OUDE STELPLAATSEN IN WALLONIË |
|
Anciens dépôts vicinaux en Région Wallonne
In de meeste stelplaatsen vind je doorgaans (maar niet altijd) drie typische constructies terug, andere installaties niet te na gesproken: het stationsgebouw (met bureau en woning voor de stelplaatsoverste), een waterreservoir met goederen- of kolenmagazijn (voor de toenmalige stoomloks) en één of meer loodsen (remises) voor locomotieven en rijtuigen, inclusief een kleine werkplaats voor onderhoud en kleine herstellingen. Op tal van locaties zijn deze drie constructies tot vandaag nog aanwezig, zij het niet altijd herkenbaar in hun nieuwe bestemming. Vaak genoeg is één ervan echter verdwenen, al is de stelplaats soms nog als dusdanig herkenbaar, meer dan eens als (voormalig) busdepot.
La plupart des dépôts vicinaux (pas tous!) comprenaient un bâtiment de gare (bureau et demeure du chef de dépôt), un château d'eau (avec halle à marchandises, voire une réserve à charbon pour les locomotives de l'époque) et des remises pour le matériel roulant, y compris un petit atelier pour l'entretien et les petites réparations. Sur certains sites ces trois constructions sont encore présentes, mais pas toujours reconnaissables comme telles, alors que dans de nombreux autres cas l'une ou l'autre a disparu.
|
|
HAINAUT |
|
ENGHIEN/EDINGEN - MOUSCRON/MOESKROEN - PECQ - WASMES-AB - FRASNES - QUEVAUCAMPS - MAINVAULT - FLOBECQ/VLOESBERG - GRATY - SOIGNIES - CASTEAU - QUAREGNON - St-GHISLAIN - BOUSSU - ERQUENNES - ROISIN
- QUÉVY - SOLRE-SUR-SAMBRE - TRIVIÈRES - TRAZEGNIES - GOSSELIES - CHÂTELET - NALINNES - THUILLIES - FORGES
- QUÉVY - SOLRE-SUR-SAMBRE - TRIVIÈRES - TRAZEGNIES - GOSSELIES - CHÂTELET - NALINNES - THUILLIES - FORGES
De andere Waalse provincies vind je op de volgende pagina's - Pour les autres provinces Wallonnes, voir les pages suivantes:
NAMUR & BRABANT WALLON - LIÈGE & LUXEMBOURG
NAMUR & BRABANT WALLON - LIÈGE & LUXEMBOURG
Enghien/Edingen
De stelplaats Edingen/Enghien lag op het uiteinde van de buurtlijn uit Brussel doorheen het Pajottenland, geopend in 1888 en een van de oudste van de toenmalige provincie Brabant. Merkwaardig genoeg lag de stelplaats in Henegouwen, en niet eens aan het spoorwegstation maar een eind verder, op een tot dan onbebouwd stuk grond vlak buiten de stad, aan de Rampart St-Joseph, pal tegen de provinciegrens. Een tweede buurtlijn kwam er pas tien jaar later, komende uit Lens (en Soignies) en ditmaal met eindpunt naast het station, maar ook met een eigen stelplaats in Graty, op 8 km van Edingen. Het zijn deze twee buurtlijnen die tijdens WO l een doorlopende spoorverbinding verzekerden tussen Brussel en het Henegouwse platteland, toen de Staatsspoorwegen door de bezetter geneutraliseerd waren. De lijn uit Lens werd echter in 1954 opgeheven, vijf jaar later gevolgd door het baanvak Leerbeek-Edingen dat dan toch niet geëlektrificeerd werd. Meteen het einde van de stelplaats Edingen die op dat ogenblik nog amper gebruikt werd.
Achterkant én voorkant van beide buurtspoorwegloodsen (17 februari 2018) - vooraan op de 2e foto: de locomotievenloods (en avant-plan de la 2e vue, la remise aux locomotives)
|
De rijtuigenloods op 14 mei 1998... (daarachter een van de opslagplaatsen van de doe-het-zelfhandel)
|
Vandaag is deze voormalige stelplaats, zoals zoveel andere, in twee aparte stukken verdeeld. Het noordoostelijk uiteinde met de twee loodsen wordt gebruikt door de dienst 'wegen en werken' van de stad Edingen (hierboven), en dat is daar goed aan te zien. Het overgrote deel van het langgerekte stelplaatsemplacement is echter in handen van een grote doe-het-zelfhandel die er zijn logistiek centrum heeft uitgebouwd, met een hele reeks loodsen en opslagplaatsen die het merendeel van deze ruimte innemen. Verrassend genoeg, en zo goed als onzichtbaar in dit hele complex, is het buurtstation zelf dat nog steeds aanwezig is, en zo goed als intact, maar slechts herkenbaar aan zijn silhouet en vooral aan de noordoostelijke gevel. Dit vrij majestueuze gebouw is trouwens identiek aan dat van Tremelo, aan het andere uiteinde van de voormalige provincie Brabant.
Aujourd’hui, comme un peu partout ailleurs, cet ancien dépôt est scindé en deux: les deux remises sont utilisées par le service des travaux de la ville, alors que la majeure partie du terrain vicinal est occupée par une multitude d’hangars et d’entrepots d’un gros commerce pour tout ce qui a trait au ménager et au bricolage. Malgré cela, l’ancienne gare vicinale, identique à celle de Tremelo mais à peine reconnaissable, est toujours là, même si ses ailes annexes ont disparu.
|
Blijft nog een klein gebouw tussenin, plompverloren tussen al die opslagplaatsen (Google Earth) en bovendien onbereikbaar, maar wel precies op de plek van het vroegere waterreservoir. Wellicht is dit wat overblijft van dit typische gebouw, identiek aan dat van Bassevelde (hiernaast).
