PIÉTON - LEVAL
De spoorlijn van Piéton naar Leval is een van die vroegtijdig verdwenen en bijgevolg mysterieuze spoorlijnen die buiten de gangbare nomenclatuur vallen. Spooklijnen dus, want ze hebben geen lijnnummer! En bovendien is de concrete informatie over deze lijn bijzonder schaars. Naar verluidt was ze aanvankelijk slechts het beginstuk van een ruimer maar nooit afgewerkt project, bedoeld om de drie Henegouwse steenkoolbekkens onderling te verbinden in een periode dat verschillende spoorondernemingen tegen elkaar concurreerden. Geopend in 1868 en aanvankelijk uitgebaat door de Compagnie du Centre kwam Piéton-Leval al gauw terecht bij de Staatsspoorwegen. Deze zagen echter het nut niet in van deze dwarsverbinding die evengoed mogelijk was via Haine-St-Pierre, zij het mits kopmaken en een omweg van zo’n 5 km. |
Einde 1877, nog geen 10 jaar na de ingebruikname, werd ze al opgeheven, op het beginstuk na (ca. 2 km), dat behouden werd voor de bediening van enkele steenkoolmijnen aldaar, en waarop het spoor pas rond 2010 werd uitgebroken.
De lotsbestemming van deze spoorlijn kende opmerkelijke overeenkomsten met de vlakbij gelegen lijn La Louvière-Bascoup (amper 3 km in vogelvlucht tussen Mariemont en Carnières): ontsluiting van de toenmalige mijnconcessies, parallel tracé met andere spoorlijnen, overname door de Staat, vroegtijdig opgeheven wegens ‘overbodig’, maar met baanvakken die verder door het leven gingen als industrielijn of voor andere spoorprojecten. Toch enkele verschilpunten: Piéton-Leval zou als dusdanig geen reizigersexploitatie gekend hebben, niettegenstaande de aanwezigheid van een station Carnières (Sud) halfweg het parcours. Bovendien is de oude spoorbedding bijna volledig intact, op twee kleine hiaten na, ter hoogte van Carnières en St-Eloi.
Over de kilometerafstand op deze spoorlijn kunnen we kort zijn: op luchtfoto en topografische kaart gemeten tellen we 3,7 km van de afslag van Piéton tot Carnières (Sud), en 3,5 km van dit punt tot Leval (lijn 108): 7,2 km in totaal – de 680 m van het gemeenschappelijk deel met lijn 112 vanuit Piéton niet meegerekend – terwijl de schaarse informatie die we over deze lijn konden vinden het heeft over resp. 6 en zelfs 14 km voor de volledige aslengte.
Le chemin de fer de Piéton à Leval est une de ces lignes disparues prématurément et entourée de mystère, ne fut-ce parce qu’elle ne porte pas de numéro dans la nomenclature actuelle. Mise en service en 1868 et à ses débuts exploitée par la Compagnie du Centre, elle aboutit finalement sous la houlette des Chemins de Fer de l’Etat. Ceux-ci jugèrent cette liaison superflue, de plus qu’elle pouvait tout aussi bien être assurée moyennant un léger détour (5 km) par Haine-St-Pierre. Et donc elle fut abandonée fin 1877, laissant toutefois la majeure partie de son tracé dans le giron ferroviaire. Pourtant, il semblerait que cette ligne n'aurait été que le premier maillon d’un projet ferroviaire visant à relier entre eux les trois grands bassins charbonniers du Hainaut, mais resté inachevé. Greffée sur l’actuelle ligne 112 près de Piéton, elle rejoignait la ligne 108 vers Erquelinnes en gare de Leval. De là un embryon de ligne filait en direction de Vellereille-le-Sec, mais s'arrêta net à la Chaussée Brunehault et servit par après comme ligne mère pour plusieurs raccordements charbonniers de Ressaix et une grande centrale électrique, ainsi qu'une sucrerie aux abords de Péronnes. Curieusement, la destinée de Piéton-Leval présente une nette similitude avec celle de La Louvière-Bascoup (à peine 3 km à vol d’oiseau entre Mariemont et Carnières): désenclavement de concessions charbonnières, tracé parallèle à d’autres, reprise par l’Etat et suppression pour cause de double emploi, mais avec réaffectation de certains tronçons comme ligne industrielle ou pour de nouvelles lignes vicinales. A une différence près: Piéton-Leval ne connut pas de trafic voyageurs, malgré la présence de la gare de Carnières (Sud) à mi-parcours. Enfin, sur carte topographique le tracé fait 3,7 km de la bifurcation du Bois-des-Vallées à Carnières (Sud), et 3,5 km depuis celle-ci jusqu’à la gare de Leval sur la ligne 108. Ce qui nous donne 7,2 km au total, hormis la section commune de 680 m avec la ligne 112 depuis la gare de Piéton - et non les 6 ou même 14 km que nous trouvons sur quelques documents. |
