjà. |
Ook verderop is van het mooie maar dichtgegroeide tracé, geprangd tussen het kanaal en de vlakte van de Sennette, nog amper iets te bespeuren, zelfs niet ter hoogte van de (nu afgesloten) privéweg aan overweg nr.8 waarover elke trein tot de allerlaatste dag aan… 5 km per uur moest voortkruipen en fluitsignalen geven ter wille van een of andere landjonker daar ergens in de buurt.
Wat verder loopt het spoorwegtracé door een vrij diepe sleuf (hiernaast), ditmaal doorheen een ca. 450 miljoen jaar oude geologisch rotsbank, dwars door de oude steengroeve van Huet, in geologische middens gekend als vindplaats van het harde porfyriet van Fauquez. De hele site is helaas dichtgegroeid, evenals de brug over de Sennette daar vlak achter (zie ook hierna, bij Fauquez)
|
Motortreintje uit Virginal in de spoorwegsleuf even voor Fauquez, tussen de oude steengroeve Huet en de brug over de Sennette (29 augustus 1972)
|
Hélas, pas possible de suivre l’ancienne ligne aux belles échappées sur la vallée de la Sennette, si ce n’est en suivant le canal voisin. L’accès au PN n°8 sur un chemin privé, où contre toute logique la micheline devait se traîner à 5 km/heure en sifflant, est aujourd’hui barré. Peu après, une autre tranchée, tout aussi inaccessible, traverse le monticule de l’ancienne carrière Huet (ci-devant), site géologique de la porphyrite de Fauquez, formée il y a 450 millions d’années. Et ce n’est que par un détour par ce village qu’il y a moyen de rejoindre le site de sa gare. |
FAUQUEZ
Fauquez, een afgelegen plek op de grens van de provincies (Waals)Brabant en Henegouwen, en die haar ontwikkeling volledig te danken heeft aan de spoorlijn. In 1884 hooguit een paar huizen en een kasteelruïne op de oostelijke kanaaloever, en een papierfabriekje aan de overzijde, met de pas geopende spoorlijn er vlak naast, maar waar aanvankelijk niet eens een stopplaats was voorzien. Deze kwam er pas in 1891, alsook een industriespoor naar het bedrijf. De kentering kwam er rond de eeuwwisseling, met de omschakeling naar een glasfabriek en de overname ervan door Arthur Brancart in 1902. Gelijk met de uitbouw tot een bloeiend glasbedrijf en de lancering van nieuwe glassoorten, zoals opaalglas en marbriet, liet hij daar rondom verschillende arbeiderswijken aanleggen, maar ook een aantal collectieve voorzieningen zoals een winkel, een café, een feestzaal, en zelfs een stationsgebouwtje.
|
Hierdoor groeide de stopplaats uit tot een heus station met een belangrijke goederentrafiek, die later, vooral na de teloorgang van buurstation Virginal in de jaren 60, het belangrijkste en meteen ook het laatste bemand station werd van lijn 106 – op Clabecq na. De beginjaren 70 luidden echter het verval in van de “Verreries de Fauquez”, gevolgd door de sluiting van het station en de afbraak van het gebouw in 1981. En dus werd Fauquez opnieuw een stopplaats, ditmaal te midden van de fabrieksruïnes. Tot de sluiting van de spoorlijn, begin juni 1984. Vandaag is niet alleen het spoor opgebroken (1989) maar is ook het hele fabriekscomplex er langsheen met de grond gelijk gemaakt – op enkele recenter gebouwen na, op de site van de vroegere papierfabriek. Alleen het voormalige stationsplein en de drie bogen van het imposante bakstenen wegviaduct zijn vandaag nog herkenbaar, terwijl de eens zo actieve spoorwegsite er vandaag zo goed als compleet overwoekerd bijligt.
Vanaf 1963 werd nog enkel gereden met motorwagens, hier telkens bij het verlaten van Fauquez richting Clabecq, vlakbij de brug over de Sennette - hierboven links met het viaduct en een van de fabrieksschouwen op de achtergrond (25 augustus 1974) - rechts van op datzelfde viaduct (15 juni 1969), naast de kleine stelplaats van het bedrijf en met achterin de spoorwegsleuf doorheen het geologisch massiefje (zie hoger). Vergelijk met de hierna volgende beelden (17 december 2019).
