OVER HET WATER |
|
Dochamps over de Ruisseau de la Lu
Dan toch een brug met een buurtspoor daar bovenop, en dan een die af en toe nog gebruikt wordt ook. Dit is de brug over de Ruisseau de la Lu, zijriviertje van de Aisne (in België!), even voor het buurtstation Dochamps, op de oude buurtlijn van Manhay naar Melreux.
|
met en zonder het meer van de bever (2021 en 2024) - avec et sans lac artificiel
|
Bij ons eerste bezoek, winter 2021, stelden we vast dat een bever daar verder stroomafwaarts zijn dam had gebouwd, waardoor een kunstmatig meer ontstond en de brug voor een deel onder water kwam. Toen we dit voorjaar (2024) opnieuw in de buurt waren konden we niet aan de verleiding weerstaan om nog eens naar die verzopen brug te gaan kijken. Tot onze verrassing had de bever een nieuwe dam gebouwd, ditmaal stroomopwaarts, zodat het kunstwerk niet langer met zijn voeten in het water staat. We hebben geen idee waarom die bever dan toch verhuisd is, maar nu is iedereen tevreden: de brug én de bever.
Goed om weten is dat een deel van deze lijn nog bereden wordt met een dieseltrammetje van Erezée tot Forge, maar enkel op zaterdag en feestdagen in het toeristisch seizoen, alsook op woensdag van begin juli tot eind augustus. Het volledige traject, tot Dochamps en Lamorménil, wordt echter alleen in de voormiddag bereden (meer info op www.tta.be) – een aanrader!
Goed om weten is dat een deel van deze lijn nog bereden wordt met een dieseltrammetje van Erezée tot Forge, maar enkel op zaterdag en feestdagen in het toeristisch seizoen, alsook op woensdag van begin juli tot eind augustus. Het volledige traject, tot Dochamps en Lamorménil, wordt echter alleen in de voormiddag bereden (meer info op www.tta.be) – een aanrader!
Alors qu'en 2021 le pont vicinal sur le Ruisseau de la Lu, peu avant Dochamps, était en partie sous eau grâce à un castor bien actif, ce dernier daigna déménager plus en amont, de sorte que l'ouvrage se retrouve tout au plus les pieds dans l'eau, comme il se doit. Remarquez qu'ici la voie est toujours en place et en bon état, vu que certains jours en saison touristique elle est parcourue par un autorail, mais seulement l'avant-midi entre Erezée, Forge, Dochamps et Lamorménil, sinon d'Erezée à Forge tout l'après-midi. Pour en savoir plus: www.tta.be |
Casteau over de Obrecheuil
Je verwacht niet meteen zo’n diepe vallei van zo’n kleine rivier. Maar door het hoogteverschil van meer dan 80 meter tussen de bron bij Le Roeulx en de monding in de Haine is dit riviertje door de eeuwen heen haar vallei almaar dieper in het plateau gaan uitgraven. Zoals bergrivieren dat doen, maar dan een stuk bescheidener. Zo’n viaduct verwacht je veeleer in Ardeens reliëf, maar niet in een agrarische en overwegend vlakke omgeving, en nog minder op een weinig belangrijke buurtlijn zoals deze van Casteau naar Le Roeulx. Vandaag loopt bovenop dit zesbogige viaduct een gaspijpleiding, waardoor hij aan beide kanten afgesloten is (27 februari 2022).
|
Ce grand viaduc à 6 arches fut construit pour franchir le vallon d’une petite rivière, l’Obrecheuil, pas beaucoup plus qu’un modeste ruisseau qui se jette dans la Haine près d’Obourg, à 6 km de là. Ouvrage inattendu dans un paysage sans relief apparent et à vocation essentiellement agricole, et de surcroît sur une modeste ligne vicinale, celle de Casteau à Le Roeulx (et au-delà), abandonnée en 1957. Aujourd’hui, ce viaduc permet à une conduite de gaz de franchir cet obstacle, mais sa traversée est interdite par deux grilles placées à chacune de ses extrémités.
|
Smuid over de Ruisseau du Pont Lozet
Een klassieke duiker is dit niet, daarvoor is hij te groot. Een brug evenmin. Veeleer een doorgang doorheen de spoorwegtalud, zoals je er wel meer hebt op het voormalige buurtnet. Deze hier ligt tussen Poix-St.Hubert en Smuid, op het tracé van de lange buurtlijn van hier uit naar Paliseul, Bouillon en de Franse grens. Meteen ook het laatste geëxploiteerde baanvak ervan, tot ca.1959, voor het vervoer van kaolien (porseleinaarde) tussen de vindplaats bij Smuid en het spoorwegstation in Poix. Het ligt op de ruim 5 km lange klim vanuit Poix (310 m), in de vallei van de Lomme, tot boven op het plateau (450 m), even voor Libin, en is een van die heerlijke kronkeltracés die je wel meer zult vinden in onze Ardennen, doorgaans vanuit een diepe vallei tot helemaal boven, zoals deze bij Martelange.
|
in volle klim naar Smuid, ter hoogte van Sous Remimont
|
Het riviertje is de Ruisseau du Pont Lozet, waarover het oude tracé verderop een bocht van 180° maakt, vlak naast de oude kaoliengroeve die nu een open plek is in het bos. Het tracé zelf is doorgaans goed bewandelbaar, behalve dan op sommige dagen in het jachtseizoen. De brug over spoorlijn 162 naar Luxembourg werd echter al einde de jaren 60 afgebroken.
