OUDE SPOORWEGGEBOUWEN |
|
Anciennes bâtisses ferroviaires
WACHTZALEN - PERRONHUISJES - SEINHUIZEN - GOEDERENLOODSEN
Salles & Abris de quai - Cabines de signalisation - Halles marchandises
SPTM LEUVEN
De lijnwerkplaats van Leuven (niet verwarren met de Centrale Werkplaats van Kessel-Lo uit het GCB-tijdperk) sloot in 1967, als een van de laatste stoomwerkplaatsen van het NMBS-net. Niettemin werd een deel van de gebouwen nog decennia lang gebruikt voor allerhande dieselmaterieel als 'Schuilplaats voor Tractiematerieel' (SPTM). Het andere deel (hierboven links) diende als bewaarplaats voor historische rijtuigen, maar ook voor een hele rist machines en werktuigen, de meeste uit het stoomtijdperk. Vanaf midden de jaren 80 werd dit complex jaarlijks opengesteld voor het publiek, doorgaans tijdens de 'week van de mobiliteit' in september, maar soms ook bij andere gelegenheden (hier op 7 juli 2006). Gelijk werd ook gepleit om het toekomstige spoorwegmuseum hier onder te brengen, maar door allerlei (o.m. communautaire) getouwtrek bleef dit idee dode letter.
|
Begin deze eeuw viel het oog van sommige beleidmakers op deze zogezegd 'beschikbare' ruimte en een deel van het uitgestrekte sporenemplacement daar vlak naast voor het project 'Leuven-Noord', met o.m. een grote parking voor pendelaars dat rechtstreeks zou aansluiten op de E314 én op het NMBS-station. Te oordelen naar de huidige situatie kende ook dit project een stille dood. Maar intussen werd de bewaarplaats wel ontruimd, en het historisch erfgoed (rijtuigen en materieel) verdeeld over verschillende verenigingen, waarvan slechts een (heel) klein deel naar het museum in Schaarbeek. De rest werd ter plaatse gesloopt. Ook de eigenlijke bewaarplaats werd rond 2014 zonder meer afgebroken, en de vrijgekomen ruimte gebruikt als parkeerplaats, niet voor pendelaars maar voor de infrastructuurbeheerder die zich inmiddels in het overblijvende gebouw gevestigd heeft en een deel van het sporenemplacement in gebruik heeft voor zijn werktreinen. Toch één kleine troostprijs: de draaischijf van 22 m (hieronder) staat er vandaag nog maar is niet langer aangesloten op de sporenbundel.
Wachtzalen en perronhuisjesSalles et abris de quai
In stations met twee of meer sporen stond destijds een aparte wachtzaal op het tweede perron, pal rechtover het stationsgebouw (hiernaast). In dit gebouwtje konden de reizigers schuilen nadat ze (onder toezicht van stationspersoneel) de sporen hadden overgestoken en dan een poos moesten wachten vooraleer de trein het station binnenreed. Voor oudere mensen en zij die het moeilijk hadden was er vanbinnen doorgaans een lange houten bank geïnstalleerd. Naarmate heel wat stations hun loketten en hun personeel kwijtspeelden moesten de reizigers dan maar via de overweg of een verder gelegen brug of onderdoorgang aan de overkant zien te geraken. Gelijk raakten die perronhuisjes hoe langer hoe meer in verval tot ze uiteindelijk werden afgebroken. In de plaats kwamen Isobelec-buskotjes (cfr.Overpelt) of prefab betonhokjes met zitbankje (cfr.Aye), maar vaak ook van die half gesloten betonhokken zonder licht of enig zitcomfort (cfr.Appelterre). Na verloop van tijd werd dit alles geleidelijk vervangen door modern ogende doorzichtige wachthokjes met rond dak (type ‘Salzinnes’) (cfr.Assesse) maar eveneens zonder het minste (zit)comfort, al ogen de recentste perronhokjes gelukkig wat klantvriendelijker. Intussen zijn de klassieke wachtzalen voor het grootste deel verdwenen, meer dan eens als gevolg van een perronophoging, al vind je hier en daar nog een overlever. Veel zijn het er niet meer, maar de meeste kregen dan toch een likje verf of een heuse opknapbeurt, al vermoeden we dat dit lang niet altijd op initiatief is van de spoorwegmaatschappij.
|
De verwaarloosde wachtzaal hierboven is deze van St.Denis-Bovesse in 2005, afgebroken in 2008.