Door de begroeiing is een vergelijkbaar zichtpunt echter niet langer mogelijk! De kleine stelplaats heeft plaats geruimd voor een bakstenen gebouw (rechts) - enkel de toegangsweg naar de site van de voormalige papierfabriek is nog herkenbaar.
Door de begroeiing is een vergelijkbaar zichtpunt echter niet langer mogelijk! De kleine stelplaats heeft plaats geruimd voor een bakstenen gebouw (rechts) - enkel de toegangsweg naar de site van de voormalige papierfabriek is nog herkenbaar.
Ruim een halve eeuw geleden (10 november 1968) staat een groep jongeren te wachten op het perron van Fauquez, terwijl het motortreintje uit Ecaussinnes al is binnengereden en zo dadelijk halt zal houden. Op 14 september 1979 rijdt het treintje nog wel, maar is het station reeds verlaten (hieronder links). Na de afbraak blijft enkel nog een troosteloze stopplaats over, te midden van de fabrieksruïnes (hieronder op 6 november 1981).
Vandaag is de hele stationssite onherkenbaar, op het viaduct na (17 december 2019). |
Vroeger en nu, telkens van op het viaduct. Het origineel stationnetje werd later een bakstenen gebouwtje (zie hoger), mogelijk na de oorlog.
Vandaag is de eens zo bloeiende glasfabriek volledig verdwenen. Alleen het stationsplein is nog herkenbaar (hierna op 7 februari 2020). Ook het NMBS-varkenshok en de verlichtingspaal uit de beginjaren 80 staan er nog (rechts, op 15 oktober 2007), vandaag alleen wat minder zichtbaar.
Vandaag is de eens zo bloeiende glasfabriek volledig verdwenen. Alleen het stationsplein is nog herkenbaar (hierna op 7 februari 2020). Ook het NMBS-varkenshok en de verlichtingspaal uit de beginjaren 80 staan er nog (rechts, op 15 oktober 2007), vandaag alleen wat minder zichtbaar.
Fauquez, hameau reculé à cheval sur les provinces de Hainaut et du Brabant(Wallon), doit son essor au chemin de fer. En 1884 tout au plus quelques habitatations et les ruines d’un château-fort d’un côté du canal, une papeterie sur l’autre rive, longée par la nouvelle ligne de chemin de fer. Ce n’est qu’en 1891 qu’un point d’arrêt y fut créé, et la papeterie reconvertie en verrerie vers la fin du siècle. Mais c’est Arthur Brancart, directeur dès 1902, qui signa pour l’essor de Fauquez comme centre industriel et la production de verres spéciaux et de la ‘marbrite’ (verre imitant le marbre) de son invention, et qui connut un large succès à cette époque. Patron soucieux de ses ouvriers, il fit construire plusieurs cités ouvrières, un magasin, une cantine, une salle de fêtes et même une gare. Bientôt, celle-ci supplanta la gare voisine de Virginal, surtout après l’abandon de cette dernière au début des années 60. La décennie suivante sonna toutefois le glas des “Verreries de Fauquez”, de son trafic marchandises, et finalement de sa gare, dernière de la ligne munie d’un guichet (hormis Clabecq). Sa demolition en 1981 ne laissa à Fauquez qu’un miserable point d’arrêt dominé par la friche industrielle, jusqu’à l’abandon de la ligne en juin 1984. Aujourd’hui la voie a disparu (1989), tout comme le complexe industriel voisin, complètement rasé . Il ne reste plus que la place de la gare et les trois arches en maçonnerie du viaduc routier comme derniers témoins d’un site ferroviaire jadis si actif, aujourd’hui méconnaissable sous une vegetation de plus en plus envahissante.
|
Fauquez - RonquièresDitmaal geen diepe ingravingen of scherpe bochten, hooguit een glimp van het (verbrede) kanaal en de vallei van de Sennette daar rechtover. Toch had dit korte baanvak heel wat te bieden, te beginnen met de doorrit langs de glasfabriek van Fauquez en een van haar arbeiderswijken (zie foto's hiernaast en hierboven). Verderop de landelijke overweg bij Pied d’Eau, meteen gevolgd door de zoveelste brug over de rivier, nog wat verder opnieuw een brug, nu over een smal voetpad, om meteen daarna het station Ronquières binnen te rijden. Dit alles over een afstand van amper 1500 m.
