OUDE TUNNELS ROND HUY |
Texte français au bas de chaque rubrique
Les tunnels de Huy (et environs) |
Huy-Nord, Huy-Sud en Huy-St-Hilaire zijn de drie stations die de naam van de stad Huy (Hoei) dragen. Alleen Huy-Nord (thans gewoon Huy) is vandaag nog open voor reizigers. De stationsnaam 'Huy-Ville' zul je echter nergens vinden, en is mogelijk nooit officieel als dusdanig gebruikt. Nochtans was dit het allereerste station van de stad, op 18 november 1850 in dienst genomen als kopstation, halfweg op de huidige lijn 125 Liège-Namur. Dit betekent dat de treinen daar noodgedwongen rechtsomkeer moesten maken om verder te kunnen, zoals toen ook in Brussel, Antwerpen, Gent en Verviers.
Gaandeweg bleek deze configuratie een ernstige rem op de commerciële snelheid van de treinen, zodat ruim 30 jaar later de toenmalige exploitant, de Franse Nord-Belge, uiteindelijk besloot om tussen beide lijnhelften een rechtstreekse verbinding aan te leggen. Dit ging echter niet zonder slag of stoot. Want richting Namur dook de spoorlijn meteen door een 338 meter lange dubbelsporige tunnel vooraleer het knoopstation Statte te bereiken, en dus moest men dit kunstwerk openbreken. Tussen 1884 en 1887 vonden dan ook gigantische grondwerken plaats om een flink deel van de helling af te graven, met als resultaat dat de tunnel met zowat één derde werd ingekort. Kort daarna ging op de nieuwe verbinding het station Huy-Nord open, wat gelijk het doodvonnis betekende van het kopstation Huy-Ville.
|
Hiermee was de kous nog niet af. Want door de slechte structuur van de ondergrond (heel brokkelige leisteen) had het kunstwerk al tijdens de aanleg in 1847-1849 verschillende grondverschuivingen en verzakkingen ondergaan. Tijdens de doorbraakwerken was het dan ook wéér prijs, en werd de spoortrafiek van begin december 1886 tot einde januari 1887 zelfs volledig onderbroken wegens een instorting in de tunnel zelf.
|
Ook daarna bleef de tunnel van Huy voor hoofdbrekens zorgen, zo erg zelfs dat men hem in 1904 vanbinnen met een zware bekisting moest verstevigen (zie foto), zodat de lijn op dat stuk noodgedwongen enkelsporig werd. Het plan van de Franse maatschappij om daar vlak naast een enkelsporige ontdubbelingstunnel aan te leggen bleef echter zonder gevolg.
Pas in de jaren zestig besloot men, met het oog op de modernisering en de elektrificatie van lijn 125, om op diezelfde plek een nieuwe tunnel te graven, zo’n 230 meter lang, maar ditmaal dubbelsporig. Begin 1970 kwam deze tunnel (Huy 2) in dienst, en werd de oude tunnel (Huy 1) prompt verlaten en kort daarna dichtgemetseld.
|
A Huy, c'est en vain que l’on cherchera la première gare, Huy-Ville, ouverte en 1850 comme gare en cul-de-sac sur la ligne 125 actuelle, obligeant ainsi les trains à rebrousser à mi-parcours entre Liège et Namur. Ce n'est que trente ans après que l’exploitant d’alors, la compagnie Française Nord-Belge, décida de lever cette entrave à l’exploitation par la création d’un raccordement direct entre les deux moitiés de la ligne. Or, pour cela il fallait, côté Namur, éventrer la colline et ouvrir une partie du tunnel de 338 m précédant la gare de Statte. Après de gigantesques travaux de terrassement, menés entre 1884 et 1887, l’ouvrage se retrouva raccourci d’un tiers environ. La liaison directe fut dotée d'une nouvelle gare, Huy-Nord, condamnant du coup celle de Huy-Ville.
Entre-temps, le tunnel ainsi écourté ne cessait de donner du fil à retordre. Déjà lors du creusement du tunnel dans un sous-sol schisteux et de (très) mauvaise qualité, plusieurs effondrements et glissements de terrain s'étaient produits. Ces mêmes problèmes se répétèrent lors des nouveaux travaux, un effondrement à l’intérieur du tunnel interrompant même tout trafic ferroviaire pendant un mois et demi. Par la suite, ces problèmes n’en finirent pas de se reproduire, à tel point que, finalement, un coffrage intérieur dut être construit pour consolider l’ouvrage, limitant ainsi le passage à une seule voie dès 1904.
