Railations
  • HOME
    • Welkom
    • Info
    • Nieuws & Update
    • Tussenstand
    • Lijnnummers
    • Uit ons archief
    • Accueil
  • VESTIGIA
    • Vergeten sporen >
      • Laatste eindjes
    • Vennbahn
    • Vervallen stations
    • Spookstations
    • Oude spoorweggebouwen
    • Bruggen & Viaducten
    • Merkwaardige viaducten
    • Stille getuigen
  • TUNNELS
    • Ardennen
    • Senzeille
    • In en rond Huy
    • Plateau van Herve
    • Langs de Vesdre
    • Tunnels over de grens
    • Tunnels Wiltzvallei
  • SPOORWEGSITES
    • Verviers-Battice >
      • Verviers-Battice (FR)
    • Hermanmont
    • Lommersweiler
    • Vertakking Melle
    • Tunnel Keizersberg
    • Rechte Moselstrecke
    • Onder de Vogezen door
    • Tunnels boven de Albarine
    • Artouste
  • OUDE TRACÉS
    • Spoorwegknoop Florennes >
      • Walcourt-Morialmé
      • Ermeton-Senzeille
    • Gouvy-SanktVith >
      • G-SVith tussen het puin
    • Zelzate
    • Clabecq-Ecaussinnes
    • La Louviere-Bascoup
    • Pays Noir >
      • Trazegnies-Luttre
      • Jumet-Courcelles
      • Jumet-Marchienne
    • Borinage >
      • Hensies-Bernissart
    • Merkwaardige tracés >
      • Baulers-Manage
    • Maastricht-Vaals
    • CFD Lozere
    • Spooklijn langs de Tarn
    • Spoleto-Norcia >
      • Valnerina
  • GRENSLIJNEN
    • De Duitse grens over
    • De Preuswaldroute
    • Weelde-Baarle
    • naar de Franse Nord
    • Ardennen & Gaume
    • Buurtspoor over de grens
  • BUURTSPOOR
    • Stelplaatsen NMVB >
      • Stelplaatsen VL-Brabant
      • Stelplaatsen West- en Oost-VL
      • Dépôts vicinaux Wallonie - Hainaut
      • Dépôts Namur & Brabant Wallon
      • Dépôts Liège & Luxembourg
      • Verdwenen stelplaatsen
    • Stations buurtspoor
    • Buurtspoor over het water
    • Vergeten buurtspoor
    • Nivelles-Soignies
    • Nivelles-Virginal >
      • Virginal-BLComte/Rebecq
    • Bohan
    • Citadelle Namur
    • naar Martelange
  • KANALEN
    • Kanaal Ieper-Komen
    • Kanalen in de Borinage
  • REGIO
    • Regiospoor Benelux
    • Regiospoor FR
    • Regiotrein door Frankrijk

OUDE STELPLAATSEN IN WALLONIË

Anciens dépôts vicinaux en Région Wallonne



LIÈGE  &  LUXEMBOURG



LIÈGE

HANNUT - GLONS - WIHOGNE - OREYE - WAREMME - ENVOZ - JEMEPPE-S/MEUSE
- VILLENCOURT - WARZÉE - COMBLAIN-AU-PONT - POULSEUR - TROOZ - TIÈGE - ​EYNATTEN

BASSENGE - ANS - WANZE - VERLAINE - GOÉ - LIERNEUX​

​Hannut
​De stelplaats Hannut, pal tegen het toenmalige spoorwegstation (lijn 127), lag op het knooppunt van buurtlijnen naar St-Truiden, Verlaine/Jemeppe-sur-Meuse, en Forville/Namur. Een belangrijk knooppunt dus, niet zozeer voor reizigersverkeer in deze landelijke regio, dan wel voor het vervoer van steenkool en in het najaar vooral suikerbieten en pulp naar en van de talrijke suikerfabriekjes en rasperijen in oostelijk Haspengouw. Dankzij deze trafiek bleef de stelplaats in dienst tot het einde van de jaren 50, daar waar de reizigersdiensten in de naoorlogse jaren een na een wegvielen, tot midden de jaren 50. Na het einde van de spoorexploitatie werd Hannut niet verder gebruikt als busgarage, te meer daar begin de jaren 50 een nieuwe busdepot was ingeplant op het voormalige knooppunt Omal een eindje verder.
Afbeelding
Wat overbleef van de stelplaats Hannut op 28 juli 1967, op het voormalige buurtstation na - helemaal rechts de loods voor de stoomloks
                  ce qui restait du dépôt de Hannut en 1967, mis à part la gare vicinale à
                  l'autre bout du terrain, avec à droite l'ancienne remise aux locomotives
In tegenstelling tot de uit de kluiten gewassen stelplaats Verlaine in Luiks Haspengouw was Hannut een gewone stelplaats, met het buurtstation vlakbij het NMBS-station, het waterreservoir en twee loodsen aan het andere uiteinde van het emplacement (hierboven). Afgezien van het al langer afgebroken reservoir waren de overige gebouwen nog intact in 2012. Jammer genoeg werden beide loodsen, tot dan in gebruik door een garagebedrijf, kort daarna afgebroken om plaats te ruimen voor moderne woningbouw. De laatste getuige, het buurtstation, staat er echter nog en is bewoond ​(hieronder), maar bijna volledig aan het zicht onttrokken door de weelderige bomengroei die het stelplaatsterrein voor het grootste deel heeft ingepalmd.

​​​Le dépôt de Hannut, à l’intersection des lignes vicinales vers Namur, Jemeppe-s/Meuse et Sint-Truiden, et située près de la gare du chemin de fer 127 était jadis une importante plaque tournante, surtout pour le trafic de charbon et (en arrière-saison) de betteraves et de pulpe vers et depuis les nombreuses petites sucreries et raperies de Hesbaye, presque toutes disparues depuis. L’arrêt de ce trafic à la fin des années 50 signa du coup la fin du dépôt, qui ne fut pas converti en garage pour autobus, celui-ci ayant été établi sur le site d’Omal, tout proche, au début des années 50.
Qu’en reste-t-il aujourd’hui? Le château d’eau fut le premier à faire les frais de l’abandon. Mais ce n’est que vers 2014 que les deux grandes remises furent rasées pour de nouvelles constructions.
​Seule reste aujourd’hui la gare vicinale (ci-contre), blottie derrière le bosquet qui a envahi la majeure partie de l’ancien dépôt.

