BUURTSPOORWEGSTATIONS |
|
In tegenstelling tot de Staatsspoorwegen (hier de NMBS) en sommige lokale spoorwegnetten in de buurlanden, blonken onze buurtspoorwegen uit door een behoorlijk zuinig beheer, zeker wat de infrastructuur betrof. Zo was er bij de wisselplaatsen, tussen de stelplaatsen in, slechts zelden een stationsgebouw. Opvallende uitzondering is de ‘Groep Leuven’ dat het oosten van het huidige Vlaams-Brabant omvatte, alsook het grootste deel van Waals-Brabant – met uitzondering van Nivelles, dat een afzonderlijke eenheid vormde. In deze groep noteren we een tiental aparte stationsgebouwen. Daarbuiten tellen we slechts hier en daar zo’n gebouw, meer dan eens op een eindpunt of een relatief belangrijk knooppunt van buurtlijnen, of nog bij een grensovergang, met vooral aan de Nederlandse grens een apart douanegebouw.
Een groot aantal van deze gebouwen hebben we kunnen traceren en gelijk een balans opmaken van de huidige toestand. Sommige zijn gewoon verdwenen, andere zijn behoorlijk ‘ingekapseld’ (hoge haag, groenscherm). En dus hadden we in beide gevallen geen andere keuze dan terug te vallen op oude postkaarten of foto’s, voor zover beschikbaar (cfr. Sprimont).
Een groot aantal van deze gebouwen hebben we kunnen traceren en gelijk een balans opmaken van de huidige toestand. Sommige zijn gewoon verdwenen, andere zijn behoorlijk ‘ingekapseld’ (hoge haag, groenscherm). En dus hadden we in beide gevallen geen andere keuze dan terug te vallen op oude postkaarten of foto’s, voor zover beschikbaar (cfr. Sprimont).
Hierna: HOEILAART - MARANSART-AYWIERS - GREZ-DOICEAU - NODEBAIS - OVERHESPEN - VOSSEM -
NEUFVILLES - QUIÉVRAIN - MELREUX - JEMEPPE-S/MEUSE - LES FORGES - SPRIMONT
NEUFVILLES - QUIÉVRAIN - MELREUX - JEMEPPE-S/MEUSE - LES FORGES - SPRIMONT
Contrairement aux ‘grands’ chemins de fer et même certains réseaux locaux chez nos voisins, l’infrastructure des vicinaux belges était établie et gérée de la manière la plus économique, surtout en matière de bâtiments. Ainsi, et hormis ceux des (nombreux) dépôts, il est plutôt rare de trouver un bâtiment de gare isolé sur un réseau comptant plus de 5000 km de lignes vicinales à son apogée, exception faite pour le ‘Groupe de Louvain’ englobant la moitié orientale du Brabant d’alors, ou encore les gares frontières vers la France et (surtout) vers les Pays-Bas. Des quelques dizaines de ces gares que nous avons repérées, bon nombre existent encore. Toutefois, certaines étant à ce jour cachées derrière une haute haie ou un rideau d’arbres, nous nous contenterons d’une vue ancienne (si disponible), tout comme pour les gares aujourd'hui disparues. |
Hoeilaart
Het buurtspoorwegstation Hoeilaart lag op de buurtlijn van Groenendaal naar Overijse, een van de weinige op noormaalspoor van de NMVB, en jarenlang de obligate aanvoerlijn voor o.a. brandstof (steenkool) ten behoeve van de talloze serristen in en rond de druivenstreek. Na de opbraak van het spoor naar Groenendaal in 1968 bleef het gebouw een tijdlang leeg staan, voordat het een vaste plaats kreeg in de stripverhalen rond stripfiguur Nero. Vandaag leeft het sindsdien opgeknapte gebouw dan ook verder als Nerocafé.
Op 19 oktober 1974, amper 6 jaar na de opbraak van het laatste baanvak, dat naar het NMBS-station Groenendaal, wacht het buurtstation van Hoeilaart een onzekere toekomst.
|
Jadis prospère comme point d'approvisionnement en combustibles et autres pour les nombreux serristes de la région, l'ancienne gare vicinale de Hoeilaart vit une nouvelle vie comme 'Nerocafé', du nom d'un héros de bandes dessinées flamandes (15 décembre 2017).
|
Maransart-AywiersHet station Maransart, op de buurtlijn van Braine-l'Alleud naar Wavre, bediende zowel de abdij van Aywiers daar vlakbij, als het verderop gelegen schilderachtige dorp Maransart - een gegeerde bestemming in een tijd dat men niet opzag tegen enkele kilometer te voet langs geplaveide wegen, en met enkele extra tramritten op zondag. Van hieruit bestond ook een industriëel aansluitspoor naar een zijdefabriek daar vlakbij. Misschien verklaart dit alles de bouw van dit station, nochtans op amper 2 km van de stelplaats Lasne. Na de sluiting in 1964 bleef het gebouw bewoond, maar staat nu al een tijdje leeg en kan een deugdelijke opknapbeurt best gebruiken (21 februari 2020). Maransart is een van de 10 voormalige NMVB-stations in Waals-Brabant - de stelplaatsen niet meegerend - waarvan de meeste vandaag nog overeind staan, nu als woonhuis.
