PIÉTON - LEVAL
De spoorlijn van Piéton naar Leval is een van die vroegtijdig verdwenen en bijgevolg mysterieuze spoorlijnen die buiten de gangbare nomenclatuur vallen. Spooklijnen dus, want ze hebben geen lijnnummer! En bovendien is de concrete informatie over deze lijn bijzonder schaars. Naar verluidt was ze aanvankelijk slechts het beginstuk van een ruimer maar nooit afgewerkt project, bedoeld om de drie Henegouwse steenkoolbekkens onderling te verbinden in een periode dat verschillende spoorondernemingen tegen elkaar concurreerden. Geopend in 1868 en aanvankelijk uitgebaat door de Compagnie du Centre kwam Piéton-Leval al gauw terecht bij de Staatsspoorwegen. Deze zagen echter het nut niet in van deze dwarsverbinding die evengoed mogelijk was via Haine-St-Pierre, zij het mits kopmaken en een omweg van zo’n 5 km. |
Einde 1877, nog geen 10 jaar na de ingebruikname, werd ze al opgeheven, op het beginstuk na (ca. 2 km), dat behouden werd voor de bediening van enkele steenkoolmijnen aldaar, en waarop het spoor pas rond 2010 werd uitgebroken.
De lotsbestemming van deze spoorlijn kende opmerkelijke overeenkomsten met de vlakbij gelegen lijn La Louvière-Bascoup (amper 3 km in vogelvlucht tussen Mariemont en Carnières): ontsluiting van de toenmalige mijnconcessies, parallel tracé met andere spoorlijnen, overname door de Staat, vroegtijdig opgeheven wegens ‘overbodig’, maar met baanvakken die verder door het leven gingen als industrielijn of voor andere spoorprojecten. Toch enkele verschilpunten: Piéton-Leval zou als dusdanig geen reizigersexploitatie gekend hebben, niettegenstaande de aanwezigheid van een station Carnières (Sud) halfweg het parcours. Bovendien is de oude spoorbedding bijna volledig intact, op twee kleine hiaten na, ter hoogte van Carnières en St-Eloi.
Over de kilometerafstand op deze spoorlijn kunnen we kort zijn: op luchtfoto en topografische kaart gemeten tellen we 3,7 km van de afslag van Piéton tot Carnières (Sud), en 3,5 km van dit punt tot Leval (lijn 108): 7,2 km in totaal – de 680 m van het gemeenschappelijk deel met lijn 112 vanuit Piéton niet meegerekend – terwijl de schaarse informatie die we over deze lijn konden vinden het heeft over resp. 6 en zelfs 14 km voor de volledige aslengte.
Le chemin de fer de Piéton à Leval est une de ces lignes disparues prématurément et entourée de mystère, ne fut-ce parce qu’elle ne porte pas de numéro dans la nomenclature actuelle. Mise en service en 1868 et à ses débuts exploitée par la Compagnie du Centre, elle aboutit finalement sous la houlette des Chemins de Fer de l’Etat. Ceux-ci jugèrent cette liaison superflue, de plus qu’elle pouvait tout aussi bien être assurée moyennant un léger détour (5 km) par Haine-St-Pierre. Et donc elle fut abandonée fin 1877, laissant toutefois la majeure partie de son tracé dans le giron ferroviaire. Pourtant, il semblerait que cette ligne n'aurait été que le premier maillon d’un projet ferroviaire visant à relier entre eux les trois grands bassins charbonniers du Hainaut, mais resté inachevé. Greffée sur l’actuelle ligne 112 près de Piéton, elle rejoignait la ligne 108 vers Erquelinnes en gare de Leval. De là un embryon de ligne filait en direction de Vellereille-le-Sec, mais s'arrêta net à la Chaussée Brunehault et servit par après comme ligne mère pour plusieurs raccordements charbonniers de Ressaix et une grande centrale électrique, ainsi qu'une sucrerie aux abords de Péronnes. Curieusement, la destinée de Piéton-Leval présente une nette similitude avec celle de La Louvière-Bascoup (à peine 3 km à vol d’oiseau entre Mariemont et Carnières): désenclavement de concessions charbonnières, tracé parallèle à d’autres, reprise par l’Etat et suppression pour cause de double emploi, mais avec réaffectation de certains tronçons comme ligne industrielle ou pour de nouvelles lignes vicinales. A une différence près: Piéton-Leval ne connut pas de trafic voyageurs, malgré la présence de la gare de Carnières (Sud) à mi-parcours. Enfin, sur carte topographique le tracé fait 3,7 km de la bifurcation du Bois-des-Vallées à Carnières (Sud), et 3,5 km depuis celle-ci jusqu’à la gare de Leval sur la ligne 108. Ce qui nous donne 7,2 km au total, hormis la section commune de 680 m avec la ligne 112 depuis la gare de Piéton - et non les 6 ou même 14 km que nous trouvons sur quelques documents. |
1. Piéton-Viernoy (industrielijn 251, voorheen 112E) – 2,25 km
De afslag naar Viernoy - ‘vertakking Bois des Vallées’ in spoorwegjargon - ligt 680 m voorbij het stationsgebouw van Piéton, juist achter de brug onder de vroegere N6, thans N59 (hiernaast). Le Viernoy is de naam van een grote hoeve vlakbij het eindpunt van dit behoorlijk steile baanvak (ca. 14%o) dat hieraan zijn naam ontleent. Voorbij het Bois des Vallées beschrijft dit opvallend schilderachtige tracé een grote lus van ruim 180° over de bovenloop van de Haine die wat zuidelijker, in Anderlues, haar bron heeft. Op het uiteinde van deze lus lag een uitwijkspoor van waaruit zuidwaarts een ruim 1 km lange industriële aansluiting vertrok naar de steenkoolmijnen en de latere cokesfabriek van de Houillères d’Anderlues. Wat betekent dat deze enkel bediend konden worden mits kopmaken van de locomotieven in dit keerstation dat hierdoor ‘gare privée du Viernoy’ genoemd werd. Iets verderop, op het uiteinde van het hoofdspoor, werd later een metaalbedrijf opgericht dat eveneens gebruik maakte van deze restlijn.
