Railations
  • HOME
    • Welkom
    • Info
    • Nieuws & Update
    • Tussenstand
    • Lijnnummers
    • Uit ons archief
    • Accueil
  • VESTIGIA
    • Vergeten sporen >
      • Laatste eindjes
    • Vennbahn
    • Vervallen stations
    • Spookstations
    • Oude spoorweggebouwen
    • Bruggen & Viaducten
    • Merkwaardige viaducten
    • Stille getuigen
  • TUNNELS
    • Ardennen
    • Senzeille
    • In en rond Huy
    • Plateau van Herve
    • Langs de Vesdre
    • Tunnels over de grens
    • Tunnels Wiltzvallei
  • SPOORWEGSITES
    • Verviers-Battice >
      • Verviers-Battice (FR)
    • Hermanmont
    • Lommersweiler
    • Vertakking Melle
    • Tunnel Keizersberg
    • Rechte Moselstrecke
    • Onder de Vogezen door
    • Tunnels boven de Albarine
    • Artouste
  • OUDE TRACÉS
    • Spoorwegknoop Florennes >
      • Walcourt-Morialmé
      • Ermeton-Senzeille
    • Gouvy-SanktVith >
      • G-SVith tussen het puin
    • Zelzate
    • Clabecq-Ecaussinnes
    • La Louviere-Bascoup
    • Pays Noir >
      • Trazegnies-Luttre
      • Jumet-Courcelles
      • Jumet-Marchienne
    • Borinage >
      • Hensies-Bernissart
    • Merkwaardige tracés >
      • Baulers-Manage
    • Maastricht-Vaals
    • CFD Lozere
    • Spooklijn langs de Tarn
    • Spoleto-Norcia >
      • Valnerina
  • GRENSLIJNEN
    • De Duitse grens over
    • De Preuswaldroute
    • Weelde-Baarle
    • naar de Franse Nord
    • Ardennen & Gaume
    • Buurtspoor over de grens
  • BUURTSPOOR
    • Stelplaatsen NMVB >
      • Stelplaatsen VL-Brabant
      • Stelplaatsen West- en Oost-VL
      • Dépôts vicinaux Wallonie - Hainaut
      • Dépôts Namur & Brabant Wallon
      • Dépôts Liège & Luxembourg
      • Verdwenen stelplaatsen
    • Stations buurtspoor
    • Buurtspoor over het water
    • Vergeten buurtspoor
    • Nivelles-Soignies
    • Nivelles-Virginal >
      • Virginal-BLComte/Rebecq
    • Bohan
    • Citadelle Namur
    • naar Martelange
  • KANALEN
    • Kanaal Ieper-Komen
    • Kanalen in de Borinage
  • REGIO
    • Regiospoor Benelux
    • Regiospoor FR
    • Regiotrein door Frankrijk

OP AVONTUUR

​Op zoek...

Foto
Een afgelegen bosweg. Hooguit een smal pad tussen opdringerige struiken. Twee vage schimmen in de invallende avondschemer, hun jekkers glanzend van de regen.
‘Is het nog ver?’ vraagt ze, wat vertwijfeld.
‘Weet ik niet. We moesten er al zijn.’
‘Ben je wel zeker van die kaart?’
Een diepe zucht. ‘We hadden die brug al lang moeten zien.’
Zwijgend ploeteren ze verder.
En dan plots: ‘Is het misschien dát waar je naar zoekt?’
‘Wáár?’
‘Ginder, tussen de bomen…’
En ja, plompverloren, half verscholen in het bos, een slanke stenen constructie als een blinde kerktoren, op weg naar ongekende hoogten.
‘Een brugpijler!’
Hoopvolle blikken langsheen de strakke lijnen van het bouwsel.
‘Maar… de brugdekken zijn weg!’
De eerste verbijstering voorbij zit er weinig anders op dan verder te stappen. 
Geleidelijk begint het pad te klimmen. 
Het valleitje versmalt. Plots een scherpe draai, het beekje over en dan terug, verder naar omhoog, ditmaal langs de andere dalflank.
Al gauw zijn ze ter hoogte van het verdwenen brugdek. Een stevig hek sluit het eenzame bruggenhoofd af. Daar rechtover een diepe sleuf in de helling, danig begroeid. Achterin, half verscholen in het invallende duister, de strakke contouren van een tunnelportaal, de ronde opening donker en dreigend.
Maar reeds haalt hij de zaklantaarn uit de rugzak.
‘Moeten we nu echt dáárin?’ 
‘Wat anders? We hebben nog een heel stuk te gaan en straks is het donker.’
‘Kunnen we niet beter verder rond de berg…’ probeert ze nog.
Op dat ogenblik barst het onweer in alle hevigheid los.
Doorheen het struikgewas, de natte takken zwiepend tegen hun gezicht, reppen ze zich naar de veilige beschutting van de oude spoorwegtunnel...
Foto

