De RECHTE MOSELSTRECKE
een onafgewerkt spoorwegtracé
Zeker niet de enige spoorlijn in Duitsland die in de periode rond de Eerste Wereldoorlog om strategische redenen werd aangelegd. Maar op heel wat plaatsen kwam door het einde van de oorlog meteen ook de verdere afwerking van het project in het gedrang. Dit was o.m. het geval voor de ontdubbelingslijn langs de Moezel, die mooi kaderde in een ruimer geheel van strategische verbindingen.
De Kanonenbahn
Deze haast mythische maar toch heel reële spoorverbinding, de
“Berlin-Coblenzer Eisenbahn”, liep diagonaal doorheen Duitsland. Vanuit Koblenz ging het dan richting Metz, in het toen door Pruisen geannexeerde deel van
Frankrijk, en dit via de Moselstrecke, de historische verbinding
Koblenz-Trier op de linkeroever van de Moezel (1874-79). Vlakbij Cochem lag echter de Kaiser-Wilhelm-Tunnel (4205 m), decennialang de
langste van Pruisen/Duitsland, maar wel een strategisch gevoelige schakel die
in geval van obstructie het spoorverkeer in die regio lange tijd kon
lamleggen. Vandaar het idee voor een ontdubbelingslijn vanuit Koblenz, met ter hoogte van deze tunnel een ontwijkend tracé langsheen de rechteroever van de Moezel.
De werken voor deze strategische lijn werden aangevat in 1915, in volle oorlogstijd dus. Drie grote werven zagen het licht, nl. bij Urmitz (tussen Neuwied en Koblenz), ter hoogte van Cochem (het afwijkende tracé) en in Quint, bij Ehrang (NO van Trier). Over kleinere werven tussenin is zo goed als geen informatie te vinden.
Van de drie werven werd alleen de Kronprinz-Wilhelm-Brücke bij Urmitz voltooid én in gebruik genomen, maar in 1945 opgeblazen (kort na dat van Remagen) en pas in 1954 vervangen door een nieuw viaduct over de Rijn. Aan het andere uiteinde werd het 570 meter lange Quinter Viadukt met zijn 24 bogen in 1922 voltooid, maar bleef er meer dan een halve eeuw spoor- en werkloos bij, tot het einde 1979 volledig werd afgebroken.
|
Het Tracé
Aanvankelijk wilde men de ontdubbelingslijn al meteen vanaf Koblenz de rechteroever laten volgen, tot Neef of Bullay, waarna ze vlak naast de Moselstrecke zou lopen, behalve dan ter hoogte van Quint. In de praktijk bleef dit tracé echter beperkt tot de eigenlijke omleidingsroute ter hoogte van Cochem, met de doorsteek van de Cochemer Krampen (krammen), een reeks scherpe meanders van de Moezel. Hiervoor zou de nieuwe lijn zich in de buurt van het station Treis-Karden van de historische Moselstrecke verwijderen en de rechteroever volgen tot Neef. Voorbij Karden was ter bevoorrading van de werf een losspoor aangelegd langsheen de bestaande lijn, richting Cochem, met noodbrug over de Moezel. Een definitieve spoorbrug is er wel nooit gekomen. Het nieuwe tracé is pas zichtbaar voorbij de dorpskern van Treis, vlak na de jachthaven. De verhoogde bedding is goed te volgen langsheen de Moezel, tot ze ruim 3 km verder afbuigt naar links. Daar duikt het tracé in een meer dan 2 km lange tunnel waarvan beide ingangen echter verdwenen zijn.
|
Aan de zuidkant vinden we de spoorbedding terug langsheen de dalflank, hogerop boven de Moezel. Ruim 800 meter verder, na een korte onderbreking waar een tijd geleden o.m. een brug werd afgebroken, loopt de bedding dwars door het wijndorp Bruttig, bovenop een 650 meter lange hoge steunmuur die de woonkern letterlijk in twee splitst. Daarna liep het tracé nog 600 meter verder, tot in Fankel, maar is er grotendeels ingenomen door woonuitbreiding.
Alles samen een ongebruikte spoorwegzate van bijna 8 km.
Alles samen een ongebruikte spoorwegzate van bijna 8 km.
Precieze plannen over het verdere verloop tot Neef/Bullay zijn niet gekend, of niet in de openbaarheid gebracht. Het blijft dus gissen naar de geplande tunnels en andere kunstwerken op dit nooit aangelegde deel van de omleidingsroute.
Ook dit nog: verwar dit project niet met de voormalige Moselbahn, het lokale spoorlijntje van Bullay naar Trier, eveneens op de rechteroever, maar dan verderop.
