MARKANTE VIADUCTEN |
Ouvrages remarquables |
Hierna vind je een reeks bijzondere of merkwaardige viaducten, hoofdzakelijk in Zuid-Frankrijk, gevolgd door een aantal vermeldenswaardige bruggen of viaducten dichter bij huis, o.m. in oostelijk België en op een aantal andere locaties.
|
Ci-après une série de viaducs remarquables, voite très spéciaux, dans le Midi de la France, suivi d'un nombre d'ouvrages plus modestes plus près de chez nous, surtout dans l'Est du pays mais tout aussi bien ailleurs. |
Zuid-Frankrijk
|
dans le Midi de la France
|
Hierna vind je acht merkwaardige viaducten uit Zuid-Frankrijk, waarvan zes tijdens de zomer van 2021 een na een aan bod kwamen. Twee ervan zijn nog in dienst en het viaduct van Garabit kreeg bovendien een link naar de pagina 'Regiospoor FR'. Zes andere zijn al lang verlaten maar blijven tot vandaag de tand des tijds trotseren, al werd rond 1980 de spoorlijn op deze van Cayrelets opnieuw aangelegd. Drie ervan kwamen we tegen in 2012, op onze treinreis langs de Pyreneeën en doorheen het Centraal Massief. Al deze foto's dateren van de jaren 1975 tot 2012 maar zijn nog steeds actueel.
Ci-après nous vous présentons une sélection de huit viaducs remarquables du Midi de la France. Les vues datent des années 80 et du début de ce siècle, mais sont toujours d'actualité. Deux de ces ouvrages sont encore en service, mais pour combien de temps encore? Sur un autre, celui de Cayrelets, la voie fut reposée vers 1980 (voir par après). Trois de ces ouvrages jalonnent le parcours de 2012 effectué en train le long des Pyrénées et à travers le Massif Central, dont vous trouverez le compte-rendu ailleurs sur notre site.
|
Viaduc de Bédarieux (Hérault)
Het viaduct van Bédarieux, aan de oostkant van de stad, ligt op de inmiddels verdwenen spoorlijn van Béziers/Bédarieux naar Graissesac en het noordelijker gelegen steenkoolbekken van de Orb uit 1858, en waarop in 1874 ook de Ligne des Causses uit Millau (en verder) zou aansluiten. In 1884 echter werd Bédarieux een regionaal knooppunt met een nieuwe oostwestlijn van Toulouse naar Montpellier. Hierdoor, mede door het moeilijke reliëf met verschillende tunnels ten zuiden van de stad, moest de hoofdlijn verlegd worden en kwam er een nieuw en groter station, ditmaal aan de westkant van Bédarieux. Meteen het einde van het oorspronkelijke tracé, en dus ook van het spoor op dit viaduct.
|
Zoals elders al verteld slaagden we er amper in om, vanuit een voorbijrijdende trein, dit kunstwerk te fotograferen (hiernaast). Om die reden waren we wel genoodzaakt enkele foto’s van derden over te nemen om toch een getrouw beeld van dit imposante kunstwerk te kunnen aanbieden. Imposant, niet meteen door zijn bouwstijl, dan wel door zijn lengte (716 meter) en dan vooral door het aantal bogen (37). Inmiddels staat dit viaduct er nog steeds, en ziet er ondanks zijn ruim 160 jaar niet meteen bouwvallig uit, alvast niet op het eerste zicht.
|
Le viaduc de Bédarieux, situé à l’est de la ville, fut mis en service en 1858, lors de l’ouverture de la ligne de Béziers à Graissesac et le bassin charbonnier de l’Orb, plus au nord. Plus tard, la Ligne des Causses y fut raccordée, et en 1884, lors de la mise en service d’une tranversale de Toulouse à Montpellier, Bédarieux reçut une nouvelle gare sur un nouveau tracé, cette fois-ci à l’ouest de la ville, en remplacement du tracé primitif et de son viaduc, abandonné depuis.