Difficile d’appeler ce passage du Ruisseau du Pont Lozet sous ce talus du vicinal un dalot, voire un pont. Un passage donc, sinon un pertuis, comme il en existe d'autres sur l’ancien réseau vicinal. Celui-ci, près de Smuid, se trouve sur la longue montée de 5 km depuis Poix-St-Hubert (310 m), dans la vallée de la Lomme, jusque sur le plateau (450 m), peu avant Libin - un de ces délicieux tracés sinueux Ardennais. La section Poix-Smuid, sur la longue ligne vers Paliseul, Bouillon et au-delà, resta exploitée jusque vers 1959 pour le transport de kaolin, dont l’extraction s’effectuait près de la forte courbe à 180° en amont de ce passage. La plate-forme est aisément accessible, sauf certains jours en période de chasse, mais le pont sur la ligne de Luxembourg a disparu, démoli vers la fin des années 60.
|
Horrues over de Gageole
Dit bakstenen viaduct ligt op de voormalige buurtlijn van Soignies naar Thoricourt/Edingen en overspant het valleitje van de Gageole even buiten het centrum van Horrues, vlakbij Soignies. Thans telt dit kunstwerk 4 bogen van elk 4 m, maar het afgebroken deel (hiernaast) laat vermoeden dat het er ooit meer waren: 6 in totaal volgens een plaatselijke maar welingelichte bron. Omdat het baanvak Ardoisier-Soignies in 1940-45 onderbroken werd, in 1943 door de bezetter opgebroken en daarna niet heraangelegd – ondanks het belang van Soignies – vermoeden we dat dit viaduct bij het uitbreken van de oorlog gedeeltelijk werd opgeblazen en daarna niet meer hersteld. Deze al bij al solide ruïne is vandaag alleen te benaderen doorheen omheind weiland, en op afstand enkel zichtbaar in het laagseizoen.
|
Cet ouvrage de l’ancienne ligne vicinale Soignies-Thoricourt/Enghien surplombe le vallon de la Gageole près du village d’Horrues. Probablement saccagé au début des hostilités de 40-45, suivi du démontage de la section Ardoisier-Soignies par l’occupant, il en reste aujourd’hui quatre arches de 4 m en mâçonnerie, alors qu’auparavant il en comptait six Ce qui vraisemblablement causa l’abandon définitif de cette section de ligne.
Toujours présent mais difficilement accessible à travers prés, il n’est visible à distance que durant la période hivernale. |
Martelange over de Sûre
De brug over de Sûre te Martelange – die al een tijdje bovenaan deze pagina prijkt – hoort tot de voormalige buurtlijn naar Arlon. De aftakking lag zo'n 500 m voorbij de thans verdwenen stelplaats, kant Bastogne, meteen gevolgd door twee kunstwerken achter elkaar (hiernaast): een brug in metselwerk over een afleidingskanaal van de Sûre naar een inmiddels verdwenen watermolen, later zagerij, thans ‘syndicat d’inititiave’, en een hoge brug met metalen brugdek over de rivier zelf. Beide staan er nog steeds, de eerste brug discreet weggemoffeld onderaan de hoge spoorberm, de tweede onherkenbaar voor wie het asfaltpad volgt op het oude buurtspoorwegtracé, maar niet voor wie het eveneens verharde pad langs de Sûre volgt. Daar merk je dat de brug zo goed als intact gebleven is, precies zoals op de foto uit 1967. Wel werden de toen al weggenomen relingen later vervangen door een houten structuur toen het tracé als wandelpad werd ingericht. Naar wij weten waren dit de op één na enige kunstwerken op deze buurtlijn, die een eindje verder met een spectaculair slingertracé - thans bosweg - uit de 80 m diepe vallei van de Sûre klimt, richting Arlon.
