VERLATEN TUNNELS in de vallei van de WILTZ
|
Tunnels abandonnés dans la vallée de la Wiltz |
Allicht de mooiste zijlijn van het bescheiden Luxemburgse spoorwegnet, van Kautenbach naar Benonchamps en Bastogne (B), doorheen de vallei van de rivier de Wiltz. Van het gelijknamige stadje naar het grensstation Schimpach-Wampach tellen we niet minder dan vijf tunnels, waarvan deze van Wiltz vandaag nog in gebruik is, en zelfs geëlektrificeerd. De vier andere werden in 1967 buiten dienst gesteld, en in 1972 of 73 werd de spoorinfrastructuur opgebroken.
Liever dan dit waardevol patrimonium te laten verloederen heeft men niet lang daarna de verlaten spoorbedding heringericht als fietspad, met permanente verlichting in de tunnels. Meteen een van de eerste in zijn soort, althans in dit deel van Europa. Alleen jammer van het asfalt... Best leuk om te fietsen, daar niet van. Maar minder geschikt voor langere (natuur)wandelingen.
Alhoewel, hoe kun je de ontluikende herfst beter beleven dan met een droomtrip doorheen dit betoverende decor?
Liever dan dit waardevol patrimonium te laten verloederen heeft men niet lang daarna de verlaten spoorbedding heringericht als fietspad, met permanente verlichting in de tunnels. Meteen een van de eerste in zijn soort, althans in dit deel van Europa. Alleen jammer van het asfalt... Best leuk om te fietsen, daar niet van. Maar minder geschikt voor langere (natuur)wandelingen.
Alhoewel, hoe kun je de ontluikende herfst beter beleven dan met een droomtrip doorheen dit betoverende decor?
Assurément la plus belle ligne du modeste réseau luxembourgeois, celle de la vallée de la Wiltz, de Kautenbach à Benonchamps et Bastogne (B). Sur cette ligne, on dénombre pas moins de 5 tunnels, dont celui sous la ville de Wiltz, toujours en service à ce jour. Les 4 autres firent les frais de la fermeture au-delà de Wiltz, en 1967, avant d'être déferrés en 1972-73. Heureusement, ce merveilleux tracé fut un des premiers à être rendu accessible aux randonneurs et aux deux-roues, permettant de jouir pleinement de ce décor automnal enchanteur. |
DE TUNNEL BIJ WINSELER (HÄLZCHEN*)
Op 22 augustus 1971 lag het spoor er al vier jaar ongebruikt bij, al bleef de begroeiing nog binnen de perken, zoals hier, vlak voor de ca. 110 m lange tunnel van Hälzchen bij Winseler, even voorbij Wiltz. Mogelijk werd de spoorlijn aanvankelijk nog behouden (en summier onderhouden?) als strategische verbinding. Maar twee jaar later mocht men welke droom dan ook definitief opbergen bij het zicht van de keienballast waarop rails en dwarsliggers kort voordien werden uitgebroken.
|
Op 24 oktober 2013 zijn de rails al ruim 40 jaar verdwenen. De smalle spoorwegbrug over de Wiltz (kant Kautenbach) heeft plaats geruimd voor een beter toegankelijke houten brugdek.
Hieronder de tunnel van Hälzchen (bij Winseler) kant Benonchamps. |
Aujourd'hui, près de 45 ans après le démantèlement de la voie, l'ancien tracé ferroviaire permet de flâner le long de la vallée de la Wiltz, avec laquelle il joue à saut-de-mouton moyennant quelques ponts en bois qui ont pris la place des tabliers ferroviaires un peu trop étroits. Ci-devant, le tunnel côté Kautenbach, resp. le 22 août 1971 et le 24 octobre 2013, ci-après côté Benonchamps.
|
STATION SCHLEIF
Hierboven het verlaten stationnetje 'Schleif' op 22 augustus 1971. Alles staat er nog, maar twee jaar later zal het spoor worden opgebroken. Vandaag blijft alleen het stationsgebouw over (foto hiernaast), maar ook het huis van de bareelwachter, uiterst links op de foto hierboven.
|
Bijna drie kilometer verder kom je aan het piepkleine gehucht Schleif, weinig meer dan een handvol afgelegen gebouwen. Van de voormalige halte blijft vandaag alleen het stationsgebouw over, zij het mooi gerestaureerd. Op de plaats van de dienstgebouwen daar rondom kwam later een camping, maar deze werd enkele jaren geleden opgeruimd. Op de plek van de goederenloods staat nu een soort loods, tot op de spoorwegbedding zelf, waardoor de asfaltpiste nu noodgedwongen aan de andere kant van het stationsgebouw loopt (foto hieronder). Aan de vroegere overweg staat het huis van de bareelwachter er echter nog, met daar rechtover een restaurant - wellicht het voormalige stationscafé.
|
DE TUNNEL BIJ 'DEIDSCHLEEDCHEN'
Voorbij de voormalige overweg van Schleif werd de hoge berm van de spoorlijn bijna volledig weggegraven om de baan beter te kunnen 'profileren', zeg maar om de rechte hoek achter de overweg gewoon af te snijden.