|
Fauquez, richting Ronquières - glasfabriek en arbeiderswijk rechtover elkaar (21 september 1975) - zie ook de foto's hierboven
|
Sur les 1500 mètres séparant Fauquez et Ronquières les points particuliers en manquaient pas: passage le long de la verrerie (ci-devant) puis d’une cité ouvrière précédant de peu le passage à niveau campagnard du Pied d’Eau, suivi d’encore un pont sur la Sennette, avec parcours champêtre le long du canal (élargi), et voilà déjà l'entrée en gare de Ronquières.
|
Fauquez Rue St-Laurent - links de in juni 1989 ontmantelde brug over de doorgang naar de thans lege site van de afgebroken glasfabriek - rechts de arbeiderswijk, de NMBS-afsluiting, de volkstuintjes, de spoorwegzate... niets ontbreekt, behalve de spoorlijn zelf (17 december 2019)
On peut toujours rêver en prenant aujourd’hui le sentier longeant l’ancien tracé depuis le site désolé de l’ancienne gare de Fauquez, mais de cette verrerie jadis si prospère ne reste qu’un grand terrain vague, le long duquel on découvre deux culées à demi enfouies, pauvres restes du passage sous la voie ferrée, entre l’usine et la cité ouvrière de la Rue St-Laurent. Ne reste que la palissade bétonnée typiquement ‘chemin de fer’ pour rappeler sa présence il y a plus de 30 ans déjà, et le long duquel un chapelet de jardinets s’étire en face des habitations. Jusqu'à la Rue du Pied d’Eau, où le sentier s’arrête net en face de la maisonnette de l'ancien passage à niveau n°10.
|
Dat Fauquez inmiddels één troosteloze boel geworden is heb je intussen kunnen merken. Toch is vanaf het voormalige stationsplein een smal voetpad getraceerd, inclusief een paar infopanelen, tussen de dichtgegroeide spoorwegbedding en het open terrein dat overbleef nadat de glasfabriek volledig met de grond gelijk was gemaakt. Op de rand van deze lege vlakte kom je al gauw aan een paar lage bruggenhoofden, de armzalige resten van een gedeeltelijk opgevulde doorgang onder het spoor, destijds de kortste (voet)weg tussen de fabriek en de langgerekte arbeiderswijk langs de Rue St-Laurent daar rechtover. Ook de typische betonafsluitingen tussen woonwijk en spoorlijn herinneren nog enigszins aan deze laatste, waarlangs een aantal volkstuintjes zich sinds die tijd genesteld hebben.
Wat verder bereiken we de voormalige overweg nr.10 op de Rue du Pied d'Eau, met zijn onafscheidelijk baanhuisje (hiernaast). |
Na een korte onderbreking van het oude tracé ter hoogte van het baanhuisje, dat voor zijn grasveld een hele lap van de spoorwegzate heeft kunnen inpalmen (2e foto hierboven), kun je nog nipt op de betonnen spoorbrug over de Sennette, vlak naast dat van de Rue du Pied d'Eau die thans niet verder loopt dan het in de jaren 60 verbrede kanaal - zie ook de foto's bovenaan deze pagina.
|
|
Al gauw baant het voetpad zich verder een weg tussen het hoge struikgewas op de oude spoorwegbedding, waardoor je van de schilderachtige omgeving maar weinig zult merken. Anders dan aan de Rue St-Laurent heeft de volgende brug, nu over een smal voetpad richting kanaal, de snijbranders van juni 1989 overleefd. Waarna je terecht komt op het voormalige emplacement van het station Ronquières, al valt daar door de begroeiing evenmin iets van te merken.
En contournant le terrain en face de la maisonnette du n°10, empiétant sur l’assiette ferroviaire, on rejoint celle-ci à hauteur du pont bétonné sur la Sennette, avoisinant celui de la Rue du Pied d('Eau (à gauche ci-devant), pour se faufiler entre les arbrisseaux masquant la vue sur le fond de la vallée. Enfin, un petit pont métallique miraculeusement rescapé surplombe un sentier vers le canal (vue de droite), précédant de peu l’ancienne cour marchandises de Ronquières, envahie par la végétation elle aussi (ci-après).
|
De wissel vlakbij de kleine brug (hierboven) markeert het uiteinde van de goederenkoer van Ronquières, richting Fauquez (30 augustus 1972).