Dante's inferno

​​
​Een vriendelijke boswachter gaf ons de tip. Anders hadden we het nooit gevonden. Hij zag ons speuren naar restanten van de oude spoorlijn naar Jurbise. Vroeg wat we daar deden. Van die oude mijn wisten we helemaal niets. Van de terril daar vlakbij evenmin. En van die warmwaterbron nog minder. Hij vertelde van de hellende gang. Zo gegraven om de steenkoollaag te volgen. Veel gemakkelijker dan verticale schachten. Dacht men. Maar dat de exploitatie van de mijn gestaakt werd toen ze daar beneden op een waterhoudende laag stootten. Warm water nog wel, meer dan 50° heet. Dat die in geen tel de gangen deed onderlopen. En dat ze al het materiaal daar beneden moesten achterlaten.
Hij wees ons meteen de weg. Een smal pad tussen bomen en struiken. Na een tijdje kwamen we langs een hoge betonnen pijp. Daarop ruwweg geschilderd: 52°. Bovenaan deze schoorsteen kwam er wat damp uit. Wat verder, nog dieper in het bos, bereikten we de ingang van de mijn. Een groot hellend vlak, diep uitgegraven en omgeven door een muur. Links een reeks treden. Daar beneden twee openingen. De grootste afgesloten met traliewerk. De kleinste stond echter open. Mooier kon niet.
Al gauw stonden we voor de ingang. Het onbekende wenkte. Gelukkig hadden we een zaklamp bij. Hadden die nacht ergens in het bos gekampeerd, zie je. Veel licht gaf die echter niet, maar toch genoeg om te zien waar we liepen. Het was er behoorlijk steil. Gelukkig liepen de treden verder. Daarnaast een lange betonnen buis en het smalspoor waarop destijds wagonnetjes naar boven werden getrokken. In de bijna-duisternis daalden we verder af. Geleidelijk werd het wat minder kil. Hoe lang en hoever we afdaalden weet ik niet meer. Wel dat we uiteindelijk opnieuw voor een deuropening stonden, gedeeltelijk versperd door een lage muur in metselwerk.
Daarachter wenkte de hel. Een dichte zwoele mist waardoorheen onze zaklamp niet kon doordringen. Na wat getalm besloten we wijselijk om toch maar rechtsomkeer te maken. Terug naar boven. Vlak voor de uitgang nog even het fotoapparaat bovengehaald. Een eenvoudig toestel dat doorheen de hekken hooguit het buitenlicht kon vastleggen. De enige tastbare herinnering aan dit bizarre avontuur.
Foto
Enkele jaren later kwam ik opnieuw in de buurt van de oude mijn. Ditmaal alleen. En zonder zaklamp. Geen sprake dus om daar nog eens naar binnen te gaan. Wel om enkele foto’s te maken. Het was bar koud en er lag een dik sneeuwtapijt. Een vaag rookwolkje wat verder in het bos trok mijn aandacht. Een groot gat in de grond dat ons toen ontgaan was. Bij nader toezien bleek dit ook al zo’n hellend vlak. Of toch de restanten ervan. Grotendeels ingestort, de donkere opening onderaan versperd met traliewerk. Daaruit kwam de damp gestaag naar buiten. Duidelijk een tweede gang naar beneden, kennelijk bedoeld als nooduitgang en verluchtingspijp. Zoals bij andere steenkoolmijnen.
Foto
Foto
​Ter nagedachtenis aan de onlangs overleden metgezel van toen          
Meer over de oude mijn 