Piéton - Viernoy (industrielijn 251, voorheen 112E) (2,25 km)
De afslag naar Viernoy - ‘vertakking Bois des Vallées’ in spoorwegjargon - ligt 680 m voorbij het stationsgebouw van Piéton, juist achter de brug onder de vroegere N6, thans N59 (hiernaast). Le Viernoy is de naam van een grote hoeve vlakbij het eindpunt van dit behoorlijk steile baanvak (ca. 14%o) dat hieraan zijn naam ontleent. Voorbij het Bois des Vallées beschrijft dit opvallend schilderachtige tracé een grote lus van ruim 180° over de bovenloop van de Haine die wat zuidelijker, in Anderlues, haar bron heeft. Op het uiteinde van deze lus lag een uitwijkspoor van waaruit zuidwaarts een ruim 1 km lange industriële aansluiting vertrok naar de steenkoolmijnen en de latere cokesfabriek van de Houillères d’Anderlues. Wat betekent dat deze enkel bediend konden worden mits kopmaken van de locomotieven in dit keerstation dat hierdoor ‘gare privée du Viernoy’ genoemd werd. Iets verderop, op het uiteinde van het hoofdspoor, werd later een metaalbedrijf opgericht dat eveneens gebruik maakte van deze restlijn.
Hoewel de laatste mijnzetel (n°6) in 1969 dichtging bleef de Cokerie d’Anderlues nog meer dan 30 jaar actief, en sloot pas einde 2002. Toch bleef dit restlijntje nog enkele jaren in gebruik voor het metaalbedrijf aan zijn uiteinde. In 2010 lag het spoor er nog steeds, maar zou kort daarop als laatste overlever van Piéton-Leval worden uitgebroken. Vandaag is dit tracé grotendeels begroeid, al blijft de eigenlijke spoorbedding over bijna de volle lengte toegankelijk en bewandelbaar, tot de afslag naar de voormalige cokesfabriek, dat eveneens toegankelijk is tot de eerstvolgende overweg. Daarentegen heeft het metaalbedrijf zich inmiddels uitgebreid tot op het voormalige spoortracé. |
De voormalige vertakking 'Bois des Vallées' op 17 maart 2023
Bois-des-Vallées, l'ancienne bifurcation de la ligne vers Leval |
Cette section resta en service jusqu’au début du 21e siècle. La bifurcation se trouvait 680 m au-delà du bâtiment des recettes de Piéton, juste après le passage supérieur de la N59 (ex-N6). La belle descente à travers le Bois des Vallées (environ 14%o) est suivie d’une forte courbe de 180° traversant le vallon de la Haine près de la ferme du Viernoy, pour aboutir à une voie d’évitement – ‘gare privée du Viernoy’ en jargon ferroviaire. Au nord de celle-ci se trouve l’entreprise métallurgique qui en son temps justifia le maintien de cette section, tout comme les Houillères d’Anderlues et leur cokerie, raccordées par une voie industrielle filant plein sud, sur 1 km environ. Ni la fermeture du dernier puits (le n°6) en 1969, ni celle de la cokerie fin 2002 n’eurent raison de ce dernier témoin de Piéton-Leval, qui survéciut quelques années encore. En 2010 la voie était toujours en place, quoique abandonnée. Le démontage suivit peu après. Depuis, la végétation a peu à peu repris ses droits, même si le tracé ferroviaire reste accessible jusqu’à la bifurcation vers l’ancienne cokerie, azlors qu’au-delà elle fut incorporée à l’entreprise métallurgique, toujours active à ce jour.
|
* BOIS DES VALLÉES
|
|
* LE VIERNOY
Hierboven de Ferme du Viernoy in 2010, vlak tegen de grote bocht van 180° over de vallei van de Haine (zie ook hierna). Op 30 maart 1996 verzekert een motortrein een speciale rondrit voor spoorwegliefhebbers, toen de cokesfabriek en de verbindingslijn ernaartoe nog in bedrijf waren.
