DE SPOORWEGTUNNEL ONDER DE KEIZERSBERGen het westelijke 'Ringspoor' rond Leuven |
Textes français au bas de chaque rubrique
|
Een westelijk ringspoor rond Leuven? Dat zou je kunnen denken wanneer je dit plannetje ziet. Weer zo'n dagdroom van een op hol geslagen planoloog? Niets is minder waar. Dit project is 175 jaar oud en was goed op weg om gerealiseerd te worden, maar stierf een vroegtijdige dood. Toch blijft een flink stuk van dit spooktracé tot vandaag aanwezig in het landschap.
HET PROJECT
In 1845 verkregen twee Engelse investeerders de concessie voor een spoorlijn van Leuven naar Jemeppe-sur-Sambre en de Waalse industrieregio. Liever dan over het hoofdstation zou deze lijn vanaf het goederenstation aan de Leuvense Vaartkom (het huidige ‘Engels’ Plein) door een tunnel onder de Keizersberg en ten westen van het stadscentrum richting zuiden worden doorgetrokken.
Buiten Leuven verliepen de werken vrij vlot, maar met de tunnel liep het mis. Enkele jaren later gaven de initiatiefnemers het op en het project werd overgenomen door de Compagnie de l’Est-Belge, ditmaal ten zuidoosten van Leuven, en verder richting Charleroi: de huidige lijn 139 die in 1855 in dienst kwam. De westelijke route bleef onafgewerkt liggen.
|
Le plan ci-devant pourrait suggérer une ligne de ceinture autour de Leuven (Louvain). En fait, ce n’est d’autre que le projet d’une nouvelle ligne vers Jemeppe-s/Sambre, vieux de 175 ans! Même si les terrassements au sud de la ville allaient bon train, les déboires occasionnés par le creusement d’un tunnel sous le Keizersberg auraient finalement raison de l’entreprise qui jeta l’éponge vers 1850. Par après c’est une ligne contournant la ville par le côté opposé que la Compagnies de l’Est-Belge mit en service en 1855.
|
HET SPOORWEGTRACÉ
Komende vanuit Oud-Heverlee splitst het westelijke tracé zich af van lijn 139 (uit Ottignies) kort na de brug van de E40, aan de wijk Boskant. Het zo goed als voltooide deel is ruim 2 km lang en loopt tot aan het kruispunt van de Celestijnenlaan, bij Terbank. Tot aan de Dijle (500 m) is de spoorberm dichtgegroeid. Een brug over de rivier kwam er niet, en meteen daarna heeft de bedding plaats geruimd voor een overstromingsbekken.
|
|
Het spoorwegtracé in de binnenstad daarentegen, tussen Tervuursevest en Keizersberg, zou alleen op de tekentafel bestaan hebben. Het was voorzien ten westen van en parallel aan de Heilige Geeststraat, de Goudsbloemstraat en de Ridderstraat, om daarna onder de Keizersberg te duiken en uit te komen aan het thans verdwenen goederenstation op het Engels Plein. Het tracé op het plannetje is dan ook louter hypothetisch. Een spoorlijn door een deel van de binnenstad jagen kan verwondering wekken, maar je moet weten dat dit deel van Leuven intra muros 170 jaar geleden amper bebouwd was en dat de nieuwe lijn achter het toenmalige woongebied zou komen.
|
Voorbij de Langestraat is de spoordijk over 1 km duidelijk afgetekend en in gebruik als wandel- en fietspad, tot aan de Steengroevenlaan, met onderweg een brug in metselwerk over de Voer. Het eindstuk tot de Celestijnenlaan is dan weer ingepalmd door uitbreidingen van de universiteitscampus.
