OUDE STELPLAATSEN IN VLAANDEREN |
|
VLAAMS-BRABANT |
anciens dépôts vicinaux en Région Flamande |
EZEMAAL - LEERBEEK - OVERIJSE - ST.JORIS-WEERT - ZICHEM - TIENEN - AARSCHOT - HAACHT - DIEGEM - LONDERZEEL - HUMBEEK - DILBEEK - ST-KWINTENS-LENNIK
KESSEL-LO - TREMELO - GRIMBERGEN |
Ezemaal
Hierboven het buurtstation zoals het er vandaag nog staat, zo goed als intact (hiernaast op 4 december 2016). In de verte links het waterreservoir en uiterst links beide loodsen. Op de foto hieronder (Frits van Dam, 7 november 1959) is enkel de grote loods zichtbaar, de kleinste ligt ernaast. De afbraak is bezig, maar gelijk is men al begonnen met de bouw van nieuwe huizen (rechts op de foto).
Het gedeeltelijk begroeide spoor wordt enkel nog in het bietenseizoen bereden. |
De weinig bekende buurtspoorwegstelplaats van Ezemaal, vlak rechtover het spoorwegstation, lag op de in 1908 geopende buurtlijn van Jodoigne naar Overhespen waar ze aansloot op die van Tienen naar St-Truiden. Tussen de twee oorlogen deelden beide reizigersdiensten het baanvak naar de fruitstad – zo werd het alvast voorgesteld in de Spoorboekjes, maar op een zeldzame uitzondering na bleef dit beperkt tot een vertrek of aankomst in deze stelplaats. In dit louter agrarische gebied was de bedieningsfrequentie dan ook aan de lage kant. Aan dit alles kwam een einde in 1953, en op ‘hoofdlijn’ Tienen-St.Truiden één jaar later. Wel bleven ze allebei in dienst voor goederentransport, vooral suikerbieten en pulp.
|
Einde de jaren 50 was dit nog de enige trafiek op wat overbleef van beide lijnen, die pas in de loop van september uit hun slaap gewekt werden, en dit drie maanden lang. De bietencampagne van einde 1961 was de laatste, want voorjaar 1962 viel ineens de beslissing om er volledig mee te stoppen.
|
Aankomst van een leeg konvooi uit Overhespen op 7 november 1959, vlak voor het buurtstation (foto Frits van Dam). De richting "Mellet" is zonder betekenis. Het sporenemplacement is bijna geheel overgroeid. Rechts in de verte een hoek van de remise in afbraak. De foto hiernaast (23 november 2022) toont vrijwel dezelfde plek, maar in de andere richting. De tuin moet nog aangelegd worden.
|
Zoveel uitstel kreeg de stelplaats Ezemaal echter niet. Mogelijk bleef daar tot in 1954 nog een autorail overnachten, maar daarna was het onherroepelijk gedaan. Einde 1959 werden beide loodsen en allicht ook het waterreservoir met de grond gelijk gemaakt voor de bouw van de ‘Nieuwe Wijk’, zoals de bushalte daar rechtover heet, en waarvan de eerste woningen al tijdens de afbraak in aanbouw waren. Op luchtfoto’s is mooi te zien hoe deze wijk, inclusief de tuintjes, heel precies de contouren van het stelplaatsterrein inneemt (hieronder op 4 december 2016)). Maar niet alles, want het oostelijk deel met het mooie stationsgebouw overleefde de crash, tot vandaag. Meteen het enige wat van de stelplaats overblijft. Het sindsdien bewoonde gebouw stond een tijdje leeg maar werd in 2022 gerenoveerd – gelukkig zonder aan de originele structuur te raken. Waar destijds de stomers en daarna de dieseltjes van/naar Jodoigne halt hielden is nu de tuin van die mensen.
de Nieuwe Wijk - in 1959 was het verste woningenblok reeds in aanbouw - op de plek van de grote loods staat nu het grootste blok
Situé sur la ligne vicinale de Jodoigne à Overhespen, le dépôt vicinal de Ezemaal ne survécut pas à l'abandon de la desserte voyageurs en 1953. Fin 1959 il fut démoli pour la construction d'une nouvelle 'Cité' alors que le trafic saisonnier des betteraves et de pulpe fonctionnait encore. La campagne de fin 1961 fut la dernière. Aujourd'hui, la belle gare vicinale est habitée et reste le dernier témoin visible de ce dépôt et de cette ligne betteravière jadis si typique pour la région.