​
Afbeelding
25 februari 2017
Afbeelding

​
​Wie kon  toen vermoeden dat deze voormalige buurtspoorwegloods en de lokomotievenloods daarachter amper enkele jaren later zouden worden afgebroken?  (11 oktober 2012)​
​     
​Qui pouvait se douter que, 2 ans plus tard, ce bel ensemble - y compris l'ancienne remise aux locomotives - serait complètement détruit?
Afbeelding

​Glons
De stelplaats Glons, een van de oudste van de provincie (1893), lag op kop van de buurtlijn naar Bassenge en Maastricht, doorheen de schilderachtige vallei van de Jeker. Merkwaardig genoeg lag ze - voorbij Glons en Boirs - voor het grootste deel in de provincie Limburg. Pas in 1963 werd dit deel van de vallei naar de provincie Liège overgeheveld, zij het vele jaren na het einde van deze internationale buurtlijn. Het emplacement van deze stelplaats, vlak naast spoorlijn 34 Liège-Hasselt, is vandaag bijna volledig ingenomen door allerhande bebouwing, veelal woonhuizen en bijhorende tuintjes. Vooral de oude remise is als dusdanig vrijwel onherkenbaar. Alleen het stationsgebouw staat nog fier rechtop, zo goed als intact, vlak naast het NMBS-station.
Foto
GLONS - herken je hier de oude buurtspoorwegloods?
Foto
Foto
GLONS - buurtspoorwegstation en NMBS-station zij aan zij op 26 februari 2009. Het 2e perron van lijn 34 is pas opgeheven. In de verte de Montzenlijn 24.
Foto
11 april 2017
Le dépôt vicinal de Glons, tête de ligne vers Bassenge et Maastricht longeant la pittoresque vallée du Geer et un des plus anciens de la province (1893), se situait le long du chemin de fer Liège-Hasselt (ligne 34). Abandonné depuis la dernière guerre, son emplacement est presque totalement occupé par de nombreuse habitations et leurs jardinets. Alors que la gare vicinale, à peine altérée et habitée, se dresse toujours fièrement à deux pas de sa collegue SNCB, la remise vicinale à l'autre bout du terrain est à peine réconnaissable telle quelle (vues du 11 avril 2017).​​​

Wihogne
Iets meer dan halfweg tussen Liège/Luik en Tongeren, vlakbij de huidige gewestgrens, op wat voor beide provincies de allerlaatste volwaardige buurtlijn zou worden, tot einde 1961. Aanvankelijk ging het vanuit de vurige stede niet verder dan deze stelplaats, maar toen de lijn werd doorgetrokken, met een grotere stelplaats in elk van beide steden, verloor Wihogne aan belang, en zou naar het einde toe nog enkel dienen voor het stallen van reserverijtuigen. Vandaag heeft een drukke bloemen- en tuinzaak het emplacement ingenomen en geleidelijk heringericht, waardoor het nog bestaande waterreservoir (annex magazijn) vandaag niet meer als dusdanig herkenbaar is. Wat gelukkig nog wel het geval is voor de vier loodsen en het stationsgebouw langsheen de Tongersesteenweg.
Foto
Foto
In 2008 was het waterreservoir van Wihogne nog goed herkenbaar
Foto
11 april 2017

A mi-chemin entre Liège et Tongeren, sur ce qui fut la toute dernière ligne vicinale électrique de ces deux provinces, jusque fin 1961. Déjà à cette époque Wihogne ne servait plus que comme abri pour du matériel de réserve. Aujourd’hui c’est un gros fleuriste qui s’y est installé, adaptant le site à ses besoins. Mais alors qu'actuellement le château d’eau, encore bien visible en 2008, est à peine reconnaissable, les quatre remises et la gare vicinale sont toujours bien présentes le long de la grand-route.
Oreye

De buurtspoorwegstelplaats Oreye, zowat halfweg op de 35 km lange elektrische buurtlijn tussen Liège en St-Truiden, was ook het vertrekpunt van de zijlijnen naar Waremme en Borgloon/ Kortessem. Zoals op tal van andere locaties werd ook deze stelplaats in twee gedeeld. Vooraan het stationsgebouw en zowat een derde van het emplacement ten behoeve van de TEC-bussen. Achteraan, op de rest van het uitgestrekte stelplaatsterrein waarop een bouwonderneming zich gevestigd heeft, bevonden zich de rijtuig- en locomotiefloodsen, waarvan in april 2018 alleen deze laatste nog overeind stond, terwijl de twee andere duidelijk nog maar pas waren afgebroken. Langs de zijkant staat nog steeds de oude waterpomp met kolenmagazijn, en pal in het midden van het hele emplacement het wel heel opvallende gebouw van (wat wij aannemen) het voormalige elektrische onderstation. Welk lot de resterende gebouwen van deze al bij al nog vrij volledige stelplaats beschoren is zal ons wellicht pas later dit jaar duidelijk worden.
Foto
19 april 2018
​Du dépôt vicinal d’Oreye, jusqu’il y a peu encore relativement intact, seul le premier tiers sert encore pour les bus du TEC, y compris l’ancienne gare vicinale. Le reste de ce vaste emplacement est occupé par une entreprise de constrcution qui, très récemment, a entrepris de démolir les anciennes remises situées tout au fond. Lors de notre passage, seule la remise des locomotives était encore debout, ainsi que le château d’eau et le magasin à combustibles. Remarquons encore le curieux bâtiment de (ce que nous supposons être) l’ancienne sous-station électrique de la ligne vicinale de Liège à St-Truiden, avec embranchements non-électrifiés vers Waremme et Borgloon. Du premier dépôt, un peu plus loin côté Liège, érigé par la compagnie Ans-Oreye au début de l’exploitation, il ne reste plus rien.​
Foto
Foto
inmiddels afgebroken (entre-temps démolie) < 2020
Foto
NOOT - Van de eerste stelplaats, destijds opgericht door de compagnie Ans-Oreye, amper 150 meter verderop richting Liège, blijft niets meer over, en het emplacement is vandaag volledig ingenomen door bewoning en achtertuinen.
​

Waremme ​ (thans verdwenen-disparu)
Foto
L'ancienne gare vicinale de Waremme en 2009 et démolie depuis.
​Veel beweging valt hier op 18 november 2009 niet meer te bespeuren. Hoe kan men zich nog voorstellen hoe druk het was hier in WAREMME, elk najaar opnieuw? Nochtans draait de suikerbietencampagne in Haspengouw dan op volle toeren. Maar de rasperij even verderop is al enkele decennia dicht – en intussen uit het landschap verdwenen, zoals voordien ook de buurtspoorlijnen én de stelplaats. Het personeel, de sporen, de werkplaats, de stelplaats, een na een verdwenen ze. Alleen het stationsgebouw en een goederenmagazijn bleven overeind en vonden een andere gebruiker. Tot ook deze er de brui aan gaf – tenzij de brand in het verlaten gebouw daar voor iets tussen zat. Hoe dan ook, in 2009 stond dit relict uit een ander tijdperk eenzaam te verkommeren, vlak naast het gerenoveerde NMBS-station, en oogde de toekomst hoogst onzeker. En inderdaad, enkele jaren later werd de hele site platgelegd voor een nieuwe woonblok en een bijkomend parkeerterrein voor... treinforensen.