|
Grez-DoiceauAllicht het meest opvallende van de vijf buurtspoorwegstations tussen Jodoigne en Wavre, de stelplaatsen niet meegerekend, gewoon omdat dit typische en authentieke gebouw annex goederenmagazijn vandaag zo goed als intact is, pal naast de behoorlijk drukke N240, eveneens uit Jodoigne, maar met een heel ander parcours dan de voormalige buurtlijn naar Wavre. Waarom Grez-Doiceau zo nodig een eigen station kreeg, op amper 1500 meter van de stelplaats Archennes, kunnen we alleen maar raden. Maar als volwaardig onderdeel van de toenmalige ‘Groep Leuven’ kon deze schilderachtige buurtlijn qua dienstgebouwen niet achterblijven. Ondanks het kronkelige tracé vormde ze destijds een mooie landelijke slagader doorheen de oostelijke helft van wat nu de provincie Waals-Brabant is, tot de huidige hoofdplaats Wavre.
|
Ter aanvulling van onze eigen foto’s, gemaakt op een ijskoude morgen (19 januari 2017), konden we het niet laten ze aan te vullen met een van de vele postkaarten uit de tijd dat dit nog echt een station was, weliswaar in de laatste jaren van de spoorexploitatie, ergens begin de jaren 50.
|
NodebaisEen van de 12 alleenstaande buurtspoorwegstations van de voormalige ‘groep Leuven’ (zie verder), dus zonder stelplaats ernaast. Na de sluiting van het baanvak van Tienen naar Hamme-Mille begin de jaren 60 doorzwom dit stationnetje nog wat troebele wateren, eerst als stand- of verzamelplaats voor bestelauto’s, later met een esthetisch weinig passende glazen aanbouw – wij besparen u het zicht. Vandaag is die glasconstructie gelukkig weer verwijderd, en wat het nu geworden is laten we aan je appreciatie over.
|
Vossem (verdwenen)Wie op 23 april 1988 het voormalige station-met-wachtzaal van Vossem op de gevoelige plaat zette, samen met het elektrische onderstation, kon niet vermoeden dat dit mooie relict van de elektrische buurtlijn Brussel-Leuven enkele jaren later zonder meer gesloopt zou worden. Bouwvallig? Ziet er niet naar uit. Komaf maken met het verleden? Wie weet. Een groot bouw- of woonproject werd het alvast niet. Feit is dat het jeugdlokaal dat er toen voor in de plaats kwam deze afbraak moeilijk kan verklaren. Ook al was Vossem een belangrijk knooppunt van buurtlijnen, een volwaardige stelplaats was het niet. En dus verdween alzo een van de weinige Vlaams-Brabantse stationsgebouwen van de voormalige ‘Groep Leuven’ – de andere liggen in Waals-Brabant. Naar ons weten is Overhespen nu de laatste (zie hierna), afgezien van de aan stelplaatsen gebonden stations (Kessel-Lo, Haacht, enz.).
|
OverhespenAls vertakking van de lijn naar Jodoigne was het station Overhespen een belangrijke wisselplaats zowat halfweg tussen Tienen en St-Truiden. Deze rol bleef het vervullen tot en met de laatste suikerbietencampagne, einde 1961, voor de laatste baanvakken, van Tienen naar resp. Halle-Booienhoven (St-Truiden) en Noduwez (Jodoigne). Vandaag staat het behoorlijk gedimensioneerde stationsgebouw, thans taverne (4 december 2016), als laatste getuige van de eens zo intense bietentrafiek, daar waar het sporenemplacement volledig is ingenomen door een reeks eengezinswoningen (links van het station, richting Tienen).
|
Neufvilles-Etat
Neufvilles-Etat, op de buurtlijn van Casteau naar Horrues (Ardoisier), was een belangrijk uitwisselingsstation met het ‘grote’ spoor (lijn 96) voor de steengroeve van Clypot voorbij het dorp, zo’n 4 km verderop. Hiervoor werden aan weerszijden van het meterspoor twee bijkomende rails aangelegd voor de wagons op normaalspoor (cfr. onze foto van de maand november).