Gageons que la petite bâtisse perdue entre tous ces hangars n'est autre que ce qui subsiste du château d'eau si typique de cette époque (comparez avec celui de Bassevelde ci-contre) |
Mouscron/Moeskroen
Vanuit deze stelplaats vertrokken verschillende elektrische buurtlijnen, o.a. naar Kortrijk en Menen-Geluwe, tot in 1963, enkele maanden voor de overheveling van Moeskroen en omgeving van West-Vlaanderen naar Henegouwen. Alleen het stationsgebouw en het voormalige elektrische onderstation (links, nu busgarage) blijven vandaag nog over.
|
|
Pecq
Dit goed bewaard geheel lag op een zijtak van de buurtlijn Tournai-Kortrijk, naast het NMBS-station op ex-lijn 87. en wordt gebruikt voor de opslag van bouwmaterialen. Allebei liggen ze op Hérinnes, maar droegen de naam van de huidige fusiegemeente Pecq (6 april 2010).
|
Wasmes-Audemez-Briffoeil (Wasmes-AB)
De stelplaats Wasmes ligt op de voormalige buurtlijn van Tournai naar Péruwelz, waarop de reizigersdienst in augustus 1953 werd opgeheven. De vervangbussen hadden echter Tournai als standplaats. Eén jaar later werd ook de goederen-bediening opgedoekt, en de stelplaats aan haar lot overgelaten. Vandaag zijn alle gebouwen echter intact. (Wellicht) begin deze eeuw werden zowel het waterreservoir als beide loodsen mooi gerestaureerd, op enkele kleine aanpassingen na. Deze dienen thans als gemeentelijk diensten- en activiteitencentrum. Het buurtstation ligt wat apart, kant Tournai, en is als woonhuis duidelijk afgescheiden van de rest (9 februari 2023).
|
Wasmes-AB is de courante afkorting voor deze voormalige gemeente, dit om verwarring te voorkomen met het beter gekende Wasmes (thans Colfontaine), hartje Borinage. Wat niet belet dat deze stelplaats meer dan eens in de verkeerde regio wordt gelokaliseerd.
|
Le dépôt de Wasmes-AB se trouve sur l'ancienne ligne vicinale de Tournai à Péruwelz, où le service voyageurs fut supprimé en 1953, et toute desserte ferroviaire un an plus tard, entraînant l'abandon pur et simple du dépôt. Pourtant, ce bel ensemble est toujours intact, apparemment restauré vers le début de ce siècle. L'ancienne gare vicinale, devenue habitatoion, est nettement séparée des autres bâtiments, dont les deux remises semblent aujourd'hui affectés à des services et activités communales.
Attention! Ne pas confondre Wasmes-AB (= -Audemez-Briffoeil) avec Wasmes (Colfontaine) en plein coeur du Borinage. |
Frasnes-lez-Buissenal (- lez -Anvaing)
Deze stelplaats, vlakbij het spoorwegstation en de inmiddels uitgebroken spoorlijn uit Ronse, lag mooi in het midden tussen de buurtlijnen naar Tournai en naar Ath, en bediende eveneens de zijlijnen van Mainvault naar Quevaucamps, en van Bouvignies naar Flobecq, deze laatste samen met de stelplaats aldaar. In 1954 werd de reizigersdienst rond Frasnes opgeheven en werd de stelplaats een thuishaven voor bussen, vooraleer deze decennia later een ander onderkomen kregen. Naderhand werden op het sporenemplacement twee langwerpige bedrijfsgebouwen neergepoot, naast de twee buurtspoorwegloodsen die zo goed als intact bleven, evenals het stationsgebouw. Het waterreservoir tussenin (met magazijn) werd evenwel afgebroken, zoals op zoveel andere plaatsen. Merk op dat de linker loods destijds werd omgebouwd naar busexploitatie. Ernaast zie je nog de oorspronkelijke NMVB-poorten. De foto’s dateren van 2010, maar voor zover we kunnen nagaan (op luchtfoto) is er sindsdien weinig veranderd.
|
Quevaucamps
De relatief grote oppervlakte van de rond WO l gebouwde stelplaats Quevaucamps past volledig in het project van de lange maar nooit voltooide tangentiële buurtlijn van Mainvault naar Quiévrain (ca. 30 km) waarvan het middenvak Grandglise-Pommeroeul niet werd aangelegd. Ook de stelplaats Mainvault (zie verder) past in dit plaatje. Deze werd naar verluidt niet of amper gebruikt, terwijl Quevaucamps maar gedeeltelijk benut werd, en dan nog slechts tot begin de jaren 30 voor de reizigersdiensten naar Ath/Mainvault en Grandglise, terwijl de schaarse ritten naar Stambruges en St-Ghislain elders gehuisvest waren. De naoorlogse foto hiernaast laat een zo goed als verlaten en gedeeltelijk begroeide stelplaats zien waar de dieseltram uit St-Ghislain hooguit rechtsomkeer maakte. Hij verdween in het voorjaar van 1954, gevolgd door deze naar Mainvault diezelfde zomer nog. De goederendienst, vooral gericht op het bietentransport naar de suikerfabriek van Frasnes (via Mainvault), verdween niet lang daarna. Na de opbraak werden de gebouwen en het terrein van de stelplaats van de hand gedaan. Het waterreservoir annex magazijn werd afgebroken en het stationsgebouw onherkenbaar verbouwd, maar de twee grote loodsen zijn zo goed als intact gebleven.
Ooit was dit het buurtstation van Quevaucamps (7 februari 2020). Hiernaast helemaal links hetzelfde gebouw in 1953 (foto J.Bazin) Ci-devant (2020) et ci-contre (1953), l'ancienne gare vicinale.