Hoewel de laatste mijnzetel (n°6) in 1969 dichtging bleef de Cokerie d’Anderlues nog meer dan 30 jaar actief, en sloot pas einde 2002. Toch bleef dit restlijntje nog enkele jaren in gebruik voor het metaalbedrijf aan zijn uiteinde. In 2010 lag het spoor er nog steeds, maar zou kort daarop als laatste overlever van Piéton-Leval worden uitgebroken. Vandaag is dit tracé grotendeels begroeid, al blijft de eigenlijke spoorbedding over bijna de volle lengte toegankelijk en bewandelbaar, tot de afslag naar de voormalige cokesfabriek, dat eveneens toegankelijk is tot de eerstvolgende overweg. Daarentegen heeft het metaalbedrijf zich inmiddels uitgebreid tot op het voormalige spoortracé. |
De voormalige vertakking 'Bois des Vallées' op 17 maart 2023
Bois-des-Vallées, l'ancienne bifurcation de la ligne vers Leval |
Cette section resta en service jusqu’au début du 21e siècle. La bifurcation se trouvait 680 m au-delà du bâtiment des recettes de Piéton, juste après le passage supérieur de la N59 (ex-N6). La belle descente à travers le Bois des Vallées (environ 14%o) est suivie d’une forte courbe de 180° traversant le vallon de la Haine près de la ferme du Viernoy, pour aboutir à une voie d’évitement – ‘gare privée du Viernoy’ en jargon ferroviaire. Au nord de celle-ci se trouve l’entreprise métallurgique qui en son temps justifia le maintien de cette section, tout comme les Houillères d’Anderlues et leur cokerie, raccordées par une voie industrielle filant plein sud, sur 1 km environ. Ni la fermeture du dernier puits (le n°6) en 1969, ni celle de la cokerie fin 2002 n’eurent raison de ce dernier témoin de Piéton-Leval, qui survéciut quelques années encore. En 2010 la voie était toujours en place, quoique abandonnée. Le démontage suivit peu après. Depuis, la végétation a peu à peu repris ses droits, même si le tracé ferroviaire reste accessible jusqu’à la bifurcation vers l’ancienne cokerie, azlors qu’au-delà elle fut incorporée à l’entreprise métallurgique, toujours active à ce jour.
|
BOIS DES VALLÉES
|
|
LE VIERNOY
Hierboven de Ferme du Viernoy in 2010, vlak tegen de grote bocht van 180° over de vallei van de Haine (zie ook hierna). Op 30 maart 1996 verzekert een motortrein een speciale rondrit voor spoorwegliefhebbers, toen de cokesfabriek en de verbindingslijn ernaartoe nog in bedrijf waren.
Autorail de reconnaissance pour amateurs (1996) dans la grande courbe de 180° près de la Ferme du Viernoy,
Autorail de reconnaissance pour amateurs (1996) dans la grande courbe de 180° près de la Ferme du Viernoy,
Het enige kunstwerk op dit baanvak (hierna in 2010) ligt pal in het midden van de grote bocht en verleent doorgang tussen de omliggende akkers. Voor de bovenloop van de Haine, nog maar een beekje (uiterst links op de overzichtsfoto), is er enkel een duiker.
In de verte de laatste schachtbok van de 'Houillères d'Anderlues' (17 maart 2023).
In de verte de laatste schachtbok van de 'Houillères d'Anderlues' (17 maart 2023).
|
Hierna, op het einde van de grote bocht, volgt het uitwijkspoor, met rechts op de eerste foto de korte industrielijn naar de pas gesloten cokesfabriek (14 maart 2003). Wel blijft de spoorlijn uit Piéton nog in dienst voor de bediening van het metaalbedrijf, maar niet voor lang meer...
Ci-devant la voie d'évitement et la bifurcation vers la cokerie qui vient à peine de fermer (14 mars 2003).
Ne reste plus que l'entreprise métallurgique comme dernier client depuis Piéton, mais plus pour longtemps...
Ci-devant la voie d'évitement et la bifurcation vers la cokerie qui vient à peine de fermer (14 mars 2003).
Ne reste plus que l'entreprise métallurgique comme dernier client depuis Piéton, mais plus pour longtemps...