NIVELLES-SOIGNIES
een onafgewerkt buurtspoorwegproject
Begin 20e eeuw was de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen (NMVB) volop haar netwerk aan het uitbreiden. Zowat overal in het land werden om de haverklap nieuwe buurtspoorlijnen aanbesteed, aangelegd en in gebruik genomen. Het uitbreken van de eerste wereldoorlog maakte vrij bruusk een einde aan dit ambitieus expansiebeleid. Het project
Zo was de NMVB voor de oorlog begonnen met de aanleg van een 28 km lange lijn tussen Nivelles (Nijvel) en Soignies (Zinnik), voor het overgrote deel in eigen bedding. Hoewel het beheer ervan was toegewezen aan Henegouwen werden de grondwerken aangevat vanuit het Waals-Brabantse Nivelles. Zoals gebruikelijk bij dergelijke onderneming werd de aanleg van kunstwerken voortijdig aangevat, kwestie van het hele project ineens te kunnen afwerken. Dit was alleszins het geval voor het grote viaduct van Ecaussinnes met zijn 12 bogen, waarvan de bouw in 1914 startte. Twee jaar later was het kunstwerk voltooid, in volle oorlogstijd nog wel, terwijl elders de grondwerken al waren stilgevallen.
Na de oorlog had de NMVB zoveel omhanden met de heraanleg van honderden kilometer buurtspoorweg dat alle nieuwe projecten in de ijskast belandden, de meeste om er nooit meer uit te geraken. Zo ook Nivelles-Soignies. Niettemin werd in 1924 vanuit het bestaande eindpunt (Boulevard Fleur de Lys) door de straten van Nivelles een 2,1 km lang stuk spoor aangelegd, tot buiten de stad, als industriële aansluiting voor een plaatselijk bedrijf langs het nieuwe tracé. |
Honderd jaar later blijft het statige viaduct met zijn 12 bogen het dorpslandschap van beide Ecaussinnes (-d’Enghien en -Lalaing) domineren. Vlak buiten Nivelles maakt het voormalig stukje industriële aansluiting op het tracé in eigen bedding thans deel uit van het lokale wegennet als “Allée du Posty”.
De overige grondwerken vanuit Nivelles daarentegen, zo'n 5 km tot aan het oude kanaal tussen Ronquières en Feluy, lijken compleet in de vergetelheid geraakt. Een deel van dit spooktracé is intussen al verdwenen, vooral in en rond het dorp Monstreux. Maar wat verderop overblijft is zeker de moeite waard, zowel voor het schilderachtige tracé door de afgelegen vallei van de Thines als door het aantal kunstwerken op dit traject. |
Op zoek naar de overblijfselen van het onvoltooide tracé
De Thines ontspringt bij het gelijknamige dorp, ten zuidoosten van Nivelles, en loopt dan langs de noordkant van de stad. Daarna verdwijnt het riviertje in het schilderachtige Waals-Brabantse achterland, op de grens met de provincie Hainaut (Henegouwen), langs twee onooglijke dorpjes, Monstreux en Bornival. Op het plateau treffen we in hoofdzaak grote en kleinere boerderijen aan, beneden in de stille vallei enkele oude watermolens. Ook voorbij de monding in de Samme, naast het oude kanaal, tref je er veel natuur en waterpartijen aan, tot in Ronquières met zijn hellend vlak, alwaar de Samme in de Sennette uitmondt. Een heel geschikte wandeling dus, ideaal op een rustige lente- of vroege zomerdag, langs het tracé van de nooit voltooide buurtspoorlijn doorheen deze afgelegen vallei.
Let wel! De beste tijd om dit oude tracé tot in de details te ontdekken is na de bladval, vanaf november dus, tot en met maart. Bovendien wordt het zicht op de onvoltooide bedding dan amper belemmerd door grassen, onkruid en andere ondergroei.