De fotoreeks hierna is bedoeld ter illustratie, al is de toestand er sindsdien alleen verbeterd in Appelterre en Lodelinsart.
De fotoreeks hierna is bedoeld ter illustratie, al is de toestand er sindsdien alleen verbeterd in Appelterre en Lodelinsart.
La salle d'attente ci-devant est celle de St.Denis-Bovesse en 2005, démolie en 2008.
Les vues ci-après sont données à titre illustratif, mais ce n'est qu'à Appelterre et Lodelinsart que la situation s'est améliorée depuis.
Les vues ci-après sont données à titre illustratif, mais ce n'est qu'à Appelterre et Lodelinsart que la situation s'est améliorée depuis.
Dans les gares équipées de la double voie, le quai d’en face était jadis muni d’un grand abri (cfr.St.Denis-Bovesse) permettant aux voyageurs ayant traversé les voies (sous la surveillance du personnel) d’y attendre l’arrivée du train annoncé. Au fur et à mesure que les gares perdaient leur guichet et leur personnel, les voyageurs durent se résigner à atteindre l’autre quai par le passage à niveau, sinon par un passage supérieur ou sous-voies parfois fort éloigné. Tous ces abris furent de plus en plus laissés à l’abandon et démolis par après pour laisser la place à divers types d’abris préfabriqués peu confortables, voire même des casemates en plaques de béton sans siège ni le moindre éclairage (voir Appelterre ci-devant). A son tour toute cette panacée fut progressivement remplacés par des abris d’aspect moderne au toit arrondi (voir Assesse), mais sans le moindre confort. Ce n’est que récemment que l’on voit apparaître des abris plus spacieux, voire même pourvus d’une banquette. A ce jour, la plupart des abris classiques ont disparu, plus d’une fois lors du rehaussement des quais, et c’est à peine si l’on en trouve encore, parfois joliment rafraîchis, voire restaurés, mais pas forcément par l’exploitant.
|
Hierna de weinige wachtzalen die we op nog functionerende spoorlijnen konden vinden. Hoewel de foto's al dateren van 2006 tot 2010 waren alle getoonde wachtzalen nog aanwezig in 2020. Enkele werden intussen verfraaid (Wetteren), gerestaureerd (Messancy) of geklasseerd (Oostkamp), dat van Groenendaal zelfs verplaatst om de aanleg van bijkomende sporen mogelijk te maken. Naar verluidt is het wachthuisje van Okegem nu ook beschermd als monument, samen met het stationsgebouw.
Ci-devant les quelques salles d'attente que nous avons pu déceler sur des lignes toujours desservies, et toujours en place en 2020, même si ces vues datent déjà de 2006 à 2010. Certaines ont depuis été rafraîchies (Wetteren) ou restaurées (Messancy), voire classées (Okegem et Oostkamp), celle de Groenendaal même classée et déplacée par suite de travaux d'infrastructure.
|
Afgebroken wachtzalen
|
Salles démolies
|
Helaas, samen met de seinhuizen en de goederenloodsen zijn tal van wachtzalen meer dan eens het mikpunt van de niets ontziende tabula rasa. Ze allemaal opsommen zou ons te ver brengen, en dus beperken wij ons tot degene die begin deze eeuw nog rechtstonden maar in de loop der jaren het bijltje moesten neerleggen. Sommige lagen daar inderdaad in vervallen toestand bij, maar andere hadden het gerust nog vele jaren kunnen uitzingen.
|
De twee wachtzalen hierna werden allebei wegens aanhoudend vandalisme dichtgemetseld, allicht in afwachting van beter, maar werden een aanta jaren terug dan toch afgebroken.