Il faudra attendre les années soixante pour que l’on se décide enfin à creuser un nouveau tunnel, parallèle au premier et à double voie, bien-sûr, en vue des travaux d’électrification de la ligne 125. Cet ouvrage de 230 m (Huy 2) fut achevé début 1970, après quoi son prédécesseur (Huy 1) fut abandonné et muré. |
De spooktunnel van Huy-VilleTerug naar 1887. Hoewel de oorspronkelijke tunnel aanzienlijk werd ingekort, van 338 naar ca. 225 m., werd van het reststuk maar een deel uitgebroken, hooguit zo'n 60-tal meter, ruimschoots genoeg om de rechtstreekse verbinding aan te leggen (zie plannetje hiernaast).
Het resterende stukje tunnel, zo’n 45 à 50 meter lang, bleef nog even in gebruik, tot de sluiting van Huy-Ville in 1887. Waarna de tunnelopening kant spoorlijn zonder meer werd dichtgegooid. |
Op dit plannetje uit het maandblad 'Het Spoor' duidt de grijze arcering op de gigantische grondwerken bij de doorbraak van de eerste tunnel (H.1) voor de aanleg van de rechtstreekse spoorverbinding. Let echter op het tunneltje H-V, weinig meer dan het afgescheiden uiteinde van H.1, alsook het spoortracé over de Rue des Jardins, richting Huy-Ville.
Pas zo’n 80 jaar later, bij de verbreding van de spoorwegsleuf voor de nieuwe tunnel (Huy 2), kwam dit stukje vergeten tunnel opnieuw tevoorschijn, als de duivel uit het doosje (foto hiernaast: R.Boddewijn, februari 1968 - in 'Rail et Traction' nr.112).
|
In de tweede helft van 1969 was de tunnel nog steeds open: geen tunnelportaal, wel een steunmuur uit de overgangsperiode 1884-1887 toen het nieuwe tracé van lijn 125 volop in aanleg was. De bandensporen op de foto hiernaast (B.Dedoncker – in 'Rail et Traction' nr.118) doen vermoeden dat men de tunnel aan het opvullen is, liever dan een volledige afbraak, gezien de onstabiele structuur van de ondergrond en de aanwezigheid van bewoning op de heuvel daar vlakbij. Pas na dit opvulwerk kon men opnieuw een stukje van de oude tunnel afbreken voor de verdere verbreding van de spoorlijn en de afwerking van de zijkanten. Vandaag, ruim 40 jaar later, is daar op de flank van de spoorsleuf van lijn 125 niets meer van te zien. |
Hoe dan ook, de oude spoorwegsleuf bestaat nog steeds - zij het op particuliere grond (foto hiernaast) - maar is grotendeels dichtgegroeid. Achterin, waar ooit het portaal stond, is enkel nog een steile helling te zien.
Praktisch
Vlakbij het station, vlak voor de spoorbrug aan het begin van de Rue des Vignes, leidt een trap naar een voetweg richting Vieille Chaussée de Statte. Onderweg loopt dit pad mooi rond de dichtgegroeide sleuf, en dus ook bovenop de oude tunnel van Huy-Ville. Wat verder heb je nog een mooi overzicht van beide tunnelportalen (Huy 1 & 2).
Voor deze reconstructie en het bijhorende terreinwerk werd dankbaar gebruik gemaakt van het tijdschrift 'Rail et Traction' nrs. 112 (I/1969) en 118 (III/1970), alsook van een paar documenten uit het maandblad 'Het Spoor' (nr.138 van 2/1968).
|
Ten tijde van de tunnel stond dit huizenblok er al (blauw op het plannetje hierboven), aan het uiteinde van de Rue des Jardins. Let op de vorm van het hoekhuis, vlak naast het oude spoorwegtracé (tuin links) (11 juli 2013).