Autorail de reconnaissance pour amateurs (1996) dans la grande courbe de 180° près de la Ferme du Viernoy.
Autorail de reconnaissance pour amateurs (1996) dans la grande courbe de 180° près de la Ferme du Viernoy.
Het enige kunstwerk op dit baanvak (hierna in 2010) ligt pal in het midden van de grote bocht en verleent doorgang tussen de omliggende akkers. Voor de bovenloop van de Haine, nog maar een beekje (uiterst links op de overzichtsfoto), is er enkel een duiker.
In de verte de laatste schachtbok van de 'Houillères d'Anderlues' (17 maart 2023).
In de verte de laatste schachtbok van de 'Houillères d'Anderlues' (17 maart 2023).
|
Op het einde van de grote bocht, volgt het uitwijkspoor, met rechts op de eerste foto de korte industrielijn naar de toen pas gesloten cokesfabriek (14 maart 2003). Wel blijft de spoorlijn uit Piéton nog in dienst voor de bediening van het metaalbedrijf, maar niet voor lang meer...
Ci-devant la voie d'évitement et la bifurcation vers la cokerie qui vient à peine de fermer (14 mars 2003).
Ne reste plus que l'entreprise métallurgique comme dernier client depuis Piéton, mais plus pour longtemps...
Ci-devant la voie d'évitement et la bifurcation vers la cokerie qui vient à peine de fermer (14 mars 2003).
Ne reste plus que l'entreprise métallurgique comme dernier client depuis Piéton, mais plus pour longtemps...
Viernoy - Carnières(Sud) (1,45 km)
Na Viernoy is de oude spoordijk nog goed zichtbaar (17 maart 2023) - l'ancien talus ferroviaire au-delà de Viernoy, toujours bien visible
Het overige deel van dit baanvak, amper 1,45 km van Viernoy tot Carnières (Sud), werd al in 1877 opgeheven en ontmanteld. Rond 1910 werd het echter opnieuw gebruikt, gedeeltelijk toch, ditmaal voor de elektrische buurtlijn van Morlanwelz naar Anderlues. Want voor de behoorlijk steile klim van Carnières (120 m) naar Collarmont (160 m) kwam er een eigen tracé in volle veld, ruim 1200 m lang, waarvan de eerste 420 m meteen op de oude spoorwegbedding werd aangelegd. Voor tramliefhebbers was dit idyllische parcours met mooie vergezichten op de vallei van de Haine het fotopunt bij uitstek, terwijl het dichtgegroeide spoorwegtracé daar vlakbij compleet in de vergetelheid raakte. In 1986 werd deze buurtlijn op haar beurt opgeheven, maar na de opbraak van het meterspoor bleef het eigen tracé naar Collarmont volledig toegankelijk als wandelweg, inclusief de 420 m van de voormalige spoorwegbedding - tot vandaag.
|
Op 6 september 1968 bevindt tram 30 uit Morlanwelz zich halfweg op de lange klim naar Collarmont. De bomenrij wat lager op de helling, achter de graanakker, markeert het oude spoorwegtracé.
|
La partie restante de cette section, à peine 1,45 km depuis l’entreprise de Viernoy jusqu’à Carnières (Sud), fut déjà abandonnée en 1877, puis démontée. Néanmoins, vers 1910, une portion de 420 m fut récupérée pour y établir la ligne vicinale de Morlanwelz à Anderlues, question de pouvoir franchir la côte de Carnières (120 m) à Collarmont (160 m) par un tracé indépendant moins ardu. Ce parcours pittoresque de 1200 m, offrant un magnifique panorama vers la vallée de la Haine (ci-devant en 1968), était bien connu des amateurs tramophiles, au point de faire oublier l’ancien tracé ferroviaire envahi par la végétation (visible en contrebas). Aujourd’hui, la plate-forme de cette ligne vicinale abandonnée en 1986 reste accessible comme chemin de randonnée épousant ainsi une partie de l’ancienne ligne Piéton-Leval.