Envoz (Couthuin)
Foto
Foto
Stelplaats Envoz, halfweg tussen Bierwart en Statte (Huy), lag er op 1 maart 1972 verlaten bij. Ruim 40 jaar later zijn de verschillende gebouwen elk apart bewoond of in gebruik, maar heeft het stationsgebouw vooral aan straatkant zijn oorspronkelijk karakter behouden (11 oktober 2012).​
​
                Déjà à l'abandon en 1972, le dépôt d'Envoz (Couthuin) est aujourd'hui habité, mais garde en grande partie son caractère vicinal d'origine.​​

Jemeppe-s/Meuse
Foto
Foto
Jemeppe-sur-Meuse was het eindpunt van twee elektrische lijnen (naar Hollogne/Liège en Verlaine), met een stationsgebouw en een dienstgebouw met wachtzaal, rechtover het inmiddels verdwenen spoorwegstation van de Nord-Belge, en verderop een waterreservoir met kolenmagazijn. Ooit zouden daar ook twee loodsen gestaan hebben, zij het voor de goederendienst naar Mons/Crotteux, terwijl de reizigersdiensten steevast de stelplaatsen Verlaine en Saint-Gilles als standplaats hadden. Beide langgerekte emplacementen (spoor én buurtspoor) zijn vandaag grotendeels ingenomen door een supermarkt. Alleen die twee gebouwen van het buurtspoor staan er nog (26 januari 2018) maar spelen geen rol meer voor de bussen van de TEC.

Terminus de deux lignes électriques (Liège et Verlaine), Jemeppe disposait d’une gare vicinale et d’un bâtiment de service avec salle d’attente, situées en face de l’ancienne gare du Nord-Belge. Au-delà il y avait aussi un château d'eau avec magasin au charbon, ainsi que deux remises principalement affectées à la desserte marchandises vers Mons et Crotteux. Toutes ces voies ont disparu, laissant la place à un supermarché. Seuls les bâtiments d'accueil du vicinal  y sont encore (ci-devant), mais n’ont plus rien à voir avec les bus du TEC.​

Villencourt  (verdwenen-disparu)
Mysterie, avontuur, nieuwe ontdekkingen, dit alles op onze zoektocht naar de voormalige NMVB-stelplaats Villencourt, wellicht de meest afgelegen van het toenmalige buurtspoorwegnet, op de buurtlijn van Val-St-Lambert (Seraing) naar Neuville en Clavier, hartje Condroz. Villencourt is geen dorp, niet eens een gehucht, maar een plek in het bos, in de gelijknamige vallei, ver van alle bewoning, op een verlaten hoeve na, en alleen bereikbaar via een hobbelig kasseitje. De stelplaats lag niet ver van de bekende kristalfabrieken, en wij nemen aan dat er in die industriële omgeving nergens anders voldoende ruimte was.​
Foto
​Al goed dat we op een oude stafkaart de site van deze langgerekte stelplaats eenduidig konden bepalen, want deze is vandaag volledig ingenomen door bos. Van beide loodsen valt niets meer te bespeuren, op een betonnen vloerplaat na, met daarin een opgevulde schouwput. Daarnaast de restanten van een dienstgebouwtje, met hier en daar wat bouwpuin rondom, grotendeels overwoekerd tussen het struikgewas (foto's hieronder). Je moet al heel goed weten wat je zoekt, en vooral wáár, om hierin de overblijfselen van de stelplaats Villencourt te herkennen. Na het einde van de spoorexploitatie in 1952 was het hele gebied rond de spoorlijn, tot Neuville, volledig afgesloten als privé jachtgebied, waarvan hier en daar nog afsluitingen te zien zijn, vooral langsheen het riviertje. Wat in die periode met de stelplaats zelf gebeurd is mag joost weten.
Foto
Villencourt - hier lag de grote loods (cfr. postkaart hierboven)
Foto
Stelplaats Villencourt - laatste restant... (26 januari 2018)
Het hele tracé langs de Ruisseau de Villencourt en de Ruisseau du Fond du Bois de l’Abbaye (oef), geprangd tussen de steile wanden van deze diep ingesneden vallei, biedt een mooie asfaltloze wandeling van Val-St-Lambert tot in Neuville (Neupré), boven op het Condruzische plateau. 7 km lang ben je er vrijwel alleen, op een zeldzame wandelaar of fietser na. Een aanrader voor wie houdt van heerlijke rust langsheen een snelstromend riviertje, maar voorzie vanuit Neuville-en-Condroz wel een bus voor de terugkeer (TEC lijn 94) – tenzij je langs dezelfde weg terug naar af wilt.​
Foto
Foto
​Le dépôt de Villencourt, ou du moins ce qu’il en reste, un des plus reculés de l’ancien réseau vicinal, se trouve quelque part dans les bois autour de la vallée du même nom, pas loin des cristalleries du Val-St-Lambert et de la gare du chemin de fer où se trouvait le terminus de la ligne vicinale originaire de Clavier. Il faut déjà bien savoir ce que l’on cherche et où le trouver pour reconnaître le site de cet ancien dépôt, perdu dans les bois, à l’écart de toute habitation, et aujourd’hui envahi par la forêt. Plus de trace des deux remises, si ce n’est un revêtement en béton autour d’une fosse d’entretien comblée. Là tout près, quelques pans de mur d’un petit bâtiment de service dont on devine le contour sous la végétation recouvrant une vague couche de décombres disparates tout autour. Après la suppression, en 1952, le site du dépôt et de la ligne le long du cours d’eau devint chasse privée et fut interdit au public. Difficile donc de savoir ce qui s’est passé depuis sur le site de cet ancien dépôt.

Foto
Aujourd'hui, le tracé vicinal de 7 km en sous-bois, de Val-St-Lambert à Neuville (Neupré), vaut la randonnée, au fond de la vallée très encaissée des Ruisseaux de Villencourt et du Fond du Bois de l’Abbaye. Difficile toutefois de couper court, à moins de refaire le parcours complet en sens inverse. Sinon, prévoir un bus TEC (ligne 94) pour le retour depuis Neuville-en-Condroz.
​​.​

Warzée
​Deze stelplaats was de derde in haar soort op de 26 km lange buurtlijn van Clavier naar Comblain-au-Pont, die op elk van beide eindpunten reeds over een stelplaats beschikte. Daar bij elke nieuwe buurtlijn in principe ook een nieuwe stelplaats hoorde, gaan we ervan uit dat deze gebouwd werd voor de in 1914 geopende lijn naar Boncelles (na de oorlog verlengd naar Ougrée). ​
Op beide buurtlijnen werd de reizigersdienst einde 1947 opgedoekt, de goederenbediening amper 2 jaar later – allicht de laatste spooractiviteit in Warzée. Van de vier stelplaatsen in de Luikse Condroz (Villencourt, Clavier, Warzée en Comblain) is Warzée de enige overlever. De installaties waren vrij ruim opgevat, met grote loodsen en een (schilders)werkplaats, en uiteraard een stationsgebouw en een magazijn annex waterreservoir. Zoals op veel andere plaatsen is alleen deze laatste verdwenen. Alle andere gebouwen staan er nog en dienen nu voor de busexploitatie door de TEC. 
Foto
Foto
Foto
WARZEE, 22 maart 2012: geen  geluk, de bussen wachten op het piekuur en staan in de weg - op 9 juli 2019 (rechts) zijn ze gelukkig op de baan
                     A gauche, pas de chance: les bus attendent l'heure de pointe (2012) - à droite par contre ils sont tous partis prendre du service (2019)​
Foto
Warzée - het buurtspoorwegstation op 9 juli 2019 (la gare vicinale)
Foto
de grote loods en de werkplaats (la grande remise et l'atelier)
​Comme la ligne vicinale de Clavier à Warzée et Comblain-au-Pont (26 km) disposait déjà d’un dépôt à chacune de ses extrémités, on peut raisonnablement conclure que celui de Warzée était avant tout destiné à la ligne vers Boncelles, ouverte en 1914 et prolongée plus tard en direction d’Ougrée. Sur ces deux lignes, la desserte voyageurs fut supprimée en 1947, celle des marchandises à peine deux ans plus tard. Néanmoins, des quatre dépôts du Condroz Liégeois, seul celui de Warzée a survécu comme garage pour autobus. De tous les bâtiments de l’époque vicinale, seul le réservoir a disparu. Les grandes remises, la gare, le magasin et l'atelier, tous en bon état, sont toujours en place pour l’exploitation routière par le TEC.​