|
Leerbeek
LEERBEEK - op 20 augustus 1972 rijdt een tram uit Lennik de stelplaats binnen; het einde is nabij - links het restspoor op de buurtlijn naar Ninove
|
Precies een halve eeuw geleden, kort na middernacht op 2 september 1972, reed de laatste ‘Lennik’ de stelplaats Leerbeek binnen. Later op de dag zouden deze rijtuigen leeg terug naar Brussel rijden, meteen het einde van de lijn Brussel-Leerbeek die al in 1888 geopend werd als onderdeel van de buurtlijn naar Edingen, de tweede rond Brussel en een van de oudste van de NMVB. Oorspronkelijk lag haar stelplaats ongeveer halfweg, in St-Kwintens-Lennik (zie onderaan), maar toen in 1910 de dwarslijn Halle-Ninove tot stand kwam werd Leerbeek het zenuwcentrum als kruispunt van beide Pajotse lijnen. Toch zou de ‘boerentram’ uit Brussel in de volksmond steeds ‘de Lennik’ blijven. Inmiddels was het buurtnet rond Leerbeek vanaf de late jaren 50 bijna volledig weggedeemsterd: naar Edingen en Ninove in 1959, naar Halle in 1966, al bleef de lijn uit Brussel nog jarenlang een heuse sterkhouder. Tot het luisterrijke afscheid op de avond van 1 september 1972, laatste dag van de spoorexploitatie. Waarna de bussen, die de voorbije dagen almaar talrijker werden in de stelplaats, het rijk voor zich alleen hadden. |
Il y a exactement 50 ans que, le 2 septembre 1972 aux petites heures, le dernier convoi vicinal rentra au dépôt de Leerbeek, mettant ainsi un terme à l'exploitation ferroviaire de la ligne Bruxelles-Leerbeek, ouverte en 1888 et dernière survivante de la ligne Bruxelles-Enghien, une des premières du Brabant et de la jeune SNCV. Toutefois, ce n'est qu'en 1910 que le dépôt de Leerbeek fut créé, en remplacement de celui de St-Kwintens-Lennik (voir au bas de la page), lors de l'ouverture de la ligne transversale de Halle à Ninove. En 1959, le noeud vicinal de Leerbeek fut amputé de ses branches vers Enghien et Ninove, suivi de celle de Halle en 1966. Jusqu'au dernier jour d'exploitation vicinale, le 1er septembre 1972, laissant le champ libre aux bus de substitution.
|
de laatste dagen (derniers jours)
LEERBEEK - de grote remise heeft het typische binnenzicht van de 'vicinal' min of meer bewaard, maar dient vooral als onderkomen voor de bussen op de voormalige buurtlijnen, zoals de in 1966 verdwenen elektrische dwarslijn naar Halle (1 september 1972)
|
LEERBEEK - een elektrisch motorrijtuig rangeert op het restspoor richting Halle - links het thans verdwenen elektrisch onderstation, rechts het tracé van de oude buurtlijn naar Edingen (31 augustus 1972)
LEERBEEK - 's nachts en in het weekend is de sporenbundel grotendeels gevuld met lange piekuurkonvooien (20 augustus 1972)
|
LEERBEEK - overdag zijn de meeste trams echter naar Brussel en is de sporenbundel beschikbaar voor allerlei maneuvers met dienstrijtuigen (links op 24 juni 1968) - op vrijdag 1 september 1972 wordt echter opgeruimd en vertrekken de laatste dienstwagens richting Brussel
- let op het thans verdwenen waterreservoir, discreet weggemoffeld achter de grote remise
- let op het thans verdwenen waterreservoir, discreet weggemoffeld achter de grote remise
Sindsdien werden aan weerskanten van de grote remise het elektrische onderstation en het waterreservoir afgebroken, en op de voormalige sporenbundel een onderhoudswerkplaats gebouwd, uiteraard voor de bussen. De remise zelf werd wel als dusdanig behouden, maar bijna volledig vernieuwd. Zelfs het typische fronton moest er helaas aan geloven. Alleen de zijgevel aan straatkant herinnert nog aan het buurtspoorwegverleden (hieronder rechts), gelijk met het schitterend gerestaureerde buurtstation aan de Edingsesteenweg en zijn mooie luifel rechtover de asfaltvlakte op de vroegere perrons (boven rechts).