|
|
nauwe onderdoorgang voor dit voetpad dwars op het oude tracé (20 maart 2014), hiernaast met een tram op dezelfde plek rond 1986 (auteur onbekend) -
étroit passage pour un sentier, ci-contre avec un tram, vers 1986 (auteur inconnu) |
Links het oude tracé uit Piéton (later buurtspoor), rechts richting Leval, vlak voor de Rue d'Anderlues, met in de verte Carnières (Sud) (20 maart 2014) - let op de verbreding van de spoorbedding voor een uitwijkspor - hiernaast, op exact dezelfde plek, rijdt de tram richting Collarmont (30 oktober 1986)
la plate-forme ferroviaire resp. vers Piéton et Leval - le tram se trouve au même endroit (oct.1986) |
Komende van Collarmont verliet de buurtlijn dit tracé vlak voor het stationsgebouw van Carnières (Sud) dat nog steeds bestaat als woonhuis, maar sinds verbouwingen in 2013-14 nog moeilijk herkenbaar als dusdanig. Het staat zo goed als vast dat er in het korte tijdsbestek van 1868 tot 1877 geen reizigersverkeer geweest is. Wel wijst een opvallende verbreding van de spoorbedding op de aanwezigheid van een 400 à 450 m lange uitwijkspoor van de Rue d’Anderlues tot voorbij de restanten van de brede brug over de Rue Dufonteny, waarvan een van de brughoofden nog steeds zichtbaar is.
Pas 6 jaar na de opheffing van Carnières (Sud) in 1877 werd Carnières (Nord) op lijn 112 gewoon ‘Carnières’.
|
Op de eerste foto (hiernaast) merk je duidelijk de bredere spoorbedding vlak voor het voormalige station Carnières (Sud) - op de onderste foto, waar de tram uit Anderlues en Collarmont naar rechts afboog, ligt het oude station achter de hoge boom in het midden.
Hierboven het oude stationsgebouw, resp. in 2009 en 2014 Carnières (Sud) - remarquez la plate-forme élargie sur la 1e vue de gauche - l'ancienne gare se trouve derrière le haut arbre au milieu de la vue ci-contre, où le tram venant de Collarmont bifurquait vers la droite - ci-devant l'ancienne gare en 2009, puis en 2014 |
Carnières(Sud) - Leval (3,50 km)
In tegenstelling tot het reeds beschreven gedeelte is het baanvak voorbij Carnières (Sud) behoorlijk intrigerend, niet in het minst omdat daar in de spoorwegwereld zo goed als geen informatie over te vinden is. En dus kunnen we ons alleen beroepen op historische kaarten en luchtfoto’s, aangevuld met ons terreinonderzoek. Hoe dan ook, na de sluiting in 1877 verviel dit 3,5 km lange baanvak al gauw in vergetelheid, zoals andere vroegtijdig opgeheven spoorlijnen. Vandaar onze complete verrassing toen we ontdekten dat op een NGI-kaart uit 1964 het oude spoorwegtracé nog steeds als ‘spoorlijn’ ingetekend staat tussen St-Eloi - even voorbij Carnières(Sud) - en Leval, De methodiek bij het opstellen van naoorlogse topografische kaarten sluit een mogelijke vergissing zo goed als uit, te meer daar dit spoor eveneens aanwezig is op een luchtfoto uit 1952. Een overzichtsfoto van het industriebedrijf ‘Le Laminage à Froid’ vlakbij St-Eloi (hieronder) nam onze laatste twijfels weg.