|
VIANE-MOERBEKE (30 januari 2009) - deze wachtzaal, de laatste van dit type, verdiende het om beschermd te worden, maar werd in 2016-17 afgebroken
De mooie wachtzaal van NEUFCHATEAU (20 oktober.2008) vond evenmin genade
la belle salle de Neufchâteau n'y échappa pas non plus |
Perronhuisjes
|
Abris de quai
|
Groot comfort bieden ze niet, maar scoren toch merkelijk hoger dan de gesloten en onverlichte betonhokken (soms ook varkenshokken genoemd, zie destijds Appelterre): ruim meer daglicht vanbinnen, vaak een of twee zitbankjes, en meer dan eens veel ruimer dankzij een zowat ‘modulaire’ constructie. Doorgaans trof men ze aan bij kleine haltes zoals nu nog in Genly en Vijfhuizen, maar ook op het tweede perron van kleinere stations, zoals destijds in Dave-St.Martin en vandaag nog in Bissegem. Ook zij hebben geleidelijk het onderspit moeten delven door de massale sluiting van talrijke kleine stations en haltes in de jaren 80, soms ook om het perron te kunnen ophogen. Zelf hadden we er nog amper een tiental gevonden, waarvan verschillende intussen ook al afgebroken werden, o.m. in Archennes en Pécrot. Mogelijk vinden we hier en daar nog een eenzaat, maar die kans wordt met de dag kleiner.
|
Pas du plus grand confort, mais tout de même mieux que des cagibis cloîtrés et sans éclairage, comme jadis celui de Lodelinsart (voir plus haut). On les trouvait surtout sur les quais des haltes, voire les quais d’en face de certaines petites gares. Les fermetures massives des années 80 eurent raison de ces abris, si ce n’était afin de pouvoir rehausser le quai des gares subsistantes, comme récemment à Pécrot et Archennes. Actuellement il est bien difficile d’en trouver, les quelques abris ci-devant étant peut-être les derniers…
|
OPGELET: de perronhuisjes langs een geasfalteerde tracé worden hier niet besproken!
ATTENTION: les abris situés le long d'un tracé asphalté ne sont pas pris en compte ici!
ATTENTION: les abris situés le long d'un tracé asphalté ne sont pas pris en compte ici!
HET PERRONHUISJE VAN EERNEGEM
|
L'abri d'Eernegem
|
Een mysterieuze foto uit een ander tijdperk, zo leek het wel, zette ons ertoe aan om bij gelegenheid toch eens te gaan kijken in Eernegem, op de verdwenen spoorlijn 62 (destijds 63) Oostende-Torhout, ooit op dubbelspoor. Geen station meer, maar een parking. Geen open emplacement meer, maar veel bomen en veel lommer. En daartussen geen spoorlijn meer, wel een fietspiste, maar – o wonder - niet geasfalteerd, een rariteit in dit asfaltminnend land. En het mysterieuze bouwsel? Duidelijk een oud perronhuisje. Gezocht maar niet gevonden. Voorzeker afgebroken. Tot we er plots voor stonden. Vrijwel onherkenbaar, en wellicht te lelijk geworden. Maar liever dan dit ultieme relict wat op te kalefateren – waarom niet? – werd het botweg gecamoufleerd, zoals je ziet (hopelijk geen asbestplaat). Maar gelukkig had op de zijkant een nostalgische ziel de afbladderende naam wat bijgeschilderd. En dus stonden we hier dan toch, met een krop in de keel, naast de laatste getuige van wat ooit het station Eernegem was.
|
Station Eernegem, toen nog op lijn 63 uit Oostende, met expresstreinen naar Rijsel(Lille) en Parijs(Paris) - helemaal links, op het andere perron, het bewuste perronhuisje
|
Lijn 62 vandaag, op ongeveer dezelfde plek in Eernegem - hier geen harde asfalt, maar fijne zachte steengruis (28 juli 2022)
|
Méconnaissable, mais toujours présente, cette dernière relique de la gare d'Eernegem qui, jadis, voyait passer en trombe des express saisonniers d'Oostende vers Lille et même Paris. Aujourd'hui la double voie (ligne 63, puis 62) a cédé la place à une piste touristique, mais non goudronnée!