Lors de notre dernier passage par là, en 2012, c’est à peine qu’il nous fut possible de photographier cet ouvrage depuis un train en pleine marche. Raison pour laquelle nous n’avions d’autre choix que de reprendre quelques images externes, question de vous donner une meilleure vue de cet ouvrage, imposant non par son style mais par sa longueur (716 mètres) et par le nombre d’arches (37). Difficile de faire mieux… Malgré ses 160 années (et plus), le viaduc de Bédarieux est toujours en place et semble à première vue encore bien se porter. Qu'il en reste ainsi... |
Pont Séjourné (Pyrénées Orientales)
|
Dit majestatische 236 m lange en 66 m hoge viaduct ligt vlakbij het station Fontpédrouse op de 95 km lange ‘Ligne de Cerdagne’, aan de voet van de Pyreneeën. Het staat bekend als ‘Pont Séjourné’, naar de naam van zijn ontwerper. Wat we in 1988 niet op onze foto kregen is het benedenstuk over de rivier de Têt. Daarom deze postkaart, tijdens de bouw in 1907.
|
Ce majestueux viaduc, long de 236 m et surplombant la rivière Têt de 66 m, se trouve à proximité de la gare de Fontpédrouse, sur la ligne de Cerdagne, au pied des Pyrénées. Il est toutefois connu comme 'Pont Séjourné', du nom de son concepteur. L'étage inférieur, de forme ogivale, n'ayant pu être photographié ce jour-là (16 août 1988), vous le trouverez sur la carte postale de l'époque de sa construction. La superbe ligne de Cerdagne, de Villefranche-Vernet-les-Bains à La Tour-de-Carol, près de la frontière Espagnole, à voie métrique, est toujours en service à l'heure qu'il est.
Le Pont Séjourné est classé 'monument historique'. |
De benaming ‘pont’ voor dergelijk kunstwerk is in Frankrijk heel gewoon, denk maar aan de befaamde ‘Pont du Gard’, om er maar een te noemen, en is toepasselijk voor viaducten in metselwerk, doorgaans uit één stuk. Metalen kunstwerken, meestal geassembleerd en opgebouwd uit meer dan één brugdek, krijgen dan weer de meer prestigieuze naam ‘viaduc’, ook al zijn ze vaak een stuk kleiner of korter dan tal van stenen soortgenoten. In het Nederlands is het onderscheid tussen beide allesbehalve duidelijk (cfr. van Dale). Wijzelf gebruiken ‘viaduct’ voor een kunstwerk met minstens twee of drie bogen (openingen) of met meerdere brugdekken. De prachtige metersporige Ligne de Cerdagne, van Villefranche-Vernet-les-Bains naar Font-Romeu en La Tour-de-Carol, vlakbij de Spaanse grens, is nog steeds in gebruik voor reizigersverkeer - in de zomer vooral toeristisch.
Het 'Pont Séjourné' is geklasseerd als historisch monument.
Het 'Pont Séjourné' is geklasseerd als historisch monument.
Viaduc de Garabit (Cantal)
Wellicht het meest bekende, en voorzeker (een van) de hoogste van het Franse net: het ‘Viaduc de Garabit’ op de lijn Neussargues-Béziers, tussen de thans niet meer bediende stations van Ruynes-en-Margeride en Loubaresse. Gebouwd onder leiding van Gustave Eiffel en afgewerkt in 1885. Het viaduct is 565 meter lang en ca.120 meter hoog boven de Truyère, waardoor het jarenlang de hoogste ter wereld was. De juiste hoogte boven het waterpeil is moeilijk te bepalen sinds de Truyère versperd is door de stuwdam van Grandval, tussen St-Flour en Chaudes-Aigues. Naast het welbekende ‘portret’ van dit viaduct vind je hierbij enkele foto’s vanuit een andere hoek, één ervan met de dagelijkse trein naar Béziers (hieronder) om je een idee te geven van de indrukwekkende dimensie van dit vandaag nog amper gebruikte kunstwerk.
|
Oeuvre de Gustave Eiffel et le plus connu de tous, avec ses 565 mètres un des plus grands viaducts ferroviaires de France, sinon le plus grand, et en son temps le plus haut, environ 120 m au-dessus de la Truyère, dont le niveau a monté depuis, suite à la construction du barrage de Grandval.
|
Au ‘portrait’ classique du viaduc nous ajoutons deux vues prises sous un angle different, dont une avec le train journalier
vers Béziers (ci-devant), question de se faire une idée de la grandeur impressionnante de cet ouvrage aujourd’hui sous-utilisé.
