VERGANE GLORIE
verlaten, vervallen en verdwenen stationsgebouwen |
Gares déchues |
In de loop van de 19e en ook in het begin van de 20e eeuw heeft het spoorwegstation zich ontpopt tot een belangrijke motor van het sociaal en economisch leven van stad en dorp. Daarrond vormde zich vrij snel een nieuwe wijk die geleidelijk aansluiting vond met de historische stads- of dorpskern langsheen de verbindingsweg tussen beide, vaak gewoon 'Stationsstraat' genoemd. Zelfs veraf gelegen stations, in volle veld of temidden van de bossen, zagen doorgaans een nieuw gehucht of zelfs een volwaardige woonkern ontstaan. Op wat uitzonderingen na is heel deze structuur tot vandaag grotendeels blijven voortleven, terwijl het station zelf sindsdien fors aan belang heeft ingeboet of zelfs helemaal verdwenen is, niet alleen op het platteland maar ook in heel wat steden. In die mate zelfs dat de voornaamste getuige, het stationsgebouw zelf, niet alleen zijn functie verloor en er soms een andere in de plaats kreeg, maar vaak genoeg in verval geraakte of zelfs werd afgebroken. Dit laatste is zeker het geval in België, waar vele tientallen volledig uit het landschap verdwenen, meer dan eens om plaats te ruimen voor een of ander verkeers- of stedebouwkundig project, of gewoon voor meer parkeerruimte. Dit is veel minder het geval in Frankrijk, waar tal van stations, ook op het lokale net, onbeheerd en vaak helemaal vervallen zijn achtergebleven, in tegenstelling tot de overige buurlanden waar, althans voor de 'grote' spoorwegen en voor zover we tot dusver konden nagaan, de overlevingskans van verlaten stationsgebouwen heel wat groter is dan alhier.
Let wel, deze rubriek is in (her)opbouw maar zal zeker géén uitgebreide stationsinventaris bieden. Er zijn nu eenmaal te veel situaties die in aanmerking komen, en bovendien hebben we daarvoor de middelen niet. Ook al krijg je hier en daar een wat uitgebreider verslag, houden we het doorgaans bij een paar opnames met wat commentaar, of gewoon een plaatsje in een fotogalerij. De meeste items uit de vorige rubriek ('Merkwaardige stationsgebouwen') vind je hier terug, met op kop het nieuwe item over QUEVY, gevolgd door de reeds gekende over KOKSIJDE en DEUTSCH-AVRICOURT (F). En wat de stations op het belgische buurtnet betreft, deze komen eveneens aan bod, zij het in een aparte rubriek.
Let wel, deze rubriek is in (her)opbouw maar zal zeker géén uitgebreide stationsinventaris bieden. Er zijn nu eenmaal te veel situaties die in aanmerking komen, en bovendien hebben we daarvoor de middelen niet. Ook al krijg je hier en daar een wat uitgebreider verslag, houden we het doorgaans bij een paar opnames met wat commentaar, of gewoon een plaatsje in een fotogalerij. De meeste items uit de vorige rubriek ('Merkwaardige stationsgebouwen') vind je hier terug, met op kop het nieuwe item over QUEVY, gevolgd door de reeds gekende over KOKSIJDE en DEUTSCH-AVRICOURT (F). En wat de stations op het belgische buurtnet betreft, deze komen eveneens aan bod, zij het in een aparte rubriek.
Le but de cette rubrique - en redéveloppement - n'est pas de dresser un inventaire des centaines d'anciennes gares en Belgique, dans les pays voisins et ailleurs en Europe, mais plutôt de repérer les cas singuliers, soit pour leur architecture, soit pour leur passé déchu. Hormis quelques reportages plus fournis, nous nous limitons à quelques vues brièvement commentariées, sinon à une simple mention dans une de nos galeries photos. Vous y retrouverez d'ailleurs la plupart des sujets arborés dans la rubrique des 'Gares remarquables' que celle-ci remplace, avec en tête de file notre nouveau document sur QUEVY, suivi de KOKSIJDE et DEUTSCH-AVRICOLURT (F). Quant aux gares vicinales, celles-ci se trouvent dans une rubrique 'ad hoc'. |
Grensstation Quévy (Aulnois)Het grensstation Quévy kwam tot stand op de lijn Mons-Hautmont van de Franse Nord-Belge (tot 1940), een belangrijke schakel op de rechtstreekse spoorverbinding tussen Brussel en Parijs. Het station zelf ligt eigenlijk in Aulnois, vlakbij het dorpscentrum, en niet in Quévy-le-Grand noch Quévy-le-Petit, allebei op zowat 4 km daarvandaan. Allicht wilde men zo verwarring vermijden met het Franse Aulnoye (op dezelfde manier uitgesproken), amper 20 km verder, op de lijn naar Parijs. Wel opmerkelijk dat de buurt-spoorwegen het na WO II bleven hebben over "Aulnois SNCB"!
