van VIRGINAL naar BRAINE-LE-COMTE
en naar REBECQ
VIRGINAL - PLANOIT
In de naoorlogse periode reed de reizigersdienst niet verder dan het buurtstation bij het dorp, vlak na de overweg met de huidige N280. Toch liep het spoor nog 2 km verder, tot het gehucht Planoit aan de rand van het uitgestrekte Bois de la Houssière. Daar werd zand ingeladen uit de zandwinning daar vlakbij. Dit restspoor, dat voor de oorlog nog doorliep tot Braine-le-Comte, verdween gelijktijdig met de lijn uit Bois-Seigneur-Isaac.
In die periode stelde het buurtstation van Virginal nog maar weinig voor. Hooguit een paar opstelsporen voor de bakwagens van het zandtransport. Dit emplacement en het spoorwegtracé faarachter zijn thans geasfalteerd en als “Quartier du Tram” opgenomen in het lokale stratennet, tot aan de (voormalige) overweg op de Rue du Bois de la Houssière.
In die periode stelde het buurtstation van Virginal nog maar weinig voor. Hooguit een paar opstelsporen voor de bakwagens van het zandtransport. Dit emplacement en het spoorwegtracé faarachter zijn thans geasfalteerd en als “Quartier du Tram” opgenomen in het lokale stratennet, tot aan de (voormalige) overweg op de Rue du Bois de la Houssière.
Dans les années cinquante, le service voyageurs avait son terminus à la gare vicinale du village, alors que la voie continuait encore sur 2 km, jusqu’au hameau de Planoit, à la lisière du Bois de la Houssière, pour la desserte de la sablière toute proche. Déjà la gare du village ne servait plus que pour le garage de wagons à haussettes pour le transport de sable. Depuis, le site fait surtout office d’aire de stationnement. Peu après le démontage le tracé vicinal fut incorporé à la voirie communale comme “Plateau du Tram” (aujourd’hui “Quartier du Tram”), jusqu’à l’ancien passage à niveau de la Rue du Bois de la Houssière.
|
Daar vlak achter werd enkele jaren terug een stukje van de bedding verkocht en bebouwd (cfr. de "blokkendoos" op de foto hieronder - 9 november 2015). Wel blijft naast het huis nog een smalle strook over als voetpad ('Sentier du Griffon') zodat de achterliggende spoorwegzate vooralsnog toegankelijk blijft.
Maar 120 meter verder is het tracé volledig dichtgegroeid of ingenomen door achtertuinen van de villa's in het stuk bos langsheen de zate dat in de loop van de jaren 70 verkaveld werd. De laatste 400 meter tot het gehucht Aulnois is evenwel geasfalteerd als de “Crête du Haut Bois”.
|
Voorbij Aulnois is de eigen bedding langs de Chemin de la Sablière vrijwel volledig verdwenen, tot vlak voor het door bomengroei ingepalmde buurtspoorwegstation Planoit. De lange bakstenen laadkaai is nog aanwezig, maar gedeeltelijk opgevuld (hieronder foto links). Daar bovenop liep een industrieel smalspoor afkomstig uit de zandgroeve. Er vlak naast, aan straatkant, een alleenstaand huis (ooit restaurant) met schuine gevel, zoals zo vaak bij voormalige buurtstations (foto's van 27 februari 2015).
Au-delà du hameau d’Aulnois, plus aucune trace visible de l’ancien site propre suivant le Chemin de la Sablière. si ce n’est le site de la station vicinale de Planoit, envahi par les arbres, mais où le long quai de chargement en briques - sur lequel aboutissait jadis la voie étroite Decauville de la sablière - existe toujours. |
van PLANOIT naar BRAINE-LE-COMTE
Planoit was een ideale uitvalsbasis voor mooie wandelingen door het uitgestrekte bos daar vlakbij, getuige deze oude zichtkaart, met het restaurant 'Station du Planoit' aan de rand van het bos. Vlak na het stationsterrein stak de buurtlijn in een scherpe bocht de straat over en dook zo het Bois de la Houssière in. Meteen het begin van een prachtig parcours en, tot even voor het eindpunt, zo goed als volledig op eigen bedding. Eerst ging het over een kleine 3 km langs de westelijke rand van dit langgerekte bos in een voortdurende afwisseling van taluds en ingravingen, o.m. langs Mon Plaisir en zijn speeltuin, tot het gehucht Marouset.
|
Planoit était le point de départ idéal pour de belles randonnées en forêt, comme le suggère la carte-postale ci-devant. Immédiatement après, la ligne vicinale traversait la rue en une courbe fort serrée et pénétrait ainsi dans le Bois de la Houssière. Un parcours des plus pittoresques, puisque la ligne longeait de près la lisière forestière occidentale en une succession de talus et de tranchées sur près de 3 km, passant par Mon Plaisir et sa plaine de jeux avant d’atteindre le hameau de Marouset.