Toch verliep onze zoektocht naar de resten van deze stelplaats niet zonder moeite, niet in het minst omdat van de exacte locatie, naast het tracé van de verdwenen spoorlijn 79, op de huidige kaarten en luchtfoto’s niets te bespeuren valt. Maar ook omdat de overblijvende gebouwen sinds hun grondige facelift zo goed als onherkenbaar zijn, te midden van de meer recente constructies die het grootste deel van het emplacement hebben ingenomen. Toch zijn beide puntgevels van de oude loodsen nog steeds mooi te zien van op de binnenkoer van dit geheel. Het hele complex dient thans als locatie voor enkele kleine KMO’s die hier de nodige bedrijfsruimte hebben gevonden.
|
QUEVAUCAMPS - op 8 juni 1953 ziet de stelplaats zelf er ongebruikt uit (foto Jacques Bazin, verz.Railations) - vandaag zijn beide loodsen nog steeds aanwezig (hieronder op 7 februari 2020)
les deux grandes remises en 1953, et toujours présentes en 2020 Hierboven (1953) en hieronder (2020) de locomotievenloods waarvan de bouwstijl van de zijgevel ons op het goede spoor bracht. Achteraan is het sporenemplacement dichtgebouwd en gebetonneerd
|
Mainvault
Mainvault, een landelijk dorpje op de lange buurtlijn van Tournai naar Frasnes en Ath, kreeg als het ware een nieuwe dimensie toen het werd uitgekozen als startpunt van een nieuwe, nog langere buurtlijn naar Quevaucamps en Quiévrain. Het project, zoals zoveel andere opgezet nog vóór WO I, werd echter maar gedeeltelijk afgewerkt, en de twee nieuwe stelplaatsen bleven er grotendeels ongebruikt bij, vooral dan deze van Mainvault. Vandaag zijn beide loodsen omgebouwd tot een behoorlijk ruim woonhuis, dat als dusdanig niet zoveel meer opvalt dan andere nieuwbouw in deze dorpsstraat. Maar wie wat beter toekijkt vindt de onmiskenbare bouwstijl van de buurtspoorwegen terug in de structuur van het gebouw, en dan vooral in de ramen, zoals in Quevaucamps, een eind verderop. Het waterreservoir annex magazijn had minder geluk, en moest wijken voor het huis met het ronde torentje op de achtergrond. Van een stationsgebouw hebben we op de beschikbare documenten echter geen spoor gevonden.
|
Le dépôt de Mainvault fut construit en vue d'une rocade vicinale vers Quevaucamps et Quiévrain. Cette ligne resta inachevée, et le dépôt aurait à peine été utilisé comme tel. Seules restent aujourd'hui les deux remises, transformées en vaste maison d'habitation, mais encore plus ou moins reconnaissables grâce au style typiquement vicinal des fenêtres.
|
Flobecq/Vloesberg
De stelplaats Flobecq/Vloesberg kwam tot stand als eindpunt van de buurtlijn uit Ath, vlak naast het spoorwegstation op lijn 87. Geen grote stelplaats dus, al kwam daar later ook de buurtlijn uit Geraardsbergen bij, waardoor Flobecq een echt spoorwegknooppunt werd, tussen de 'grote' spoorweg en het buurtnet. In nog geen 10 jaar tijd werd daar echter een dikke streep door getrokken, eerst met de opheffing van beide buurtlijnen vanaf 1954, gevolgd door de abrupte sluiting van de spoorlijn, voor reizigersverkeer, in 1960, daarna ook voor goederen. De opbraak volgde in 1971. Inmiddels waren beide buurtlijnen al uit het landschap verdwenen en zag de stelplaats er ei zo na verlaten uit, ook al huisden nog enkele bussen in de oude locomotievenloods, tot ca. het einde van vorige eeuw. Thans is in beide loodsen de gemeentelijke infrastructuurdienst ondergebracht. Met het buurtstation, het magazijn en de waterpomp biedt deze oude stelplaats een nog vrij intact geheel, rechtover het spoorwegstation en de goederenloods - de enige zichtbare overblijfselen van lijn 87 op deze plek (zie ook 'uit ons archief').
|
Flobecq - de rijtuigenloods met achtergebleven dieseltram op 5 juli 1958 (foto Frits Van Dam, verzameling Railations)
|
Flobecq - het buurtspoorwegstation (met in de verte het vroegere NMBS-station)
|
Situé au bout de la ligne vicinale de Ath, le dépôt de Flobecq reçut par après celle de Geraardsbergen. Toutefois, de 1954 à 1960, ce noeud ferroviaire (SNCV+SNCB) fut complètement démantelé, laissant le dépôt vicinal aux autobus. Aujourd'hui les remises abritent le service communal de la voirie.
|
Graty
Van de kleine stelplaats GRATY, op de buurtlijn van Edingen/Enghien naar Lens, bleef niets meer over. Dat schreven we een hele tijd geleden al, in de volle overtuiging dat dit inderdaad het geval was, argumenten in de hand. Tot we zopas, op weg naar andere verkenningen, toch even een ommetje maakten over Graty – gewoon even natrekken, puur routine. Om tot onze verbazing vast te stellen dat de oude buurtspoorwegloods nog steeds rechtstaat, zij het grotendeels verbouwd, met een compleet andere dakstructuur. Wel geen andere bouwsels meer te bespeuren dan dit onverhoopte relict. Al is het betrekkelijk kleine emplacement, blijkbaar in gebruik door een aannemer, volledig afgesloten en dus ontoegankelijk voor ‘onbevoegden’.