Aanvankelijk was Quévy de obligate douanestop voor de treinen uit Frankrijk, vaak ook met lokwissel – in de andere richting was dat het Franse Feignies. Maar reeds vóór WOII reden de belangrijkste expresstreinen beide grensstations gewoon voorbij, met douaneformaliteiten op de trein zelf tussen Mons en Aulnoye. Na WOII hield enkel nog de nachttrein er een behoorlijk lange stop, met lokwissel, en werd Quévy nog uitsluitend bediend door lokale treinen uit Mons en het Franse Maubeuge. Bij de elektrificatie van lijn 96 in 1963 werd Quévy het omschakelstation tussen beide netspanningen. In 1973 verdween de lokale dienst naar Maubeuge en kon je vanuit Quévy zelf vanaf dan nog enkel met de nachttrein over de grens! Tot midden de jaren 90, toen heel het sneltreinaanbod werd afgebouwd ten voordele van de HST. Wel kwam er een rechtstreekse pendeltrein tussen Mons en Aulnoye, in het weekend zelfs naar Maubeuge, met tussenstops in Quévy, dat hierdoor zijn oude rol als grensstation terugkreeg, maar ditmaal zonder douanecontroles, de EU indachtig. Helaas, in 2000 werd deze pendeldienst zonder meer opgedoekt. |
(grensstation FEIGNIES - zie verder)
Een sober en toch indrukwekkend grensstation, dat in de loop der jaren nauwelijks veranderingen onderging, zelfs niet na de oorlog (hierna op 1 december 2009 en 12 december 2007).
|
|
|
Niet geheel onverwacht kwam Quévy als grensstation vanaf de eeuwwisseling in een neerwaartse spiraal terecht, op een kortstondige opflakkering na, van 2005 tot 2008 (zie 'Regiospoor Benelux'). Maar hoe! De sluiting van het loket, dan van de wachtzaal, de flagrante onwil om de gemeente Quévy het verlaten stationsgebouw te laten overnemen, de verdere verloedering van het gebouw met zijn dichtgespijkerde ramen, de geleidelijke ontmanteling van de omschakelinstallaties en van alle uitwijksporen, en als absoluut dieptepunt het doorslijpen van beide perronsporen, blijkbaar om een eventuele doortrekking van de stoptrein richting Frankrijk onmogelijk te maken. Wat maakt dat het ooit zo belangrijke grensstation Quévy thans gedegradeerd is tot een eindhalte voor de stopdienst uit Mons, en enkel nog op weekdagen. Al bij al weinig meer dan een spookstation, zij het met drie kopsporen en daarnaast twee doorgangssporen. Maar verder niets meer! Oordeel zelf...
Links de doorgaande sporen voor non-stopverkeer - rechts de voormalige perron- en omschakelsporen, thans afgesneden tot de doodlopende sporen B en C
|
|
...en het naburige grensstation Feignies (F)
Evenmin als Quévy speelt het grensstation Feignies, een eind verder voorbij de Franse grens, nog enige rol in het grensverkeer per spoor. Reeds in 1973 werd de reguliere reizigersbediening er opgedoekt, op de nachttrein na, tot midden de jaren '90. Erger nog, nadien werd het statige stationsgebouw uit de tijd van de Nord-Belge, dat niet toevallig een opvallende gelijkenis vertoonde met dat van Quévy, volledig met de grond gelijk gemaakt en het grote sporenemplacement zonder meer van de kaart geveegd, op de twee geëlektrificeerde hoofdsporen na. De hele site is vandaag zo goed als onherkenbaar, zodat alleen nog de thans afgesloten voetgangersbrug enige aanduiding geeft voor de exacte ligging ervan. Van een mogelijke heropening, zij het dan als stopplaats, kwam verder niets in huis, en het idee stierf een stille dood, samen met het proefproject voor een regionale pendel naar Quévy, van 2005 tot 2008. Meer hierover op de pagina 'Regiospoor Benelux'.
La gare de Feignies, peu au-delà de la frontière, subit un sort analogue à celui de sa voisine belge, sauf que la desserte voyageurs régulière fut supprimée en 1973. Seul le train de nuit y fit encore arrêt, jusque dans les années 90. Depuis, le grand bâtiment ex-Nord-Belge, très semblable à celui de Quévy, fut rasé et le grand emplacement ferroviaire complètement rayé de la carte. L'intention d'y instaurer un point d'arrêt pour l'éphémère service transfrontalier (2005-2008) resta dans les cartons. Aujourd'hui, seule la passerelle piétonnière (inaccessible) témoigne encore de ce site totalement méconnaissable.
|
In memoriam... station KoksijdeEen klein station hoeft helemaal niet verwaarloosd te zijn, laat staan vervallen, om die gezellige retro-sfeer van weleer uit te stralen. Kraaknet, stemmig, gastvrij zelfs, mede dankzij het (toen) nog steeds bemande loket en het café "'t Lokomotiefke" in hetzelfde gebouw. Zo trof een van ons het unieke stationnetje Koksijde aan op die zonnige 15 februari 2008 - jawel, nu al ruim 10 jaar geleden!