Op deze unieke luchtfoto van 'Le Laminage à Froid' zie je de dubbelsporige aansluiting van dit bedrijf op de voormalige spoorlijn. Deze laatste loopt diagonaal onderaan de foto, met links, richting Carnières(Sud), hooguit een stukje doodlopend uitwijkspoor - het overweghuisje van de Rue du Roujuste bevindt zich juist buiten het beeld. Rechts, richting Leval, zie je hoe de toegangsweg naar het kerkhof geleidelijk opklimt, terwijl de spoorlijn beneden blijft, in de almaar diepere en sindsdien dichtgegooide ingraving. Sur cette unique vue aérienne du 'Laminage à Froid' on distingue nettement le raccordement à double voie de cette entreprise en direction de Leval. En bas, à gauche, tout au plus un moignon de voie de garage en direction de Carnières(Sud), juste avant la maisonnette de la Rue du Roujuste (hors-vue). Dans la direction opposée, la voie vers Leval reste en contrebas de l'allée du cimetière et s'engage dans la tranchée aujourd'hui comblée.
|
Daar dit bedrijf niet voorkomt op de 19e eeuwse kaarten, noch op deze van 1905, gaan we ervan uit dat het in de periode voor WO l werd opgericht en dat dit spoor opnieuw werd aangelegd op het tot dan als verlaten ingetekende tracé, maar wel als eenvoudig industriespoor voor Le Laminage. Dat we deze niet terugvinden op de toenmalige netkaarten, evenmin als andere particuliere aansluitingen, is dan ook niet verwonderlijk. Begin de jaren 60 lag het er nog, al dan niet in gebruik. Op een luchtfoto uit 1978 en de daaraan gekoppelde NGI-kaart van 1979 is het echter verdwenen en het ingegraven spoortracé in de grote bocht voorbij het kerkhof grotendeels opgevuld – zoals vaak gebeurt op verlaten tracés, denk maar aan lijn 24A. Hoe het verder verging met Le Laminage zijn we niet te weten gekomen. Wel dat de gebouwen begin deze eeuw door het bedrijf ‘ITW Shippers’ (industriële verpakkingen) gebruikt werden, alvast tot 2009. Vandaag ligt deze industriesite er verlaten bij.
Contrairement à la section décrite ci-devant, le tracé ferroviaire au-delà de Carnières (Sud) est pour le moins intriguant. De plus que le monde ferroviaire ne souffle mot sur son sort au-delà de 1877. Et donc nous n’avions d’autre choix que de recourir à d’anciennes cartes topographiques et photographies aériennes, sans oublier nos investigations sur place.
Toujours est-il que, dès son abandon, cette section sombra dans l’oubli, comme ce fut le cas pour d’autres lignes supprimées prématurément. Imaginez donc notre surprise en découvrant, sur une carte IGN de 1964, que la ligne existait encore entre St-Eloi et Leval. Compte tenu de la méthode appliquée pour la rédaction des cartes d’après-guerre, une erreur est à peine concevable. D'ailleurs, une prise de vue aérienne de 1952 ne peut que confirmer cet état de choses, tout comme la découverte d’une vue aérienne du ‘Laminage à Froid’ près de St-Eloi, visiblement raccordé en direction de Leval (ci-devant). Comme cette usine n’apparaît pas sur la carte de 1905, nous en déduisons qu’elle doit dater de la période précédant la première guerre mondiale. Dès lors nous penchons pour une simple voie industrielle, posée sur la plate-forme indiquée comme abandonnée entre Leval et St-Eloi (et au-delà) jusqu'alors. Comme les plans du réseau ne mentionnent pas les voies industrielles, nul ne s’étonnera que cette remise en service y soit passée inaperçue. Quoi qu’il en soit, au début des années 60, cette voie était encore en place, abandonée ou non. Par contre, elle ne figure plus sur une vue aérienne de 1978, la tranchée avoisinant le cimetière étant déjà comblée – comme tant d’autres sites ferroviaires abandonnés tels que celui de la ligne 24A. Nous ignorons le sort du ‘Laminage’, sauf qu’au début de ce siècle ce site était occupé par une usine d’emballages industriels, au moins jusqu’en 2009. Aujourd’hui, ces bâtiments sont abandonnés. |
* CARNIÈRES(SUD) - ST-ELOI
Vlak na het station Carnières (Sud) vinden we vandaag (2023) een laatste restant van de verdwenen brug over de Rue Dufonteny, zij het amper herkenbaar als dusdanig (1e foto). Het gemetselde bruggenhoofd daar rechtover (kant Leval, 2e foto) werd pas rond 2015 afgebroken en een deel van de hoge spoorberm daarachter afgegraven voor een appartementsgebouw.