Vanaf de IJzermolenstraat tot de Vesten was reeds een brede strook gereserveerd. Deze is thans ingenomen door diverse achtertuinen en door de Colruytparking aan de Groenveldstraat, maar dankzij de perceelsgrenzen nog duidelijk te onderscheiden, vooral dan langs de oprit van de parking. Alles wijst erop dat men hier destijds op het punt stond de grondwerken voor de nieuwe lijn op te starten.
|
De nos jours il reste un remblai d'aspect ferroviaire de 2 km qui se détache de la ligne venant de Wavre juste après l’E40. Une partie de ce tracé offre une belle promenade à travers bois près de Egenhoven, y compris un pont en maçonnerie sur la Voer. Au-delà du carrefour près de Terbank, parallèlement à la IJzermolenstraat, l’observateur averti remarquera une large bande de terrain bien délimitée par les parcelles voisines. Ce terrain réservé pour la future ligne, actuellement occupé par des arrières de jardins ainsi que le long de l'actuel parking Colruyt, se prolongeait jusqu’aux abords du boulevard extérieur de la ville. Au-delà, la ligne devait passer derrière les habitations, dans un secteur encore peu bâti à l’époque. Mais rien n’indique que des travaux, même préparatoires, aient débuté à l’intérieur du périmètre urbain.
|
EEN TUNNEL ONDER DE KEIZERSBERG...
Tot vandaag roept deze verborgen en mysterieuze tunnel de nodige vragen op. Is daar wel een tunnel? Zo ja, hoe lang is hij? En in welke toestand verkeert hij?
Het staat vast dat de tunnel wel degelijk gegraven is, gedeeltelijk toch. Doorgaans wordt de bouw van belangrijke kunstwerken eerst aangevat, dan pas de overige infrastructuur. Zo ook deze tunnel die ca. 380 m lang moest worden, en zou uitkomen in het verlengde van het goederenstation op het Engels Plein, vlakbij de Vaartkom. Maar de werf kreeg al gauw te kampen met wateroverlast en met instortingen, in die mate dat de werken voortijdig gestaakt werden: in 1847 volgens de enen, 1850 volgens anderen (tenzij dit op de ontbinding van de vennootschap zou slaan). De onafgewerkte tunnel zou nog een tijdlang gediend hebben als ijskelder, dan als sluikstort, tot de ingang uiteindelijk werd dichtgegooid. Vandaag is daar op de flanken van de Keizersberg niets meer van te merken. Toch ligt hij er nog steeds. Getuige de paters van de abdij die, toen ze in 1995 op hun kerkhof een graf wilden delven, plots op een 12 meter diepe holte stootten. Niet de tunnel zelf, want die ligt daar zo’n 20 à 25 meter diep. Wel is deze holte duidelijk veroorzaakt door een instorting daar beneden. En zeggen dat haast iedereen hem vergeten was, de paters niet in het minst, daar de abdij pas later gesticht werd, in 1899. Het gat in kwestie is thans omheind maar nog steeds te zien op het kleine kerkhof, pal boven het traject van de tunnel.
|
Hoe groot is die tunnel dan wel? Ging die gang al helemaal door de heuvel? En, meer algemeen, wat precies ligt daar verborgen in de ingewanden van de Keizersberg?
De instorting onder het kerkhof, vlakbij het Engels Plein, wijst er op dat er aan die kant alleszins een opening was. Deze zou pas later zijn dichtgegooid. Jarenlang was er aan de voet van de heuvelflank alleen een lange bakstenen muur te zien. Rond 2013 werd deze vervangen door een hoge steunmuur. Er is niet veel verbeelding nodig om daarin de aanzet te zien tot een heus tunnelportaal - en misschien is het wel zo bedoeld - ook al is die er als dusdanig nooit geweest! Aan westelijke kant is achter de huizen van de Ridderstraat een overlangse steile kant merkbaar, zo te zien in het verlengde van de tunnel. Was dit een afgraving voor het nieuwe tracé? Best mogelijk dat de graafwerken voor de tunnel ook daar plaatsvonden. Maar dan, in welke toestand verkeert het geheel zo’n 175 jaar later? Op deze vraag proberen we hierna een antwoord te vinden. |
...WELKE TUNNEL?