Comblain-au-Pont
​Ook al is er hier en daar wat aan verbouwd, oogt de stelplaats van Comblain-au-Pont, op de voormalige buurtlijn naar Ouffet en Clavier, nog relatief intact. En als je niet te nauw kijkt vang je in een uithoek zelfs nog een glimp op van de ooit zo typische buurtspoorwegsfeer van weleer. Vandaag doet dit emplacement wel nog dienst als stelplaats, zij het voor de bussen van TCM, in opdracht van de Waalse TEC (foto's  2007, 2011 en 2017).
Foto
Foto

​Nonobstant divers aménagements consécutifs, le dépôt de Comblain-au-Pont, sur l'ancienne ligne vers Ouffet et Clavier, reste relativement 'complet'. Même que dans l'un ou l'autre recoin il est encore possible d'y humer un relent de cette atmosphère vicinale d'autrefois, si typique, et ce malgré la présence des autobus TCM qui assurent aujourdhui plusieurs services pour le TEC.
Foto
Foto

​Poulseur
​Vanuit de stelplaats Poulseur, vlak naast het NMBS-station, vertrok de buurtlijn naar Sprimont, een van de oudste van de NMVB. Door de aanwezigheid van heel wat steengroeven werd ze aangelegd met normaalspoor als rechtstreekse verbinding met de 'grote' spoorweg. Later werd ze verlengd tot Trooz waar ook een stelplaats lag, maar slechts tot in de jaren 30. Het baanvak naar Sprimont overleefde echter tot in 1965, zij het enkel nog voor zwaar goederenverkeer en nog steeds met normaalsporige stoomlocomotieven van de NMVB. Het einde van de exploitatie betekende meteen de sluiting van de stelplaats, die al gauw van de hand gedaan werd. Alle loodsen staan er echter nog en maken vandaag deel uit van een Citroëngarage. ​Het valt op dat deze stelplaats geen stationsgebouw had, en ook geen waterreservoir. Blijkbaar werd door de nabijheid van de Ourthe het water voor de stoomloks gewoon uit de rivier gepompt.
Foto
POULSEUR - de stelplaats nu, als Citroëngarage (foto garage Bechoux)
Foto
POULSEUR - dienstgebouwtje pal tegen de grote loodsen - of was dit misschien de lampisterie? (12 april 2017)
Foto
POULSEUR - overzicht van de stelplaats, vlak naast het NMBS-station. Mogelijk diende het langwerpige gebouw achteraan (cfr. hieronder, op 12 april 2017) als rijtuigenloods en/of als schilderswerkplaats.
                       Le long bâtiment tout au fond (et ci-après en 2017) était
                        la remise aux voitures, ou peut-être l'atelier de peinture
​
Foto
Foto
POULSEUR - let op de oorspronkelijke bouwstijl van de loodsen en
​            op de uitstekende nok voor de rook van de stoomlocomotieven
​
Point de départ de la ligne vicinale à voie normale vers Sprimont (et par après vers Trooz, jusque dans les années 30), une des plus anciennes de la SNCV, le dépôt de Poulseur survécut en trafic marchandises jusqu’en 1965, comme tout dernier dépôt de la SNCV uniquement consacré à la traction vapeur. Curieusement, pas de gare vicinale ni de réservoir sur ce site, l’Ourthe toute proche fournissant directement l’eau nécessaire aux locomotives. Abandonnées dès l’arrêt de l’exploitation, les remises servent aujourd’hui pour un garage Citroën.​

​Trooz
Foto
Foto
Op 22 augustus 1983 was de stelplaats TROOZ nog vrijwel intact, al werd deze normaalsporige buurtlijn uit Sprimont (en Poulseur) al in de jaren 30 uitgebroken. Vandaag echter staat alleen het stationsgebouw nog recht (12 april 2017).
​
Du dépôt de Trooz ne reste que la gare vicinale (12 avril 2017). 35 ans plus tôt le site était encore intact, alors que le démontage de la ligne vers Sprimont date déjà des années 30.​

​Tiège
Foto
Foto
stelplaats TIÈGE - links de hoek van de grote rijtuigenloods
                                                    à gauche l'angle de la grande remise (12 avril 2017)​
De stelplaats Tiège lag op de ietwat geïsoleerde buurtlijn van Spa naar Heusy, waar ze echter aansloot op het toenmalige stadsnet van Verviers. In de beginperiode, rond 1910, werd enkel van Spa naar Tiège elektrisch gereden. Het baanvak naar Heusy, aanvankelijk met stoom, volgde een paar jaar later. Gelijk met haar stelplaats gold ze als de hoogste elektrische lijn van het buurtnet (tot ca. 370 m), op de flank van het massief van de Hoge Venen. Helaas ging deze schilderachtige lijn reeds midden 1952 ten onder, waarna de stelplaats nog een tijdje in dienst bleef als busdepot, tot ca. 1970. Later werd de site overgenomen door een bouwbedrijf, maar huisvest nu een 'centrum' voor oldtimer auto's. Het mooie stationsgebouw met zijn langwerpige dienstvleugel is nog steeds in goede staat. Van de grote rijtuigenloods daar tegenover bleven na grondige renovatiewerken alleen de muren uit het NMVB-tijdperk bewaard (helemaal links op de foto hiernaast) . Andere gebouwen uit die tijd zijn er echter niet, of niet meer.
Foto
De benaming van deze stelplaats varieert nogal naargelang het geraadpleegde document: Tiège, Sart, Balmoral… Zelf ligt ze op amper 800 m van de bekende site van Balmoral, vlak buiten Spa, maar wel op de toenmalige gemeente Sart-lez-Spa, met Tiège als dichtst gelegen woonkern. In haar dienstregelingen vond de NMVB het echter geraadzaam om gewoon “dépôt” te vermelden, zonder meer. Tot de verbussing in 1952: dan werd het ineens 'dépôt de Balmoral'. Wij houden het echter bij de geografisch correcte benaming ‘Tiège’.
Let op de palen van de toegangshekken tot de site (hiernaast), waarvoor de bovenste helft van oude bovenleidingsmasten gebruikt werden, zoals er aan het eindpunt van het stadsnet van Verviers in Heusy nog twee overbleven (hieronder) tot in 1969, laatste jaar van de tramexploitatie aldaar. 
Foto
        de volledige foto vind je in de archiefrubriek ​
Foto12 april 2017
​