De breedte van deze brughoofden heeft uiteraard te maken met het toenmalige uitwijkspoor van Carnières (Sud),
De breedte van deze brughoofden heeft uiteraard te maken met het toenmalige uitwijkspoor van Carnières (Sud),
Immédiatement après la gare de Carnières (Sud) on trouve un dernier vestige du pont enjambant jadis la Rue Dufonteny, à peine reconnaissable tel quel (1e vue). En face, côté Leval, la culée en briques (2e vue) ne fut démolie que vers 2015 et une partie du talus aliénée pour la construction d’un immeuble à appartements.
La largeur de ces deux vestiges s’explique par la voie d’évitement qui se prolongeait un peu au-delà, |
Hiernaast, op 20 maart 2014, beleeft het gemetselde bruggenhoofd zijn laatste dagen, evenals dit pas vrijgemaakte deel van de hoge berm richting St-Eloi.
Ci-contre, l'amorce débroussaillée du talus vers St-Eloi.
Tout comme la culée à ses pieds elle sera aliénée peu après. Daarachter strekt de dichtgegroeide maar goed zichtbare spoorweg-berm (hieronder) zich verder uit tot de vroegere overweg op de Rue du Roujuste. Dit 425 m korte baanvak werd na de sluiting in 1877 voorgoed verlaten en staat op de kaart van 1905 als bebost aangeduid.
|
Hierna twee foto's op dezelfde plek, met het overweghuisje aan de vroegere overweg van de Rue du Roujuste. De bakstenen muur (links op de eerste foto) markeert het uiteinde van de hoge spoorberm uit Carnières (Sud).
|
Ci-après deux vues du même endroit, avec la maisonnette de l'ancien PN de la Rue du Roujuste et le mur en briques marquant l'extrémité du haut talus ci-devant.
|
* ST-ELOI - CRONFESTU (Rue d’Haine)
Het wachtershuis aan de voormalige overweg staat er nog, nu als woonhuis (hieronder). Daar rechtover, langs de oplopende toegangsweg tot het kerkhof, liggen de verlaten gebouwen van wijlen Le Laminage. Vanaf daar liep de spoorlijn in een sleuf langsheen het 8 m hoger gelegen kerkhof en beschreef daarop een wijde bocht rond de heuvel. Dit deel van de spoorlijn werd in de jaren 70 volledig dichtgegooid, inclusief de overbrugging voor de Rue du Bois des Faulx.
ST-ELOI (Carnières) - tussen de oprit naar het kerkhof (in de verte) en het wachtershuis aan de Rue du Roujuste, de site van de verdwenen spoorlijn - links de verlaten gebouwen van 'Le Laminage' (17 maart 2023)
- vergelijk met de luchtfoto van dit bedrijf aan het begin van dit hoofdstuk (hiernaast de dichtgegooide ingraving aan de Rue du Bois des Faulx)
|
Na de bocht volgt het kaarsrechte eindstuk naar Leval. De eerste kilometer loopt op een hoge berm doorheen agrarisch gebied. Van de brug over de Rue de Vierset blijft van beide bruggenhoofden alleen de onderkant over (hieronder in 2014), in slechte staat en nauwelijks zichtbaar onder de oprukkende begroeiing. Ook de spoorwegberm zelf is volledig begroeid en onbereikbaar.
Au-delà, le tracé quasiment rectiligne file vers Leval, en pleine zone agricole. Sur près d’1 km il passe sur un haut talus avec passage inférieur pour la Rue de Vierset (ci-après, le 20 mars 2014), La base des deux culées est toujours visible, quoique de plus en plus cachée par la vegetation, comme le talus lui-même, inaccessible de part et d’autre.
|
Een eind verder wordt de oude spoorbedding gebruikt als toegangsweg tot de omliggende landerijen, zij het vanuit de Rue Rose (hiernaast), vlakbij Cronfestu. Tot de Rue d’Haine is het tracé dan weer afgesloten. Op de voormalige overweg aldaar staat eveneens een wachtershuis, in goede staat en bewoond en bijna identiek aan deze rechtover de voormalige Laminage.