|
Martelange - vergezicht op beide bruggen op de buurtlijn naar Arlon, met op de voorgrond een konvooi op de lijn van Bastogne
au loin les deux ponts du vicinal vers Arlon - en avant-plan la ligne de Bastogne Martelange - rechts, onderaan de spoordijk, even voor de brug over de Sûre, de brug over het afleidingskanaal (25 juli 1967)
en bas à droite, le pont bas sur le canal de dérivation |
|
Ruim een halve eeuw later zijn de brug en de hele site daar rondom zo goed als onherkenbaar door de houten veiligheidsbekleding
en de dichte zomerbegroeiing (foto's RH) - plus de 50 ans après, le site du pont est à peine reconnaissable (29 août 2022)
en de dichte zomerbegroeiing (foto's RH) - plus de 50 ans après, le site du pont est à peine reconnaissable (29 août 2022)
Champlon (Vieilles Forges) over de Wamme
Een verlaten bosweg in het dichte woud van Freyr, niet ver van St-Hubert. Naarmate je verder stapt neemt de begroeiing almaar toe, en gaandeweg wordt duidelijk dat je een oude spoorbedding volgt. Eerst nog doorheen een ingraving, dan op een hoge talud in een scherpe bocht, en voor je het weet sta je voor een stenen brug over een rivier - de Wamme, die in Jemelle uitmondt in de Lhomme, een zijrivier van de Lesse. Daar voorbij maakt een stevige afsluiting verdere verkenning echter zo goed als onmogelijk.
De brug zelf ligt vlakbij de Barrière de Champlon, op de al meer dan 60 jaar geleden verlaten en opgebroken buurtlijn van Marche naar Bastogne. Vanaf Hargimont (tussen Marloie en Jemelle) volgde ze de vallei van de Wamme langsheen de hoofdbaan, en voorbij Harsin langs de beruchte N4 – vandaag meer snelweg dan rijksweg (cfr. Baconfoy). De vrij forse klim naar de Barrière (rond 40%o) bleek echter moeilijk haalbaar voor het buurtspoor. En dus, om deze moeilijke helling enigszins te milderen, werd door het woud een bijna 2 km lang lusvormig tracé aangelegd, vlakbij de site van de Vieilles Forges - een naam die verwijst naar een van die Ardense gieterijen die tot in de 19e eeuw plaatselijke ertsen smolten en hierbij gebruik maakten van waterkracht voor het aandrijven van de blaasbalgen.
|
Vlak voor de scherpe bocht van 180° met de brug over de rivier was er een aansluitspoor naar een kwartsietgroeve daar vlakbij. Mogelijk kwam deze ontginning tot stand precies dankzij het buurtspoor, daar dit heel hard (metamorf) gesteente ideaal is voor de productie van keienballast voor het spoor. Op de oude postkaart hiernaast zie je trouwens de typische bakwagens van de NMVB. Deze exploitatie werd rond of kort na WO ll stopgezet.
|
Jusque vers 1960, et sur une bonne partie de son parcours, la longue ligne vicinale de Marche à Bastogne (et au-delà), suivait d’abord la vallée de la Wamme avant de rejoindre la Nationale 4, transformée par la suite en route express. Peu avant la Barrière de Champlon, pour éviter une rampe de 40%o un peu trop raide pour le vicinal, la ligne traversait soudain la grand-route pour la quitter à travers la forêt près du lieu-dit Vieilles Forges, puis décrire un brusque coude de 180° en traversant la Wamme sur un pont en pierre de taille, rejoignant ensuite la grand-route et la cisaillant en direction de Champlon. A hauteur du pont se greffait un raccordement industriel vers une grande carrière de quartzite, roche métamorphique très dure, idéale pour la pierraille du ballast vicinal, ce qui justifia cette exploitation en pleine forêt, jusqu’à la dernière guerre, voire jusque dans les années 50.
|
Na de opbraak van de spoorlijn rond 1960 werd het eerste deel van het tracé, tot aan de brug, opgenomen in het bosperceel daar rondom waar door de jaren heen aan houtwinning werd gedaan – met boomaanplantingen langs en zelfs op de oude spoorwegzate (hiernaast). Voorbij de brug werd deze echter aan haar lot overgelaten, al blijft ze nog enigszins begaanbaar, alvast in het laagseizoen. De brug zelf is identiek aan die in Houmont, even voor Bastogne (zie verder). Bij gebrek aan onderhoud en door het ruwe klimaat op deze desolate plek in volle woud, 430 meter hoog, ziet deze nochtans stevige constructie er echter uit alsof ze elk ogenblik kan instorten. In afwachting van de voltrekking van dit vonnis blijf dit al 60 jaar verlaten kunstwerk de natuurelementen trotseren. Maar voor hoelang nog?
|
Dès 1960, ce pittoresque parcours d’à peine 2 km sombra dans l’oubli. La première section du lacet, incorporée dans l’exploitation forestière voisine, fut plantée d’arbres (ci-devant) et jalousement gardée par une solide clôture. Par contre, le pont et le reste du tracé forestier furent laissés à l’abandon. Ce dernier, en partie envahi par la végétation, reste néanmoins suivable, du moins en basse saison. Quant au pont, identique à celui de Houmont mais en piteux état, il n’attend que de s’écrouler un jour ou l’autre. Mais avec ces solides constructions vicinales, on ne sait jamais…
|
NOOT - Dat het laagseizoen de periode bij uitstek is om in volle natuur op zoek te gaan naar spoorwegoverblijfselen bewijzen deze beelden, midden april gemaakt door een van onze correspondenten die er bovendien in geslaagd is deze plek te bereiken waar wijzelf daar tot dan toe niet in geslaagd waren – de laatste keer precies één jaar voor datum, zij het telkens vanuit de andere kant, niet meteen de goede!
