HET VIADUCT VAN HERMANMONT |
Texte français
au bas de cette page |
Hallucinante ruïnes op het spectaculairste tracé van het Belgische spoorwegnet
De dubbele spoorweglus van Vielsalm geldt als het meest spectaculaire tracé van het Belgische spoorwegnet. Waarom? België is een vlak land, zelfs op de Ardense plateaus, en het zijn de diep ingesneden rivieren aldaar die voor de nodige afwisseling in het reliëf zorgen. Geen wonder dus dat er bitter weinig spectaculaire, laat staan gedurfde spoortracés zijn, en dan nog, hooguit om uit een of andere vallei of depressie te geraken. Zo ook de in 1917-1918 aangelegde lijn 47A van Vielsalm naar Born (en verder naar Sankt-Vith). |
Om uit de diepe Salmvallei te klimmen moest lijn 47A over een paar kilometer een hoogteverschil van 50 meter overbruggen. Reken maar uit, veel te steil voor het zware militair verkeer waarvoor deze dubbelsporige lijn moest dienen. En dus werd hier een S-vormig tracé uitgekiend met twee scherpe lussen van elk 180° vooraleer 6 km verder aan de brug van Neuville uit te komen, op amper 1,5 km in vogelvlucht van het station van Vielsalm. Met daarbovenop, in het begin van de tweede lus, een groot viaduct over het Ruisseau de Hermanmont – 33 m hoog en 260 m lang, met 10 grote bogen – in de regio vooral gekend als “Le Grand Pont”.
|
Na de oorlog maakten de spoorwegen daar trouwens een affiche van om Vielsalm als toeristische trekpleister aan te prijzen! Met dit indrukwekkende kunstwerk als parel aan de kroon kan men dit intussen compleet vergeten spoorwegtracé zonder twijfel beschouwen als een van de meest spectaculaire van het Belgische 'grote' spoorwegnet, afgezien dan van de Buurtspoorwegen die, op kleinere schaal, dergelijke lijnvoering wel meer toepasten om uit een diepe vallei te geraken. |
|
Op 10 mei 1940 sloeg het noodlot echter toe. In een vergeefse poging om de Duitse opmars af te remmen blies het Belgische leger twee brugpijlers op. Een enorme ontploffing die heel Vielsalm op zijn grondvesten deed daveren, en waardoor telkens twee bogen van het viaduct compleet vernield werden.
De schade was zo aanzienlijk, en het treinverkeer in vredestijd zo bescheiden – het tweede spoor (cfr.hierboven) was al in 1931 verwijderd – dat men na de oorlog besloot om het viaduct niet te herstellen. Omstreeks 1952 werd het overgebleven spoor opgebroken en bleef het middelste deel van het viaduct verweesd achter met aan weerskanten de enorme brokstukken van de vernielde bogen. Je moet echter weten dat de betonmassa van dit kunstwerk vanbinnen geen stalen bewapening bevatte – evenmin trouwens als de kunstwerken op de andere strategische lijnen uit die tijd. De kracht van de dubbele ontploffing had het viaduct danig door elkaar geschud en duizende kleine barstjes veroorzaakt in het ongewapende beton van de resterende bogen. Allicht één van de redenen waarom van herstelwerken definitief werd afgezien. De tand des tijds deed de rest. Aldus verzwakt zouden de resterende bogen vroeg of laat instorten. Wat dan ook gebeurde, althans met het middenstuk, getuige deze tijdfilm.
|
De bogen 2, 3, 8 en 9 waren al in mei 1940 opgeblazen. Niet lang daarna stortte ook nummer 10 in (foto A). In de loop van de jaren 50 was het de beurt aan boog 4 (B), en nog eens 10 jaar later ging ook nummer 5 tegen de vlakte (C). Begin de jaren 70 dienden de laatste twee bogen als klimmuur voor de in Vielsalm gelegerde Ardeense Jagers – zie de opgespannen kabels onder boog 7.
Op foto D uit 1982 blijft deze boog moederziel alleen over, om in juni 1989 op zijn beurt in te storten, een halve eeuw na de fatale klap – op die ene pijler na die nu al meer dan 35 jaar weer en wind blijft trotseren. |
Ja, die eenzame pijler, zo zielig... en toch zo indrukwekkend wanneer je daar pal beneden staat, naast die reusachtige betonblokken, zo chaotisch en toch zo ordentelijk, mooi achter of over elkaar, precies op de plek waar ze gevallen zijn. Je zou ze zo willen optillen en als legoblokjes terug in elkaar steken. Intussen blijven deze hallucinante ruïnes almaar tot de verbeelding spreken. Kijk zelf ! |
Wij vertrekken van aan het landhoofd kant Neuville, aan de voet van de ruïnes van boog 10 die er al tijdens of kort na de oorlog de brui aan gaf. Langs de enorme betonblokken passeren we de laatste pijler, tussen de voormalige bogen 6 en 7, en bereiken het noordelijke landhoofd waar boog 1, ondanks die grote scheur van na de ontploffing, tot vandaag blijft standhouden, als allerlaatste ‘intact’ overblijfsel van het eens zo trotse viaduct van Hermanmont.
|
PRAKTISCH
|
(alle foto's: Railations, 28 maart 2013)
|
Het viaduct ligt buiten het centrum van Vielsalm, wat opzij van de scherpe bocht in de baan naar Sankt-Vith, op een kwartier van het station (spoorlijn 42). De twee grote lussen, goed zichtbaar op luchtfoto’s, zijn op sommige stukken goed begaanbaar.
|
Voor de rest zijn ze geprivatiseerd of opgevuld, maar hier en daar nog enigszins te volgen, voor zover de begroeiing en een paar omheiningen dit toelaten. Eens voorbij de lussen en de viaductruïne is de voormalige spoorwegsleuf volledig opgevuld, tot voorbij de smalle brug over het oude tracé vlakbij Neuville (hieronder op 12 maart 2015) Wat verderop is de zate goed begaanbaar, tot vlak voor het stationsterrein van Burtonville - thans volledig ingenomen door het bedrijf Spanolux - op zo’n 8 km (amper 4 km in vogelvlucht) van het station Vielsalm.