Depuis, le château d'eau et la sous-station électrique, de part et d'autre de la grande remise, ont disparu, et cette dernière profondément renovée, ne laissant intacte qu'une des façades de l'époque vicinale. A cette occasion, la gare vicinale fut magnifiquement restaurée, y compris le bel auvent du côté des anciens quais d'embarquement, dûment goudronnés.
|
Geen busdepot (meer), geen parking, geen supermarkt, maar een heuse vijver, daar waar vroeger de sporenbundel lag van de stelplaats Overijse, op de buurtlijn op normaalspoor uit Groenendaal. De twee loodsen werden ingekort en verbouwd in functie van de horecazaak die rond 2011 haar intrek nam in het modern ogende hoekige gebouw dat zijn locatie niet onder stoelen of banken steekt. Deze verving in de jaren 30 het oorspronkelijke station in onvervalste buurtspoorwegstijl, wellicht bij de invoering van busexploitatie - toen al.
|
Overijse
|
Sint-Joris-Weert
Een Open Monumentendag kan de geschikte gelegenheid zijn om zo'n oude stelplaats eens van binnenuit te gaan bekijken. En dus trokken we op 10 september 2023 naar St-Joris-Weert, waar het waterreservoir en de loodsen al decennia in gebruik zijn door een brandstoffenhandelaar. Zo ontdekten we dat binnen de voormalige rijtuigenloods nog steeds een (meter)spoor aanwezig is, zij het grotendeels dichtgebetonneerd. Daarnaast konden we het waterreservoir eens vanuit een andere hoek bekijken. Te meer daar dergelijke gebouwtjes op de meeste plaatsen al lang verdwenen zijn. En dan is er een eind verder ook nog het merkwaardige stationsgebouw, pal rechtover dat van de NMBS. Wat maakt dat de oude stelplaats van St-Joris-Weert een van de weinige nog volledige stelplaatsen is in het Vlaamse gewest. Deze lag op de buurtlijn Vossem-Tienen en sloot voor de reizigers in 1957. Wel diende ze nog enkele jaren als onderkomen voor de spoortraktoren tijdens het bietenseizoen, richting Tienen.
|
|
De stelplaats Zichem lag aan het uiteinde van de buurtlijn uit Mol en Eindhout die al in 1949 werd opgegeven. Begin 2002 stonden de meeste gebouwen er nog. Later werd echter het waterreservoir annex magazijn afgebroken, de loodsen opgeknapt en de site volledig heringericht als containerpark. Het stationsgebouw (23 mei 2009) is vandaag nog steeds in goede toestand en bewoond.
|
Tienen
|
Tot einde 1961, twee jaar na de laatste reizigersdienst (uit Hamme-Mille), reden vanuit de stelplaats Tienen nog authentieke dieseltractoren voor het slepen van zware bieten- en pulptreinen naar/van de Tiense suikerfabriek, zowel vanuit Nethen en Meldert als vanuit Overhespen en verder, zij het enkel nog in de 3-4 laatste maanden van het jaar. Pas in de lente van 1962 werd het lot van deze laatste goederendienst met typische NMVB-bakwagens officieel bezegeld, al werden de laatste restanten pas in 1965 opgeruimd. Het buurtstation en de twee loodsen, achter het NMBS-station, zijn thans beschermd als monument en dienden enkele jaren geleden nog als stelplaats voor bussen van De Lijn. Andere dienstgebouwen zijn al langer verdwenen. Merk op dat het buurtstation (hiernaast op 25 september 2013) identiek dezelfde is als dat van Kessel-Lo en het thans verdwenen gebouw van Chastre. |
|
|
Aarschot
Onopvallend, grotendeels aan het oog onttrokken door de brandweerkazerne en andere gebouwen die thans het emplacement van de vroegere stelplaats Aarschot innemen, op de buurtlijn Tienen-Haacht, is de voormalige buurtspoorwegloods vandaag zo goed als intact én nog steeds in gebruik, zij het als busgarage. Wel hebben de vier dubbele toegangspoorten van weleer nu plaats geruimd voor twee brede rolluiken.