Op avontuur in de Ardennen


13 Augustus 1970 – Met zijn vieren trokken we lukraak op verkenning door de Ardennen. Die dag kwamen we ergens terecht in de buurt van de Duitse grens. Een smalle lokale weg, een afgrijselijk steile bergaf, en ineens stonden we daar, beneden in de vallei, waar het baantje abrupt stopte en ineens opgeslokt leek in een langzaam dichtgroeiend decor van brem en hoog gras.
Een tiental meter verder, daar middenin, moederziel alleen, een mysterieuze trap, steil naar omlaag. Een onderaardse bunker? Wij voorzichtig langs die trap naar beneden. Al gauw kwamen wij uit op een brede dwarsgang: de doorgang naar wat ooit een paar perrons waren, zo bleek, daarboven nog redelijk zichtbaar onder het gras en tussen de struiken. Een spookstation! Al viel daar verder niets van te bespeuren, niet eens een verlaten gebouw of zoiets. En sporen evenmin.
Waar lag die spoorlijn dan?
Wij dus op weg, op goed geluk, langs een amper getraceerd pad tussen de bremstruiken. Was dit wel de oude spoorbedding?
En ja, al gauw kwam verderop, tegen de heuvelflank, de bovenkant van een tunnelportaal in zicht. Verwoed doorheen het dichte struikgewas geworsteld tot we haast letterlijk tegen een muur botsten waarin ooit een deurtje zat, nu echter dichtgemetseld. Helaas te hoog voor klauterwerk om aan de bovenkant naar binnen te kunnen gluren. En trouwens, de zaklamp lag nog bij het kampeergerief. 
Dan maar terug en meteen de andere kant op, nog steeds doorheen hoog gras en bremstruiken.
Foto
Niet zoveel later waren we alweer een illusie armer: ditmaal bij de chaotische ruïnes van een opgeblazen viaduct. Zo te zien uit de tijd van ene Von Rundstedt, ergens tussen 1944 en 1945. Einde van de verkenning?
Tot een van ons aan de voet van de heuvel daar rechtover alweer zo'n half dichtgemetselde tunnelportaal ontwaarde. Een zijlijn? Wij er toch maar naartoe, en ja: geen betere uitnodiging dan de gapende opening in die muur. De deur zelf zou daar wel ergens in de struiken liggen.
Ditmaal met de zaklamp uit ons kampeergerief de tunnel in, een kleine lichtkring in de verte tegemoet. Nogal wat ruwe keien onder de voeten, maar verder geen problemen onderweg, een zijdelingse afstorting niet te na gesproken. Aan de andere kant gelukkig geen dichtgemetseld portaal, en al gauw kwamen we terug in volle daglicht. Vol goede hoop trokken we meteen verder langs de oude spoorbedding.
Maar niet voor lang. Want plots stonden we bovenop het landhoofd van wat ooit een grote brug moest geweest zijn, helemaal in baksteen. Overduidelijk opgeblazen, alweer. Diep onder ons kolkte de rivier. Aan de overkant grijnsde het andere landhoofd ons toe, griezelig verhakkeld. Daarachter lag Duitsland uitnodigend naar ons te lonken, ongenaakbaar...
Dan maar terug door de tunnel... Terug naar dat vreemde spookstation, vakkundig afgesneden van de rest en nog hooguit een witte vlek tussen de mazen op de spoorwegkaart.
En dan de vraag: waarom toch zo'n groot station in deze uithoek?