Le dépôt de Tiège servit uniquement à la ligne vicinale électrique relativement isolée de Spa à Heusy, où elle se connectait au réseau urbain de Verviers, métrique lui aussi. Cette ligne pittoresque, en vue du massif des Hautes Fagnes et culminant à 370 m d’altitude, était la plus élevée du réseau vicinal électrique, mais disparut déjà en 1952. Dès lors, comme un peu partout ailleurs, le dépôt servit comme garage pour autobus, jusque vers 1970, et fut par après repris par une entreprise de construction. A l'heure qu'il est c'est un 'centre' d'anciennes automobiles qui s'y est installé. Alors que la belle gare vicinale est restée intacte, le toit et les portes de la grande remise furent renouvelées de fond en comble, ne laissant que les murs d’origine comme seules reliques de sa fonction vicinale. L’ensemble est situé sur l’ancienne commune de Sart-lez-Spa, à 2 km du hameau de Tiège, d’où sa dénomination, alors que les vicinaux, dès le passage à l’autobus, en firent le dépôt ‘de Balmoral’, lieu bien connu sur les hauteurs de Spa, à moins d’un km de là. Remarquez enfin les piles d’accès au site, issus de la partie supérieure d'anciens mats de la ligne aérienne du tram disparu (dont deux exemplaires subistèrent au terminus de Heusy - ci-contre) jusqu’en 1969, dernière année d’exploitation des tramways Verviétois.​

Eynatten
Foto
Foto
​Deze stelplaats van de Aachener Kleinbahn Gesellschaft (thans ASEAG) lag op de elektrische lijn Aachen-Eupen en op het eindpunt van deze uit Brand en Raeren, en kwam na WO1 onder beheer van de NMVB. Naar verluidt zouden er binnen in de loodsen nog sporen liggen (11 april 2017).​
​
​Cet ancien dépôt de l'AKB (devenue ASEAG par la suite), à l'intersection des lignes électriques Aachen-Eupen et Brand-Raeren-Eynatten,
​passa sous le giron de la SNCV au lendemain de la première guerre. Il resterait encore des voies à l'intérieur des anciennes remises.​
​​

Foto
BASSENGE (11 april 2017) - lijn Liège-Riemst
Foto
VERLAINE (4 november 2010) - lijn Jemeppe-s/Meuse-Hannut
Foto
ANS (19 april 2018) - lijn Ans-Oreye
Foto
GOÉ (28 november 2014) - normaalspoorlijn Dolhain-Eupen(Bas)
Foto
WANZE (25 febr.2017) - lijn Statte-Waremme
Foto
LIERNEUX (25 oktober 2012) - lijn uit Vielsalm

VERDWENEN STELPLAATSEN/DÉPÔTS DISPARUS EN PROVINCE DE LIÈGE

Barchon - Clavier - Ferrières - Fexhe-le-Haut-Clocher - Oreye (I) - Villencourt - Waremme

De ces 7 dépôts, dont il ne reste plus de trace visible, le site a complètement disparu, sauf ceux de Ferrières et de Villencourt (voir en début de page), et encore...  ​Omal était une gare de croisement, mais non un dépôt vicinal. Le dépôt de Fouron-le-Comte se trouvait jadis en province de Liège, alors que cette commune se situe aujourd'hui dans le Limbourg.
D'autres sites sont en cours d'investigation.

Van deze 7 voormalige stelplaatsen hebben we geen zichtbare overblijfselen uit de buurtspoorwegtijd gevonden en is het emplacement volledig verdwenen, op deze van Ferrières en Villencourt na (zie elders op deze pagina), en dan nog.... 
Omal was enkel een kruisingstation, maar geen buurtspoorwegstelplaats.
De stelplaats van 's Gravenvoeren lag destijds in de provincie Liège, al ligt deze gemeente nu in de provincie Limburg.
Andere sites moeten nog worden onderzocht.

LUXEMBOURG

WELLIN - FLORENVILLE - VILLERS-DEVANT-ORVAL - ETHE - SAINTE-CROIX
- BASTOGNE - AMBERLOUP - BACONFOY -  ​LA ROCHE-EN-ARDENNE - MANHAY

MARLOIE - MAISSIN - BOUILLON - ETALLE - HOUFFALIZE

Wellin
Foto

​De stelplaats Wellin lag op de lijn van Rochefort naar Grupont, met aftakking naar Daverdisse en Graide, en als dusdanig het centrum van de kleine 'Groupe de Wellin'. Begin deze eeuw was de stelplaats zelf nog relatief intact (foto hierboven, 15 augustus 2000). Sindsdien echter werden het oude waterreservoir, twee loodsen en de meeste dienstgebouwen afgebroken om plaats te maken voor o.m. een supermarkt. Wel dient de laatste loods vandaag nog steeds als busgarage voor de TEC.

Du dépôt de Wellin, sur la ligne de Rochefort à Grupont et Graide, encore quasi intact au début de ce siècle, une bonne partie des bâtiments (ci-devant) ont depuis étés démolis, laissant la place à un supermarché. La dernière remise sert toutefois de garage pour les autobus du TEC.
Foto
Foto
Foto
WELLIN - het goederenmagazijn naast het stationsgebouw is nu een bakker, met achterin de laatste loods (1 augustus 2017)
​

Florenville
Florenville was de enige stelplaats op de ca. 30 km lange buurtlijn van Marbehan naar Ste-Cécile, waar de vernielingen begin WO II meteen het definitieve einde betekenden voor de spoorexploitatie. Jarenlang bleef het complex zo goed als intact, zij het dan als busgarage, eerst voor de NMVB, later voor de TEC. Na ruim een halve eeuw werd het waterreservoir dan toch afgebroken. Enkele jaren geleden was het de beurt aan de locomotievenloods, waarin naar verluidt nog een paar sporen zouden gelegen hebben. Vandaag blijven nog enkel de rijtuigenloods en de voormalige schilderwerkplaats over, terwijl het mooie buurtspoorwegstation in okerkleurige zandsteen, pal rechtover het nu leegstaande NMBS-gebouw, thans gebruik wordt door een bouwondernemer.
Foto
Foto
FLORENVILLE - op 12 augustus 1982 stond het waterreservoir er nog en was de stelplaats zo goed als intact. Ook de locomotievenloods (hieronder, juni 2000) bleef jarenlang onaangeroerd. De oorspronkelijke toegang tot de stelplaats (hiernaast op 9 augustus 2006) werd intussen verlegd naar de andere kant van het buurtspoorwegstation.​​
Foto
Foto
FLORENVILLE - het buurtspoorwegstation op 12 november 2007
Alors que les destructions de la dernière guerre sonnèrent le glas de la longue ligne vicinale de Marbehan à Ste-Cécile (30 km), le dépôt de Florenville, le seul de la ligne, resta​ en service comme garage pour autobus, jusqu’à ce jour. Resté intact pendant près d'un demi-siècle, il fut d'abord amputé de son château d’eau (fin du siècle dernier), puis de sa remise aux locomotives, il y a quelques années à peine. ​La belle gare vicinale, en face du bâtiment SNCB inutilisé, sert actuellement de bureau pour une entreprise de construction.
​​.​
Foto
Voormalige buurtspoorwegstelplaats Florenville op 22 maart 2019
Foto
Florenville, l'ancien dépôt vicinal le 22 mars 2019