Het mocht echter niet zijn. Een paar jaar nadien gingen het station en het even merkwaardige bijgebouw allebei tegen de vlakte om plaats te ruimen voor een nieuwe constructie. Modern, efficiënt, dat wel, en nog steeds met een reizigersloket. Maar zo strak van lijn en weinig begeesterend. En gastvrij? Vergeet het. Want amper enkele jaren later ging dat nieuwe loket al dicht. Besparingen, zei u? Hmm. Vandaag zou het gebouw dan toch weer een café of iets in die zin huisvesten, maar niet meer het "Lokomotiefke"... Beelden spreken meestal voor zich, en dus gaan we daar verder geen woorden aan spenderen. Een foto van het nieuwe gebouw heb je van ons nog te goed, wanneer we mogelijk nog eens tot ginder geraken. |
In de 19e eeuw, toen de spoorwegen in volle opmars waren, wilde het Duitse Keizerrijk de buurlanden zoveel mogelijk imponeren door aan zijn buitengrenzen indrukwekkende en dus enorme grensstations te bouwen - denk maar aan het betreurde grensstation Herbesthal op een van de allereerste internationale spoorverbindingen, die van Antwerpen naar Köln. Zo ook, en misschien nog meer, na de overwinning op Frankrijk in 1870, toen Elzas en een groot deel van Lotharingen bij het Keizerrijk werden ingelijfd en de grens tussen beide landen zodoende hertekend werd.
|
En dus kwam er op de spoorlijn van Paris naar Strasbourg (Elzas) een nieuw grensstation, het Duitse Rijk waardig. Het werd dan ook een enorme en ontzagwekkende constructie met alles erop en eraan – denk even aan Weelde-Grens, maar dan nog zoveel groter – net over de grens, zij het in volle platteland vlakbij Avricourt, ergens tussen Lunéville en Sarrebourg. Maar omdat daar aan Franse kant al een station was, amper 1300 meter verder, kreeg de nieuweling de naam Deutsch-Avricourt, een hele tijd later trouwens omgezet in Elfringen, een verduitsing van Avricourt. Gelijk kwam daar rechtover een gloednieuwe cité ten behoeve van het spoorwegpersoneel (foto hiernaast, 29 april 2017), waarvan de hoofdstraat mooi in het verlengde lag van de toenmalige ingang (zie verder).
|
Tijdens de eerste wereldoorlog werd de oostelijke vleugel van het 100 meter lange gebouw echter vernield. En toen de Fransen het in 1919 in handen kregen werd de schade niet meer hersteld en kreeg het aldus gehalveerde station hooguit een nieuwe zijgevel. Gelijk werd het herdoopt tot NOUVEL-AVRICOURT, goed voor alweer een halve eeuw – WO II uitgezonderd. Tot de bediening einde de jaren 60 werd opgeheven en het station gesloten. Jaren later werden de afbraakplannen echter weer opgeborgen ten behoeve van een organisatie die het voormalige station intussen op haar beurt aan zijn lot overliet.
De monumentale trap naar de ingang past helemaal bij het ontzagwekkende karakter van dit gebouw. Maar vergis je niet: die trap kwam er pas later.
|
Oorspronkelijk lag de hoofdingang in het middengedeelte dat sinds de vernieling van de oostelijke vleugel zowat de tegenhanger is van de overgebleven hoektorens. Vandaag is dit gewoon een van de vele vensters, maar wel groter dan de andere en mooi afgeboord met uitspringende gevelstenen. Daar vlak onder, tussen de struiken, is nog een restant van de oorspronkelijke trap te zien (cfr. blauw pijltje) (29 april 2017).
|
Vandaag staat het halve maar met het uitstekende middengedeelte en twee van zijn vier hoektorens nog steeds indrukwekkende gebouw stilaan te verkommeren. Van op afstand is daar wellicht weinig van te merken, maar binnen is het kommer en kwel. Blijkbaar heeft het gebouw, dat al een tijdlang in weer en wind open staat, korte tijd gediend als opslagplaats (of illegale stortplaats?) voor allerhande druk- en printmateriaal dat nu over een groot deel van de benedenverdieping is uitgegooid. Met daarbij ook nog wat restanten van een of ander (eindejaars)feestje. De beelden spreken voor zich.