Als afsplitsing van de eerste tunnel (Huy 1) heeft dit kort stukje tunnel nooit een eigen identiteit gehad. Ook vinden we hem vrijwel nergens terug in de ad hoc literatuur. Een reden te meer om deze korte “Tunnel van Huy-Ville” uit de vergetelheid te halen.
|
LE TUNNEL FANTÔME DE HUY-VILLE
L'abandon de Huy-Ville et l'avènement de la gare actuelle entraîneront un réaménagement complet du quartier, avec la création de l'actuelle Avenue Albert I sur l'emplacement de la gare disparue. Pourtant, l'ancien passage vers le tunnel, au bout de la Rue des Jardins, est repérable grâce au flanc quelque peu étriqué de l'habitation (en bleu sur le plan ci-devant) côtoyant le jardin derrière lequel se situe l'ancienne tranchée ferroviaire. Ainsi, les premières dizaines de mètres de la version originelle du tunnel de Huy doivent toujours exister, enterrées, oubliées, et sans la moindre identité propre, même pas dans la litérature dite apropriée, à une seule exception près. Raison pour laquelle nous comptons bien tirer de l'oubli ce petit ouvrage que nous continuerons d'appeler le "Tunnel de Huy-Ville".
NOTE PRATIQUE Près de la gare, au pied de la Rue des Vignes, un escalier mène à un sentier qui contourne scrupuleusement l'ancienne tranchée, passe au-dessus du tunnel enseveli et aboutit face aux portails jumeaux Huy 1 & 2 avant de continuer vers la Vieille Chaussée de Statte. |
Tunnels langs de Hoyoux (lijn 126)
We laten de drie tunnels vlakbij het hoofdstation achter ons en verlaten Huy langs lijn 126, de Condrozlijn van Statte naar Ciney, vandaag beperkt tot Marchin. Dankzij het staalverwerkend bedrijf TDM is dit stukje lijn van amper 4,5 km doorheen de vallei van de Hoyoux nog steeds in dienst. Meteen het meest spectaculair lijngedeelte, met kort achter elkaar twee tunnels afgewisseld met twee lange viaducten. Een mooie opeenvolging van kunstwerken, alle vier voorzien voor dubbelspoor, ook al is de lijn op dit traject steeds enkelsporig gebleven. De eerste, de tunnel van Huy-Sud, zo’n 180 meter lang, ligt gekneld tussen het grote viaduct over de Maas en het voormalige station Huy-Sud.
Kort daarna loopt de spoorlijn over het viaduct van Chinet met zijn 8 bogen vooraleer kort daarop in de 220 meter lange tunnel van Duresse te duiken. De rest van het traject, tot Marchin, verloopt langsheen de steile rotsflank van de diepe Hoyouxvallei.
Na het bedrijf TDM werd het spoor, dat al meer dan 40 jaar in onbruik was, rond 2008 opgebroken om plaats te ruimen voor een fietspiste. Voorbij het verdwenen station Modave (vlakbij het kruispunt Pont-de-Bonne) verlaat het geasfalteerde spoortracé de vallei van de Hoyoux. Nog geen twee kilometer verder volgt de enkelsporige tunnel van Modave (ca. 105 meter lang), meteen de laatste, vlak voor de vroegere stopplaats Modave-Village. Hier werd het perron opnieuw aangelegd en het wachthokje kort geleden terug vrijgemaakt als schuilplaats voor fietsers en wandelaars.
|
Twee van de drie tunnels op lijn 126 zijn dus nog in dienst, althans zolang TDM (thans onderdeel van Arcelor-Mittal) in werking blijft, wat gezien de huidige economische conjunctuur helemaal niet zeker is.
En daarna? Dan zal Infrabel voorzeker geen 40 jaar wachten om ook hier het spoor uit te breken. |
OPMERKING
Aanvankelijk situeerden we de tunnel van Duresse vlak na de voormalige stopplaats Fleury. Dit klopt echter niet. Niet alleen volgt deze tunnel te kort op het viaduct van Chinet om aan die overweg een halte te voorzien, maar bovendien lag de stopplaats Fleury een heel eind voorbij de tunnel, ruim 800 meter voor het station Marchin, vlakbij de plek waar de Rue du Frenoy onder lijn 126 duikt. Fleury als plaatsnaam vinden wij echter nergens terug, tenzij dan voor een al lang verdwenen papierfabriek daar vlakbij, even voorbij de tunnel.
Le tunnel de Duresse se situe avant, et non peu après le point d'arrêt de Fleury qui lui se trouvait bien au-delà, 800 m avant la gare de Marchin.