Op deze foto de opgevulde brug bij Neuville
met in de verte de eerste boog (rechts) en de laatste pijler (midden links) van het viaduct van Hermanmont
met in de verte de eerste boog (rechts) en de laatste pijler (midden links) van het viaduct van Hermanmont
Les lacets ferroviaires et le "Grand Pont" de Hermanmont
Bien qu'oublié depuis longtemps, le tracé en lacets de la ligne 47A est sans aucun doute le plus spectaculaire du 'grand' réseau national.
Pourquoi? Un pays plat ou aplani comme la Belgique ne peut prétendre à un relief fort tourmenté. C'est donc en vain que l'on y cherchera des tracés ferroviaires spectaculaires dignes de la Suisse ou de la France, si ce n'est aux abords de quelque vallée Ardennaise fort encaissée.
Ainsi la ligne stratégique 47A de Vielsalm à Born (et St-Vith), issue de la première guerre, qui, pour quitter la vallée de la Salm, doit franchir un dénivellé de 50 mètres sur une distance d'à peine quelques kilomètres. Compte tenu du lourd trafic militaire pour laquelle cette ligne était conçue, le problème fut résolu par un tracé comprenant deux lacets très serrés, les trains devant ainsi effectuer deux demi-tours avant d'atteindre le pont de Neuville, 6 km plus loin mais moins de 2 km à vol d'oiseau de la gare de Vielsalm. Un tracé unique sur le réseau ferroviaire national – si l'on ne tient compte des Vicinaux, plus d'une fois obligés de recourir à cette solution aux abords de l'une ou l'autre vallée encaissée.
Et puis, dès le début du second lacet, ce grand viaduc en courbe de 10 arches (une prouesse à l'époque) par-dessus le vallon de Hermanmont, faisant 260 m de long et 33 m de haut et surtout connu comme 'Le Grand Pont' de Vielsalm, vedette des affiches touristiques de l'époque.
Hélas, le 10 mai 1940, face à l'invasion nazie, l'armée Belge entreprit de rendre inutilisable cette ligne stratégique. L'énorme explosion qui ébranla Vielsalm et ses alentours détruisit deux piliers du viaduc et provoqua ainsi l'effondrement de quatre arches. Or, 'à l'instar d'autres ouvrages stratégiques de l'époque, le Grand Pont était construit en béton non-armé. Dès lors, l'explosion l'ébranla à tel point que des milliers de petites fissures apparurent dans la masse de béton, hypothéquant ainsi la stabilité des arches subsistantes.
Le gâchis fut d'ailleurs tel qu'après la guerre, compte tenu du faible trafic en temps de paix, il fut décidé de ne pas reconstruire le viaduc. Dès lors la ligne 47A, déjà amputée de la deuxième voie vers 1931, fut démontée vers 1952, abandonnant à leur sort les ruines du viaduc et les quatre arches centrales subsistantes barrant le vallon de Hermanmont.
Le gâchis fut d'ailleurs tel qu'après la guerre, compte tenu du faible trafic en temps de paix, il fut décidé de ne pas reconstruire le viaduc. Dès lors la ligne 47A, déjà amputée de la deuxième voie vers 1931, fut démontée vers 1952, abandonnant à leur sort les ruines du viaduc et les quatre arches centrales subsistantes barrant le vallon de Hermanmont.
Entre-temps, peu après l'anéantissement des quatre premières arches, la petite arche côté Burtonville s'affaisa à son tour, suivie d'une autre dans les années 50 et une suivante une dizaine d'années plus tard. En 1970, comme les Chasseurs Ardennais casernés à Vielsalm en avaient fait leur bloc d'escalade favori, on aurait pu croire les deux dernières arches centrales pérennisées. Mais une photo de 1982 nous montre une arche solitaire, avant qu'elle ne s'effondre à son tour, fin juin/début juillet 1989. Chose étrange, un de ses piliers resista et resta debout au beau milieu du vallon, entouré de part et d'autre d'énormes blocs de béton, hétéroclites, à peu de choses près les seuls vestiges à ce jour de ce qui fut le Grand Pont de Hermanmont. Car il reste encore la petite arche côté Ville-du-Bois qui tient le coup, malgré cette vilaine fissure qui la menace depuis le dynamitage de 1940... A moins qu'un jour elle ne s'écroule à son tour, complétant ce chapelet de blocs de béton hétéroclites formant le site hallucinant de ce qui fut jadis le Grand Pont de Hermanmont.
Quant aux deux grandes boucles, elles sont en partie privatisées, voire comblées, bien qu'il reste à ce jour quelques belles sections accessibles comme chemin de campagne.
|