Zoals het monster van Loch Ness komt de onvoltooide spoorwegtunnel onder de Keizersberg zo nu en dan aan de oppervlakte, zij het dan in de plaatselijke of regionale media. Ongenaakbare mysteries zoals onderaardse gangen en verdwenen tunnels spreken nu eenmaal tot de verbeelding en zijn voer voor speculaties allerhande zolang ze niet in het daglicht komen – meestal in een minder spectaculaire gedaante dan die welke hun tot dan werd toegeschreven. Is de tunnel van Keizersberg een mythe? Allicht niet, voor zover het betrokken project wel degelijk historisch werd vastgelegd. En dat het voortijdig werd stopgezet verklaart alvast zijn uiteindelijke verdwijning, hier dus letterlijk onder de aardbodem. En dan beginnen de speculaties. Maar zonder tastbare aanwijzingen, laat staan bewijzen, kan men hier alle kanten uit. Toch willen we hier enkele bijna-zekerheden op een rij zetten. Zoals over het tracé. Zeker wanneer je op een kaart de verbinding maakt tussen het vertrekstation op het Engels Plein en het nooit voltooide spoorwegtracé in Heverlee blijven er zo goed als geen potentiële varianten over – op een handvol meter meer naar links of naar rechts na. In tegenstelling tot bv. een buurtlijn of een stadstram maakt een gewone spoorlijn, al dan niet in een tunnel, niet zomaar van die scherpe kronkels, toch niet in gebieden met weinig reliëf zoals bij ons – zeldzame uitzonderingen (Vielsalm) niet te na gesproken, en dan nog. En dan. Wat ligt daar precies in de ondergrond van de Keizersberg? Hangt ervan af welke techniek in die tijd gebruikt werd om deze tunnel te graven. Alvast geen grote graafmachines zoals voor de Kanaaltunnel of de Gotthard. Schop en houweel, veel stutbalken, en een werfspoor om het afgegraven puin weg te voeren, veel meer was het niet. Bovendien werd hier in de regel in opeenvolgende fazen gewerkt. Eerst een verkenningstunnel, met een diameter van een 2-tal meter, om vervolgens van daaruit de eigenlijke tunnel verder uit te graven: hetzij naar omlaag bij een gewelftunnel, zoals vaak toegepast in bergachtige gebieden en in rotsgrond, hetzij naar omhoog voor een basistunnel, wat hier door de plaatselijke topografie en de aard van de ondergrond wellicht het geval was, zoals voor de tweede tunnel bij Nismes. Aan welke kant werd dit werk aangevat? De aanwezigheid van een ijskelder op het tracé pleit voor de westkant (Heverlee), terwijl door het toenmalige goederenstation op het Engels Plein veeleer de oostkant aangewezen is, al was het maar voor het wegvoeren van het uitgegraven puin. En waarom niet van beide kanten, naar elkaar toe, zoals voor de moderne tunnels? Zo ja, mogen we er redelijkerwijs van uitgaan dat de verkenningstunnel over de hele lengte werd gegraven? Of toch bijna? Dit is wat de tekst van Staes, Welter e.a. ('Mechelen, Leuven, Tienen … retour - een treinreis door het verleden', Standaard Boekhandel, Leuven, 1987), al dan niet voor interpretatie vatbaar, alvast laat uitschijnen. Maar dan. Wanneer werden de werkzaamheden onderbroken? Toen het delicate werk begon? Met name, toen met het uitgraven van de eigenlijke tunnel werd begonnen, zo’n 5 à 6 meter naar omhoog? Voor het wegvoeren van het puin is hier alweer de oostkant meer aangewezen. De instorting onder het abdijkerkhof daar vlak naast (1995) pleit daar alvast voor. Zo’n instorting is bovendien veel waarschijnlijker bij een grotere uitholling dan bij de betrekkelijk stevige kleine verkenningstunnel daar beneden. Dat men echter vanuit het kerkhof rechtstreeks in die eigenlijke tunnelruimte zou uitkomen is zo goed als uit te sluiten. De tunnelbodem lag 20 à 25 m diep, het instortingsgat zelf hooguit 12 m. Vermits men in die put weinig meer zou gevonden hebben dan een vormeloze zandmassa kunnen we daaruit afleiden dat het reeds uitgegraven tunnelgedeelte, of het begin ervan, op die plek door de jaren heen geleidelijk is ingezakt, laag na laag. Hierdoor mogen we een hypothetisch bezoek aan de even hypothetische ‘grote’ tunnel, als dit al mogelijk zou zijn, gerust vergeten. Voorgoed. Maar hoe zit het dan met die ‘kleine’ tunnel, de verkenningstunnel? Hier blijft het mysterie compleet. En misschien is het best zo. Want als er geen Nessie meer is, geen mysterie dus, dan verdwijnt het hele verhaal uit de belangstelling, en moet men allicht op zoek naar een ander mysterie. Daarom ons advies: houden zo! |