Aanvankelijk situeerden we de tunnel van Duresse vlak na de voormalige stopplaats Fleury. Dit klopt echter niet. Niet alleen volgt deze tunnel te kort op het viaduct van Chinet om aan die overweg een halte te voorzien, maar bovendien lag de stopplaats Fleury een heel eind voorbij de tunnel, ruim 800 meter voor het station Marchin, vlakbij de plek waar de Rue du Frenoy onder lijn 126 duikt. Fleury als plaatsnaam vinden wij echter nergens terug, tenzij dan voor een al lang verdwenen papierfabriek daar vlakbij, even voorbij de tunnel.
Le tunnel de Duresse se situe avant, et non peu après le point d'arrêt de Fleury qui lui se trouvait bien au-delà, 800 m avant la gare de Marchin.
LES TUNNELS DE LA VALLÉE DU HOYOUX
Laissant les trois tunnels de la ligne 125 derrière nous, nous quittons la cité de Huy par la ligne 126 Statte-Ciney, dite du Condroz, aujourd’hui limitée à Marchin, où l’entreprise métallurgique TDM assure la survie de ce moignon de 4,5 km à travers la vallée du Hoyoux. Du coup la section la plus spectaculaire, grâce à la succession de deux tunnels en alternance avec deux longs viaducs: belle enfilade d’ouvrages d’art, tous les quatre prévus pour la double voie, même si la ligne est toujours restée à voie unique.
Le premier tunnel, celui de Huy-Sud (180 mètres), est coïncé entre le grand viaduc traversant la Meuse et l’ancienne gare de Huy-Sud. Puis vient le viaduc à 8 arches de Chinet, précédant de peu le tunnel de Duresse qui fait 220 mètres. Le reste du trajet s’effectue le long d’une paroi rocheuse marquant le flanc de la vallée du Hoyoux. Au-delà de l’entreprise TDM, la voie, qui pourrissait là depuis 40 ans, a été démontée vers 2008 pour céder la place à une piste cyclable. Au-delà de la gare disparue de Modave/Pont-de-Bonne, la piste asphaltée quitte la vallée du Hoyoux. 2 km plus loin elle s’engouffre dans le dernier ouvrage, le tunnel de Modave, à voie unique cette fois-ci, et qui fait 105 mètres. Sa sortie débouche sur l’ancien point d’arrêt de Modave-Village dont l’abri a été quelque peu remis en état à l’intention des cyclistes et des randonneurs.
Deux tunnels de la ligne 126 restent donc en service aussi longtemps que TDM, qui fait partie du groupe Arcelor-Mittal, tiendra le coup. Ce qui, compte tenu de la conjoncture économique de ces derniers temps, est tout sauf certain. Et après? Gageons que dans ce cas’Infrabel n’attendra guère 40 ans de plus pour arracher les rails de ce qui reste aujourd'hui de la ligne 126. |
Tunnels langs de Mehaigne (lijn 127)
DE TUNNEL VAN MOHA Stroomopwaarts in de vallei van de Mehaigne, even voorbij het dorp en het thans verdwenen station Moha, kom je aan de gigantische steengroeven van Carmeuse. Zoals je mag verwachten voor het vervoer van massagoederen beschikt deze onderneming over een sporenbundel, en is het enkelspoor van lijn 127 vanaf de Maasvallei in Statte daar nog steeds aanwezig. Toch wordt het al jaren niet meer gebruikt, en dus heeft de netbeheerder er niet beter op gevonden dan het einde 2012 los te koppelen van het spoornet. De dagen van dit restlijntje zijn dus mogelijk geteld, tenzij...
|
Vlak na de sporenbundel van Carmeuse verdwijnt het enkelspoor in de tunnel van Moha, om na 114 meter terug op te duiken en enkele tientallen meter verder abrupt te eindigen. De tunnel zelf dient (diende) dus enkel nog voor het rangeren van de zeldzame goederenkonvooien. Opmerkelijk is dat de tunnel volledig in de rots werd uitgehouwen, en dan ook geen portalen heeft. Of toch... Hoog boven elk van beide tunnelopeningen (foto's rechts) zie je op de steile rotsflank een soort borstwering, wellicht ter versteviging van de rotswand en dus ter bescherming van de onderliggende spoorlijn. Anderzijds zou deze tunnel tijdens de tweede wereldoorlog een rol hebben gespeeld als toevluchtsoord voor weerstanders. Méér informatie hierover konden we echter niet vinden.