Quelle surprise, lors de notre passage par Graty, sur l'ancienne ligne d'Enghien à Lens, de constater que la remise du petit dépôt que nous croyions disparu à tout jamais, existe toujours, quoique sérieusement transformée et avec un tout autre toit... |
Soignies
Een nieuw bezoek aan de site van de voormalige stelplaats Soignies, ook cartografisch, bracht geen nieuwe ontdekkingen, wel enkele nieuwe inzichten en betere foto’s. De foto van 15 maart 2016 (hiernaast) werd gemaakt van op het oude sporenemplacement zelf, dat later volledig plaats moest ruimen voor een nieuwe woonwijk, thans Rue de Brison. Daar is de enige overlevende, het stationsgebouw, alleen nog herkenbaar aan de typische zoldervenstertjes in beide zijgevels. Aan de andere kant daarentegen, van op de Boulevard Roosevelt (8 maart 2019), is de achtergevel van het hoofdgebouw zo goed als intact. In tegenstelling tot de voorkant zijn ook in de witgeschilderde grote zijvleugel de vensters uit de NMVB-tijd goed herkenbaar. Het volledige gebouw is thans onderverdeeld in drie aparte woningen.
|
OPMERKELIJK
Voorbij de stelplaats ging de reizigersdienst uit Edingen, Graty en Horrues verder richting NMBS-station, alwaar zijn eindpunt. Toch liep het spoor daarna nog 8 à 900 meter verder, onder spoorlijn 96 door, dan doorheen de Rue Pierre-Joseph Wincqz, met eindpunt kort daarna, in de Rue Grégoire Wincqz. Ten behoeve van het werkvolk in deze industriële wijk reed ’s morgens rond 6 u en ’s avonds rond 16 u telkens één konvooi verder tot deze plek. Wellicht was van hieruit de doortrekking voorzien richting Ecaussinnes, op de slechts gedeeltelijk aangelegde buurtlijn naar Nivelles. Bronnen/Sources: topografische kaart MGI uit 1900 & Spoorboekje 1935 (heruitgave TSP) |
Casteau
Ooit was Casteau het knooppunt van buurtlijnen naar Mons, Roeulx/Bracquengnies en Neufvilles/Horrues. Na ons blitsbezoek aan deze stelplaats, nu al 7 jaar geleden (2016), vonden we het nodig om daar eens wat meer tijd voor te nemen (2022), te meer daar de site zo goed als intact is (op de sporen na) en de drie eenheden in goede staat van onderhoud. En daar is reden voor, want deze voormalige stelplaats biedt nog steeds onderdak aan een hele verzameling oude bussen van de voormalige NMVB. Van TEC-bussen die hier toen kwamen uitrusten en/of bijtanken echter geen teken van leven, al is de installatie nog aanwezig. Let wel: deze site is enkel toegankelijk voor het publiek op opendeurdagen.
|
|
Quaregnon
Strategisch gelegen zowat halfweg op de voormalige buurtlijn tussen Mons en Boussu. Aanvankelijk werd deze lijn rechtstreeks uitgebaat door de Belgische Staat, die de exploitatie ervan rond 1929 overdroeg aan de NMVB. Op deze belangrijke buurtlijn, met uitlopers naar Dour en verder, werd om het kwartier gereden. Als voorlaatste van de Borinage werd ze in maart 1970 vervangen door een busdienst die aanvankelijk Quaregnon behield als stelplaats, maar thans gehuisvest is aan de rand van Mons. Vandaag dient de grote loods als bedrijfs-gebouw voor een onderneming in verwarmings- en sanitaire installaties. De opvallende architectuur van de grote loods (hiernaast) gaat wellicht terug tot het tijdperk van de uitbating door de Belgische Staat. Let verder op de lange smalle oprit naar de eigenlijke stelplaats, met het oude elektrische onderstation op de hoek met de steenweg waar vroeger de tramlijn passeerde.
|
Ruim een halve eeuw scheidt beide foto's van de lange oprit tussen de steenweg en de stelplaats achteraan (21 augustus 1968 - 8 maart 2019). Hierna het elektrische onderstation. Opmerkelijk: de palen van de bovenleiding staan er nog steeds, nu als verlichtingsmasten.
Le dépôt de Quaregnon était situé à mi-chemin sur la ligne Mons-Boussu, exploitée par l’Etat Belge jusqu’en 1929, lorsque la SNCV prit le relais. Cette véritable épine dorsale du Borinage, par après prolongée vers Dour et au-delà, fut exploitée au quart d’heure, jusqu’à la suppression en 1970. Aujourd’hui c’est le dépôt de Mons-Bassins qui héberge les bus, et c’est une entreprise de chauffage et d’installations sanitaires qui s’est installée dans l’ancienne remise à l’architecture particulière, datant probablement de l’époque ‘Etat Belge’. Remarquez l’ancienne sous-station du service électrique marquant l’accès au dépôt depuis la chaussée où jadis passait le tram, sans oublier les poteaux de la ligne aérienne, toujours présents (8 mars 2019).
|
Saint-Ghislain
Aanvankelijk was de stelplaats St-Ghislain toegewezen aan de buurtlijnen naar Quevaucamps en Baudour/Lens. Na WO II werd ze geëlektrificeerd als uitvalsbasis voor de grote tramring rond de Borinage die begin de jaren 50 tot stand kwam maar rond 1960 alweer verdween. Toch behield St-Ghislain, nu als busdepot, nog een bescheiden spoorfunctie als thuishaven voor twee tot tractor omgebouwde dieseltrams voor de bediening van enkele industriële aansluitingen rond Baudour, tot in 1968. Kort daarna werd de hele omgeving grondig omgewoeld voor de aanleg van de huidige E19 op het toen pas afgedankte tracé van het kanaal Mons-Condé daar vlakbij. In die mate dat het vandaag niet vanzelfsprekend is om, komende van Tertre langs de vroegere toegangsweg, de inmiddels gewezen stelplaats terug te vinden, grotendeels omringd door bomenrijen en veilig afgescheiden van de autoweg daar vlak achter. Zodanig zelfs dat we aanvankelijk dachten dat ze tijdens de werken gewoon verdwenen was. Niet dus, en op het stationsgebouw en het bovenste gedeelte van de watertoren na staan de meeste gebouwen er nog, en dienen nu als standplaats voor een brandstoffenhandelaar.