Ook nog dit. Ondanks de nabijheid van de N4 is deze plek moeilijk bereikbaar, midden in het bos, gedeeltelijk afgesloten voor onbevoegden, maar ook bij gebrek aan duidelijke uitwijkmogelijkheden voor het razende verkeer op de expressweg die de N4 geworden is.
Ook nog dit. Ondanks de nabijheid van de N4 is deze plek moeilijk bereikbaar, midden in het bos, gedeeltelijk afgesloten voor onbevoegden, maar ook bij gebrek aan duidelijke uitwijkmogelijkheden voor het razende verkeer op de expressweg die de N4 geworden is.
La découverte de ce pont est le fruit d'une équipée d'un de nos correspondants, cherchant lui du bon côté (par le sud), alors
que par deux fois nous dûmes battre en retraite (la dernière fois exactement un an plus tôt), l'autre côté étant dûment clôturé.
Attention. L'endroit n'est guère facile d'accès faute d'évitements suffisamment visibles depuis la N4 et son trafic peu amène.
que par deux fois nous dûmes battre en retraite (la dernière fois exactement un an plus tôt), l'autre côté étant dûment clôturé.
Attention. L'endroit n'est guère facile d'accès faute d'évitements suffisamment visibles depuis la N4 et son trafic peu amène.
Sainte-Ode over de Ourthe
Van de vier metalen buurtspoorwegbruggen over de Ourthe die uitsluitend in gebruik waren door de NMVB werden beide exemplaren bij La Roche (zie verder) op het einde van WO ll vernield, evenals deze naast de stelplaats van Houffalize. Alle drie werden vervangen door betonnen constructies en zijn thans in gebruik voor lokaal verkeer. Alleen de brug van Sainte-Ode over de westelijke Ourthe, op de lange buurtlijn van Marche naar Martelange, is intact gebleven, tot vandaag. Beter gekend als de brug van Amberloup, of nog van Lavacherie, staat hij pal op de voormalige grens tussen beide, thans zusterlijk verenigd in de fusiegemeente Sainte-Ode. Het (bijna) kaarsrechte baanvak tussen Lavacherie en Amberloup is grotendeels vrij gebleven, én toegankelijk als niet-geasfalteerde wandelweg over ca. 2,5 km. Een aanrader!
|
|
Houmont tussen de rivieren
Niets beter dan het einde van de winter om afgelegen of vergeten kunstwerken op te zoeken. Jaren geleden, op een zomerse dag, hier in Houmont, lukte het ons amper. Met het vaste voornemen hier nog eens langs te komen, liefst in een ander seizoen. Een recente rondrit door het achterland van Bastogne bracht ons terug naar deze weidse maar grotendeels verlaten streek, met hier en daar van die piepkleine dorpjes of gehuchten. Niet te verwonderen dat de buurtspoorwegen al in de vroege jaren 50 er de brui aan gaven, alvast op dit deel van de lange buurtlijn van Marche naar Martelange, voorbij Amberloup, zowel voor reizigers als voor goederen. Een totaal vergeten baanvak, grotendeels intact, dat wel, maar amper te volgen. Behalve dan bij Houmont, in een wijde boog doorheen dit drassig gebied, met twee bruggen op nog geen 150 m van elkaar, vlakbij de monding van twee kleine waterlopen, één ervan een zijrivier van de westelijke Ourthe.
|
De oude zate in een boog door het weiland - in het midden, achter de grote boom, de brug over de Ruisseau de Brul (hierna) - wat verder, bij de hoge den, deze over de Ruisseau de Laval (15 april 2021)
Le bel arc de cercle de l'ancien vicinal à travers les prairies, traversant successivement les Ruisseaux de Brul et de Laval |
L’arrière-pays de Bastogne, région tranquille, retirée, à peine peuplée et vouée principalement à l’élevage, recèle quelques beaux témoins de la longue ligne vicinale de Marche à Martelange. Comme dans la vallée de la Strange, ou encore ici, près de Houmont, où l’ancienne ligne décrit un arc de cercle par-dessus deux ruisseaux dont le principal, delui de Laval, ira se jeter dans l’Ourthe près d’Amberloup. Cette courte section, à peine 600 m, reste cependant accessible au randonneur ou à qui désire se rendre compte des terrassements jadis necessaires pour que le vicinal puisse franchir la crête du plateau Ardennais.