Het blijft verder gissen naar de toekomst van dit opmerkelijke en al bij al historische gebouw, met de stille hoop dat het uiteindelijk niet tot afbraak komt. Maar hoe? En met welke middelen? En dat terwijl daar rechtover in het mooi symmetrisch opgebouwde maar zo on-Franse dorp Nouvel-Avricourt het leven gewoon verder gaat.
|
|
Au lendemain de la défaite Française de 1870 et de l’annexion de l’Alsace et d’une bonne partie de la Lorraine, l’Empire Allemand s'empressa d'en imposer par la construction d’une énorme gare frontière sur la ligne Paris-Strasbourg, aux confins de son nouveau territoire. Construit en pleine campagne entre Lunéville et Sarrebourg, à deux pas du village d’Avricourt déjà doté d’une gare, à 1300 mètres de là, ce nouvel établissement reçut le nom de DEUTSCH-AVRICOURT – qui plus tard deviendra Elfringen, dénomination germanisée d’Avricourt. Sans oublier, juste en face, une nouvelle cité pour tous ces cheminots affectés aux services et contrôles que l’on est en droit d’attendre dans une gare frontière digne de ce nom.
Mais à l’intérieur c’est le désastre. Apparemment l’ancienne gare a servi d’entrepôt (ou de décharge?) de produits d’impression les plus hétéroclites, le tout éparpillé sur une bonne partie du rez-de-chaussée. L’avenir de ce monument hors du commun et de certaine valeur historique est donc bien incertain. Mais où trouver une volonté et les moyens nécessaires pour clarifier les choses?
|
Moerbeke-WaasMet als enige gezelschap een paar vuilnisbakken staat op 11 februari 2008 het station Moerbeke-Waas eenzaam te verkommeren. Het spoor naar Kemzeke en St-Gillis-Waas (rechts) is al vele jaren verdwenen. Achteraan hebben de hoofdsporen richting Lokeren plaats geruimd voor een brede strook asfalt. Edoch, in de schaduw, achter de haag, is dat geen goederentrein? Helaas, enkele maanden voordien, kort na de bietencampagne, is plots de hakbijl gevallen: de suikerfabriek zal niet meer worden opgestart. Donderslag bij heldere hemel voor dit dorp dat als het ware zijn kloppend hart zag stilvallen. Om de spoorlijn werd nochtans niet gerouwd: sinds 1960 kwamen hier toch al geen reizigerstreinen. Nog geen zes maanden later stelde de infrastructuurbeheerder het laatste baanvak, dat naar Gent-Noord, buiten dienst. Al duurde het nog vijf jaar eer de sporen werden uitgebroken. Ook de suikerfabriek zelf ging kort na de sluiting bijna volledig tegen de vlakte (zie ons archief).
|
|
OPVALLENDE STATIONSGEBOUWEN
... EN MEER 'GEWONE' STATIONSGEBOUWEN
ScherpenheuvelRuim 40 jaar geleden... 2-3 uur in de namiddag, maar de zon staat laag. Deze 23 december 1974 is dan ook een van de 'kortste' dagen van het jaar. Het station, de perrons met de naambordjes, de sporen, de wissels, alles is er nog, maar niet voor lang meer. De pelgrimstreinen komen al enkele jaren niet meer tot hier in Scherpenheuvel, en de NMBS heeft dan maar besloten de spoorlijn op te breken. Wat het jaar daarop dan ook gebeurd is.
Sindsdien heeft het (mooi bewaarde) station heel wat functies vervuld: autogarage, jeugdhuis, VDAB-kantoor.. Het stationsemplacement is vandaag ingenomen door een autoparking en een handel in bouwmaterialen. En de spoorwegbedding naar Zichem is nu een geasfalteerde fietspiste. |
INMIDDELS VERDWENEN...
HansbekeOp 13 november 2008 staat het station Hansbeke (tussen Gent en Brugge) er leeg bij, maar nog steeds in goede staat. Einde maart 2016 echter konden we er moeilijk naast kijken: dit mooie stationsgebouw was nog maar pas met de grond gelijk gemaakt. Nochtans was in 2015 een petitie opgestart om het gebouw te redden, of toch wat respijt te geven, maar netbeheerder Infrabel was zoals steeds onvermurwbaar. Het fraaie gebouw uit de jaren 20 stond nu eenmaal in de weg voor de ontdubbeling van de spoorlijn, ook al is dit nog niet voor meteen. De werken vorderen maar langzaam, en al is op enkele lijnvakken de nieuwe bedding vrijwel gereed om nieuwe sporen te ontvangen, zoals Beernem-Oostkamp, zijn er andere waar de eerste grondwerken nog moeten beginnen. Enkele jaren geleden verdween ook al het gelijkaardige station in Drongen bij Gent. Dat van Oostkamp (vlakbij Brugge) is echter andere koek, want het is een beschermd monument. Benieuwd hoe men dit zal aanpakken... (intussen werd het 'gewoon' verplaatst!)
|