De wandeling start aan het station van Nivelles. Achtereenvolgens gaat het langs de Rue de Namur, de hoofdkerk (Collégiale Ste-Gertrude), de Rue de Soignies, de N533 (Faubourg de Soignies) en de brug onder ex-spoorlijn 141, op 1650 meter of zo’n 20 minuten stappen van het station. De eerste afslag, rechts na de spoorbrug, is de oude bedding, thans Allée du Posty (A).
Let wel! De beste tijd om dit oude tracé tot in de details te ontdekken is na de bladval, vanaf november dus, tot en met maart. Bovendien wordt het zicht op de onvoltooide bedding dan amper belemmerd door grassen, onkruid en andere ondergroei.
De wandeling start aan het station van Nivelles. Achtereenvolgens gaat het langs de Rue de Namur, de hoofdkerk (Collégiale Ste-Gertrude), de Rue de Soignies, de N533 (Faubourg de Soignies) en de brug onder ex-spoorlijn 141, op 1650 meter of zo’n 20 minuten stappen van het station. De eerste afslag, rechts na de spoorbrug, is de oude bedding, thans Allée du Posty (A).
Wat verder is de zate ingenomen door het parkeerterrein van het bedrijf “Matériaux Ledecq”. Hier ga je rechtsaf, dan weer naar links. De landweg Vieux Chemin de Braine-le-Comte (B) volgt op afstand het oude tracé dat beneden in de vallei goeddeels is ingenomen en quasi onherkenbaar, tenzij verderop doorheen het weiland. De Chemin du Grand Bailli (C) brengt je terug op de huidige N533, die sinds de aanleg van de E19 de vroegere hoofdbaan en tegelijk de oude bedding afsnijdt.
Vlak na de autoweg neem je links de Chemin Fourneau (D), daarna de Rue du Gendarme, en aan het volgende kruispunt de Chemin Hiernoulet (E). Van het tracé door Monstreux is evenwel niets meer terug te vinden.
Pas bij de plek “Moulin Pierard” vind je links de oude bedding terug, eerst aan de voet van een beboste helling langs de Thines, dan, voorbij een paar huizen, op een verhoogde berm met een kleine brug over een voetweg. Wat verder is de berm grotendeels verdwenen, mogelijk afgegraven, tenzij ze nooit werd afgewerkt. Voorbij de kapel is de bedding (thans weide) langsheen de weg dan weer goed zichtbaar, zij het alleen in de winterperiode of wanneer het gras kort staat.
Ter hoogte van een nogal steile en scherpe bocht snijdt het tracé gewoon de weg af, doorheen privé terrein. Daarna, zo'n 1200 m na Monstreux, bereik je al gauw de afslag naar de versterkte hoeve “Castia” en het dorp Bornival, rechts op de helling. Vanaf hier volg je rechtdoor de Rue Bois d’En-Bas (F), een ingedeukte en bij regenweer erg slijkerige landweg, maar wel het meest schilderachtige deel van het hele parcours. De brede strook tussen het kruispunt en de grote hoeve suggereert de mogelijkheid dat op deze plek een uitwijkspoor en een paar laadsporen voor goederen voorzien waren – veruit de meest aangewezen locatie hiervoor tussen Nivelles en Feluy.
|
Rechtover een manège (waarvoor een deel van de berm moest wijken) was opnieuw een overweg voorzien en meteen daarna een brug over de Thines, van precies hetzelfde type als die op de Allée du Posty, vlak buiten Nivelles.
|
Voorbij de hoeve daalt het tracé geleidelijk af naar de vallei van de Thines. Voordat de Rue Bois d'En-Bas op haar beurt een duik neemt biedt ze een uniek panorama op de oude spoorberm, beneden in de stille vallei (foto hieronder). Beide kruisen elkaar in de afdaling en lopen dan parallel met de Thines. Aan die kant is de doorgang tussen de weiden dichtgegroeid en dus niet langer zichtbaar.
|
|
Wat hier ontbreekt (zie foto hierboven) is het fraaie viaduct in natuursteen dat wel voltooid was maar vanbinnen niet opgevuld. Door de jaren heen was de westelijke boog echter bouwvallig geworden en werd het kunstwerk helaas in 1981 afgebroken.