|
Maar verder is deze omgeving geheel ingenomen door veeteelt – veel meer is hier niet mogelijk – ook de spoorwegzate dus, al blijft deze over een afstand van amper 600 m toch nog toegankelijk voor wie graag rondtrekt, of hier gewoon een kijkje wil nemen op de aanzienlijke grondwerken die zelfs de buurtspoorwegen destijds nodig vonden om toch maar over de kam van de Ardennen te geraken.
|
Deze mooie brug over de Ruisseau de Laval biedt dapper weerstand tegen het ruwe winterklimaat op dit hoogplateau - geprangd tussen omgevallen bomen en diepe modderpoelen laat hij zich amper benaderen (23 juli 2015 - 15 april 2021)
Bien difficile de s'approcher du pont vicinal sur le Ruisseau de Laval |
Chanxhe en het 'Canal de l'Ourthe'
Mooi is hij niet, en opvallend evenmin, discreet weggemoffeld tussen de weelderige begroeiing. Zijn belang is veeleer van historische aard. Een van de weinige kunstwerken op de in 1965 gesloten normaalsporige goederenlijn van Poulseur naar Sprimont (en voordien ook naar Trooz), meteen een van de allerlaatste buurtlijnen in de provincie Liège. En bovendien over wat overblijft van het ontmantelde Canal de l'Ourthe, eerste aanzet tot het nooit aangelegde kanaal naar het Groothertogdom Luxembourg. Vergis je echter niet: de mooie brug in metselwerk er vlak naast (12 april 2017) is dat van de baan naar Sprimont, dat de buurtlijn een eind verderop gedwee zou volgen, na een gezamenlijke brug over de Ourthe.
|
|
Bilzen een van de laatste in Vlaanderen
Deze bakstenen brug over de bovenloop van de Demer is een van de weinige stenen kunstwerken van enig formaat op het Vlaamse buurtnet van weleer en, voor zover wij konden nagaan, een van de laatste overlevenden in Vlaanderen, samen met de brug over de Zwarte Beek in Diest - de ruïne van Groot-Loon niet te na gesproken. Hij werd rond 1910 gebouwd voor de 50 km lange buurtlijn van Genk en Zutendaal naar Riemst, Bitsingen en Herstal, bij Luik. Maar terwijl het baanvak voorbij Riemst kort na de oorlog geëlektrificeerd werd (en amper 10 jaar later dan toch werd opgedoekt), sneuvelde het noordelijk deel in de beginjaren 50, zoals de meeste Limburgse buurtlijnen die de oorlog overleefd hadden. Gelukkig werd deze mooie brug met dubbele opening later gerestaureerd en is de voormalige spoorzate richting Spouwen en Riemst over zowat 1 km bewandelbaar, doorheen het Park Katteberg, tot aan de Alden Biesensingel ten zuiden van de stad (28 mei 2009).
|
Le pont à double ouverture de Bilzen, sur le cours supérieur du Demer, fut construit vers 1910 pour la longue ligne vicinale de Genk à Herstal (50 km). Alors qu'au lendemain de la dernière guerre la section au-delà de Riemst (vers Liège) fut électrifiée, sa partie nord fut abandonnée peu après. Heureusement, le pont joliment restauré fait maintenant partie d'un agréable parcours ombragé d'un km environ sur l'ancien tracé vicinal.
|
La Roche-en-Ardenne het raadsel van de twee spoorbruggen over de Ourthe
Twee relatief smalle bruggen over de Ourthe, allebei gebouwd op enorm brede pijlers. Zo te zien is hier lang geleden iets verdwenen. Een tweede ligger, parallel aan de eerste? Een veel bredere brug, om een onbekende reden afgebroken? Tot je je dan realiseert dat beide kunstwerken pal op het tracé liggen van de voormalige buurtlijn uit Melreux naar La Roche-en-Ardenne. En dat deze spoorzate, thans geasfalteerd als lokale weg, amper breder is dan deze bruggen. Alleszins niet breed genoeg om brughoofden en -pijlers van dergelijke omvang te verklaren. Tenzij misschien met het oog op de omvorming van dit buurtspoor tot een volwaardige spoorlijn? Uitgesloten.