Aan de overkant vind je het geasfalteerde spoorwegtracé echter gemakkelijk terug. Nog zo'n 600 meter en je komt aan de 120 meter lange tunnel bij de 'Deidschleedchen' (*), een steile en dicht beboste valleiflank.
|
|
DE TUNNEL BIJ 'RENGELSBUREN'
De tunnel bij Rengelsburen, hierboven kant Benonchamps,
resp op 27 juli 1973 en 24 oktober 2013. |
In 1973 doods en verlaten, vandaag goed verlicht en ruim toegankelijk - kaarsrecht en ruim 200 meter lang, de langste van de reeks: de volgende tunnel brengt ons naar de Rengelsburen (*), een minder steile en ook minder beboste valleiflank op weg naar Schimpach-Wampach.
Tristement abandonné en 1973, le tunnel de 200 m menant en droite ligne au Rengelsburen (*) est aujourd'hui bien éclairé et accessible à tous. |
DE SCHASSTUNNEL
Veel meer dan een korte onderbreking in het ruwe terrein kan het halfopen weiland op de flank van de Rengelsburen ons niet bieden (foto hiernaast), tenzij dan een voormalig spoorweghuisje, duidelijk ingericht als vakantiewoning. Vlak daarachter doemt de Schass op (*), een steile rotsachtige wig, dwars op het spoorwegtracé dat zich met een bijna 200 meter lange tunnel en in een wijde boog moeiteloos een doorgang boort doorheen de harde rots. Waarna we geleidelijk in het zicht komen van het voormalige grensstation Schimpach-Wampach.
|
Ci-devant, au-delà de cette maisonnette ex-ferroviaire au pied du Rengelsburen, l'éperon rocheux de Schass (*), que traverse l'ancienne ligne par un tunnel en courbe de près de 200 m avant d'atteindre ce qui fut en son temps la gare frontière de Schimpach-Wampach. (*) LET OP - attention
daar we nergens eenduidige benamingen vonden voor de drie opeenvolgende tunnels tussen Schleif en Schimpach-Wampach, gebruiken we de lokale Letzeburgse benamingen van de regionale kaart R2 van het Groothertogdom - ne trouvant aucune dénomination spécifique pour les trois tunnels consécutifs au-delà de Schleif, nous leur donnons les noms locaux repris sur la carte régionale R2 du Grand-Duché |
HET GRENSSTATION SCHIMPACH-WAMPACH
Een behoorlijk groot stationsgebouw, met de klinkende naam 'Schimpach-Wampach', naar drie kleine dorpen daar in de buurt. Op een paar rijwoningen na, rechtover het station, is in de hele omgeving geen teken van leven te bespeuren. Het eerste dorp, Niederwampach, ligt anderhalve kilometer daarvandaan, mooi verscholen achter een bocht in de weg. Nog wat verder liggen Oberwampach en Schimpach. Na de opheffing van de reizigersdienst in 1967 lag het stationsgebouw gewoon te verkommeren, maar werd pas na de opbraak van het spoor in 1973 grondig gerestaureerd tot vakantiecentrum voor sociale organisaties.
La gare frontière de Schimpach-Wampach porte en fait le nom de trois villages voisins. A quelques habitations près, en face de la gare, rien ne laisse supposer une présence humaine tout autour. Ce n'est que 1500 mètres plus loin que l'on atteint les premières habitations du village le plus proche, Niederwampach - les deux autres, Schimpach et Oberwampach, se trouvant encore bien plus loin. Laissée à l'abandon pendant plus de 6 années après la fermeture de la ligne (en 1967), la gare accueillit finalement un centre de vacances pour organisations sociales, après restauration complète du bâtiment et de ses annexes. |
De grens over naar BENONCHAMPS
De Belgische grens ligt amper 600 meter voorbij het station Schimpach-Wampach. Nog eens zoveel, en daar volgt al het volgende station, of toch het verlaten emplacement ervan. Daar lag destijds het gebouwencomplex van Benonchamps, nog groter dan dat van zijn Luxemburgse evenknie, zijn grensfunctie waardig.