Dit bizarre gebouw, station en waterpomp aan elkaar geklonken, vandaag een woonhuis, stond in functie van de lokwissel op deze plek, allicht om losse heen- en terugritten te vermijden naar de stelplaats Casteau, zo’n 6 km daarvandaan.
|
|
Quiévrain
We hebben lang getwijfeld of dit nu een stelplaats was, of niet. Neen dus, te oordelen naar het sporenplan dat we onlangs te zien kregen. Toch had Quiévrain een internationale draaischijf kunnen zijn van het lokale net, met buurtlijnen uit Roisin, Valenciennes, Montroeul en Dour/Mons. Deze laatste was elektrisch en kwam er pas in 1949. Ook de Franse lijn uit Valenciennes werd later elektrisch, maar ditmaal niet verder dan de grenspost. Die uit Roisin – waar ook de stelplaats lag – was de eerste, en het is dan ook voor de stoomloks van toen dat het oorspronkelijke waterreservoir naast het station later vervangen werd door het standaardgebouwtje, zoals die zowat overal op het buurtnet te vinden was. Mogelijk was Quiévrain dan toch bestemd om ooit een stelplaats te worden, zij het dan voor de nieuwe lijn naar Quevaucamps en Mainvault, al is deze niet verder geraakt dan Montroeul – of was het Pommeroeul?
Al bij al was dit buurtspoorwegstation vooral gericht op de uitwisselingen met de ‘grote’ spoorweg daar vlak naast, op de oorspronkelijke spoorlijn Brussel-Parijs! Het stationnetje zelf werd wat verbouwd als woonhuis, maar heeft gelukkig niet al te veel van haar oorspronkelijk cachet moeten prijsgeven.
|
Melreux
|
De site aan het spoorwegstation Melreux-Hotton was destijds een belangrijk overlaadpunt voor de twee buurtlijnen die er toekwamen, vooral wat het houttransport betrof. Voor de reizigers was dit bovendien het aangewezen overstappunt voor wie naar La Roche-en-Ardenne wilde. Vandaar dit eigen stationsgebouw voor de NMVB, maar een stelplaats was hier niet. Die vond je aan het andere uiteinde van beide lijnen, resp. in La Roche en Manhay, waar de meeste gebouwen nog steeds aanwezig zijn. Een derde buurtlijn, van Clavier naar Melreux, was wel in aanbouw, maar door WOI werden de werken onderbroken, en daarna niet meer hervat. |
Jemeppe-sur-Meuse was het eindpunt van twee elektrische lijnen (naar Hollogne/Liège en Verlaine). Voor zover we konden nagaan waren daar enkel een station en een dienstgebouw met wachtzaal, rechtover het inmiddels verdwenen spoorwegstation van de Nord-Belge. Beide langgerekte emplacementen zijn vandaag grotendeels ingenomen door een supermarkt. Alleen die twee gebouwen staan er nog (26 januari 2018) maar spelen geen rol meer voor de bussen van de TEC.
P.S. Ooit zouden daar toch twee loodsen gestaan hebben, zij het voor de goederendienst naar Mons/Crotteux, terwijl de reizigersdiensten steevast de stelplaatsen Verlaine en Saint-Gilles als standplaats hadden.
P.S. Ooit zouden daar toch twee loodsen gestaan hebben, zij het voor de goederendienst naar Mons/Crotteux, terwijl de reizigersdiensten steevast de stelplaatsen Verlaine en Saint-Gilles als standplaats hadden.
Terminus de deux lignes électriques (Liège et Verlaine), Jemeppe disposait tout au plus d’une gare vicinale et d’un bâtiment de service avec salle d’attente, situées en face de l’ancienne gare du Nord-Belge. Toutes ces voies ont disparu, laissant la place à un supermarché. Les bâtiments vicinaux y sont toujours, mais n’ont plus rien à voir avec les bus du TEC. P.S. Il semblerait que jadis il y ait eu deux remises, principalement affectées à la desserte marchandises vers Mons et Crotteux. |
Het station van Gomzé-Andoumont (Les Forges) ligt op de voormalige normaalsporige buurtlijn van Poulseur naar Trooz. Het gebouw, thans woonhuis, is goed bewaard en in uitstekende staat. Het oude tracé wordt hier gebruikt als exploitatieweg en is ter hoogte van het station licht opgehoogd om aan te sluiten op het jaren geleden hertekende wegenkruispunt (12 april 2017).
Op dezelfde buurtlijn was er ook een tussenstation in Sprimont. Na de sluiting van het laatste baanvak (Poulseur-Sprimont) in 1965 verdween ook dit typische gebouw uit het landschap. Het lag dan ook pal op het kruispunt met de hoofdbaan van Liège naar Bastogne (2e postkaart), zodat het niet moeilijk te raden is waarom het uiteindelijk werd afgebroken.
L'autre gare intermédiaire de cette ligne, située à Sprimont, fit les frais de sa situation en plein carrefour sur la route nationale Liège-Bastogne.