|
D’abord dépôt pour les autorails vers Quevaucamps et Lens, puis au début des années 50 pour les trams électriques sur la grande boucle du Borinage, et vers 1960 pour les autobus ayant pris la relève, même si, jusqu’en 1968, le dépôt de St-Ghislain garda une modeste fonction ferroviaire en abritant quelques autorails-tracteurs pour la desserte des raccordements de Baudour. Puis, ce fut le grand chambardement lors de la construction de l’actuelle E19 sur le tracé abandonné du canal Mons-Condé tout proche. Aujourd’hui, il n’est pas évident de repérer l’ancien dépôt situé plus en retrait par rapport à la route actuelle. Finalement, il n’y a que la gare vicinale et la tourelle du château d’eau qui ont fait les frais de l’opération, alors que tous les autres bâtiments sont toujours en place et servent à un marchand de combustibles. |
Boussu
De stelplaats Boussu kwam tot stand in 1896, op kop van de buurtlijn naar Fayt-le-Franc/Erquennes, pal tegenover het station Boussu op de lijn Mons-Valenciennes en op amper 2 km in vogelvlucht van de stelplaats St-Ghislain waarmee het pas later een verbinding kreeg, zij het mits een omweg over Hautrage. Na de overname van de staatslijn Mons-Boussu door de NMVB in 1929 werd deze verlengd naar Dour, en later naar Erquennes, en werd de stelplaats Boussu enkel nog gebruikt door dienstvoertuigen (hiernaast op 20 september 1965), althans in de laatste jaren voor het einde van de buurtlijn Mons-Dour in 1970. Zo te zien wordt de oude stelplaats thans nog gebruikt door een transportfirma voor het stallen van haar vrachtwagens (luchtfoto hierna).
|
|
Erquennes
Aan het andere uiteinde van de voormalige buurtlijn uit Boussu vinden we de stelplaats Erquennes, waarvan de kleine loods wellicht de locomotievenloods was, maar voor zover we konden nagaan zonder stationsgebouw. Na verlenging van de buurtlijn uit Mons (zie Quaregnon en Boussu), gevolgd door de elektrificatie, werd de waterpomp afgebroken, maar bleef Erquennes in dienst als stelplaats, tot in 1963-64. Enkele jaren later (1967) volgde de sluiting van het baanvak Dour-Erquennes. Op 21 augustus 1968 was de bovenleiding al verdwenen (foto's hiernaast). Pas later werden ook de sporen opgebroken. Na jaren van leegstand werden beide gebouwen recent ingericht als woonhuis (hierna op 16 maart 2017).
Merkwaardig: jarenlang gold Fayt-le-Franc, rechtover de stelplaats, als eindpunt van deze lijn, terwijl de stelplaats zelf op het grondgebied van Erquennes lag. Pas na WO II werd dit ook het officiële eindpunt van deze buurtlijn. |
Situé au bout de la ligne vicinale originaire de Boussu, ce petit dépôt fut électrifié lors de la prolongation de la ligne ex-Etat Mons-Boussu jusque Fayt-le-Franc, petit village situé juste en face du dépôt, lui-même situé sur la commune d'Erquennes. Ce n'est qu'après la dernière guerre que le tram de Fayt-le-Franc devint officiellement le n°8 vers Erquennes. Le dépôt fut abandonné en 1963-64, peu avant la fermeture de la section Dour-Erquennes en 1967. Sur les deux vues de 1968 (ci-devant) la ligne aérienne a déjà disparu. Les voies suivront plus tard. Récemment les deux bâtiments, abandonnés, ont étés aménagés en habitation particulière.
|
Roisin
De stelplaats ROISIN, op het uiteinde van de voormalige buurtlijn uit Quiévrain, ligt in de Haut-Pays (het zuiden van de Borinage), in het gehucht La Marlière, even buiten het dorp, vlakbij de Franse grens. Beide loodsen dienen vandaag nog steeds als stelplaats, zij het voor de bussen van de TEC (24-9-2016), maar het stationsgebouw is nu een woonhuis (27-9-2018). Op het emplacement tussenin ligt thans een tankstation met winkel, waar heel wat Fransen zich komen bevoorraden. Het is er dan ook behoorlijk druk, zeker in het weekend.
|
L'ancien dépôt vicinal de Roisin (La Marlière) sert maintenant de garage pour les bus du TEC, l'ancienne gare étant aujourd'hui une habitation particulière. L'espace intermédiaire est occupé par une station-service fort prisée par la clientèle française, la frontière étant à deux pas.
Quévy
De stelplaats Quévy – niet verwarren met het spoorwegstation maar liefst 6 km verder – lag vlak naast de plaatselijke suikerfabriek en was de draaischijf van een lokaal netwerk van buurtlijnen tussen Mons en de Franse grens, die in deze agrarische regio vooral afgestemd waren op het vervoer van suikerbieten en pulp. Terwijl de meeste zijlijnen WO II niet of amper overleefden, bleef de hoofdlijn uit Mons nog open voor reizigersverkeer tot in 1958, gelijk met de bediening van Havay op de lijn naar Estinnes. Ook de zijlijn naar Eugies, rakelings langs de Franse grens en dwars door het grotendeels Franse dorp Go(e)gnies-Chaussée, bleef in dienst, zij het slechts tot Aulnois - met eindpunt pal naast het NMBS-station Quévy vlakbij het dorpscentrum.