De hoge schouwen van de glasfabriek, zichtbaar van heinde en ver, zul je vandaag vergeefs zoeken, niet zozeer door de begroeiing, maar gewoon omdat ze gelijk met de fabrieksgebouwen verdwenen zijn. Vandaag is het de toren van het hellend vlak die de omgeving domineert (zie hierna).
De bakens kondigen de overweg van Pied d'Eau aan. Het 'vierde' baken staat er nog, blijkbaar "vergeten" (19 december 2019).
Tout à disparu, y compris les hautes cheminées de la verrerie. Seul le petit pont a survécu, ainsi qu'une balise annonçant le PN n°10.
De hoge schouwen van de glasfabriek, zichtbaar van heinde en ver, zul je vandaag vergeefs zoeken, niet zozeer door de begroeiing, maar gewoon omdat ze gelijk met de fabrieksgebouwen verdwenen zijn. Vandaag is het de toren van het hellend vlak die de omgeving domineert (zie hierna).
De bakens kondigen de overweg van Pied d'Eau aan. Het 'vierde' baken staat er nog, blijkbaar "vergeten" (19 december 2019).
Tout à disparu, y compris les hautes cheminées de la verrerie. Seul le petit pont a survécu, ainsi qu'une balise annonçant le PN n°10.
RONQUIERES
Op 30 augustus 1972 verlaat het dieseltje uit Ecaussinnes het station Ronquières, niet gehinderd door wat zomerse onkruid tussen de rails - onkruid dat je in 1983, kort voor de sluiting, tevergeefs zult zoeken (zie verder). Rechts het laadspoor (met portiek) dat enkel nog dient voor afgestelde bakwagens. Aan de horizon het 4-5 jaar voordien in gebruik genomen 'hellend vlak'.
In lang vervlogen tijden, toen de spoorlijn het nummer 108 droeg (Brussel-Erquelinnes), was Ronquières kruisingsstation, samen met Virginal. Na de oorlog was daarvan al niets meer terug te vinden. Hooguit het eenzame laadspoor op de tele-foto hogerop.
[1] Precies één jaar voor het einde brengen spoorwegliefhebbers een ultiem bezoek aan lijn 106, een van de laatste op een bedding van hoogovenslakken i.p.v. keienballast. Nochtans verkeert het goed onderhouden spoor in prima conditie (4 juni 1983).
[2] Dezelfde plek één maand voor het begin van de opbraak (9 maart 1989) en [3] dertig jaar later (17 december 2019), al ziet de gevel aan het stationsplein (hieronder op 29 november 2012) er vrijwel intact uit, heel anders dan aan de kant van het nu verdwenen perron. |
Net echt, zou je zeggen, maar hooguit een vergeefse illusie van de toeristische exploitatie die er niet mocht komen. Rond 1987 werd dit M1-rijtuig (zoals er tot 1963 hier nog reden) vanuit Ecaussinnes tot Ronquières opgeduwd om te dienen als jeugdlokaal, hier op 9 maart 1989. Eén maand later werd het weer naar Ecaussinnes gesleept, en einde juni teruggeduwd - ditmaal tot voorbij het stationsgebouw (zie foto hieronder) - waarna de opbraaktrein zijn sinistere opdracht gewoon kon voortzetten.
|
[1] Op 22 april 1973 is de wachtzaal in het station, nog even in dienst als postkantoor, nu dicht en de reizigers moeten het stellen met een banaal bushokje - [2] Nog geen jaar na de opbraak wordt in de verlaten bedding een gasleiding ingegraven (3 mei 1990) - achteraan de nieuwe locatie van het M1-jeugdlokaal, richting Clabecq - [3] Dezelfde plek op 17 december 2019 - het sanitair gebouwtje is echter verdwenen, evenals het 'lokaal'.
.
.