Voorbij deze afgelegen plek, vlakbij het raakpunt van drie gemeenten in twee verschillende provincies, maakt de spoordijk een bocht van 90° in zuidelijke richting en komt zo terecht langs het thans verlaten gedeelte van het Kanaal van Charleroi.
De tocht gaat verder in het verlengde van de Rue Bois d’En-Bas, de Rue Félicien Canart (H). Wat verder, voorbij een oude molen, sla je schuin linksaf naar sluis 24 en het oude kanaal dat je dan kunt volgen in zuidelijke richting.
De tocht gaat verder in het verlengde van de Rue Bois d’En-Bas, de Rue Félicien Canart (H). Wat verder, voorbij een oude molen, sla je schuin linksaf naar sluis 24 en het oude kanaal dat je dan kunt volgen in zuidelijke richting.
Links enkele weekendhuisjes, mooi achtereen op de oude lijnbedding die je geleidelijk ziet stijgen tot boven het thans gedeeltelijk begroeide landhoofd van een lokale brug die de jongste oorlog niet overleefde. Een lichte afbuiging van het tracé richting brug (foto linksboven) deed ons aanvankelijk besluiten dat de geplande lijn mogelijk langsheen de 'Chemin de La Gratière' het kanaal zou oversteken, wat wel meer voorkwam bij de voormalige buurtspoorwegen.
Hoe dan ook, voorbij dit punt valt nergens nog een glimp van een oud buurtspoorwegtracé te bekennen. |
Mysterie langs het kanaal
De paar bronnen die wij konden vinden geven telkens het kanaal als (voorlopig) eindpunt van de grondwerken. Maar waar precies? Het staat vast dat de buurtspoorlijn een heel eind parallel zou lopen met de waterweg. De aanwezigheid van enkele steengroeven aan de overkant, een kilometer verder, en de lichte afbuiging van het tracé naar het landhoofd toe deden ons mikken op een oversteek bij La Gratière. Tot we een tip kregen dat dit misschien toch niet het geval was...
Vanaf La Gratière gaat de tocht dus verder zuidwaarts, langs de rechteroever van het oude kanaal, richting Arquennes. Over een smal en slijkerig pad bereik je zo'n 500 meter verder sluis 23. Hoewel men hier het kanaal kan oversteken loop je gewoon rechtdoor. Het pad is nog even slijkerig. Beneden aan de linkerkant een moerassige strook, thans natuurgebied.
Al gauw, zo'n 250 meter verder, bereik je een vrij sinistere plek waar je links, helemaal beneden in een diepe sleuf, het riviertje de Samme zowat onder je voeten in de kanaalberm ziet verdwijnen, doorheen een dubbele tunnel onder het kanaal door, om aan de andere kant weer tevoorschijn te komen. Daar vlakbij, op de andere oever, het opvallende maar leegstaande bedrijfsgebouw van de vroegere steengroeven van La Rocq. Deze onderneming beschikte over een eigen spoorlijntje naar de ontginningen verderop, en mogelijk ook naar een laadkaai daar vlakbij. Het gebouw zelf dateert van 1891, zowat in de beginperiode van de aanslepende verbredingswerken aan dit deel van het kanaal.
Al gauw, zo'n 250 meter verder, bereik je een vrij sinistere plek waar je links, helemaal beneden in een diepe sleuf, het riviertje de Samme zowat onder je voeten in de kanaalberm ziet verdwijnen, doorheen een dubbele tunnel onder het kanaal door, om aan de andere kant weer tevoorschijn te komen. Daar vlakbij, op de andere oever, het opvallende maar leegstaande bedrijfsgebouw van de vroegere steengroeven van La Rocq. Deze onderneming beschikte over een eigen spoorlijntje naar de ontginningen verderop, en mogelijk ook naar een laadkaai daar vlakbij. Het gebouw zelf dateert van 1891, zowat in de beginperiode van de aanslepende verbredingswerken aan dit deel van het kanaal.