Ook dit nog: verwar dit project niet met de voormalige Moselbahn, het lokale spoorlijntje van Bullay naar Trier, eveneens op de rechteroever, maar dan verderop.
De Tunnel
Doorgaans ‘Treiser Tunnel’ genoemd, soms ook ‘Valwigerberg Tunnel’, naar de heuvel (berg) waardoor de 2565 meter lange tunnel gegraven werd.
Zo'n lange tunnel spreekt allicht tot de verbeelding. De ongewone geschiedenis en het noodlot van deze inmiddels verdwenen tunnel des te meer. In de zomer van 1916, halfweg de eerste oorlog dus, werden de graafwerken langs beide kanten aangevat. De doorbraak werd al eind 1919 gevierd, maar de eigenlijke voltooiing kwam er pas in 1923, ook al had Duitsland intussen de oorlog verloren en was de verdere uitbouw van strategisch belangrijke bouwwerken aan banden gelegd. En toen de ontdubbeling van de Moselstrecke economisch niet langer verantwoord bleek werd het hele project dan maar stopgezet en de afgewerkte tunnelportalen meteen dichtgemetseld. Tot in 1931, toen een champignonkwekerij brood zag ik die verlaten tunnelpijp. |
Maar ook het Derde Rijk had daar zijn duister oog laten op vallen. Zoals zoveel andere werd in 1944/45 de ongebruikte tunnel kant Bruttig omgevormd tot een “unterirdische Rüstungsfabrik”. Lees: een vanuit de lucht niet bespeurbare fabriek waarin krijgsgevangenen gedwongen werden oorlogs- en andere wapentuig te produceren. Hier waren dat onderdelen voor vliegtuigmotoren. Wellicht mede door de omvang van de tunnelruimte kreeg deze ‘fabriek’ de trieste eer de grootste in haar soort te zijn… In 1945 kwam gelukkig een einde aan deze sinistere episode, maar kort daarna ook aan de tunnel, toen de Franse bezettingsmacht in 1946 beide portalen en hele delen van de tunnelkoker liet opblazen.
Medio de jaren 80 werd op de Valwiger Berg ook nog een 200 meter diepe luchtschacht afgedekt met een zware betonnen plaat. |
Vandaag zie je de immer spoorloze bedding die plots doodloopt op een omgewoelde hellingwand, doorheen de jaren begroeid en meer en meer opgenomen in het omringende landschap. Vakkundig uitgewist… en toch niet helemaal. Naast het opgeblazen zuidelijke portaal (kant Bruttig) blijft een betonnen steunmuur een opvallende getuige van het verdwenen kunstwerk. Sterker nog. In de loop van het vorige decennium maakten verschillende avonturiers er een uitdaging van om zijdelings doorheen een soort schacht tot achter het opgeblazen tunnelportaal door te dringen, tot in een stukje tunnel van enkele tientallen meter dat als bij wonder de ontploffing heeft overleefd maar – volgens de beschrijvingen – in zeer labiele toestand verkeert. Enkele pogingen om doorheen het puin ook nog een doorgang te graven naar de rest van de tunnel bleken algauw onbegonnen werk, niet in het minst wegens het latente instortingsgevaar.
|
De 'Bahndamm'
Tussen de tunnel en Bruttig is de zate
thans grotendeels geïntegreerd in de omliggende wijnbouw, maar
blijft hoe dan ook toegankelijk, tot de plek van het verdwenen portaal.
Verderop hebben de spoorwegbouwers destijds niet geaarzeld om hun
strategische lijn dwars door het dorp te trekken. Waar je ook gaat in
Bruttig, telkens opnieuw kom je die reusachtige steunmuren tegen
langsheen de spoorberm. Toch kreeg elk van de 12 dwarsstraten haar
onderdoorgang doorheen de 650 meter lange ‘Bahndamm’.
Zoals op heel wat andere plaatsen woedt vandaag echter de discussie tussen zij die deze ‘nutteloze’ hindernis kwijt willen, o.m. wegens de veiligheid en de daaraan verbonden onderhoudskosten, en zij die dit unieke bouwwerk voor de komende generaties willen veiligstellen, inclusief een van de voormalige barakken voor krijgsgevangenen, die daar bovenop ter herinnering bewaard blijft.
|
BRONNEN - De achtergrondinformatie over de Rechte Moselstrecke en de Treiser Tunnel werd zorgvuldig uitgezocht op verschillende Duitse websites, op meerdere internetfora over dit onderwerp, ook op Wikipedia, en uiteraard ter plaatse.
terug naar de homepagina