La gare de Ronquières; jadis gare de croisement, vue à diverses époques. Remarquez l'état quasi impeccable de la voie le 4 juin 1983, lors d'un voyage d'adieu d'un groupe d'amateurs ferroviaires, un an avant la suppression. Vers 1987 une voiture M1 fut poussée depuis Ecaussinnes pour servir de local de jeunesse. Las, en avril 1989 elle retourna à Ecaussinnes, le temps de démonter la voie depuis Clabecq, après quoi on la ramena à Ronquières, cette fois-ci au-delà de la gare, côté Clabecq, permettant ainsi au train de démontage de poursuivre sa sinistre besogne. A peine un an plus tard, c'est une conduite de gaz qui sera 'inhumée' dans la plate-forme ferroviaire abandonnée (3 mai 1990).
|
Ronquières - HenripontVoorbij Ronquières ruimt het tot nu toe semi-industriële karakter van de lijn voorgoed plaats voor het bucolische. Hier geen fabrieken hier of daar, en de kanalen laten we letterlijk links liggen, zowel het oude als het nieuwe met zijn hellend vlak. De voormalige spoorlijn loopt gewoon verder door de vallei en speelt voorbij het station Ronquières niet minder dan vijfmaal haasje over met de Sennette en haar zijrivier de Samme, tussen de weilanden in. Een weinig toegankelijk gebied, dat wel - en meteen het minst bekende baanvak van de hele lijn - zonder doorlopende paadjes of landwegen, tenzij naar een paar afgelegen boerderijen, met drie privé overwegen naar het weiland achterin. Wellicht de reden waarom dit mooie parcours jaren na de opbraak dan toch geasfalteerd werd vanaf het station Ronquières, in tegenstelling tot de rest van het tracé waar altijd wel een lokale weg te vinden is. En omdat zo’n grauwe strook asfalt nu eenmaal ons ding niet is brengen we dan ook slechts een paar recente beelden van dit baanvak.
|
|
Twee van de drie privé overwegen, met hierboven wat overblijft van OW nr.13 (31 mei 2015). Zo'n 200 m verder lag OW nr.14, bij km-paal 14 (!):
hiernaast in de sneeuw richting Ronquières (28 december 1968) en daaronder richting Henripont op 19 september 1976.
|
Al goed dat de bruggen op dit baanvak voorzien waren van een betonnen brugdek, waardoor ze alle vijf intact bleven. Hiernaast de brug over de Sennette
naast km-paal 14 (28 december 1968 & 14 juni 1989) en hierboven de volgende brug, bij km 14,5 (19 september 1976), telkens met het motortreintje uit Ecaussinnes. Let op het prachtige baken ter aankondiging van de 'onbewaakte' overweg van Henripont - op dat ogenblik al uitgerust met automatische signalisatie (zie verder). |
Vlak voor de halte Henripont vind je dit bizarre dienst-gebouwtje met de groene haardos, dat zich de tabula rasa niet aan het hart liet komen. Door de jaren heen heeft deze begroeiing wel heel volumineuze proporties bereikt. Dan toch een vrolijke groene noot om het grauwe asfalt wat op te vrolijken. Mooi verspreid langsheen het spoor tussen Ronquières en Ecaussinnes-Carrières stonden drie dergelijke gebouwtjes. Deze hier vlak voor het vroegere goederenemplacement, de twee andere echter in volle veld. Naar hun eigenlijke functie - als ze die ooit hadden - blijft het raden...
Curieuse coiffe que cette grosse touffe surmontant ce petit bâtiment de service jamais utilisé, grossie au fil des ans, se moquant bien des aléas de la ligne, même après son abandon. Trois maisonnettes identiques sont ainsi réparties le long de la ligne entre Ronquières et Ecaussinnes, les deux autres en plein champ. En fait, à quoi servaient-elles? Mystère...
|
|
HENRIPONTDe 'stationswijk' van Henripont op 9 november 2015 - weinig meer dan het haltegebouwtje, een overweghuisje en enkele woningen, dit alles in het afgelegen gehucht Combreuil, beneden in de vallei van de Sennette. Het dorp zelf bevindt zich boven op de heuvel, ruim 1 km verder. Het toen compleet verlaten stationnetje werd sindsdien volledig gerestaureerd.
|
A peine quelques habitations avoisinant la gare et la maison du garde-barrières, à plus d'un kilomètre du village perché sur les hauteurs (9 novembre 2015). Depuis, la petite gare, abandonnée depuis des décennies, se vit complètement restaurée.