|
|
Haacht
De voormalige stelplaats van de buurtspoorwegen bij HAACHT bestaat nog, zij het als busdepot van De Lijn. Alhoewel… twee jaar geleden werden de twee grote loodsen uit het tramtijdperk met de grond gelijk gemaakt. Daar rechtover bleef de kleine loods met de onderhoudswerkplaats echter gespaard (foto hiernaast, 6 oktober 2016)). Met de vraag of het hele emplacement op zijn beurt een (grondige) facelift zou kunnen krijgen, zoals in O.L.V.Tielt, ook in Vlaams-Brabant, en op tal van andere Vlaamse locaties (Kalken, Wuustwezel, ea). En dan is het allicht gedaan met de kleine loods en - te oordelen naar de tabula rasa in Tielt - mogelijk ook met het unieke stationsgebouw in Haacht. Of is deze misschien beschermd? Vandaag staat deze alvast mooi zichtbaar opgesteld langs de Provinciesteenweg (N21), vlakbij het NMBS-station. Houden zo!
|
Uit ons archief: de thans afgebroken grote tramloodsen in 2009. Let wel: een van beide foto's is een montage van twee kort achter elkaar gemaakte opnames (13 februari 2009).
|
Remarquable témoin du passé vicinal du dépôt de Haacht, ce curieux bâtiment de gare, si différent de ses congénères. Plus en recul, une ancienne remise sert aujourd'hui d'atelier pour l'entretien des autobus. Par contre, les deux grandes remises vicinales ont été démolies vers 2016.
|
Diegem (post mortem)
Een vergeten uithoek gekneld tussen de Brusselse Ring en het almaar uitdijende luchthavengebied, op een stukje afgesneden Haachtse Steenweg. Langs hier reed ook de buurttram naar Haacht, en er was zelfs een kleine stelplaats. Tot in 1960, daarna namen de bussen het over. Jaren later kwam echter de Ring en werd de steenweg omgelegd. Vanaf dan werd het hier heel stil. De tramloods verdween inmiddels, maar het stationsgebouw en het voormalige elektrische onderstation staan er nog steeds (20 januari 2017). Helaas werden deze laatste overblijfselen ruim één jaar later dan toch afgebroken, naar verluidt voor een of ander gemeentelijk project. Jammerlijk einde voor deze nochtans typische overblijfselen uit vervlogen tijden.
|
|
Londerzeel
De kleine stelplaats Londerzeel, pal tegenover het NMBS-station op lijn 53, lag aan het uiteinde van de buurtlijn uit Brussel. Deze liep aanvankelijk over Grimbergen, waar ook de hoofdstelplaats lag. Na de aanleg van de rechtstreekse verbinding tussen Laken en Meise bleef het korte baanvak tussen Meise en Grimbergen om die reden in dienst, tot in de late jaren 60. Na de sluiting van het baanvak Wolvertem-Londerzeel in 1968 werden het waterreservoir en beide loodsen afgebroken. Pas vrij onlangs werd het al jaren verlaten emplacement heringericht als openluchtgarage voor de bussen van De Lijn. Het buurtspoorwegstation, vlak aan de overweg en qua bouwstijl identiek hetzelfde gebouw als dat van Humbeek (hierna), heeft de hele ontmanteling evenwel overleefd (4 februari 2018).
|
Situé à l'extrémité de la ligne vicinale depuis Bruxelles, le dépôt de Londerzeel ne servait que comme auxiliaire de celui de Grimbergen, même après la mise en service de la voie directe entre Laken.et Meise. Inutilisés depuis bon nombre d'années, les deux petites remises et le château d'eau furent démolis peu après l'abandon de la section Wolvertem-Londerzeel en 1968, laissant la gare vicinale toutefois intacte (4 février 2018). Le terrain a récemment été réaménagé en garage pour autobus.
|
Humbeek
De stelplaats Humbeek, op het uiteinde van de buurtlijn uit Brussel en Grimbergen en opgeheven begin de jaren 60, werd eerder deze eeuw nog enkele jaren gebruikt als onderdak voor museumtrams. De dichtgemetselde uitkappingen die boven elke toegangspoort werden aangebracht lieten de elektrische trams met hun trolleystang toe om op eigen kracht tot in de loodsen te rijden (4 februari 2018).
|
|
Dilbeek
De stelplaats Dilbeek lag op de belangrijke buurtlijn van Brussel naar Ninove, een van de oudste van het land. Deze stelplaats werd opgericht in 1908 bij de elektrificatie van het buurtnet en nam zo de rol over van de oorspronkelijke stelplaats Schepdaal uit 1887, 4 km verder en tegenwoordig trammuseum. Vanuit Dilbeek vertrokken verschillende voorstadslijnen, zowel naar Brussel Noord via Molenbeek als naar Brussel Zuid via Anderlecht of Scheut en verder naar Ukkel St-Job. Heel dit net, met inbegrip van de basislijn naar Ninove, werd vanaf 1965 stelselmatig verbust, tot in het voorjaar van 1970. Wel bleef de stelplaats zelf nog een aantal maanden in gebruik als bijkomend tramdepot voor wat toen nog overbleef van het Brabantse buurtnet.