|
voorbij Planoit, doorheen het Bois de la Houssière - au-delà de Planoit, à travers le Bois de la Houssière
Aan Marouset stak de buurtlijn de baan uit Nivelles over en liep dan in een grote boog nog een stuk door het bos, met onderweg een kleine brug over een doorgang naar een weide - meteen het enige kunstwerk op dit parcours. Daarna ging het verder langs velden en weiden, tot even voor de Pont de Lincluse onder spoorlijn 96 uit Brussel.
|
|
Omwille van het hoogteverschil liep het buurtspoor nog verder door langs de Rue du Viaduc (a), tot voorbij de Rue Rey Ainé (b), om achter de huizen in een scherpe lus van 180° rechtsomkeer te maken (blauwe pijltjes op de foto), deze straat opnieuw over te steken en 400 m verder zijn eindpunt te bereiken rechtover het station.
|
Là, afin de racheter la différence de niveau, la voie poursuivait tout droit le long de la Rue du Viaduc (a), traversait la Rue Rey Ainé pour effectuer un lacet de 180° derrière les maisons avant de retraverser cette même rue (b) et de remonter vers son terminus en face de la gare, 400 mètres plus loin.
Rechts van de kaarsrechte Rue Rey Ainé de scherpe lus om op te klimmen naar het station (uiterst links, toen nog met overkapping).
Vue rarissime du 'lacet' vicinal (flèche de droite) traversant à deux reprises la Rue Rey Ainé rectiligne, suivi de la montée vers la gare (à gauche)
|
Aan dit alles kwam abrupt een einde ca.1942, toen de bezetter de rails liet uitbreken tussen Planoit en Braine-le-Comte. Na de oorlog werd het spoor niet opnieuw aangelegd. Gelukkig bleef het prachtige tracé door het bos en ook verderop zo goed als intact en is vandaag over bijna heel de lengte bewandelbaar. Het laatste stuk, vanaf de ‘Etangs Martel’, is echter ingenomen door de Avenue du Marouset (c) - het naoorlogse tracé van de baan uit Nivelles (thans N533).
In de stad zelf is van de scherpe lus achter de huizen, op weg naar het station, niets meer terug te vinden.
In de stad zelf is van de scherpe lus achter de huizen, op weg naar het station, niets meer terug te vinden.
Hélas, vers 1942, le démontage de la voie sur ordre de l’occupant mit brutalement fin à l’exploitation vicinale entre Planoit et Braine-le-Comte. Au lendemain de la guerre la SNCV renonça au rétablissement de cette section. Heureusement, le superbe tracé en forêt et même au-delà reste quasiment intact et accessible jusque aux Etangs Martel, peu avant l'entrée de Braine-le-Comte.
Par contre, plus la moindre trace ne subsiste du lacet derrière les maisons de la Rue Rey Ainé. |
HET ZANDGROEFTREINTJE
Merkwaardig genoeg was de grote zandgroeve bij Marouset (hiernaast) niet aangesloten op de buurtspoorweg, maar beschikte zelf over een eigen smalspoorlijn. Deze liep langs de toenmalige hoofdbaan (de huidige Avenue de la Houssière) (d) tot aan een losplaats langs spoorlijn 96 uit Brussel, aan de noordrand van Braine-le-Comte, tussen de tunnel en het station.
|
|
Virginal/Planoit - Rebecq
Terug naar Planoit, met de vraag waarom een buurtspoorwegstation voor zo’n afgelegen gehucht. Maar Planoit was ook een vertakking, met een zijlijn naar Rebecq in een grote boog noordwaarts naar Hennuyères, 4 km vanuit Virginal, dubbel zoveel als deze afstand in vogelvlucht. Virginal ligt echter op 144 m hoogte en het station Hennuyères op nog geen 80 meter. Liever dan een slingerend tracé met lussen en kunstwerken langs de steile heuvelflank koos men dus voor deze omweg over Planoit. Had men toen al twijfels over de rendabiliteit van het project? Beide dorpen hadden elk al hun spoorwegstation, en inderdaad: dit zijlijntje kende nooit veel trafiek – hooguit twee dagelijkse heen- en terugritten in reizigersdienst.
En toch lag precies op dit zijlijntje een van de meest spectaculaire kunstwerken van het hele buurtnet!
En toch lag precies op dit zijlijntje een van de meest spectaculaire kunstwerken van het hele buurtnet!