Blijf echter op de rechteroever, want de echte verrassing volgt amper 50 meter verder, met een ongebruikte brug schuin over de Samme, aan de rand van het domein rond het kasteel van La Rocq. Onderaan merk je meteen die schuine gewelfstructuur in baksteen (zie foto op Franstalige pagina), identiek aan die van de twee bruggen over de Thines tussen Nivelles en het kanaal. Het kan dan ook moeilijk anders of deze hier maakt evengoed deel uit van dit buurtspoorwegproject!
Met deze brug kon het niet-aangelegde deel van het tracé uit La Gratière (dat onvermijdelijk achter het moeras moest passeren) het kasteeldomein ontwijken. Daarna kon de geplande buurtlijn moeilijk anders dan langs het kanaal te lopen, maar wel naast de kanaaloever die als tegenjaagpad vrij moest blijven. Je zou zelfs gaan denken dat de smalle opgehoogde strook langsheen deze oever, binnen het domein en deels afgeboord met een steunmuurtje, een onderdeel zou kunnen zijn van het ontworpen tracé!
|
Dit zuiver hypothetische tracé, 400 meter lang, verdwijnt weer in de aanloop naar de volgende sluis (nr.22). Is het hier dat de geplande buurtspoorlijn het kanaal zou oversteken? Deze brug is opvallend breed voor een strikt lokale weg, alvast breed genoeg om daarnaast ook nog een meterspoor te laten passeren, al is hij duidelijk van recente makelij, wellicht heraangelegd na de jongste oorlog. In elk geval was zo een spooraansluiting mogelijk met de nabijgelegen steengroeven van La Rocq op de linkeroever. Maar eens voorbij deze brug valt nergens nog enige aanwijzing van een mogelijk tracé te bespeuren, noch langs de ene, noch langs de andere oever...
|
Groot was dan ook onze verrassing, eind 2015, toen we voorbij La Rocq, even voor Arquennes, heel toevallig een gelijkaardige brug ontdekten, eveneens over de Samme en nog steeds langs het kanaal, met identiek bouwmateriaal en precies dezelfde bouwstijl als de drie andere, inclusief de merkwaardige gewelfstructuur in baksteen (zie foto). Wel is deze brug dubbel zo breed wegens de doortocht van een overigens vrij smalle lokale weg die tot de jongste oorlog over het kanaal ging op een tijdens de oorlog opgeblazen maar nooit herstelde kooibrug naar het dorpscentrum van Feluy...
Al gauw haastte men zich ons te verzekeren dat deze brug niets te maken heeft met het geplande tracé en dat de gelijkenis "puur toevallig" is. Een wel heel vreemd toeval! Maar het "overtuigende bewijs" kregen we nooit te zien. Een paar uiteenlopende versies van het geplande tracé maken het er niet duidelijker op. Wat er ook van zij, hypotheses en speculaties zijn aan ons niet besteed. Wat telt zijn de 'harde' feiten op het terrein, en voor ons kan het bestaan van deze identieke brug niet zomaar worden weggewuifd. |
En verder?
Voorbij de dorpskern van het nabijgelegen Feluy waren twee mogelijke tracés voorzien, één over Barouche en Scouffleny naar Ecaussinnes, de ander rechtstreeks naar Scouffleny en verder. Heel opmerkelijk: op de topografische kaart van 1961 bemerk je een duidelijke perceelsbegrenzing die heel getrouw het eerste tracé volgt, tot Barouche. Zuiver toeval? Of een eerste aanzet?
Jammer genoeg werd heel dit gebied medio de jaren 60 grondig overhoop gehaald voor de aanleg van het nieuwe kanaal voorbij het hellend vlak van Ronquières... Probeer dat vandaag maar eens na te trekken!