|
Vandaag fungeert Dilbeek als busdepot voor zowat dezelfde (bus)lijnen, langsheen de drukke Ninoofse Steenweg, en is een van de belangrijkste stelplaatsen van De Lijn in de Vlaamse rand rond Brussel. Zowel het imposante stationsgebouw als het waterreservoir annex magazijn verkeren in uitstekende staat en zijn thans beschermd als bouwkundig erfgoed.
|
Le dépôt de Dilbeek, sur la ligne vicinale Bruxelles-Ninove, date de 1908, lors de l'électrification du réseau Brabançon, et supplanta ainsi le premier dépôt, l'actuel musée de Schepdaal (1887). Bien vite , il se développa comme point de départ de plusieurs lignes urbaines vicinales vers le nord et le sud de l'agglomération Bruxelloise. Dès 1965, cet ensemble fut systématiquement mis sur route, jusqu'en février 1970, lorsque les derniers services ferrés de ce dépôt furent abandonnés. Aujourd'hui, Dilbeek est entièrement voué aux autobus de De Lijn et un de ses principaux dépôts dans la périphérie de Bruxelles. La gare vicinale et le château d'eau sont en excellent état et sont tous deux classés comme monuments historiques.
|
Sint-Kwintens-Lennik
De stelplaats Sint-Kwintens-Lennik lag zowat halfweg op de buurtlijn van Brussel naar Edingen, een van de oudste van Brabant, maar moest daarna de duimen leggen voor de veel grotere stelplaats Leerbeek, op de kruising met de bijna 20 jaar later aangelegde buurtlijn Halle-Ninove, hartje Pajottenland. Het buurtspoorwegstation (naast de kerk, op het huidige Andreas Masiusplein) werd begin de jaren 1960 afgebroken, maar de drie loodsen zijn er nog steeds, en worden gebruikt door de dienst openbare werken van de gemeente (15 december 2017).
|
Let op de eigenaardige opstelling van de oude buurtspoorwegloodsen, links bovenop de hoge berm, en destijds alleen toegankelijk mits kopmaken vanuit het buurtstation achteraan, ter hoogte van de kerk
(tram uit Leerbeek op 1 september 1972, laatste dag van de spoordienst)
|
VERDWENEN STELPLAATSEN IN DE PROVINCIE VLAAMS-BRABANT
Asse - Diegem - Diest - O.L.V.Tielt - Wemmel
Van deze vijf is de site volledig verdwenen of hebben we geen zichtbare overblijfselen uit de buurtspoorwegtijd gevonden.
Of er aan het station van Diest ook een stelplaats zou gelegen hebben is inmiddeels wel heel twijfelachtig geworden.
De stelplaats Zichem was echter niet verbonden met het Leuvense net en werd geëxploiteerd vanuit de provincie Antwerpen.
De Waalse stelplaatsen van de voormalige 'Groep Leuven' liggen thans in de provincie Waals-Brabant.
De overige stelplaatsen moeten nog worden onderzocht.
Asse - Diegem - Diest - O.L.V.Tielt - Wemmel
Van deze vijf is de site volledig verdwenen of hebben we geen zichtbare overblijfselen uit de buurtspoorwegtijd gevonden.
Of er aan het station van Diest ook een stelplaats zou gelegen hebben is inmiddeels wel heel twijfelachtig geworden.
De stelplaats Zichem was echter niet verbonden met het Leuvense net en werd geëxploiteerd vanuit de provincie Antwerpen.
De Waalse stelplaatsen van de voormalige 'Groep Leuven' liggen thans in de provincie Waals-Brabant.
De overige stelplaatsen moeten nog worden onderzocht.
NAAR DE OUDE STELPLAATSEN HIERNA (vers les anciens dépôts ci-après)
LIMBURG & ANTWERPEN - WEST- & OOST-VLAANDEREN - WALLONIË
LIMBURG & ANTWERPEN - WEST- & OOST-VLAANDEREN - WALLONIË