De Planoit, partait une branche formant un grand demi-cercle vers Hennuyères-station, alors que la distance à vol d'oiseau depuis Virginal ne comptait que 2 km, contre 4 par le vicinal. Tout cela pour rattraper un dénivelé de 70 mètres entre ces deux localités en évitant un tracé en lacets comme celui depuis Virginal-Etat. Du reste, cette ligne reliant deux villages déjà desservis par le 'grand' chemn de fer, tout comme le terminus de Rebecq, ne connut qu'un trafic des plus modestes, avec deux aller-retour quotidiens à l’horaire ‘voyageurs’ de 1935. Et pourtant, c’est sur ce tronçon que fut construit un des viaducs les plus spectaculaires du réseau vicinal! |
van PLANOIT naar HENNUYÈRES (station Etat)
Aan de uitrit van het station Planoit beschreef deze zijlijn een vrij scherpe bocht in noordelijke richting. Het schijnbaar vlakke tracé oogde weinig spectaculair en is tot voorbij de halte Gourmette (ter hoogte van het dorp) grotendeels verdwenen – terug opgenomen in het agrarische landschap, op een ondiepe uitgraving na. Desondanks staan op dit parcours de twee doorgangen tussen aanpalende weiden nog steeds overeind. De eerste, een massieve constructie in baksteen, staat daar moederziel alleen, maar intact. Van de tweede bleven de brughoofden na verwijdering van het brugdek decennialang verweesd achter, terwijl de spoorberm aan beide kanten stukjes bij beetjes afgegraven werd. Vandaag staan ze daar bijna vergeten in het landschap, allebei in zorgwekkende toestand.
|
Planoit - de spoorbedding naar Hennuyères is volledig verdwenen (27 februari 2015)
Dès la sortie de Planoit l'antenne de Rebecq décrivait une courbe serrée (ci-devant) avant de filer droit vers le nord à travers labours et pâturages. Jusqu’au-delà de la halte ‘Gourmette’ (à hauteur du village) ce tracé sans histoires a presque disparu.
|
...op enkele 'eilandjes' na, eenzame overblijfselen van twee onderdoorgangen tussen de omliggende weiden (hierboven op 27 februari 2015)
Et pourtant, les deux passages agricoles sous-voie entre prairies existent toujours, comme des îlots perdus dans la campagne. Le premier, solitaire mais intact (ci-devant), alors que le deuxième a d'emblée été dégarni de son tablier métallique (ci-contre), avant de voir son talus petit à petit rogné pour des besoins très locaux. Hennuyères - voorheen nog een ruime doorgang tussen de weilanden... (14 april 1988)
|
Verderop is de oude spoorbedding volledig opgeslokt door uitgebreide woningbouw, tot aan het voetpad (+halte) naar de voormalige ‘Tuileries de Hennuyères’. Voorbij dit punt, tot even voor spoorlijn 96 naar Mons, is de spoorwegberm nog enigszins te onderscheiden, toch in het winterseizoen - in de zomer is deze zo goed als dichtgegroeid. Maar even voor de Rue de la Gare en de parallel lopende spoorlijn is deze berm abrupt onderbroken.
Au-delà, l’ancienne plate-forme a cédé le pas à de nouvelles habitations, et ce n’est qu’en bordure du sentier vers les (anciennes) tuileries
que nous retrouvons un bout de talus masqué par la végétation, mais brusquement interrompu peu avant la ligne SNCB 96 vers Mons.
que nous retrouvons un bout de talus masqué par la végétation, mais brusquement interrompu peu avant la ligne SNCB 96 vers Mons.
Hennuyères-station - kort voor de afbraak in 1952 (foto Onze Buurtspoorwegen) (peu avant sa démolition en 1952)
Op deze plek lag namelijk een groot viaduct, met vijf bogen in metselwerk over de Rue de la Gare en aansluitend een metalen brug (plus bruggenhoofd) over de spoorlijn zelf die hier nog steeds vier sporen telt. Dit behoorlijk indrukwekkende bouwwerk, zo’n 60 meter lang, werd in 1952 afgebroken, tien jaar na de opbraak van het buurtspoor door de bezetter. Of toch bijna, want wat bleek? Dat naast de Rue de la Gare alleen het zichtbare gedeelte was verdwenen. En toen men begin 1978 de verlaten berm verder wilde afgraven kwamen daar plots een halve pijler en een volledig bruggenhoofd tevoorschijn – die uiteraard geen lang leven meer beschoren waren.
|
C’est là que, jusqu’au lendemain de la guerre, se dressait un grand viaduc à 5 arches en briques au-dessus de la Rue de la Gare, prolongé d’un long tablier métallique traversant les 4 voies du chemin de fer. Ce double ouvrage, unique et fort impressionnant, long de 60 mètres environ, fut rasé en 1952 – 10 ans après le démontage de la voie sur ordre de l’occupant. Mais lorsque début 1978 on entreprit de creuser le talus côté Planoit on se heurta à un demi-pilier et une culée quasi-complète de ce viaduc censé démoli de fond en comble! Pauvres restes que l’on se hâta de liquider, pour de bon cette fois.