LE TUNNEL DU KEIZERSBERG
Ce tunnel mythique de 380 mètres sous la colline du Keizersberg devait aboutir à la gare de marchandises près du bassin de tête du canal (‘vaartkom’ sur le plan). Mais le chantier dut faire face à des infiltrations d’eau et de nombreux éboulements, à tel point que les travaux furent interrompus prématurément, au plus tard en 1850. Par après, la partie déjà creusée servit de glacière, puis de décharge, avant d’être bouchée et de tomber dans l’oubli. Jusqu’au jour où, vers 1992, en creusant une tombe dans le petit cimetière de l’abbaye (fondée plus tard, en 1899) on se heurta à une profonde cavité. C’est alors qu’on se rappela l’ancien tunnel, 20 à 25 mètres plus bas, vraisemblablement effondré à cet endroit. Depuis, ce trou reste bien visible, quoique protégé par un solide enclos. Cette galerie traversait-elle la colline de part en part? L’effondrement sous le cimetière, près du versant oriental de la colline, donne à penser que les travaux ont été entamés de ce côté-là, l'ouverture n’ayant été bouchée que par après. Le mur de soutènement construit vers 2013 suggére même les contours d'un portail de tunnel! De l'autre côté, sur le tracé projeté, un escarpement prononcé derrière les maisons de la Ridderstraat donne à penser que là aussi les travaux de creusement pourraient avoir été entamés. Enfin, dans quel état se trouve cette galerie fantôme après 175 années d’abandon? La nature du sol et l’effondrement sous le cimetière laissent deviner un chaos souterrain plutôt dantesque, même si le tunnel sous le Keizersberg n’est pas près de nous livrer ses secrets…
|
EEN TRAM OP DE KEIZERSBERG
|
Om de steile en kronkelige Mechelsestraat op de westflank van de Keizersberg te omzeilen en 30 meter hoogteverschil te overbruggen werd via de Burchtstraat, de oostflank en de vesten een lusvormig tracé aangelegd, 900 m lang en bijna volledig in eigen bedding tot aan de Mechelse Poort. Daarna reed de tram gewoon verder langs de Mechelsesteenweg, tot de toenmalige overweg aan het station van Herent.
Na de oorlog nam tram 3 uit Lovenjoel deze dienst over, tot de hele lijn op 14 augustus 1952 werd opgedoekt. |
EEN UNIEK TRACÉ
Het panoramische tracé rond de Keizersberg is uniek in Vlaanderen, en zelfs nationaal. In die tijd was een stadstram op eigen bedding al ongewoon op zich, zowel bij de Buurtspoorwegen als bij de stadsbedrijven (behalve dan in Brussel). Alleen het spectaculaire tracé van de stadstram op de flank van de citadelle in Namen stak daar effenaf bovenuit.
Wonderlijk genoeg bleef de trambedding rond de Keizersberg na 1952 toegankelijk als een wat afgelegen wandelpad, ver van het stads- en studentengewoel. Het noordelijk deel langs de Vesten (zo'n 500 m) verdween echter toen de Leuvense Ring vanaf de Tervuurse Poort werd doorgetrokken richting station. Het panoramische tracé op de oostflank bleef gelukkig gevrijwaard, werd later beklinkerd en uitgerust met openbare verlichting – niet verwarren met de bovenleidingsmasten van weleer – en kreeg, officieel nog wel, de toepasselijke naam “Tramweg”.
Als onderdeel van het stadsvernieuwingsproject rond de Leuvense vaartkom is de toekomst van dit unieke 325 meter lange tramtracé allicht verzekerd. |
NASCHRIFT
Het dossier over het onvoltooide spoortracé kwam in essentie tot stand door cartografisch onderzoek en terreinstudie.
De historische achtergrond van het tracé en de tunnel komt uit een fragment van “Mechelen, Leuven, Tienen … retour - een treinreis door het verleden” (Staes, Welter e.a., bij Standaard Boekhandel, Leuven, 1987).
Aanvullingen en/of rechtzettingen omtrent dit onderwerp zijn altijd welkom.
Gegevens over de tramlijn komen uit “De buurtspoorwegen in de provincie Brabant” (Association Ferroviaire des Cheminots de Charleroi, bij Editions Gérard Blanchart & Cie, 2000).
bijgewerkt - mis à jour: 31-1-2019
|
|
terug naar de homepagina
|