Verdwenen perronhuisjes
|
Abris disparus
|
1980, het einde van een tijdperk, toen kleine stopplaatsen nog hooguit een paar keer per dag bediend werden. Je zou het niet zeggen, maar niet langer hier in Veldegem - op de toen nog enkelsporige lijn 66 Brugge-Kortrijk - dat al een paar jaar niet meer bediend werd, als voorsmaakje van de grote tabula rasa van 1984 die ineens meer dan 230 stopplaatsen én stations liet verdwijnen. Sinds lijn 66 op dubbelspoor kwam is deze plek nu onherkenbaar.
A une époque où de nombreuses petites haltes étaient encore desservies, ne fut-ce que quelques fois par jour, à la Française, comme ici à Veldegem, sur la ligne 66 Brugge-Kortrijk. Même si en 1980 ce modeste point d'arrêt ne voyait plus aucun train le desservir, depuis deux ans déjà. Amer avant-goût de la grande table-rase de juin 1984 qui, en une seule fois, vit la fermeture pure et simple de plus de 230 gares et points d'arrêt. |
Hierbij nog enkele inmiddels verdwenen perronhuisjes. Enkele ervan werden nog vrij recent afgebroken.
Ci-après quelques abris disparus depuis, certains ayant été démolis il y a quelques années à peine
Seinhuizen |
Cabines (postes) de signalisation |
Sinds de grondige modernisering van de seininrichting en de concentratie ervan in een twintigtal grote seinposten zijn de klassieke seinhuizen aangeschoten wild. De meeste staan nu leeg, en de een na de ander valt ten prooi aan de slopershamer. Of de patrimoniumwaarde ertoe doet valt sterk te betwijfelen, zeker als het betrokken seinhuis zgn.“in de weg” staat – wat voordien nochtans geen probleem bleek. Hoog tijd dus om de overlevenden te snappen vooraleer ze op hun beurt ten prooi vallen aan de voortwoekerende tabula rasa op het Belgische spoorwegnet – al kan voor sommigen het vonnis intussen al voltrokken zijn.
Op enkele uitzonderingen na blijft onze keuze veeleer gericht op seinhuizen die kenmerkend zijn voor de (toenmalige) exploitatie. Daarnaast krijgen ook seinhuizen uit onze buurlanden een plaatsje, zij het verderop.
Op enkele uitzonderingen na blijft onze keuze veeleer gericht op seinhuizen die kenmerkend zijn voor de (toenmalige) exploitatie. Daarnaast krijgen ook seinhuizen uit onze buurlanden een plaatsje, zij het verderop.
Luttre-Pont-à-CellesHet seinhuis van Luttre dateert uit de tijd dat spoorlijn 124 Brussel-Charleroi onder draad kwam (1949) en is qua bouwstijl en afmetingen zowat de evenknie van dat van Baulers, dat echter ca. 2013 gesloopt werd. In 2020 stond dit louter functionele doch majestueuze seinhuis nog recht (foto 20 december 2013). Hierbij rijst de vraag of hier en daar een typische seinhuis voor het nageslacht bewaard zal blijven, als we denken aan dat van Braine-le-Comte, dat in 2015 werd afgebroken voor enkele parkeerplaatsen meer (zie verder).
|
Verdwenen...
|
Disparus...
|
Oudenaarde |
Een houten seinhuis op het Belgische net? In 1988 zag je die haast nergens nog. Zoveel waren het er nu ook weer niet. In ons archief vonden wij hooguit 3 locaties: Leuze, Quenast (de laatste) en deze hier in Oudenaarde, kant Ename. Maar ook hier zijn zijn dagen geteld. Spoorlijn 89 Denderleeuw-Kortrijk is nog maar een paar jaar volledig geëlektrificeerd of daar staan de bulldozers alweer klaar om alles opnieuw overhoop te gooien. En dat om juist geteld één vervelende overweg uit de wereld te helpen. Daarom moet het volledige stations-emplacement de hoogte in, sporen, perrons, alles. Alleen het stijlvolle station mag blijven, beneden dan. Zo fris ziet dit seinhuis er op deze 28 mei 1988 ook niet meer uit. En dus ook hier: tabula rasa!