. |
Waar vind je ze nog, dergelijke afgelegen stationnetjes in volle veld, ver van alles en iedereen - hier met bushokje omdat de kleine wachtzaalt niet langer toegankelijk is? De laatste genadeloos weggemaaid door het beruchte ICIR-plan uit 1984. Maar voor o.a. Henripont luidde de doodsklok al enkele jaren vroeger - kwestie van het bewijs te leveren dat er niet genoeg reizigers meer waren, om daarna de lijn te kunnen sluiten. Echt geen reizigers...?
|
Henripont - Ecaussinnes-Nord
Voorbij Henripont klimt de voormalige spoorlijn verder stroomopwaarts, nog steeds door de vallei van de Sennette. Met een hoogteverschil van 33 meter over ruim 3 km tussen beide stations geeft dit de steilste helling van het hele tracé, zowat 10%o. Deze 1% mag dan een lachertje zijn voor de hedendaagse weggebruiker, voor de spoorwegen geldt dit alvast als een niet te verwaarlozen helling, ook al zijn we nog ver van de 30 %o op de steilste baanvakken van het klassieke spoorwegnet.
Combreuil - motortrein uit Ecaussinnes even voor Henripont (18 mei 1975). De spoorinfrastructuur was in relatief goede staat en werd zo nu en dan bijgewerkt, getuige de verse dwarsliggers, klaar om te worden ingestoken.
|
Au-delà de Henripont, l'ancienne ligne poursuit sa montée, cette fois en pente de 10%o, mais toujours le long de la Sennette, même si le fond de vallée doit parfois se disputer le décor avec de belles étendues labourées. A quoi bon, puisque cette vue se voit aujourd'hui masquée par les taillis qui ont envahi le tracé ferroviaire, n'y laissant qu'un chemin relativement boueux, passage réduit à l'état de sentier au-delà du pont de Watiamont, en bien mauvais état (ci-après, le 29 octobere 2019). Aux dernières nouvelles, la commune d'Ecaussinnes aurait l'intention d'aménager ce passage, toutefois sans l'asphalter (?) vu le double emploi avec la petite route locale et strictement parallèle depuis la halte d'Henripont.
|
Het omringende decor blijft bucolisch bij uitstek. Wel zien we naargelang we verder 'klimmen' links en rechts meer en meer akkerland opdoemen, al blijft de valleibodem met zijn bomenrijen en natte beemden het landschap domineren. Vandaag echter is van op het spoorwegtracé nog amper iets te merken van het weidse uitzicht. De zate zelf mag dan zo goed als volledig toegankelijk zijn, tussen de bomengroei die het tracé grotendeels heeft ingepalmd blijft tot de brug van Watiamont hooguit een breed voetpad over (hiernaast en hieronder, 29 oktober 2019). Watiamont - brug over de Rue de Combreuil, 30 jaar na de opbraak
|
Bij La Dîme, halfweg Ecaussinnes-Nord, treffen we opnieuw zo'n dienstgebouwtje aan, de perfecte tweelingbroer van dat van Henripont, zij het zonder diens groene pruik (hierna op 24 april 1967).
Maisonnette de service identique à celle de la halte d'Henripont |
Voorbij deze brug, in bedenkelijke toestand en meermaals maar vergeefs versperd, vernauwt de spoorwegzate tot een smal voetpad (hiernaast en hieronder op 7 februari 2020), eigenlijk meer een doorgang tussen het struikgewas, en dit tot vlak voor het station Ecaussinnes-Nord. Inmiddels heeft deze gemeente een bouwaanvraag ingediend voor de herinrichting van dit bijwijlen modderig pad. Benieuwd hoeveel begroeiing hierbij zal sneuvelen, en of de brugdekken van Watiamont en la Follie na 30 jaar verval dan toch hersteld zullen worden, of zonder meer vervangen door een smalle loopbrug.
|
Amper 250 meter voorbij deze overweg volgt de hoge brug over de dreef van het kasteel La Follie(hiernaast op 24 april 1967). De nieuwe spoorbiels langs de kant wijzen op een degelijk onderhoud van deze spoorlijn (13 oktober 1977). Toch worden op dat eigenste ogenblik al plannen gesmeed om wat resteert van dergelijke nevenlijnen op te doeken - wat in 1984 ook hier zijn beslag zal krijgen.
|
|
Vandaag staat de brug bij La Follie er nog steeds. De brughoofden werden destijds grondig gesaneerd en verkeren nog in behoorlijke staat. Ook het brugdek biedt moedig weerstand, maar van beneden uit gezien lijkt een overtocht niet meteen aan te raden. Toch overtuigt een korte klim naar boven ons meteen van het tegendeel.