|
Voor zover wij weten overleefde het bietentransport de sluiting niet of amper, en werd deze stelplaats al gauw heringericht als busgarage, zoals zoveel andere. Sindsdien werd ook in deze regio een grondige hergroepering doorgevoerd tot een paar grote stelplaatsen (Mons, Eugies) en werden de meeste kleinere eenheden aan hun lot overgelaten. De stelplaats Quévy, vandaag nog zo goed als intact, dient nu als centrum voor wegenhulp, terwijl op het terrein van de suikerfabriek daar tegenover, gesloten einde de jaren 80, thans een bedrijf voor afvalverwerking en compostering gevestigd is.
|
Le dépôt de Quévy – à ne pas confondre avec la gare SNCB à 6 km de là – fut la plaque tournante d’un petit réseau de lignes vicinales au sud de Mons, en pleine région agricole. Plusieurs sections ne survécurent pas (ou à peine) à la seconde guerre, ne laissant finalement que la ligne principale depuis Mons ainsi que la courte desserte de Havay, sans oublier la section traversant en plein le village de Go(e)gnies-Chaussée, à cheval sur la frontière Française, avec terminus en face de la gare d’Aulnois, mieux connue comme gare frontière de Quévy! Le transport des betteraves vers la sucrerie voisine ne survécut pas ou à peine la fin du service voyageurs en 1958, et le dépôt fut reconverti en garage pour autobus. Mais depuis le regroupement en quelques grands dépôts, comme Mons Bassins et Eugies, celui de Quévy, remarquablement intact, sert aujourd’hui de base à un service d’assistance routière. Quant à la sucrerie, fermée à la fin des années 80, son site est aujourd’hui occupé par une entreprise de traitement de déchets et de compostage.
|
Solre-sur-Sambre
De stelplaats Solre-sur-Sambre was het hart van het buurtnet ten zuiden van Binche. Hoewel het in deze stad verbonden was met de elektrische buurtlijnen van Henegouwen, vormde dit niet-geëlektrificeerde net een afzonderlijk geheel, bestaande uit de hoofdlijn van Binche naar Bersillies-l'Abbaye, aan de Franse grens, en een zijlijn die in Solre-sur-Sambre aftakte richting Beaumont, maar waarvan het gedeelte voorbij Montignies-St-Christophe niet afgewerkt werd. Na de opbraak van deze zijtak tijdens WO ll kreeg de hoofdlijn nog even respijt: tot 1953 voor de reizigers, een jaar later voor de goederen. Van de drie loodsen werd één inmiddels afgebroken. De twee overige, hoewel in niet al te beste staat, dienen nog steeds als busgarage. Het stationsgebouw zelf is nu een privé woning, terwijl het waterreservoir met magazijn onderdak biedt aan een hondenclub.
|
|
Trivières
Bel ensemble quasi intact sur l'ancienne ligne de La Louvière à Binche: halle aux marchandises, château d'eau, bâtiment de gare, remises et en arrière-plan la sous-station électrique (le 8 mars 2016).
|
Dit mooie geheel, zo goed als intact, ligt op de voormalige elektrische lijn van La Louvière naar Binche, met aftakking naar Strépy - vrnl het magazijn, het waterreservoir en het stationsgebouw, daarachter de loodsen en in de verte het elektrische onderstation (8 maart 2016).
|
Trazegnies
De stelplaats Trazegnies kwam tot stand op de buurtlijn uit Fontaine-l'Evêque en lag buiten het dorpscentrum, halfweg Souvret. Van meet af aan was ze enkel gewijd aan elektrische tractie. Geen waterrerservoir dus , maar wel een vrij imposant elektrisch onderstation die veel weg had van deze van Tiège (bij Spa) en van Diegem (nog niet zo lang geleden afgebroken).
Later, toen de verbinding tussen Roux en Souvret tot stand kwam, leidde dit tot een rechtstreekse tramverbinding uit Charleroi (lijn 41), tot in 1985. Daarna kreeg de stelplaats nog enkele jaren respijt als bewaarplaats voor museumrijtuigen. Tot deze op hun beurt moesten verhuizen toen het hele emplacement verkocht werd. Tegenwoordig huist daar een bedrijf dat gevel- en sierbakstenen vervaardigt. Alle NMVB-gebouwen staan er nog, al heeft de grote loods intussen een verjongingskuur ondergaan. Zelfs de oude sporenbundel is nog grotendeels aanwezig, zij het summier geasfalteerd maar zichtbaar. Bij ons kort bezoek aldaar (8 februari 2018) kregen we deze door de sneeuw echter niet te zien. Wat wel verdween is uiteraard het spoor langs de baan uit Souvret, alsook de keerlus die destijds werd aangelegd voor de eenrichtingtrams die je in de jaren 50 en 60 veelvuldig tegenkwam in en rond Charleroi.
|
TRAZEGNIES - overzicht van de stelplaats, met tram 78 op de oorspronkelijke verbinding uit Fontaine-l'Evêque (24 augustus 1968) die enkele jaren voordien nog doorreed naar Pont-à-Celles - de palen van de keerlus zijn zichtbaar achter de NMVB-bus in de rode en crème kleuren van toen. Vandaag zijn op dit emplacement nog heel wat palen van de bovenleiding aanwezig - hierna op 8 februari 2018.