Nee, een verklaring hebben we niet, hooguit enkele gissingen. Deze buurtlijn, gebouwd in 1886-87 om vanaf het station Melreux het toen al toeristische La Roche te ontsluiten, is een van de oudste van het Belgische buurtnet, en werd bijna volledig aangelegd pal langs de hoofdbaan. Alleen voor de laatste twee kilometer kwam er een eigen tracé, omdat de toegang tot het stadje te smal en ook te steil was voor de toenmalige stoomloks. En daar de buitenoever van de Ourthe op die plek ook al zo smal en steil is, moest het buurtspoor dan maar meteen de rivier over (hiernaast), en wat verder nog eens, om ter hoogte van Cielle de zachte binnenoever te kunnen volgen, tot het eindstation (en stelplaats) La Roche.
|
DE EERSTE BRUG (12 oktober 2018)
|
DE TWEEDE BRUG (Cielle) (24 juli 2015)
|
Beide kunstwerken zijn behoorlijk lang: de eerste, vlak na de hoofdbaan ter hoogte van Beausaint, steekt schuins de Ourthe over, de tweede (niet ver van Cielle) omdat de rivier daar een stuk breder is. De oude prentkaart hierna leert ons dat het allebei metalen bruggen waren, identiek aan de nog bestaande brug bij Amberloup (Ste-Ode) (zie hoger).
Maar tijdens het Ardennenoffensief van 1944-45 kreeg La Roche het zwaar te verduren, en sneuvelden ook beide bruggen. Het duurde echter tot juli 1946 eer de spoorlijn hersteld was, ditmaal met deze twee disproportionele betonnen bruggen. Dat het anderhalf jaar geduurd heeft om de buurtlijn te heropenen kan betekenen dat men het spoorwegtracé eerst heeft willen gebruiken als wegalternatief voor de nauwe doorgang naar het verwoeste stadje. Maar niet waarom de brughoofden en -pijlers zo breed moesten zijn.
|
Tenzij deze ruwe constructies (o.a. hierboven) eerst moesten dienen voor te brede noodbruggen, en de huidige liggers er pas later kwamen, in 1946. Of nog met het oog op een tweede toegangsweg tot La Roche, al dan niet met de buurtlijn ernaast?
Intussen is het spoor al 60 jaar opgebroken, en in tegenstelling tot wat de NGI-kaarten ons vertellen dient de eerste brug alleen nog voor plaatselijk verkeer (Rue des Echavées), en mag de tweede - vlak naast een grote camping langs de Ourthe - slechts in één richting bereden worden wegens... te smal.
Intussen is het spoor al 60 jaar opgebroken, en in tegenstelling tot wat de NGI-kaarten ons vertellen dient de eerste brug alleen nog voor plaatselijk verkeer (Rue des Echavées), en mag de tweede - vlak naast een grote camping langs de Ourthe - slechts in één richting bereden worden wegens... te smal.
Deux tabliers de pont fort étroits posés sur des piliers démesurément larges sur l’ancien tracé vicinal depuis Melreux, peu avant La Roche-en-Ardenne. Disposition bizarre qui pourrait évoquer une mise à double voie avortée sur le ‘grand’ réseau, ce qui est franchement exclu sur une ligne vicinale. Or il se fait que, lorsque la bataille des Ardennes (1944-45) mit à mal la cité de La Roche ainsi que le réseau routier tout autour, ces deux ouvrages traversant l’Ourthe furent eux aussi détruits. Pourtant, le trafic ferroviaire ne fut rétabli qu’en juillet 1946, ce qui donne à penser que deux ouvrages provisoires furent construits afin de rétablir les communications lors de la reconstruction, leur largeur justifiant ces piliers hors mesure. Et ce n’est que par après, lorsque ces tabliers de fortune hors mesure furent retirés, qu’on aurait posé les tabliers actuels afin de rétablir le trafic vicinal. Bien-entendu, ce n’est là qu’une conjecture, sans plus, et toute explication valable mérite notre attention. Notons enfin qu’après le démontage de la ligne vers 1960, la plate-forme ferroviaire fut récupérée et par après goudronnée comme chemin local, aujourd’hui à sens unique vu l’étroitesse de la plate-forme vicinale et… de ces deux ouvrages. |
Aandoren (Tienen) over de Grote Gete
Evengoed als bij de 'grote' spoorweg werden ook bij de buurtspoorwegen hier en daar tracés gewijzigd, een ingreep die meer dan eens gepaard ging met de bouw van een nieuw kunstwerk, doorgaans over een waterloop of een spoorlijn. Veel blijft daar vandaag niet meer van over: ofwel is de brug afgebroken, ofwel de spoorberm afgegraven, of nog allebei. Nochtans kom je mits wat zoekwerk toch nog wat restanten tegen, alle landschapsingrepen, ’saneringen’ en urbanisatieprojecten ten spijt.