En dan is er nog dat huis met enige buurtspoorweglook aan de Chapelle Ste-Anne, op de baan naar Ecaussinnes, pal op of vlakbij een van beide tracés. Nadat wijzelf daar al enkele vraagtekens bij geplaatst hadden werd ons stellig verzekerd dat deze alleenstaande woning in open veld niets vandoen had met de nog aan te leggen buurtlijn. Toch merkwaardig... Ecaussinnes
|
Na overleg met de NMVB en een aantal testen voor de draagkracht van het viaduct kwam in 1927 een drie kilometer lange spoorverbinding tot stand die zo'n 35 jaar lang zou functioneren. Begin de jaren 60 lag deze er echter ongebruikt bij en enkele jaren daarna werd ze uitgebroken. Tegenwoordig is dit stukje buurtspoorwegtracé een geasfalteerd wandelpad, vlak naast het kasteel en hoog boven de huizen.
|
In Ecaussinnes daarentegen werd het viaduct volledig afgewerkt (zie hoger). Het is ongeveer 115 meter lang, telt 12 bogen – een unicum bij de NMVB – en overspant de bovenloop van de Sennette, op die plek niet veel meer dan een beek, maar wel in een vallei die breed en diep genoeg is om zo'n kunstwerk enigszins te verantwoorden.
Zoals de bruggen langs de Thines bleef het na de oorlog ongebruikt liggen. Tot de steengroeven van Scouffleny op het idee kwamen om dit viaduct en het stukje tracé aan weerszijden ervan te gebruiken voor een industriële aansluiting naar het station Ecaussinnes-Carrières, op normaalspoor dan. |
Tot slot
Van de rest van het tracé, tot Naast en verder tot Soignies, zijn geen overblijfselen gekend, en naar wij mogen aannemen zijn die er nooit geweest. Toch lag dit tracé zo goed als vast en waren de nodige gronden zelfs al verworven, maar tussen de twee oorlogen in werden ze terug van de hand gedaan. Wel zouden voorbij Ecaussinnes hier en daar nog arduinen CV-bakens te vinden zijn. Allicht zou verder onderzoek in het kadaster van de betrokken gemeenten hierover meer uitsluitsel kunnen geven.
Anderzijds heeft de NMVB tussen de twee oorlogen met het idee gespeeld om het al aangelegde gedeelte toch nog tot Feluy door te trekken, of tenminste tot aan het kanaal af te werken en in gebruik te nemen. Maar wegens de uiterst geringe rendabiliteit ervan in dit landelijk gebied heeft ze dat idee al snel laten varen - behalve dan vlak buiten Nivelles (zie hoger).
Anderzijds heeft de NMVB tussen de twee oorlogen met het idee gespeeld om het al aangelegde gedeelte toch nog tot Feluy door te trekken, of tenminste tot aan het kanaal af te werken en in gebruik te nemen. Maar wegens de uiterst geringe rendabiliteit ervan in dit landelijk gebied heeft ze dat idee al snel laten varen - behalve dan vlak buiten Nivelles (zie hoger).
GERAADPLEEGDE WERKEN
Braine-le-Comte, Ecaussinnes, Soignies: 150 ans de Rail
(Annales du Cercle Archéologique du Canton de Soignies, 31-10-1991)
Le viaduc d’Ecaussinnes et la ligne vicinale Nivelles-Soignies (Pierre Dehon, in Trans-Fer n°20, GTF, novembre 1981)
La Société Nationale des Chemins de Fer Vicinaux (Léon Jacobs, directeur général SNCV, janvier 1937)
Braine-le-Comte, Ecaussinnes, Soignies: 150 ans de Rail
(Annales du Cercle Archéologique du Canton de Soignies, 31-10-1991)
Le viaduc d’Ecaussinnes et la ligne vicinale Nivelles-Soignies (Pierre Dehon, in Trans-Fer n°20, GTF, novembre 1981)
La Société Nationale des Chemins de Fer Vicinaux (Léon Jacobs, directeur général SNCV, janvier 1937)
terug naar de homepagina