Anderzijds blijft het bedenkelijk dat een dergelijke onderneming in deze tijd geen gebruik meer wil (kan?) maken van het spoor. Hoeveel vrachtwagens zou men op die manier niet van de weg kunnen halen?
|
De tunnel ligt op het domein van Carmeuse en is moeilijk te benaderen. Aan de noordkant is het terrein volledig afgesloten, en voor de zuidkant moet je langs de burelen (en soms tussen het vrachtverkeer). Als het spoor ooit wordt uitgebroken is het te vrezen dat Carmeuse uit veiligheids- en andere overwegingen deze unieke tunnel vlak bij zijn installaties zal afsluiten, of erger.
|
LE TUNNEL DE MOHA
En remontant la vallée de la Mehaigne depuis Statte, peu au-delà du village et de l'ancienne gare, impossible de ne pas remarquer les énormes carrières de Moha, exploitées par la société Carmeuse et raccordées au rail, en théorie du moins. En effet, ce qui reste de la ligne 127 à partir d'ici est inutilisé depuis plusieurs années déjà, et a même été déconnecté du réseau peu après la gare de Statte, fin 2012. Bien étonnant, surtout que le rail est tout indiqué pour ce genre de transport. Doit-en en déduire que les jours de cette ligne sont comptés? A moins que…
Au bout du faisceau de Carmeuse la voie unique plonge dans le tunnel de Moha, pour en resortir après 114 m et se terminer brusquement, quelques dizaines de mètres plus loin. Ce qui signifie que ce tunnel ne servait plus que comme tiroir de manoeuvres pour les rares convois de pierres. Tunnel pour le moins remarquable, car entièrement taillé dans le roc et démuni de portails maçonnés. Par contre, sur les hauteurs, à la verticale au-dessus des têtes de l’ouvrage, deux solides murs semblent vouloir protéger la voie des chûtes de rochers. D’autre part, il semblerait que ce tunnel ait fait office de refuge pour la résistance pendant la dernière guerre, mais nous n’avons pu trouver d'autres informations à ce sujet. Aujourd’hui l’accès aux embouchures du tunnel est bien malaisé, vu que la tête sud est située dans les emprises de Carmeuse, le terrain autour de la tête nord étant même dûment clôturé. Et si un jour on enlève les rails il est à craindre que, pour des raisons de sécurité ou autres, l’entreprise ne condamne l’ouvrage, voire pire… Enfin, on est en droit de s’interroger sur les raisons exactes pour lesquelles une telle entreprise ne veut (ou ne peut) plus faire appel au rail. Le délestage d’un réseau routier déjà très encombré ne serait-il plus à ce prix? |
DE TUNNEL EN DE SITE VAN HUCCORGNE
Huccorgne ligt ten westen van Huy(Hoei), op de voormalige spoorlijn 127 Landen-Statte. De reizigersdienst werd er in september 1963 opgeheven. Vanuit Statte bleven tot oktober 1981 nog goederentreinen rijden, maar niet verder dan Hannut. Pas toen in 1992 Landsverdediging de lijn opgaf werd het spoor niet lang daarna uitgebroken, inclusief de ongebruikte sectie naar Landen. Het lijnvak tussen Statte en Moha bleef lange tijd gehandhaafd, maar ligt er thans ongebruikt bij, hoewel de steengroeve nog steeds volop wordt uitgebaat.
Voorbij deze groeve, ter hoogte van het viaduct van de Waalse autoweg (E42), stond het station van Huccorgne. Een eenzaam perron is de laatste getuige, want het stationsgebouw zelf werd lang geleden afgebroken. Aan de overkant van het stationsemplacement, rechts van de baan, liep ook nog een tramspoor, maar dat werd reeds in 1942 uitgebroken. Beide spoorlijnen liepen nagenoeg parallel over ruim één kilometer. Nadat ze elkaar gekruist hadden staken ze elk afzonderlijk de Mehaigne over om verder hun eigen weg te gaan.
|
Wegens afstortingsgevaar is deze plek in principe afgesloten, zodat wie lijn 127 verder wil volgen een ommetje moet maken rond de heuvel, tot de spoorbrug over de Mehaigne (5). Vanaf daar is de spoorwegbedding opnieuw toegankelijk als fiets- en wandelpad. Een ingestort gewelf in een verlaten tunnel op een al jaren ongebruikte spoorlijn was in 1990 niet meteen iets om de geesten te beroeren, zelfs niet in het wereldje van de spoorliefhebbers. En hoewel er hier meer in het spel was dan zomaar de afbraak van een bouwvallige spoortunnel ging dit zo goed als ongemerkt voorbij.