Zo heb je in Vlaams-Brabant de sites van Haacht-Station (spoorweg) en Kampenhout-Sas (kanaal) (zie verder), waar telkens de brug verdwenen is en je mits wat zoekwerk nog wat restanten vindt van de opgehoogde bermen in het omliggende kreupelhout. In Tienen daarentegen is de betonnen boogbrug van Aandoren, schuins over de Grote Gete vlakbij de suikerfabriek, al die tijd intact gebleven en sinds 1996 zelfs beschermd als monument. Hij werd begin WO II gebouwd op een nieuw tracé van de buurtspoorlijn naar St-Truiden. Deze was duidelijk bedoeld om het (toen al?) drukke kruispunt vlakbij de suikerfabriek te ontwijken, mogelijk met het oog op een nieuwe industriële spooraansluiting naar het bedrijf, dwars op de rijksweg naar St-Truiden. Deze spoorverbinding werd trouwens aangelegd pal naast de buurtspoorlijn richting Grimde, en maakte ook gebruik van het pas verlaten gedeelte ervan, rechtover de fabriek.
|
TIENEN (Aandoren) : 1. eerste buurtspoorwegtracé - 2. tweede tracé - 3. brug over de Gete - 4. Industriespoor naar Grimde
|
Al dit moois is al een paar decennia uit het landschap verdwenen, op één uitzondering na: de boogbrug over de Grote Gete als laatste getuige. Met zijn overspanning van ruim 20 m kun je hem gerust beschouwen als het kleine broertje van dat van Kampenhout-Sas, gebouwd in zowat dezelfde periode (zie verder).
|
|
Kampenhout Sas (verdwenen)
over de Leuvense Vaart Een betonnen brug van de voormalige buurtspoorwegen zoals je er amper nog een zult vinden. Hier over de Leuvense vaart op 5 mei 1973, op een van de drie ‘kronkels’ van de grotendeels kaarsrechte buurtlijn van Brussel naar Haacht: Diegem, Haacht-Statie en hier in Kampenhout-Sas (zie plannetje). Aanvankelijk reed de stoomtram over de vaart via een draaibrug op de kruising met de steenweg Leuven-Mechelen. Na de jongste oorlog kwam er echter een nieuw tracé met een dubbele kronkel waarmee de inmiddels elektrisch geworden tram zich over het kanaal en onder de steenweg door slingerde als een voor die tijd heuse sneltram. Helaas lag deze buurtlijn zo goed als volledig naast de Haachtsesteenweg en moest ze in 1960 plaats ruimen voor de verbreding ervan ten dienste van het wegverkeer, zoals bijna overal in het land.
In 1973 lag deze sierlijke brug er nog, inclusief de beugels van de verdwenen bovenleiding. Maar amper een paar jaar later moest dit ‘nutteloos’ geworden kunstwerk op zijn beurt verdwijnen. Niet voor de verbreding van het kanaal, maar in het kader van de dringend geworden restauratie van de barslecht geworden kanaaloevers (zie foto). Nu het plan voor de (her)aanleg van een (snel)tram richting Haacht dan toch zo nu en dan de kop opsteekt, zoals het monster van Loch Ness, kan de afbraak van deze brug allicht ‘voorbarig’ blijken, ook al is het inmiddels al 45 jaar geleden. Maar of een hedendaagse sneltram – als die er ooit komt – zich nog op zo’n bochtig parcours zou kunnen slingeren is hoogst twijfelachtig. Een identieke brug vind je nu nog over de Samber in Merbes-le-Château.
|
KAMPENHOUT-SAS - Vroeger stak de stoomtram (groene lijn) het kanaal over op een draaibrug (hierna). Na WO II kreeg de tram een eigen tracé (rood), met aparte brug over het kanaal.
|
Chassepierre over de Semois
|
Met uitzondering van het brongebied en de bovenloop in de omgeving van Arlon vormt de Semois een geduchte hindernis, zeker voor de spoorwegen, maar ook voor de buurtspoorlijnen. Toch kon ze deze laatste niet beletten meer dan eens haasje over te spelen met haar kronkelige loop, niet alleen tussen Membre en Bohan, maar ook in Chassepierre, vlakbij Florenville, waar twee kunstwerken kort achtereen, op nog geen 500 meter van elkaar, de buurtlijn Marbehan-Ste.Cécile toelieten dit schilderachtige dorp met zijn smalle straten te omzeilen. Vooral het eerste kunstwerk springt in het oog, een sierlijk viaduct met drie metalen brugdekken gedragen door vier brede pijlers, telkens geflankeerd door twee torentjes in namaak middeleeuwse stijl. In de eerste dagen van WO II werden de drie brugdekken door het Belgische leger opgeblazen, en daarna nooit meer hersteld. De vier brugpijlers bleven echter zo goed als intact in het landschap achter, (hieronder foto 1, 24 juli 1967), maar ondergingen langzaam maar zeker de onverbiddelijke tand des tijds. |
|
Meer dan 40 jaar later waren de trotse pijlers verworden tot zielige bouwvallen en zag de toekomst van het zieltogende viaduct er ogenschijnlijk somber uit (foto 2 en beide foto's hieronder, 20 augustus 2010) . Toch was de redding nabij. Ruim twee jaar later werd hun restauratie aangevat met het oog op het herstel van de oversteek, deze keer voor voetgangers en tweewielers. Medio 2013 mochten de gedeeltelijk gerestaureerde pijlers het nieuwe doorlopende brugdek in ontvangst nemen (foto 3, 12 juli 2013). Kort daarna kwam de nieuwe verbinding in gebruik. Over het hele opzet en de esthetiek ervan zullen de meningen allicht verdeeld zijn. Feit is wel dat de afbrokkelende viaductruïne op die manier van de totale ondergang gered werd.