Twee grote grensstations op iets meer dan één kilometer van elkaar, in een dunbevolkte streek, op zekere afstand van hun respectievelijk dorp, elk met hooguit een paar woningen op het aanpalende stationsplein. |
Zoals op de meeste kleine grenslijnen moesten de reizigers uit Wiltz hier op een Belgische trein overstappen richting Bastogne, en vice-versa. De douaneformaliteiten gebeurden telkens in het eerste station over de grens, dus hier in Benonchamps (en in Schimpach-Wampach richting Wiltz). Na de jongste oorlog werd de dienst Kautenbach-Bastogne evenwel volledig verzekerd door de Luxemburgse spoorwegen (CFL), met voldoende wachttijd in de dienstregeling.
In 1950 echter verving de NMBS de reizigersdienst op het Belgische lijngedeelte door een busdienst. In 1953 werd het stationsgebouw afgebroken. In de plaats kwam een betonnen wachthok voor de Luxemburgse reizigers. Dat verdween op zijn beurt in de loop van de jaren 70. Wel bleef de lokale goederentrein nog verder rijden, tot ca. 1964.
Van haar kant zette de CFL de reizigersdienst gewoon verder, met per dag zes heen- en terugritten tot Schimpach-Wampach, waarvan vier doorreden tot Benonchamps. Daar moesten de reizigers dan maar verder met de bus tot Bastogne. Pas in september 1967 ging het CFL-lijntje ook dicht, zij het vanaf Wiltz dat vandaag nog steeds bediend wordt vanuit Kautenbach.
In 1950 echter verving de NMBS de reizigersdienst op het Belgische lijngedeelte door een busdienst. In 1953 werd het stationsgebouw afgebroken. In de plaats kwam een betonnen wachthok voor de Luxemburgse reizigers. Dat verdween op zijn beurt in de loop van de jaren 70. Wel bleef de lokale goederentrein nog verder rijden, tot ca. 1964.
Van haar kant zette de CFL de reizigersdienst gewoon verder, met per dag zes heen- en terugritten tot Schimpach-Wampach, waarvan vier doorreden tot Benonchamps. Daar moesten de reizigers dan maar verder met de bus tot Bastogne. Pas in september 1967 ging het CFL-lijntje ook dicht, zij het vanaf Wiltz dat vandaag nog steeds bediend wordt vanuit Kautenbach.
In 1972-73 werd het CFL-spoor uitgebroken. De NMBS liet de Belgische rails echter nog twee jaar langer liggen. Naderhand werd de bedding van lijn 164 geasfalteerd tot de hierboven beschreven toeristische piste, een van de eerste in haar soort.
La frontière Belge se trouve à mi-chemin de la gare suivante, Benonchamps, ou du moins son emplacement, à peine 1300 mètres plus loin. Bien plus que sa consoeur Luxembourgeoise elle avait belle allure, avec ses deux corps de logis entourant le bâtiment des recettes, offrant un ensemble hors mesure pour un si petit village! Deux grandes gares à un jet de pierre l'une de l'autre, dans une région peu peuplée, toutes deux situées en rase campagne, loin des villages, et flanquées de tout au plus quelques habitations!
|
Comme sur la plupart des petites lignes frontalières, les voyageurs devaient changer de train à Benonchamps avant de poursuivre vers Bastogne. Après la guerre les chemins de fer Luxembourgeois (CFL) assurèrent l'intégralité du parcours, jusqu'en 1950, lorsque la SNCB décida de remplacer le service voyageurs par des bus sur le parcours belge, réinstaurant ainsi le transbordement obligé à Benonchamps! Trois ans plus tard, la gare fut démolie et remplacée par un simple abri pour la clientèle transfrontalière. Le service marchandises continua toutefois jusque vers 1964. Ce n'est qu'en 1967 que les CFL abandonnèrent à leur tour la desserte ferroviaire depuis Wiltz, cette dernière étant toujours desservie depuis Kautenbach.
La voie CFL, inutilisée, fut démontée en 1972-73. Côté belge, la même opération eut lieu deux ans plus tard seulement. Par après, la plate-forme fut asphaltée afin de créer la piste touristique décrite plus haut, une des toutes premières du genre. |
bijgewerkt - mis à jour: 21-12-2019
|
terug naar de homepagina
|