Villers-devant-Orval

Foto
de volledige stelplaats, gezien vanuit Orval (22 maart 2019)  -  ​vue depuis Orval​
Foto

​De stelplaats Villers-devant-Orval lag aan het zuidwestelijke uiteinde van de geïsoleerde buurtlijn uit Etalle, waar eveneens een stelplaats lag (zie helemaal onderaan). Twee stelplaatsen op deze 30 km lange buurtlijn heeft uiteraard te maken met de voor die tijd grote afstand. Wat opvalt is de eigenaardige inplanting van deze lijn, tussen twee relatief geïsoleerde dorpen, wat zou kunnen wijzen op een onafgewerkt project. Dit was inderdaad het geval, zowel van Etalle naar Arlon, als van Villers naar het station van Margut in de Franse Ardennen. Toch werden nooit werken in die zin ondernomen. Integendeel, deze afgelegen buurtlijn was een van de eerste van de toenmalige NMVB om te sneuvelen, midden de jaren 30.
Let op de merkwaardige architectuur van het stationsgebouw, en dit voor zo'n kleine buurtlijn, maar zeker geen uitzondering, denken we maar aan o.m. Brecht, Diksmuide en Nivelles. Dit gebouw staat er nog steeds, en is zo goed als intact, in de oorspronkelijke bouwstijl nog wel. Ook de stelplaats zelf staat er nog, met het waterreservoir annex kolenopslagplaats en de twee rijtuigenloodsen, waarvan de locomotievenloods zijn uitspringende nok bewaard heeft. Kortom, een volledig bewaarde stelplaats in een uithoek van het land, rakelings langs de Franse grens, en meteen een geschikte locatie voor een (buurt)spoorwegmuseum dat echter nooit van de grond kwam. Alleen een kleine stoomlocomotief die niets met de NMVB te maken heeft, vlak voor de rijtuigenloods, is daarvan overgebleven.
Foto
20 augustus 2010
Foto
22 maart 2019
Foto
Foto
L'ancien dépôt de Villers-devant-Orval est situé à l'autre bout de la longue ligne vicinale (30 km) ​​originaire d'Etalle. Un ligne isolée du reste du réseau, de nulle part à nulle part, et manifestement restée inachevée.puisque ses prolongements vers Arlon et Margut (F) ne furent jamais construits, et la ligne déjà abandonnée vers le milieu des années 30. L'ensemble des bâtiments est resté intact, tout particulièrement la belle gare d'un style tout sauf vicinal. Ce qui fit germer l'idée d'un petit musée ferroviaire, quoique resté sans lendemain, si ce n'est une petite locomotive tout sauf vicinale devant l'ancienne remise aux voitures.

Ethe
Foto
Foto
De stelplaats ETHE lag aan het uiteinde van de rond 1936 opgedoekte buurtlijn uit Arlon. Op 15 juli 2003 lagen beide loodsen er verlaten bij. De locomotievenloods (rechts) werd sindsdien afgebroken, de andere loods is thans opgeknapt en bewoond. Het stationsgebouw - niet verwarren met het al lang geleden afgebroken NMBS-station daar rechtover - staat nu op zijn beurt te verkommeren (3 maart 2017).​

​                   Une des remises du dépôt de Ethe (2003) est aujourd'hui restaurée et habitée, alors que la gare vicinale est à l'abandon (3 mars 2017).​

​Arlon (Sainte-Croix)
​​De eerste stelplaats van Arlon lag aan de overzijde van het spoorwegstation, aan het uiteinde van de buurtlijn uit Ethe. Ruim 15 jaar later, in 1906, kwam er een tweede stelplaats, ditmaal aan de noordrand van de stad, voor de buurtlijn uit Martelange. Op een dienstspoor na, rondom de stad, was er geen verbinding tussen beide en moesten de reizigers dan maar te voet verder.
​Pas na WO I werden dan toch een paar ritten doorgetrokken naar de stelplaats bij het NMBS-station. In 1936 werd de lijn uit Ethe echter opgedoekt. Die uit Martelange volgde in 1952. Vanaf dan werd Ste-Croix een busstelplaats, en is dat vandaag nog steeds. Op het waterreservoir na staan alle gebouwen nog recht: de twee loodsen, een dienstgebouw (wellicht de werkplaats) en uiteraard het stations-gebouw, dit alles in de mooie okerkleurige zandsteen van de Gaume, zoals in Florenville. Van de eerste stelplaats daarentegen, aan het station, is niets overgebleven.
Wat zeker opvalt is de grondige metamorfose in de omgeving van de huidige busstelplaats (foto's 23 maart 2019): het open landschap van toen, vlak buiten de stad, is vandaag grotendeels volgebouwd, en is Ste-Croix (naar de gelijknamige kapel rechtover het stationsgebouw) uitgegroeid tot een vrij drukke buitenwijk van deze al bij al kleine stad, maar wel de hoofdplaats van de provincie Luxemburg.
Foto
Arlon, chef-lieu de la province de Luxembourg, connut deux dépôts vicinaux, éloignés l'un de l'autre. Celui de la ligne d'Ethe, près de la gare, disparut peu après l'abandon de cette ligne en 1936. Aujourd'hui il n'en reste plus rien. L'autre, terminus de la ligne de Martelange, était situé sur les hauteurs de la ville, en face de la chapelle Ste-Croix, Une voie de service reliait les deux dépôts à travers champs, mais ne fut parcourue en service voyageurs qu'entre les deux guerres. Lors de la fermeture de la ligne de Martelange en 1952, le dépôt de Ste-Croix resta en service pour les autobus, ce qui est toujours le cas aujourd'hui. Hormis le château d'eau, disparu, les bâtiments vicinaux sont tous bien conservés. Remarquons enfin la métamorphose de ce quartier, jadis situé aux confins de la cité, aujourd'hui très urbanisé de part et d'autre de la Nationale 4, voie de pénétration par excellence.
Foto
Foto
Foto
Foto
Foto

​Bastogne
Foto
Foto
Op 16 augustus 1966 rangeert de tractor (ART) op wat overblijft van de sporenbundel, met in de verte het buurtstation, om er de uitgebroken rails te lossen (foto links). Waarna hij de loods zal binnenrijden, vlak naast wat overblijft van het spoor uit Martelange (helemaal links op de tweede foto).
Een maand later was ook dit laatste restje van deze bujurtlijn uitgebroken.​
Foto