|
Voorbij dit verdwenen viaduct loopt het tracé even langs de Rue de la Dîme, de enige plek waar we de halte “Station Etat” kunnen situeren, want voor het overige was daar – mede door de topografie en het hoogteverschil – geen enkel contact tussen beide exploitaties.
|
Au-delà de cet ouvrage disparu, l’ancien tracé longe un tant soit peu la Rue de la Dîme avant de poursuivre sa route. A notre avis le seul endroit où pouvait se trouver la halte “Station Etat”, car pour le reste ni la différence de niveau, ni la topographie ne permettaient le moindre contact entre les deux exploitations. |
van HENNUYÈRES-Etat naar REBECQ
Voorbij het station Hennuyères slingerde het buurtspoor zich over de heuvel doorheen open akkerland. Thans heeft de landbouw hele delen van het oude tracé ingenomen, al blijft hier en daar nog wat dichtbegroeide bedding over, o.m. voor het gehucht La Genette, waar de buurtlijn de steenweg naar Mons dwarste, of nog in volle veld vlakbij de hoeve Millecamps (hierboven).
Wat verder, voorbij de Chemin de la Malpensée, werd de voormalige spoorbedding over zo’n 500 meter volledig bedolven onder een reusachtige stortheuvel van de steengroeve van Quenast daar vlakbij (hierboven en hiernaast).
|
Puis, après la traversée du Chemin de la Malpensée, le tracé se perd, enseveli sur près de 500 mètres sous un énorme terril de déblais (ci-devant), jadis approvisionné depuis la carrière de Quenast toute proche depuis un piste haute surplombant l’ancienne Chaussée de la Genette, actuellement une petite route de campagne assez mal en point (ci-après).
|
Wij vinden het buurttracé echter terug vlak na een hoge betonnen brug over een smalle asfaltbaan vol blutsen en gaten, de Chaussée de la Genette – ooit verbindingsweg tussen Hennuyères en Rebecq, wellicht de reden waarom er toen een brug kwam tussen de groeve en de stortheuvel, en deze weg niet gewoon omgelegd werd.
|
Voorbij de brug is de voormalige spoorbedding goed te volgen (zie hiernaast - 27 februari 2015). In het begin nogal slijkerig, daarna een voetpad achter de huizen (‘Sentier de la Genette’), met verschillende dwarsstraten, om tenslotte uit te komen op de geasfalteerde ‘Sentier Cliquet’ langs de gemeentelijke sportvelden bij Le Gobard – maar nog steeds op de oude spoorzate.
|
Ce n’est qu’au-delà de ce pont que l'on retrouve l’assiette vicinale alors qu’elle quitte la route pour pénétrer en zone habitée en passant derrière les habitations comme ‘Sentier de la Genette’. Après croisement de plusieurs chemins locaux elle devient le ‘Sentier Cliquet’, petite rue asphaltée longeant les terrains de sport communaux au Gobard.
|
Voorbij de verbindingsweg Quenast-Rebecq is het tracé niet langer toegankelijk en beschrijft het een scherpe bocht van 180°, o.a. over de voormalige spoorlijn Tubize-Rognon, vooraleer het eindpunt te bereiken, vlak naast het station van Rebecq. Ondanks de opbraak van de buurtlijn tijdens WO ll bleef het metalen brugdek over de spoorlijn decennia lang onaangeroerd – al bleef alleen nog de metalen structuur over die beide borstweringen bijeenhielden. Pas na 2010 werd deze constructie ontmanteld, maar de massieve brughoofden in natuursteen zijn nog intact. Voorbij de brug is de hoge berm naar het station nog steeds aanwezig maar volledig dichtgegroeid.
|
Enfin le tracé vicinal, inaccessible au-delà de la route Quenast-Rebecq, effectue une grande boucle de 180° pour passer au-dessus de l’ancien chemin de fer Tubize-Rognon sur un pont métallique qui resta en place pendant près de 70 années d’abandon. Ce n’est que récemment que le tablier – ou ce qu’il en restait – fut enlevé, laissant toutefois parfaitement intactes les solides culées en pierre de taille, ainsi que le haut talus vers la gare de Rebecq, terminus de la ligne vicinale.
|
Het station Rebecq was het eindpunt van de buurtlijn uit Virginal (prentkaart hiernaast). Nochtans had de NMVB toentertijd reeds de vergunning bekomen voor een verlenging van Rebecq naar Braine-le-Comte via Steenkerque, weliswaar doorheen een agrarisch en dunbevolkt gebied. Maar het tij was al aan het keren, en dit project stierf met zoveel andere een stille dood.
|
bijgewerkt: 20-4-2023
|
|
terug naar de homepagina
|