(ici plus d'infos sur la ligne Neussargues-Béziers)
vers Béziers (ci-devant), question de se faire une idée de la grandeur impressionnante de cet ouvrage aujourd’hui sous-utilisé.
(ici plus d'infos sur la ligne Neussargues-Béziers)
Viaduc de Cayrelets (Aveyron)
|
De spoorlijn van Tournemire naar Le Vigan in zuidelijk Frankrijk werd al in 1954 gesloten en nadien opgebroken. Dit vrij spectaculaire tracé telt 32 tunnels en bijna evenveel viaducten. De lijn volgt de valleien van de Cernon en de Arre, waar de meeste dorpen liggen, tot aan de voet van de Cévennes, maar loopt gelijk door het steppeachtige gebied van de Grands Causses. Hele delen van dit tracé zijn best te volgen, viaducten en tunnels incluis. Op 21 juli 1975 was van het viaduct van Cayrelets (met in de verte de Tunnel du Rouquet) kort voordien een van de bogen gedeeltelijk opgeblazen door een actiegroep tegen de uitbreiding van een militair oefenkamp. De boog werd daarna hersteld, maar het project ging uiteindelijk toch niet door. Wel was een deel van de spoorlijn intussen opnieuw aangelegd, en wordt vandaag bereden door spoorfietsen. |
La ligne de Tournemire au Vigan (Aveyron/Gard), fut abandonnée en 1954 et déferrée peu après. Traversant les vallées du Cernon et de l'Arre dans un pays à peine peuplé aux confins des Cévennes et des Grands Causses, ce tracé comporte pas moins de 32 tunnels et presque autant de viaducs. Certaines sections restent plus ou moins accessibles, y compris plusieurs tunnels et viaducs. Ainsi le viaduc de Cayrelets, entre Ste-Eulalie et L'Hospitalet, dynamité en 1975 par un groupe d'action, mais réparé par après. Ce qui n'a pas empêché la repose de la voie sur une partie de la ligne. Aujourd'hui celle-ci est parcourue par des draisines ferroviaires.
|
Viaduc de Recoumène (Haute-Loire)
Zo te zien een ‘gewone’ viaduct. Maar wel gebouwd uit vulkanisch gesteente (bazalt), licht hellend (21,5 %o) en zonder enige borstwering. De ruimte tussen beide boorden was trouwens bestemd voor ballast. Maar deze kwam er niet, en het spoor dus ook niet. Nochtans was de spoorbedding tussen Brives-Charensac (voorbij Le Puy-en-Velay) en Le Monastier-sur-Gazeille halfweg de jaren 30 volledig afgewerkt, een hele reeks tunnels en kunstwerken incluis. Ook hier, tussen Le Monastier en Présailles, het hoogste punt van de lijn, was het tracé bijna voltooid, met dit imposante ‘Viaduc de Recoumène’, een paar overbruggingen, twee korte tunnels en de nodige steunmuren. Tot de 2626 m lange maar onafgewerkte tunnel vlak voor Présailles, het definitieve eindpunt van dit tracé. Toch vind je 20 km verder nog de 3336 m lange tunnel van Le Roux (of St-Cirgues), thans wegtunnel, de korte tunnel van Le Cheylas (164 m) en tussenin een stukje tracé en enkele steunmuren. Het indrukwekkende lussentracé rond de oude vulkaan Gravenne de Montpezat, op weg naar Lalevade en Aubenas in de Ardèche, raakte helaas niet verder dan de tekentafel en enkele Michelinkaarten uit die tijd.