BASTOGNE - toen spoor en buurtspoor nog actief waren:
links het NMBS-station, rechts dat van de buurtspoorweg 
​(datum en auteur onbekend)
​
​
Bastogne was een van de vijf stelplaatsen op de lange buurtlijn van Marche naar Martelange. Meteen ook de laatste van de vijf die nog enige spooractiviteit kende. Bastogne-Martelange was immers de laatste actieve buurtlijn in de provincie Luxembourg, tot in 1961. Drie jaar later begon de opbraak vanuit Martelange, waarbij gebruik werd gemaakt van een spoorauto die nog in Bastogne gestationeerd was. Naast het buurtstation en op het stelplaatsemplacement zelf waren de meeste sporen al verwijderd, maar de loodsen waren nog bereikbaar, zodat de tractor daar na zijn sinistere dagtaak een veilig onderkomen vond. Daar hij slechts nu en dan uitreed duurde het ruim twee jaar voor deze laatste buurtlijn volledig verdwenen was. In september 1966 werden de laatste rails uitgebroken, behalve tussen de loodsen en het magazijn naast het waterreservoir, ten behoeve van een handelaar in brandstoffen en bouwmaterialen voor het interne 'vervoer' binnen zijn bedrijfje door middel van een lorry (plat spoorwagentje). Jaren later was ook dit restantje verdwenen, op enkele meter spoor na, pal naast het magazijn.
​Een busdepot is Bastogne echter nooit geworden, al dient het buurtstation (schuin rechtover het voormalige NMBS-station Bastogne-Sud) vandaag nog steeds als bureel voor de busdiensten van de TEC. Al bij al is de stelplaats Bastogne qua gebouwen nog zo goed als intact. Wel dienen de loodsen, het magazijn en het reservoir thans als onderkomen voor een... ezelhouderij!​
Foto
BASTOGNE - naast het magazijn ligt nog een kort stukje meterspoor - het pand is verlaten, maar het lichtbord van de handelaar hangt er nog (21 oktober 1989)​
Foto
Pano van de stelplaats Bastogne van op de spoorbrug voorbij het NMBS-station (24 februari 1993)
Foto
Daar het ons nog niet gelukt is tot in Bastogne zelf te geraken hebben we tot zolang beroep gedaan op GoogleEarth. Op dit herfstbeeld van het buurtstation uit 2020 zie je in de verte het reservoirgebouwtje, met tussenin het verlaten emplacement, pal naast het even lege NMBS-terrein.
              Vue récente de la gare vicinale, de l'emplacemengt des voies abandonné et, tout au loin, du château d'eau et des remises.​​

​Des 5 dépôts de la longue ligne vicinale de Marche à Martelange, celui de Bastogne fut le dernier à connaître une activité ferroviaire, même si cette dernière se limitait au démontage de la section de Martelange avec un autorail-tracteur vicinal, de 1964 à 1966, alors que la plupart des voies de la gare vicinale avaient déjà disparu. L'ultime démontage, en septembre 1966, laissa toutefois une courte portion intacte entre le magasin et les remises, à l'usage du marchand de combustibles qui s'y était installé. Par après, cet ultime vestige disparut à son tour, hormis un moignon de quelques mètres au pied du château d'eau. Tous ces bâtiments, actuellement occupés par un éleveur d'ânes, sont toujours debout à l'heure qu'il est, tout comme la gare vicinale (en face de l'ancienne gare SNCB) qui sert de bureau pour les autobus du TEC.  ​

​Amberloup
​Wat zeker opvalt is de centrale ligging van de stelplaats Amberloup in de provincie Luxembourg, op de buurtlijn van Marche naar Bastogne, stapsgewijs aangelegd in de eerste jaren van de 20e eeuw. In het begin was het Baconfoy die de rol van mediane stelplaats kreeg toegewezen op deze lange buurtlijn, en kwam Amberloup slechts 10 jaar later tot stand, zij het vooral als stelplaats voor de nieuwe buurtlijn naar Libramont.
Foto
Amberloup, enkele jaren na de opbraak (13 augustus 1965)
Hoe dan ook, ondanks de opheffing van het spoorverkeer in 1959, behield Amberloup zijn rol als stelplaats, tot vandaag, zij het voor het busnet in het centrum van de provincie, en dat ten koste van de andere stelplaatsen daar rondom, meer bepaald St-Hubert, Bastogne, La Roche en uiteraard Baconfoy (zie hierna). Amberloup is ook een van de weinige stelplaatsen in de provincie die qua gebouwen vrijwel intact is gebleven: niet alleen het station, maar ook het waterreservoir en beide loodsen, in elkaars verlengde, met de voormalige locomotievenloods thans als busgarage.
Foto
Foto
Stelplaats Amberloup, met op de voorgrond de buurtlijn naar Bastogne
Pas in 1919, met het sluitstuk naar St-Hubert, werd Amberloup het knooppunt van de belangrijkste buurtlijnen in de provincie, een positie die wellicht nog zou versterkt zijn indien de geplande verbinding tussen La Roche en Baconfoy tot stand was gekomen. Let ook nog op de site van de stelplaats: op het uiteinde van de lijn uit Libramont/St-Hubert, niet op maar wel even opzij van de hoofdlijn naar Bastogne (zie hierboven).
Foto
Het rechte tracé richting Libramont, dwars doorheen de stelplaats
Foto
Amberloup, 23 juli 2015
​Alors qu’au début (1901) c’était Baconfoy qui reçut le rôle de dépôt médian sur la longue ligne vicinale Marche-Bastogne, ce n’est que bien plus tard que celui d’Amberloup, apparu par après pour l’antenne vers Libramont (1910), devint plaque tournante vicinale lors de l'achèvement de la jonction avec St-Hubert (1919), joignant ainsi les principales lignes vicinales de la province entre elles. C’est pour sûr cette position centrale qui assura la survie d’Amberloup bien après la fin du vicinal en 1959, cette fois-ci comme dépôt de bus, au détriment de ceux de St-Hubert, Bastogne, La Roche et Baconfoy. C’est aussi un des mieux conservés de la province en matière de bâtiments: la gare, le château d’eau, les deux remises, l’une en face de l’autre, celle des locomotives étant aujourd’hui aménagée comme garage pour les bus (ci-après, le 23 juillet 2015).
Foto
Foto

​Baconfoy
​Jarenlang bleef Baconfoy in de schaduw van de nadien gebouwde stelplaats Amberloup (zie hoger). Wel zag het er naar uit dat de aanleg van de nieuwe verbinding uit La Roche hier terug meer leven zou inblazen, maar door de oorlog werd dit project niet voortgezet. Na het einde van de reizigersdienst in 1954 betekende de stopzetting van de goederenbediening in 1959 meteen ook het einde voor Baconfoy. Al gauw werd de site van de stelplaats het slachtoffer van de verbreding van de N4 tot een expressbaan en de wildgroei aan handelszaken op die plek. Of toch… Wanneer je goed zoekt vind je een van de typische bouwstijlen terug van de toenmalige NMVB boven de twee poorten in wat vroeger de voorgevel was van de rijtuigenloods. Vandaag is dit een voertuigenhandel die ook het dwarsstuk met het driehoeksfronton liet bijzetten. Van de overige gebouwen (hiernaast) zijn echter geen restanten meer te vinden (24 juli 2015).​​
Foto
Foto
Foto
Foto
pal in het midden de enige loods die nu nog overblijft (cfr.hieronder)
Foto
Relégué au second plan par le dépôt voisin d'Amberloup (voir plus haut), celui de Baconfoy rata le coche lorsque le projet de jonction avec La Roche, interrompu durant la guerre, ne fut pas repris par après. L'arrêt du trafic marchandises,en 1959 signa du coup l'arrêt de mort du dépôt de Baconfoy. Quasiment rasé pour l'élargissement de la N4, il est aujourd'hui bien difficile d'y reconnaître son dernier vestige, si ce n'est par l'architecture particulière de la remise des voitures qui, après l'ajoût d'une façade tout sauf vicinale (photo StreetView ci-devant), sert aujourd'hui à un commerce de véhicules routiers.(24 juillet 2015).​​​