De gapende muil van het onbekende

Foto
Zo onopvallend, we waren het bijna voorbijgereden. Het dorp stelt weinig voor. Een groepje huizen, wat ordeloos verspreide bewoning daar rondom, sommige wat opgeknapt, andere dan weer verlaten. Wat voor de dorpsstraat moet doorgaan oogt leeg, zeker nu de hoofdbaan is omgelegd, zeg maar rechtgetrokken. De wagen achterlaten is geen probleem, wat schaduw vinden wel, want de zon schijnt volop, en begin juli is het hier behoorlijk warm.
Het komt er nu op aan zo goed mogelijk het riviertje te volgen en op de juiste plek het Grote Routepad te verlaten waar het naar rechts afzwenkt, het plateau op. Zo lang we beneden ons het dartele water zien of horen zitten we goed. Toch wordt het even twijfelen wanneer het pad almaar versmalt en hoger klimt om uiteindelijk via een soort zadel een uitstekende rotskam over te steken. Maar dan brengt een steile afdaling ons terug naar het nu gezapig stromende riviertje. Een welgekomen verfrissing op deze hete namiddag. Zo rustig dat we bijna vergeten waar we zijn en waarvoor we naar hier kwamen. Zoiets als stilte voor de storm.

Een paar honderd meter verder zien we die enorm gapende afgrond al opdoemen waarin het rivierwater zich met ware doodsverachting naar beneden stort om 180 meter lager haar ditmaal rusteloze loop te vervolgen. Neen, van hieruit krijgen we die waterval niet te zien, daarvoor moesten we enkele kilometer verder langs de hoofdbaan. Maar het loont de moeite, is ons verzekerd, zeker in het voorjaar, wanneer al het smeltwater uit het omliggende bergland zich hier massaal in de diepte stort. 
Daar staan wij dan, helemaal boven, maar niemand die zich naar de rand van de steile richel waagt. En dan merken wij het ook, aan de overkant van het riviertje, dat vervallen landhoofd, precies alsof hier ooit een brug geweest is, zo dicht bij de afgrond. Lang hoeven wij niet te zoeken, want wij staan pal bovenop het tegenoverliggende landhoofd. Maar dan...? 

Dan pas kijken we achterom, en staren in de gapende muil van een in de rots uitgehouwen tunnel, zo'n paar tientallen meter verder. Donker en dreigend, maar toch, met heel in de verte een zwak schijnsel. De uitgang? 
Gelukkig hebben wij een en ander voorzien. De zaklampen worden uitgedeeld en na een korte aarzeling schrijden we naar binnen, de koelte in, over de brokkelige tunnelbodem, op weg naar het onbekende...