En dus keren we even terug naar het station van Huccorgne (1), waar vanaf ca.1910 ook de buurtspoorweg van Hannut en Burdinne naar Vinalmont (A) langskwam, met een halte naast het stationsgebouw. Geen groot succes, want al in 1935 had de stoomtram uit Hannut hier zijn eindpunt, en moesten de reizigers die verder wilden dan maar op de trein stappen. In 1942 liet de bezetter de sporen uitbreken. Na de oorlog kwam de stoomtram echter niet terug en bleef zijn bedding bijna vijftig jaar lang verweesd maar vrijwel intact in het landschap achter.
Voorbij het vroegere station is de verhoogde trambedding (foto 1, op de achtergrond) vandaag nog zichtbaar doorheen het struikgewas, rechts van de baan, vooraleer geleidelijk langs de valleiflank en achter het laatste huis voor de overweg naar omhoog te klimmen en wat verder de Rue Famelette over te steken (6). Ook hier was voor de buurtspoorweg een redelijk diepe sleuf nodig, en dan nog wel rakelings bovenop de tunnelkoker van lijn 127. Hierdoor was het nodig de trambedding te verstevigen d.m.v. een betonnen koffer (7), een soort brug die in de tramsleuf schuins over de tunnel was geplaatst. Voor zover wij weten een unieke constructie in België. HUCCORGNE - de thans verdwenen betonnen koffer (7) op het buurtspoorwegtracé boven de spoorwegtunnel (17 januari 1991), met helemaal links de plek van de instorting - deze is duidelijk zichtbaar vlak achter het noordportaal van de tunnel (4) (foto rechts)
|
Het is precies dáár (witte pijl) dat in 1990 het dunne tunnelgewelf het begaf en men door het gat langs de bedding van de buurtspoorweg daar vlak boven recht in de tunnel kon kijken.
Voorbij deze plek liep het tracé eerst nog langs de valleiflank, dan op een verhoogde bedding, om tenslotte de Mehaigne schuin over te steken op een vrij imposante brug (8) waarvan het metalen brugdek al meer dan een halve eeuw geleden verdween. De landhoofden hebben de tand des tijds overleefd maar door de dichte begroeiing daar rondom zijn ze vandaag moeilijk te vinden. Voorbij deze brug begon de afdaling naar de vallei van de Burdinale (en zo verder naar Burdinne en Hannut) maar aan die kant is de hoge berm vandaag volledig weggegraven (foto hieronder). In de loop van 1991 werd gelijk met de tunnel ook de betonnen koffer afgebroken en de hele site onherkenbaar verminkt. Vandaag verdwijnt de rest van de buurtlijn daarboven onder een dichte begroeiing. In 2012 bleven alleen de eveneens begroeide landhoofden van de brug over de Mehaigne nog overeind, als laatste getuigen van dit merkwaardige tracé.
|
LE SITE DE HUCCORGNE
Deux culées de pont de part et d'autre de la Mehaigne, perdues dans la nature près de Huccorgne, pas loin de Huy. C'est tout ce qui reste de l'ancienne ligne vicinale Hannut-Vinalmont à cet endroit, à deux pas de l'ancienne ligne SNCB 127 Statte-Landen et d'un site apparemment unique en Belgique. En effet, le vicinal traversait la ligne 127, non pas par-dessus un pont mais dans un passage en tranchée juste au-dessus du tunnel ferroviaire. Vu l'épaisseur minime entre la voie et la voûte il s'est jadis avéré nécessaire de renforcer la tranchée vicinale au moyen d'un coffre en béton, un peu comme un pont. Il aura fallu que la voûte de la galerie s'affaise près de ce coffre pour que l'on juge nécessaire de mettre le tunnel à ciel ouvert, en 1991, ce qui du coup mit fin à ce curieux vestige vicinal après 50 années d'abandon. |