|
Pas de réservoir au dépôt de Trazegnies, mis en service sur une ligne électrique (celle vers Fontaine-l'Evêque), mais bien une sous-station de traction assez impressionnante, semblable à celle de Tiège (près de Spa). La mise en service de la section Roux-Souvret permit de réaliser une liaison directe depuis Charleroi avec entre autres le tram 41, et ce jusqu'en 1985. Après, le site servit quelques années pour l'entreposage d'anciens tramways. Actuellement c'est une entreprise de briques décoratives qui occupe les bâtiments. L'ensemble est quasiment intact, même que le 'peigne' des voies est toujours en place, quoique incrusté dans une couche de tarmac. Finalement, ce n'est que la boucle de retournement (vue ci-contre) - du temps où les vicinaux de Charleroi étaient unidirectionnels - qui fit les frais de l'opération. |
Gosselies
De stelplaats Gosselies lag even voor het uiteinde van de lange buurtlijn uit Chastre. Toen deze in de loop van de jaren 50 werd afgebouwd betekende dit nog niet het einde van de stelplaats. De site bleef immers aangesloten op het buurtnet als werk- en opbergruimte voor het onderhoud van het buurtspoornet, en na de opheffing ervan in 1988 als bewaarplaats voor museumtrams. Bij de (her)aanleg van de buurtlijn uit Charleroi als ‘métro léger’ (MLC) werd de stelplaats zonder meer gesloopt, op het stationsgebouw na dat volledig werd opgeknapt als eindpunt van deze voorstadslijn.
|
de verlaten stelplaats - nog jarenlang in gebruik als onderkomen voor te restaureren museumrijtuigen (auteur onbekend)
le dépôt à l'époque où il servit de refuge pour véhicules historiques
|
GOSSELIES op 28 december 2017 - vlnr: de sporenbundel van de MLC (destijds de buurtlijn richting Mellet en Chastre),
het volledig opgeknapte buurtstation, en rechts achterin de site van de verdwenen stelplaats
de gauche à droite: le faisceau du MLC (direction Mellet et Chastre), la gare vicinale restaurée, au fond: le site du dépôt disparu
het volledig opgeknapte buurtstation, en rechts achterin de site van de verdwenen stelplaats
de gauche à droite: le faisceau du MLC (direction Mellet et Chastre), la gare vicinale restaurée, au fond: le site du dépôt disparu
Châtelet
De kleine stelplaats Châtelet lag aan het uiteinde van zowel de buurtlijn uit Fosses als de elektrische lijn uit Lodelinsart. Er was geen stationsgebouw en geen werkplaats. Naar verluidt was er in de loods maar één spoor, ook al was deze ruim genoeg voor twee. Als het tweede er ooit was, dan verdween het na de opheffing van de lijn uit Fosses in 1936 (reizigers) of 1950 (goederen). Ook het ontbreken van een waterreservoir voor de stoomloks is niet zeker, gezien de afstand tot het andere eindpunt, 15 km daarvandaan en na een allesbehalve gemakkelijk parcours. Sindsdien diende de loods enkel als standplaats voor de laatste ritten van de dag, tot 27 mei 1967, laatste dag van tramlijn 56. Waarop ze nog een kwarteeuw dienst deed als busgarage, tot juli 1991. Daarna werd het gebouw van de hand gedaan en dient het nu als carwash.
CHÂTELET - tram 56 vertrekkensklaar op 27 mei 1967, laatste dag van de spoorexploitatie, met op de achtergrond de kleine stelplaats
dernier jour pour le tram 56, avec le dépôt en arrrière-plan Le petit dépôt de Châtelet, en plein tissu urbain, pas loin de la jonction des lignes de Fosses et de Lodelinsart, ne comprenait pas de gare vicinale, et seulement une remise pour deux voies, alors qu’une seule était encore présente en fin d’exploiation. L’absence d'un réservoir ou d'une prise d’eau n'est pas certaine, vu l’éloignement du dépôt de Fosses (15 km) ainsi que le profil accidenté de cette ligne. Seulement utilisée pour les derniers convois de la journée, la remise fut convertie en garage pour autobus lors de la suppression de la ligne électrique 56, fin mai 1967, et ce jusqu'en 1991. Aujourd’hui elle héberge un carwash.
|
Nalinnes
De stelplaats Nalinnes, eindpunt van een elektrische voorstadslijn uit Charleroi, was in het stoomtijdperk bestemd om het knooppunt te worden van buurtlijnen die er uiteindelijk niet kwamen: naar Acoz (via het eindstuk naar Bultia), Thy-le-Château en Thuin. In de laatste jaren van de spoorexploitatie (tot maart 1968) bleef daar nog hooguit één tramstel overnachten. De rest verbleef in de grote stelplaats van Charleroi. Deze laatste is nu echter verdwenen, terwijl Nalinnes uitgebouwd werd als busdepot. Naast het hoge stationsgebouw annex wachtzaal blijft alleen de voor het buurtspoor niet echt typische constructie over van de grote loods.
|
Een halve eeuw scheidt beide beelden: tijdens de tramexploitatie (31 maart 1967) en de huidige busexploitatie (28 december 2017).
Deze zijgevel, kant dorpscentrum, heeft zijn oorspronkelijke structuur bewaard (begin 20e eeuw), de rest werd meer dan eens 'opgefrist'.
Deze zijgevel, kant dorpscentrum, heeft zijn oorspronkelijke structuur bewaard (begin 20e eeuw), de rest werd meer dan eens 'opgefrist'.
THUILLIES - buurtspoorwegstation (links) en magazijn+waterreservoir (rechts) op de laatste dagen van de spoorexploitatie (24 mei 1968)
la gare vicinale (à gauche) et la halle aux marchandises avec château d'eau (à droite) les derniers jours de l'exploitation vicinale
la gare vicinale (à gauche) et la halle aux marchandises avec château d'eau (à droite) les derniers jours de l'exploitation vicinale
Kerkhof voor afgedankte rijtuigen, dan definitief buiten dienst, later geteisterd door noodweer, vandalisme en brandstichting… niets bleef door de jaren heen de stelplaats Thuillies bespaard. Even dacht men dat ze toch nog een toekomst tegemoet ging als bewaarplaats voor historische rijtuigen, maar begin de jaren 90 sloeg het noodlot toe, met een tornado die de grote remise gedeeltelijk verwoestte. Vandalisme en brand deden de rest, terwijl het buurtspoorwegemplacement zelf geleidelijk werd ingenomen door een brandstoffenhandelaar. Het stationsgebouw ging tegen de vlakte, de ruïnes van het magazijn en het waterreservoir werden opgeruimd. In 2017 werd achteraan een reusachtige loods opgetrokken, en zag het ernaar uit dat voor de kleine loods en de overblijfsels van de grote remise het laatste uur geslagen was. Maar midden november 2018 stonden ze er nog, zij het amper zichtbaar in het hoog opschietende struikgewas, en zo goed als onbereikbaar. Maar voor hoelang nog?