Vandaag is het viaduct van Recoumène – tot 60 m hoog en ontworpen door dezelfde Paul Séjourné (zie verder) – toegankelijk voor wandelaars die geen last hebben van hoogte- en/of dieptevrees, dus ook voor elastiekspringers. |
Pas si ordinaire que cela, ce viaduc en pierres volcaniques, en pente de 21,5%o, sans garde-fous, et où la voie ne fut jamais posée. Pourtant, dans les années 30, la plate-forme était bel et bien achevée entre Brives-Charensac (près du Puy) et Le Monastier-sur-Gazeille, et même au-delà jusque Présailles, point culminant de cette Transcévénole comprenant nombre de tunnels, ouvrages d’art et murs de soutènement, dont une partie seulement fut construite. Ainsi le viaduc de Recoumène et le tunnel de Présailles (2626 m), resté inachevé. Toutefois, 20 km plus loin, nous trouvons le long Tunnel du Roux (ou de St-Cirgues) (3336 m), aujourd’hui routier, ainsi que le petit tunnel du Cheylas (164 m), un bout de plate-forme et quelques murs de soutènement. Hélas, les boucles enchevêtrées autour de la Gravenne de Montpezat, vers Lalevade et Aubenas en Ardèche, ne virent jamais le jour. Actuellement le viaduc de Recoumène, haut de plus de 60 m et conçu par ce même Paul Séjourné (voir par après), est accessible aux randonneurs et sauteurs à l’élastique, mais gare au vertige!
|
Viaduc des Rochers Noirs (Corrèze)
|
Dit indrukwekkende viaduct is 160 meter lang en ligt ruim 90 meter boven de Gorges de la Luzège. Jarenlang was dit het koninginnestuk van de Transcorrézien, de departementale buurtlijn van de Corrèze (op meterspoor). Na de opheffing ervan einde 1959 werd dit deel van het tracé geasfalteerd en bleef zo toegankelijk, ook voor het autoverkeer. Inmiddels werd dit kunstwerk beschermd als historisch monument en volledig gerestaureerd, maar in 2005 volledig afgesloten, ook voor voetgangers, waardoor o.m. elastiek-springen er niet langer mogelijk is.
|
Viaduc du Caramel (Alpes Maritimes)
Het 'Viaduc du Caramel' bij Castillon op 31 juli 1980 - dit sierlijke maar behoorlijk acrobatische viaduct diende om een haarspeldbocht af te snijden.op de elektrische tramlijn van Menton naar Sospel, waarvan meerdere kunstwerken (o.a. een tunnel) tot vandaag de sluiting in 1932 overleefd hebben.
Le viaduc du Caramel près de Castillon en 1980, sur la ligne électrique Menton-Sospel (1912-1932). Cet ouvrage hardi permettait de s'affranchir d'un virage en épingle sur la route adjacente. Plusieurs ouvrages d'art sur ce tracé subsistent de nos jours.
|
Pont du Saut de la Mariée (Alpes Maritimes)
|
De 'brug' van Oudler
|
le 'pont' de Oudler
|
Zoals tal van kunstwerken in oostelijk België werd op spoorlijn 47 het viaduct van Oudler, tussen Reuland en Lengeler, in juni 1940 door het Belgisch leger opgeblazen, in een vergeefse poging om de Duitse invasie tegen te houden. Al gauw kwam er een schijnbaar wankele noodbrug voor in de plaats. Niet lang daarna echter, in 1941, liet de bezetter het vernielde viaduct vervangen door een hoge berm met daarin een doorlaatbrug. Hierbij nam men niet de moeite om de resten van het viaduct op te ruimen, en bleef de bovenkant van de enige boog die nog rechtstond zelfs gedeeltelijk uitsteken boven de huidige brug. Zo ontstond dit veeleer surrealistische tafereel van twee schijnbaar op elkaar gestapelde kunstwerken.
Le viaduc de Oudler, dynamité par l’armée belge en juin 1940, fut bien vite remplacé par un pont de fortune. L’année suivante, ses ruines furent comblées par un haut talus à travers lequel un passage inférieur fut construit. Curieusement, une des arches du viaduc, restée intacte, dépasse toujours de l’ouvrage actuel, créant ainsi ce tableau surréaliste de deux ouvrages successifs superposés l’un à l’autre.