A l’approche de la Rue Rose, près de Cronfestu, l’ancienne plate-forme sert d’accès aux labours environnants (ci-contre). Au-delà, l’ancien tracé est interdit jusqu’à la croisée de la Rue d’Haine. Là, une maison de garde semblable à celle de St-Eloi, en bon état et habitée elle aussi, témoigne toujours du passage de l’ancien chemin de fer à cet endroit.
|
het wachtershuis aan de Rue d'Haine, met in 2009 nog vage afdrukken van de vroegere overweg op de kasseibaan
- la maisonnette de la Rue d'Haine en 2009, avec les dernières traces du PN dans le pavage
let op de pas geasfalteerde rijweg in 2023 - remarquez le tarmac encore frais en 2023
- la maisonnette de la Rue d'Haine en 2009, avec les dernières traces du PN dans le pavage
let op de pas geasfalteerde rijweg in 2023 - remarquez le tarmac encore frais en 2023
* CRONFESTU - LEVAL (°)
Nog voor het baanvak uit St-Eloi opnieuw werd aangelegd kwam begin de 20e eeuw een spooraansluiting vanuit Leval naar de toen heropende mijnzetel Ste-Aldegonde n°2. Vanaf de aftakking met lijn 108 (zie foto onderaan) liep dit industriespoor over ruim 500 m op het verlaten tracé, om kort voor de overweg op de Rue d’Haine af te slaan en op eigen bedding met een aparte overweg de heropende mijn daar vlak achter te bereiken.
Naar verluidt werden na de sluiting van deze mijnzetel in de jaren 60 de mijngangen gebruikt voor de opslag van (aard)gas, met behoud van een stukje hoofdspoor dat nog een aantal jaren in gebruik bleef, tot begin de jaren 70. In Leval was de aftakking richting Piéton nog aanwezig voor de bediening van een lokaal bedrijf vlak achter het station. In 1976 lag het er ongebruikt bij. Het restspoor op de industriële overweg op de Rue d’Haine (hierna) was evenwel een langer leven beschoren: het werd pas in 2022 uitgebroken toen het wegdek vernieuwd werd. |
(°) de data van sluiting en opbraak van dit korte baanvak geven we onder voorbehoud
Op 20 maart 2014 waren op de industriële overweg op de Rue d'Haine de rails nog aanwezig, evenals het St-Andreaskruis.
In 2023 kwamen we helaas te laat om een betere foto te maken. Vandaar dit beeld van StreetView uit 2022.
Trop tard pour prendre une meilleure vue du PN industriel de la Rue d'Haine que celle de 2014, de là cette vue de StreetView (2022)
In 2023 kwamen we helaas te laat om een betere foto te maken. Vandaar dit beeld van StreetView uit 2022.
Trop tard pour prendre une meilleure vue du PN industriel de la Rue d'Haine que celle de 2014, de là cette vue de StreetView (2022)
Peu avant le rétablissement de la voie vers St-Eloi, la reprise de l’exploitation de la Fosse n°2 de Ste-Aldegonde nécessita un raccordement ferroviaire depuis Leval (ci-après), sur les premiers 500 m de l’ancien tracé vers Piéton. Peu avant le PN de la Rue d’Haine, cette voie industrielle bifurqua et traversa cette dernière avant de s’engager dans les emprises du charbonnage.
Il paraîtrait que, à l’époque de sa fermeture dans les années 60, les galeries de la mine auraient été utilisées pour une réserve de gaz (naturel?), une portion de la voie principale étant maintenue à cet effet, avant de disparaître au début des années 70. A Leval, la bifurcation de la ligne de Piéton (ci-après) fut maintenue pour la desserte d’une entreprise près de la gare. En 1976 elle était toujours en place, quoique inutilisée, avant de disparaître peu après. Le PN industriel du charbonnage, traversant la Rue d’Haine, eut plus de chance: ses rails ne furent enlevés qu’en 2022, lors du renouvellement de la voirie, en fort mauvais état depuis de nombreuses années (ci-devant). (°) les dates d’abandon et de démontage de cette courte section de la ligne de Piéton sont données sous réserve |
LEVAL - hiernaast, achter het sein, gezien van op de overweg, de site van de voormalige aftakking richting Piéton (rechtsaf) (17 maart 2023)
- ci-devant, juste derrière le signal, le site de l'ancienne bifurcation vers Piéton (vers la droite), vu depuis le passage à niveau
|