La Roche-en-Ardenne
Foto
Deze stelplaats ligt op het uiteinde van de verbindingslijn tussen het station Melreux-Hotton en het toeristische stadje La Roche-en-Ardenne. Door haar ligging langs de rijksweg tussen beide centra moest in 1960 (1958 voor de reizigers) deze nochtans niet onbelangrijke buurtlijn verdwijnen om, zoals overal elders, wegverbreding mogelijk te maken. Alleen het eindtraject uit Vecpré, met de twee bruggen over de Ourthe, en de stelplaats aan het uiteinde ervan blijven over als laatste getuigen. Mooi gelegen langs een heuvelflank aan de rand van de stadskern zijn de meeste gebouwen vandaag nog aanwezig, en dienen in hoofdzaak als opslagruimte voor de plaatselijke openbare werken (foto's op 2 januari 2011 en 12 oktober 2018). De plannen om de buurtlijn van hieruit door te trekken naar Baconfoy, op de buurtlijn Marche-Bastogne, waren in een vergevorderd stadium en er was zelfs al een tracé vastgelegd, maar dit project ging dan toch niet door.
Foto
Foto
Foto

​​​La plupart des bâtiments de ce dépôt, situé au bout de la ligne vicinale originaire de Melreux, sont toujours présents et servent essentiellement d’entrepôt pour les travaux publics locaux. Cette ligne succomba en 1958 afin de permettre l’élargissement de la route nationale le long de laquelle elle était tracée. Auparavant, un projet de prolongement vers Baconfoy (ligne Marche-Bastogne), pourtant très concret, resta sans suite.
Foto

Manhay
​Deze mooie stelplaats lag aan het uiteinde van twee naar elkaar toe aangelegde buurtlijnen, die uit Melreux afgewerkt in 1911, de andere, uit het Luikse Comblain-la-Tour, anderhalf jaar later. Twee moeilijke tracés over een door valleien ingesneden reliëf, waardoor hun aanleg 3 à 4 jaar vergde, in een dun bevolkt en overwegend bosrijk gebied. Veel houtvervoer dus, maar weinig reizigers. Toch verwierf de lijn uit Comblain-la-Tour (op de Ourthelijn) enige vermaardheid, met op zondag horden stedelingen uit Luik voor een dagje uit in de Ardennen. Toch ging de reizigersdienst al op de schop in 1948, die uit Melreux in 1954. De goederentrafiek, vooral op deze laatste, kreeg nog respijt tot de late jaren 50, zoals op de meeste Ardense buurtlijnen. Intussen was de stelplaats al geëvolueerd naar een busdepot, en is dat vandaag nog steeds. Het waterreservoir is wel verdwenen, maar het verwaarloosde stationsgebouw werd in 2010 volledig opgeknapt en dient nu als kindercrèche. Een apart dienstgebouw naast de vroegere loodsen was reeds omgebouwd tot busgarage. Deze werd recent uitgebreid met de naastliggende loods, wellicht de eigenlijke werkplaats. De locomotievenloods en de grote rijtuigenloods zijn eveneens opgeknapt en vervullen thans specifieke dienstfuncties voor de gemeente, met o.m. de bibliotheek, een ludotheek, enz. De N30 ter hoogte van de stelplaats heet nu heel toepasselijk de Rue du Vicinal.
Foto
stelplaats Manhay - kort voor de ingebruikname (ca.1911)
Foto
Foto
19 april 2018
Foto
Manhay - Rue du Vicinal (19 april 2018)
Foto
ook de achterkant mag gezien worden (16 april 2021)
Foto
​Le dépôt de Manhay se trouve au point de convergence des lignes vicinales de Melreux (1911) et de Comblain-la-Tour (1912), sur un haut plateau entrecoupé de profondes vallées et fort boisé. Ceci explique le trafic de bois, prépondérant à l’époque, comme partout en Ardenne, jusqu’à la fin des années 50. Quant au faible trafic des voyageurs dans cette région peu peuplée, il disparut déjà en 1948 sur la ligne de Comblain, et en 1954 sur celle de Melreux. Depuis, le dépôt a survécu comme garage pour autobus, d’abord confiné dans un bâtiment annexe, avant d’être récemment étendu à la remise voisine, vraisemblablement l’ancien atelier. ​
Foto
16 april 2021
Les autres remises (ci-devant) abritent plusieurs services de la commune, comme la bibliothèque. En face, la belle gare a été complètement retapée en 2010 et héberge aujourd’hui une garderie d’enfants. Quant à la N30, longeant le dépôt, c’est aujourd’hui la Rue du Vicinal.​


Foto
MARLOIE (15 april 2021) - buurtlijn Marche-Bastogne-Martelange
Foto
MAISSIN (20 aug. 2010) - buurtlijn Poix-Paliseul-Bouillon-Pussemange
Foto
BOUILLON (10 maart 2012) - buurtlijn Poix-Paliseul-Bouillon-Pussemange
Foto
ETALLE (23 maart 2019) - buurtlijn naar Villers-devant-Orval
Foto
HOUFFALIZE (12 augustus 2010) - buurtlijn Houffalize-Bourcy (na de oorlog werd het vernielde station vervangen door een moderne constructie)

VERDWENEN STELPLAATSEN/DÉPÔTS DISPARUS EN PROVINCE DE LUXEMBOURG

Arlon (Gare)* - Corbion - Martelange - St-Hubert*

De ces 4 dépôts il ne reste plus de trace visible de l'époque vicinale, voire même que le site* a complètement disparu.
A Ste-Cécile il n'y a jamais eu de dépôt. ​D'autres sites doivent encore être visités.

Van deze 4 voormalige stelplaatsen is de site* volledig verdwenen of hebben we geen zichtbare overblijfselen uit de buurtspoorwegtijd meer gevonden. In Ste-Cécile is nooit een stelplaats geweest. Andere sites moeten nog worden onderzocht.

Naar de overige pagina's van de Oude stelplaatsen / vers les autres pages des Anciens dépôts: 
                                                 HAINAUT (Henegouwen) - BRABANT WALLON & NAMUR - VLAANDEREN (Flandre) ​

bijgewerkt: 6-2-2023
​
​

​
​
​terug naar de homepagina
​
​retour à la page d'accueil

Maak een gratis website met Weebly