|
Het Von Korffviaduct
Het betonnen viaduct van Born, ook bekend als het Von Korffviaduct, is met zijn 11 bogen een waardige tegenhanger van zijn evenknie aan het andere uiteinde van oorlogslijn 47A (Vielsalm-Born). Eén groot verschil: dat van Hermanmont ligt met zijn 10 bogen bijna volledig in puin, op één boog na, terwijl dat van Born al juist geteld één eeuw lang het landmerk is van het gelijknamige dorp. In maart 2015 merkten we op dat aan het zuidelijk uiteinde, vlakbij de dorpskern, een reeks trappen in aanbouw was om het viaduct warempel toegankelijk te maken voor bezoekers – en misschien zelfs wandelaars en tweewielers, zoals dat toen al het geval was met de onderdoor lopende Vennbahn voordat ze dan toch geasfalteerd werd.
|
Het viaduct ligt er nog steeds zoals we die al een volle eeuw gewoon zijn, en is nu ook toegankelijk voor bezoekers, gedeeltelijk toch (19 april 2018)
Drie jaar later mochten wij vaststellen dat het viaduct, zo goed als intact, nog steeds het dorpslandschap domineert, dwars over de vallei van de Emmels en dus van redelijk ver zichtbaar. En inderdaad, vandaag kun je probleemloos naar boven via de reeds voornoemde trappen. Eenmaal zover kom je uit op een groot terras, bovenop de twee zuidelijke bogen van het viaduct en over de hele breedte van het kunstwerk, maar halverwege versperd door het nodige hekwerk. Naar het waarom blijft het gissen, maar een verhoogje met verrekijker, vlak tegen het hek, maakt een en ander goed. Wat verder opvalt is het gulle gebruik van oude dwarsliggers, zowel om hier en daar de trappen te beveiligen, als beneden naast het viaduct, waar een stukje spoor als monument staat opgesteld in een verticale hoek van 40°. Overal dwarsliggers dus, behalve waar ze normaal hoorden te liggen: beneden op de spoorwegbedding van wijlen de Vennbahn, en boven op het terras, allebei bedekt door een stevige laag asfalt!
De part et d'autre de la ligne de guerre Vielsalm-Born (47A), un ouvrage majeur ponctuait le cadre spécifique de cette liaison éphémère. Alors que du viaduc à dix arches de Hermanmont ne subsistent qu’une seule arche et des ruines, le viaduc Von Korff, surplombant le village de Born, resta miraculeusement intact. Abandonné depuis la dernière guerre, il est aujourd’hui accessible par une volée d’escaliers construits à son extrémité sud en 2015. En-haut, une large plate-forme fut aménagée au-dessus de deux des 11 arches, mais reste en partie interdite aux visiteurs. Cet espace fut recouvert d’une couche de bitume, tout comme la plate-forme de feu la Vennbahn, passant en-dessous de l’ouvrage. Au pied de celui-ci, un coupon de voie semble vouloir perpétuer le souvenir des deux lignes passant jadis par là. Beaucoup de traverses aussi en guise de parapet pour les escaliers, mais nulle part là où logiquement on devrait les trouver: sur les plates-formes ferroviaires. En direction de Vielsalm, celle de la 47A est complètement abandonnée et livrée à la végétation, tout comme l'autre côté du viaduc, par-dessus les 9 arches restantes.
|
Houdeng-Goegnies
Twee wachttorens die de doortocht op deze waterweg streng bewaken, zou je denken (8 april 2016). Dit zijn echter de twee pilasters van de verdwenen “pont des cent mètres”, schuin over het Canal du Centre in Houdeng-Goegnies. Een honderd meter lange brug – in feite een viaduct – met drie stalen liggers die rond 1900 tot stand kwam, bij de aanleg van dit kanaal, op de industriële spoorlijn tussen de hoofdzetel van de Charbonnages du Bois-du-Luc (op de spoorlijn Mons-Manage) en het voormalige station Houdeng-Goegnies. Want driemaal daags kwamen in dit station rechtstreekse treinen uit/naar Zottegem, Geraardsbergen en Galmaarden langs, volgeladen met Vlaamse kompels die hier overstapten op het gore treintje naar de koolputten. Medio de jaren 60, bij de sluiting van dit station, raakte het spoorlijntje in onbruik. Jaren later, zo’n 40 jaar geleden, werd het viaduct ontmanteld en de drie liggers in stukken gesneden. In het gedeeltelijk bewaarde Bois-du-Luc vind je nu een mijnmuseum, en daar vlakbij de ‘Carrés’, een zo goed als intact gebleven arbeiderswijk uit de 19e eeuw.