|
Braine-le-ComteOp 15 november 2007 was het seinhuis aan het station Braine-le-Comte nog operationeel. Begin 2015 ging deze typische constructie echter tegen de vlakte, naderhand bekeken voor hooguit een handvol parkeerplaatsen meer! Was ze misschien bouwvallig? Niet echt waarschijnlijk, zo’n constructies waren gemaakt om de tand des tijds te trotseren. Zou er anderzijds zoiets bestaan als geklasseerde seinhuizen? In andere landen gebeurt dit wel meer. Hier in België werd een aanvraag tot klassering van dit seinhuis echter verworpen...
|
Halle
Januari 1979, toen het nog echt winterde, en de Halse bareel meer toe dan open was. Zeker naar het einde toe, begin de jaren 90, werd dit pronkstuk veelvuldig op de gevoelige plaat gezet. Zij het telkens opnieuw van op hetzelfde 'aanbevolen fotopunt' aan of achter de overweg, zeg maar vanuit steeds dezelfde hoek. Hier dus, voor de verandering, een sfeerbeeld vanuit de andere kant, van op het ondergesneeuwde stationsplein en - o gruwel - in tegenlicht nog wel, achter de 'verrière' van de voetgangerstunnel naast de beruchte overweg. Dit alles hoort al bijna 30 jaar tot het verleden, het steen voor steen afgebroken maar nooit heropgebouwde historische stationsgebouw incluis. Maar of de huidige overwegvrije situatie voor iedereen wel een zegen is?
|
Impression hivernale et - horreur! - en contre-jour de la belle cabine de Halle, le 6 janvier 1979, alors qu'elle est généralement connue sous l'angle opposé, le soleil obligatoirement dans le dos, depuis le passage à niveau plus fermé qu'ouvert - au grand dam des Hallois, aujourd'hui soulagés d'en être débarrassés depuis la mise sous terre des voies pour le passage du TGV, il y a presque 30 ans d'ici.
|
OVER DE GRENZEN... |
Au-delà des frontières |
Goederenloodsen (magazijnen) |
Halles aux marchandises |
Sinds de meeste spoorwegmaatschappijen het vervoer van stukgoed en colli hebben opgegeven liggen de goederenloodsen er verlaten bij - als ze al niet voordien in onbruik raakten bij de sluiting van spoorlijnen. In België zijn vooral de goederenloodsen bij (grotere) reizigersstations aangeschoten wild, denk maar aan Vilvoorde en onlangs nog Braine-le-Comte, meer dan eens om nog meer parkeerruimte vrij te maken voor pendelaars. Of nog omdat ze bouwvallig werden, of gewoon 'in de weg' stonden.
Depuis que les sociétés ferroviaires ont abandonné le transport de détail et des colis, ou tout simplement par les fermetures de lignes, la plupart des halles à marchandises sont en attente d'un sort peu enviable: dégradation, ruine, ou encore la démolition pure et simple. |
Verdwenen...
|
Disparus... |
MoorselNa jaren van leegstand en verval werd de goederenloods van Moorsel op wat ooit lijn 61 geweest is in 1994 afgebroken. Vroeger trof je zulke gebouwtjes aan in zowat elk station van het net. Maar sinds de NMBS het vervoer van stukgoederen overboord gooide, en zelfs voordien al, werden ze in versneld tempo overbodig, zelfs grote kleppers als Athus of Ronse. En gelijk zijn ze meer en meer het slachtoffer geworden van de afbraakwoede van de spoorwegbeheerder, zodat het langsom moeilijker wordt om er op het huidige net nog een te bespeuren. Vandaag vind je er hier en daar nog wel, maar dan langs voormalige lijnen en tracés, meer dan eens in redelijk goede staat dankzij klassering, of gewoon omdat de huidige eigenaar daar meer respect voor heeft dan de vorige…
|
Omniprésentes sur tout le réseau, les halles aux marchandises ont eu leur temps, surtout depuis que le chemin de fer a abandonné tout trafic de détail. Victimes de la table rase effrénée sur les lignes actuelles, ont les trouve encore sur les tracés abandonnés, bien souvent délabrées ou transformées, mais tout aussi bien dans leur état d’origine, certaines classées monument historique, sinon bien entretenues par leur propriétaire actuel. |
OVER DE GRENZEN |
Au-delà des frontières |