(foto's hiernaast en hierboven - aan beide zijden: 29 oktober 2019 & 7 februari 2020)
|
Peu au-delà du passage à niveau, ce pont, perché bien haut sur des culées heureusement consolidées peu avant l'abandon de la ligne, surplombe le dréve principale entre le château de La Follie et les labours environnants. Après 30 ans d'abandon et faisant fi des apparences, le tablier semble bien tenir le coup, un étroit passage relativement sécurisé assurant la continuité du sentier occupant l'ancienne plate-forme ferroviaire.
|
ECAUSSINNES-NORD
Aanvankelijk was Ecaussinnes-Nord de tegenhanger van Ecaussinnes-Sud. Toen deze laatste in 1895 werd omgedoopt tot Ecaussinnes-Carrières werd het zonder meer Ecaussinnes, al bleef de oorspronkelijke naam zichtbaar op een discreet perronbordje dat pas einde de jaren 60 verdween toen de perrons op lijn 106 systematisch werden ingekort. Einde de jaren 70 werd het dan toch opnieuw 'Ecaussinnes-Nord', wellicht om de onvermijdelijke verwarring eindelijk uit de wereld te helpen. Naar wij weten kwam er echter geen nieuw naambord en bleef de naam Ecaussinnes zichtbaar op het stationsgebouw (zie foto's hierna), tot na de sluiting.
Op 21 mei 1982, twee dagen voor de dienst drastisch werd ingekrompen tot 2 heen- en terugritten per werkdag,
waarvan één zonder reizigers op te nemen, maar wel met twee man personeel aan boord...
.
waarvan één zonder reizigers op te nemen, maar wel met twee man personeel aan boord...
.
Vandaag is het station gerestaureerd als woonhuis, grotendeels in de originele stijl (hierna op 29 oktober 2019 & 7 februari 2020). Aan perronkant heeft de spoorwegbedding echter plaats geruimd voor de tuin en is nu onherkenbaar én onbereikbaar.
|
Ecaussinnes-Nord - Ecaussinnes-Carrières
Het station Ecaussinnes-Nord was al vele jaren gedegradeerd tot onbemande halte, maar voorbij Clabecq was ze wel de allerlaatste van lijn 106 die na juni 1984 nog commercieel werd uitgebaat, zij het enkel in goederenverkeer, vanuit Ecaussinnes-Carrières, voor de bediening van een overslagkaai voor bouwzand uit het nabijgelegen Bois de la Houssière. En terwijl de laad- en uitwijksporen van Virginal, Fauquez en Ronquières door de jaren systematisch werden afgebouwd en uitgebroken, bleef het laadspoor van Ecaussinnes-Nord na juni 1984 nog enkele jaren in gebruik, om pas in 1989 geheel te verdwijnen, samen met de rest van de spoorlijn. En toch niet helemaal, want de eindbuffer (stootblok) van het korte kopspoor, vlak voor overweg nr.18 (foto hiernaast), heeft de opbraak overleefd, eenzaam tussen bramen en struiken, naast het wachtershuisje dat toen al was omgebouwd tot woonhuis.
|
Ecaussinnes-Nord - van de 4 ritten per werkdag die na de hakbijl van 1982 overbleven reed deze avondrit leeg, zonder reizigers op te nemen, maar wel met twee man personeel aan boord (4 oktober.1982)
|
Alors que, au fil des ans, les installations ferroviaires d’autres gares de la ligne bien plus importantes, comme Virginal et Fauquez, furent progressivement démantelées, celles d’Ecaussinnes-Nord survécurent à la fin du service voyageurs en 1984, quoique réduites à une seule voie de chargement avec tiroir de sécurité, pour un trafic de sable provenant, paraît-il, du Bois de la Houssière - du coup l’ultime trafic commercial de la ligne 106 au sud de Clabecq, pour quelques années encore. Après, le démontage de 1989 balaya ces derniers vestiges, laissant toutefois le heurtoir en face de la maisonette du passage à niveau n°18 en place comme dernier souvenir, jusqu’à ce jour (vues ci-devant, le 7 février 2020).