|
Dendermonde (verdwenen)
In de avondspits, op 21 mei 1976, bij het verlaten van Dendermonde, rijden twee gekoppelde motortreinen over de indrukwekkende hefbrug over de Dender. Op dat ogenblik is het nog niet helemaal zeker of het nieuwe opgehoogde spoorwegtracé ten westen dan wel ten oosten van de stad zal worden aangelegd. Uiteindelijk zal voor deze laatste worden gekozen, en zal deze brug samen met zijn nabije buur over de Schelde daarna worden afgebroken.
|
Spiennes
|
Dit is het eerste van twee identieke viaducten op ex-spoorlijn 109 Mons-Chimay bij Spiennes, over de Ruisseau de la Vallière en een lokale weg, op 19 maart 2009. Het tweede, 200 meter verder, staat over het riviertje de Trouille. Het dorp Spiennes, vlakbij Mons (Bergen), zul je op geen enkele spoorwegkaart vinden, want een station is er nooit geweest, laat staan een stopplaats. Ook de spoorlijn is nergens nog te vinden, want het laatste stuk, van Cuesmes naar Harmignies, werd in 2013 uitgebroken. De datum 1919 vertelt ons dat beide viaducten recenter zijn dan dit deel van de spoorlijn, aangelegd in 1868. Allicht werden hun voorgangers tijdens de eerste wereldoorlog vernield.
|
Gellik
|
De brug van Gellik (Lanaken) met zijn 112 meter spanwijdte, schuin over het Albertkanaal, is de langste in zijn soort, en een ontwerp van de Leuvense ingenieur Arthur Vierendeel (1852-1940). De 'Vierendeelligger' was een nieuw type van kooibrug, zonder diagonale zijbalken, met de spoorbruggen aan weerskanten van het ‘centraal’ station in Mechelen als bekendste exemplaren. Op 19 februari 1985 trotseert deze brug moeiteloos vrieskou en sneeuw. Sinds de sluiting van lijn 20 (Hasselt/Beverst-Maastricht) ligt hij er echter ongebruikt bij, en het scheelde niet veel of hij was afgebroken "voor de verbreding van het Albertkanaal". Dat hij er vandaag nog staat mag dus een wonder heten, zeker indien de geplande sneltram tussen beide steden ook langs hier zou rijden - als hij er ooit komt....
|
La Forge (F)
Niet alles op deze foto van 19 april 2016 is wat het lijkt. Zo is dit geen spoorwegviaduct maar dat van het ‘Canal de la Marne au Rhin’ over de rivier de Sarre (Saar) in La Forge, bij het Lorreinse dorp Hesse. De asfaltpiste op de foto ligt, hoe anders, op de bedding van de voormalige spoorlijn van Sarrebourg naar Abreschviller, aan de voet van de Vogezen. Deels toch, want eigenlijk liep het spoor meer naar rechts, tegen de brugpijler waar nu het tweede baanvak ligt van de D42 naar Lorquin. Maar toen in de jaren 90 de rails werden uitgebroken was de wegbeheerder er als de kippen bij om dit deel van de zate in te palmen om in die scherpe bocht de smalle baan meteen te ontdubbelen. En toen men naderhand ook nog een fietspiste wilde aanleggen kon dit alleen nog door boven de rivier een stalen constructie op te zetten, pal naast het oude spoortracé. En zo is iedereen tevree. Ook dit nog: boven op het viaduct zijn nog resten terug te vinden van een smalspoor waarop ooit kleine elektrische loks de boten voorttrokken.
|
Le viaduc du Canal de la Marne au Rhin à La Forge, près de Hesse (Moselle), surplombe la Sarre et la D42 vers Lorquin, mais aussi l'ancienne ligne de chemin de fer de Sarrebourg à Abreschviller, dont une partie de la plate-forme a été récupérée afin de dédoubler le passage très étroit de la route sous le viaduc. Pour la piste cyclable il a donc fallu construire une nouvelle passerelle au-dessus du lit de la rivière.
|