Het tweede kunstwerk oogt duidelijk minder fraai. Mogelijk werd het in 1940 eveneens onklaar gemaakt, maar omdat het tegelijk in gebruik was voor een lokale verbindingsweg bleef het daarna dan toch behouden ten behoeve van de plaatselijke bevolking. |
Le 'pont' vicinal de Chassepierre était en fait un viaduc à trois tabliers métalliques, reposant sur quatre larges piliers, chacun gardé par deux tourelles d'aspect médiéval. Ce remarquable ouvrage permettait à la ligne vicinale de Marbehan à Ste-Cécile de contourner le village aux rues étroites par une boucle franchissant la Semois à deux reprises. Dynamité en juin 1940, il ne fut jamais reconstruit. Subissant les outrages du temps d'année en année, les piliers se dégradaient de plus en plus (vues ci-devant, le 20 août 2010). Jusqu'au jour où l'on décida de les restaurer, du moins partiellement, afin d'y établir un passage à l'usage des piétons et des deux-roues (voir plus haut la succession de trois vues datant respectivement de 1967, 2010 et 2013). L'autre ouvrage, livrant également passage à une petite route, fut probablement endommagé lui aussi. Quoi qu'il en soit, il continua par après de servir à l'usage de la population locale.
|
Goé (Béthane) over de Vesdre
Tot in 1963 reed vanuit Dolhain (Limbourg) een heuse stoomtram, op normaalspoor nog wel, al werd hij enkel nog gebruikt om goederenwagons te slepen, vroeger tot Eupen, op het laatst nog slechts tot Goé. Daar moest hij via dit viaduct de Vesdre over, in het gehucht Béthane, tot in het bedrijf op de andere oever (thans Corman). Nadat de sporen waren verwijderd kwam er asfalt in de plaats. Maar de toestand van het kunstwerk en vooral van de betonnen pijlers in de rivier is zorgwekkend. Vandaag is hij trouwens afgesloten (28 nov. 2014) en kan men enkel nog naar de overkant via de brug rechts op de foto. Zijn toekomst is dan ook onzeker. Nochtans slaagde hij erin om in 2021 de rampzalige watersnood in de Vesdervallei het hoofd te bieden...
|
Jusqu'en 1963 le viaduc sur la Vesdre à Goé (Béthane) était régulièrement emprunté par une locomotive vicinale à vapeur à voie normale afin d’acheminer depuis Dolhain (Limbourg) les wagons destinés à l’usine située sur l’autre rive. Après, les rails furent enlevés et le passage goudronné. Mais l’état de l’ouvrage laissant fort à désirer, le passage est condamné depuis des années, et l’accès à l’usine Corman se fait exclusivement par le pont visible à droite. Malgré tout, il a pu résister aux inondations catastrophiques de l'été 2021...
Nimelette over de Eau Noire
|
Dit fraaie viaduct met vier bogen over de Eau Noire (14 april 2015) ligt in het gehucht Nimelette (bij Rièzes), in het uiterste zuiden van de provincie Henegouwen. Tot in 1960 tufte hier nu en dan een goederentram voorbij richting Chimay, vooral houttransport uit het omliggende bosgebied, terwijl de weinige reizigers in deze afgelegen streek zich sinds 1954 tevreden moeten stellen met een busdienst, vandaag nog hooguit een paar ritten op weekdagen. De lijn Chimay - Cul-des-Sarts - Couvin lag volledig afgezonderd van de rest van het buurtspoorwegnet en verdween met stukjes en beetjes, in alle discretie, tussen 1953 en 1960, ruim een halve eeuw geleden. Het viaduct van Nimelette is ei zo na het enige kunstwerk op deze voormalige buurtlijn waarvan het tracé, goeddeels op eigen bedding, niet altijd gemakkelijk terug te vinden is. |
Jusqu’en 1960 le viaduc sur l’Eau Noire à Nimelette (Rièzes), le seul ouvrage d'art de la ligne, voyait passer de rares convois de bois sur ce qui restait de la ligne vicinale Chimay – Cul-des-Sarts – Couvin, abandonnée par étapes à partir de 1953.
|