|
Voorbij de overweg biedt de voormalige spoorlijn nog maar weinig verrassingen. Na een korte maar amper merkbare klim heeft het tracé al gauw het plateau bereikt en is verder zo goed als vlak. Enkele oneffenheden in het reliëf worden moeiteloos doorkruist door enkele ingravingen waarvan de laatste, in de wijde bocht bij de afdaling naar lijn 117 (naar Manage en Luttre), veruit de diepste is. En toch... Twee overbruggingen in metselwerk blijven tot vandaag stevig overeind: de eerste voor een landweg naar het omliggende akkerland (foto's hierna, op 7 februari 2020), de andere op de N532, amper 500 meter verder. Wel is van het dienstgebouwtje - identiek aan de twee andere (Henripont en La Dîme) - kort na de eerste brug, niet het minste overblijfsel meer terug te vinden.
Vanaf Ecaussinnes-Nord is het spoorwegtracé vrij dicht begroeid, maar niettemin goed te volgen (cfr. hiernaast), en dit aan beide kanten van overweg nr.18, tussen laagstam en kreupelhout door. |
Depuis l’ancienne gare et jusqu’au premier passage supérieur au-delà du PN 18, l’ancien tracé reste accessible par un étroit sentier se frayant passage entre les taillis qui ont envahi la plate-forme ferroviaire. Mais là, plus la moindre trace du petit bâtiment de service identique à ceux de Henripont et de La Dîme (ci-après). A partir de cet endroit, les ronces et arbustes ayant envahi le tracé rendent toute tentative de passage des plus aléatoires, y compris sous le pont de la N532 originaire de Braine-le-Comte, dans la grande courbe précédant la ligne 117, toujours en service.
|
Eens voorbij de eerste brug en de site van het verdwenen dienstgebouwtje (hierboven op 25 april 1984, richting Ecaussinnes-Carrières), is het oude tracé compleet dichtgegroeid en is het puur gekkenwerk om toch maar verder te willen. Geen recente foto dus van de brug op de N532 uit Braine-le-Comte (hieronder), evenmin als van de vertakking 'Belle-Tête', even voor het eindstation Ecaussinnes-Carrières, waar we van het baanhuisje op de foto hieronder niets meer gevonden hebben.
De la maisonette précédant la bifurcation de ‘Belle-Tête’, le long de la ligne 117, plus possible non plus d’en repérer l’un ou l’autre vestige. Peu après, en gare d’Ecaussinnes (-Carrières), la voie en impasse dédiée à la 106 a disparu elle aussi, de même que la cour marchandises et, plus récemment, la plupart des voies à double issue d'en-face, y compris celle ayant jadis réceptionné les wagons chargés des coupons de voie arrachés de la 106…
C'est sur cette note pas fort encourageante que s’achève cette longue exploration de la ligne Clabecq-Ecaussinnes, disparue depuis plus de 30 ans déjà. |
Over Ecaussinnes-Carrières, op lijn 117 van Braine-le-Comte naar Luttre en tot juni 1984 eindstation van lijn 106, kunnen we kort zijn. Ondanks het relatief moderne stationsgebouw zijn de loketten en de wachtzaal thans gesloten, zoals zoveel andere op het net van de NMBS. De goederenkoer en het kopspoor dat diende als eindpunt van de motortreintjes uit Clabecq zijn al langer verdwenen, en de uitwijksporen daar rechtover werden op één na enkele jaren geleden uitgebroken, tabula rasa oblige, inclusief het spoor waarop destijds de wagons met de uitgebroken spoorcoupons van lijn 106 gerangeerd werden.
En neen, het droevige lot van lijn 106 werd dit station en lijn 117 bespaard, en dit zolang er treinen zullen blijven rijden tussen Brussel en Le Centre (La Louvière) - maar niet meer over Clabecq en Ronquières zoals in de jaren 50, meerdere keren per dag.
En neen, het droevige lot van lijn 106 werd dit station en lijn 117 bespaard, en dit zolang er treinen zullen blijven rijden tussen Brussel en Le Centre (La Louvière) - maar niet meer over Clabecq en Ronquières zoals in de jaren 50, meerdere keren per dag.