|
THUILLIES - de grote en de kleine loods (15 maart 1990)
la grande et la petite remise |
THUILLIES - in de begindagen van de bewaarplaats (5 april 1981), met achteraanzicht van beide loodsen (14 augustus 1988)
les débuts comme abri pour véhicules historiques (5 avril 1981) et vue arrière des deux remises
les débuts comme abri pour véhicules historiques (5 avril 1981) et vue arrière des deux remises
Cimetière pour véhicules déclassés, mise hors service définitive, intempéries, vandalisme, incendie… que de calamités ne dut subir l’ancien dépôt vicinal de Thuillies! Alors que pour les deux remises un certain avenir se dessinait comme abri pour véhicules historiques, une tornade détruisit une bonne partie de la grande remise, laissant ce qui subsistait en proie aux vandales. Depuis, un marchand de combustibles s’est installé sur le site, se débarrassant de la gare vicinale et des ruines du magasin/château d’eau. L‘année dernière (2017), une grande halle fut construite près des anciennes remises, ou ce qu’il en reste, cachées dans la végétation et quasi inaccessibles. Et maintenant?
|
Forges
Nog steeds in het langgerekte Henegouwen, deze verre stelplaats aan het Pays des Rièzes et des Sarts, op de flank van de geografische Ardennen (hier de Thiérache) en vlakbij de abdij van Scourmont, vooral bekend om haar trappistenbier. Op de 43 km lange buurtlijn van Chimay naar Couvin was Forges de grote broer van de kleinere stelplaats in het Naamse Cul-des-Sarts. Na de opheffing van de reizigersdienst naar deze laatste in 1954 (dat naar Couvin verdween al het jaar voordien) bleef Forges evenwel in dienst voor de lokale goederentrafiek, tot het einde in 1960. Toch bleef de stelplaats zelf nog 35 jaar actief als busdepot, tot in de jaren 90. Vandaag zijn zowel het opvallend gedecoreerde stationsgebouw als de twee lange loodsen in natuursteen nog intact en zichtbaar in goede conditie. Ook de kleine werkplaats staat er nog, maar omdat we geen toegang kregen tot het emplacement konden we deze niet benaderen. Het waterreservoir en het aanpalende magazijn zijn echter al veel langer afgebroken. |
Situé au fin fond de la ‘botte’ du Hainaut, loin de tout, le dépôt de Forges vécut dans l’ombre de sa célèbre voisine, l’abbaye de Scourmont et sa bière des trappistes de Chimay. Isolée du reste du réseau vicinal, la longue ligne Chimay – Cul-des-Sarts – Couvin (43 km) desservait la majeure partie de la Thiérache Belge, pays nettement Ardennais, partagé entre le Hainaut (Forges) et la province de Namur (Cul-des-Sarts). Après l’abandon des voyageurs (1954) et le sursis ‘marchandises’ (1960), Forges resta dédié aux autobus, jusqu’à leur départ dans le courant des années 90. Aujourd’hui la majeure partie des bâtiments, tous en pièrre de talle grise, sont toujours debout, sauf le château d’eau, démoli depuis bien longtemps déjà.
|
BRABANT WALLON - NAMUR - LIÈGE - LUXEMBOURG
DE TWEE EERSTE VIND JE HIER, DE TWEE OVERIGE OP DE DAAROP VOLGENDE PAGINA
- VOUS TROUVEREZ LES DEUX PREMIÈRES ICI, LES DEUX AUTRES SUR LA PAGE SUIVANTE
- VOUS TROUVEREZ LES DEUX PREMIÈRES ICI, LES DEUX AUTRES SUR LA PAGE SUIVANTE
Verdwenen stelplaatsen |
Dépôts rayés de la carte... |
ARLON-gare (lijn naar Ethe) - stadsuitbreiding BARCHON (lijn Liège-'sGravenvoeren) - nieuwe woningen CHARLEROI (o.a. lijn naar Binche en Mons) - grote parking CLAVIER (naar Val-St-Lambert en Comblain-au-Pont) - verdwenen CORBION (lijn Poix-Bouillon-Pussemange) - verdwenen² EGHEZÉE (oa lijn naar Andenne) - cultureel centrum FERRIERES (Comblain-la-Tour - Manhay) - werkplaats gemeente FEXHE-LE-HAUT-CLOCHER (lijn naar Tongeren) - verdwenen |
FLEURUS (oorspronkelijke lijn naar Onoz) - verdwenen MARTELANGE (lijnen naar Bastogne en Arlon) - mini-busdepot OREYE (eerste stelplaats, buurtlijn Ans-Oreye) - bewoning ST-HUBERT (lijnen naar Poix en Freux/Amberloup) - omleidingsweg VILLENCOURT (lijn Val-St-Lambert-Clavier) - bos² WAREMME (lijnen naar Statte en Oreye) - parking en bewoning NB - Destijds was Omal een kruisingstation, geen stelplaats A l'époque Omal était tout au plus une gare de croisement |
² emplacement nog gedeeltelijk aanwezig/zichtbaar, maar in particulier bezit of zonder specifieke functie
- emplacement encore partiellement visible comme propriété privée ou sans fonction spécifique
- emplacement encore partiellement visible comme propriété privée ou sans fonction spécifique