Verrassende ontdekking


Medio de jaren 60 was hij afgebroken om de aanleg van uitwijksporen mogelijk te maken, het lijnprofiel te verbeteren en de snelheidsbeperking tot 50 km/h op te heffen. Wij hebben het over de 113 meter lange “Tunnel de la Basse-Crotte”, vlak na het station Verviers-Est op lijn 37 Liège-Aachen.
Groot was dan ook onze verwondering toen in het najaar iemand van ons, onderweg naar Aachen, vanop de trein een oude muur zag, gedeeltelijk in baksteen, aan de voet van de rotswand, precies op de plek waar de nu verdwenen tunnel moet gelegen hebben. Een plek die, zoals wij al wisten, vandaag onbereikbaar is, tenzij je de god Infrabel wil tarten door over de sporen te lopen…
Aanvankelijk werd het bericht op het nodige ongeloof onthaald. Een tunnel in baksteen, op de Vesderlijn nog wel…
Tot wij einde januari, op weg naar een verkenning in het grensgebied, vanuit de trein die oude muur te zien kregen… lang genoeg om 113 meter te halen. Bovenaan inderdaad in baksteen, met onderaan een ruim 2 meter hoge bekleding in natuursteen. 
Op de terugrit waagden wij onze kans. Bij somber weer, op het einde van de dag, doorheen een smal venstertje van de trein die zowat 80-90 km/h reed, in een fractie van een seconde… De foto is verre van perfect, maar vrijwel alles wat we wilden weten staat erop: de basis van het oude tunnelportaal en de bakstenen binnenwand met onderaan de bekleding in natuursteen - die ter hoogte van de half ingewerkte bovenleidingsmast is afgebrokkeld.
Na wat opzoekingswerk kwamen we tot de conclusie dat we hier precies dezelfde structuur hebben als de binnenbekleding in de (meeste) tunnels op de Vesderlijn. Deze waren ruim 50 jaar geleden dringend aan een grondige sanering toe, waarbij de tunnels van Prayon en de Basse-Crotte evenwel uit het landschap verdwenen. Waarom van deze laatste de zuidelijke binnenwand tot ruim 3 meter hoogte bewaard bleef is voor ons echter een raadsel….

De sleuf die doodliep


​Opeens, tijdens een wandeltocht door het bos.
​Diep, achterin die donkere sleuf waar maar geen einde aan kwam, verscholen in het groen, dit mysterieuze tunnelportaal, aan de voet van de steile bergflank.
​Wat school toch achter deze onheilspellende afdichting en – vooral – achter die ijzeren deur? Zo te zien een compleet vergeten spoorwegtunnel. Dwars doorheen het gebergte? En wij die dachten ze allemaal te kennen. Neen dus. Een onvoltooide tunnel zoals dat andere vergeten project, niet zo ver daarvandaan?
Een uitgang hebben we op die wandelkaart niet meteen gevonden, tenzij ze werd dichtgegooid – of we niet op de juiste plek gezocht hebben.
De volgende dag dan toch maar een topografische kaart gekocht. En ja, na wat zoeken vonden wij hem, dwars door een uitloper van het gebergte, onder de bergpas door, meer dan één kilometer lang. Te laat echter om naar die vermaledijde uitgang te gaan zoeken.
​Een andere keer dan maar?
Foto

Diep in de put


​​Daar stonden we dan, aan de rand van de afgrond, sprakeloos. Aan onze voeten een wel 20 meter diepe krater. Steile wanden uit losse grond die naar boven toe vrijwel vertikaal uitliepen, met hier en daar een zeldzame struik en een stuk of wat omgevallen schriele boomstammen.
Onze eerste gedachte: hoe geraken we in godsnaam tot beneden? Aan één kant echter bleek de krater uit te lopen op een even brede sleuf met daarin een kluwen van stallen en koterijen in een bed van modder en slijk. Langs daar zou het dus kunnen, maar dan wel mits een behoorlijk grote omweg. En dan nog. Daarachter, op de bodem van de krater, grotendeels ingesloten door een hoop uiteenlopende afval en rommel, een ruim 5 meter diepe put. En beneden in die put, het doel van onze reis: het afbrokkelende portaal van de al ruim 60 jaar verlaten tunnel. Dichtgemetseld, dat wel, maar in die muur een ijzeren deurtje. En dat deurtje stond nu uitnodigend open... 
Na wat slikken en van de eerste ontsteltenis bekomen volgde de ontnuchtering. Daarin afdalen, tot daaraan toe, met het nylontouw voor de steilste stukken. Maar daar weer uitgeraken? Te midden van al die rotzooi? Nu we hem dan eindelijk gevonden hadden, welke meerwaarde had het nog voor ons om zoiets te willen wagen?
Stilletjes, niet helemaal overtuigd, dropen we dan maar weer af.

bijgewerkt: 1-1-2019
​
​
​terug naar de homepagina
​
Maak een gratis website met Weebly